Addendum bij een CORNET aanvraag voor Vlaamse aanvragers die deelnemen via het TETRA programma (versie december 2011) Dit addendum is een verplichte bijlage voor projecten die ingediend worden in het kader van een CORNET project, waarvoor Vlaamse projectuitvoerders, verbonden aan Vlaamse hogescholen of universiteiten, steun wensen te verkrijgen volgens de modaliteiten van het TETRA programma. Indien de projectaanvraag in CORNET een uitbreiding is van een TETRA project dat nog moet starten tijdens of na de evaluatie van het CORNET project, kan dit addendum beperkt worden tot het schriftelijk aanvragen van deze uitbreiding, met opgave van extra werkpakket en/of bijhorende loon- en werkingskosten (in zoverre de maximale begroting of toe te stane werkingskosten niet overschreden worden). Dit geldt ook voor uitbreidingen van projectaanvragen die nog bij IWT in evaluatie zijn. Het Vlaamse projectdeel moet voldoen aan de vereisten van het TETRA programma. Lees daarom zeker ook de handleiding ‘TETRA’ (zie http://www.iwt.be/subsidies/tetra) Een elektronische versie (pdf of word-document, inclusief gescande versie van de ondertekende intentieverklaring) worden ingediend ten laatste op de uiterste indieningsdatum van de CORNET-oproep . Meer informatie over de indieningsmodaliteiten van het CORNET project is terug te vinden http://www.cornet-era.net De elektronische versie wordt ofwel ingesloten via cd-rom of wordt ofwel per mail bezorgd aan [email protected] 1/9 IWT ADDENDUM AAN ERASME AANVRAAG –TYPE TETRA A Internationale samenwerking via TETRA/CORNET IWT nam tot 2010 deel met het programma VIS-Collectief aan CORNET en met het TETRA programma en het KMO programma aan EraSME. De coördinatiekost van de Eranetprojecten EraSME en CORNET wordt niet meer gefinancierd door de E.C., maar een aantal regio’s/landen hebben beslist om de samenwerking verder te zetten. In februari 2011 werd beslist door IWT om het TETRA programma te doen aansluiten bij CORNET (en het KMO programma te behouden voor deelnames aan EraSME). CORNET focust op collectief onderzoek voor kmo’s binnen Europa, uitgevoerd door een onderzoeksinstelling. Door de intensere samenwerking onder de noemer ‘Innovation for SME’ is er de laatste jaren meer en meer synchronisatie en uniformiteit ontstaan tussen het Eranet project CORNET en het Eranet project EraSME voor projecten die zich richten op een brede doelgroep aan bedrijven (de zogenaamde Consortium Type of Projects uit EraSME). Voor indieningen via VIS-Collectief onderzoek is er geen wijziging t.o.v. vorige oproepen: een addendum is beschikbaar op de IWT website bij de documenten van het programma. Voor indieningen via het TETRA fonds is er een wijziging t.o.v. vorige oproepen in EraSME. In principe passen de TETRA projecten in het CORNET programma omdat deze ook gericht zijn op samenwerking tussen onderzoeksinstelling en bedrijven, maar ze verschillen wel van de meeste projecten in CORNET omdat ze niet aangevraagd worden door een federatie, associatie of VIS. Om het project te doen passen in CORNET beschouwt IWT de gebruikersgroep als een ‘ad hoc’ consortium dat de bredere doelgroep vertegenwoordigt. De hogeschool of universiteit die het project uitvoert heeft een valorisatieplicht (aan marktconforme, niet-exclusieve voorwaarden) en is op die manier ook verantwoordelijk voor het goed verspreiden van projectresultaten over één of meerdere bedrijfssectoren. IWT engageert zich t.o.v. CORNET om TETRA projecten pas ontvankelijk te verklaren als CORNET project indien er minstens 5 Vlaamse kmo’s deelnemen als actief lid van de gebruikersgroep. Door deelname via de gebruikersgroep verklaren de bedrijven dat ze representatief zijn voor andere bedrijven uit hun sector door deelname aan het CORNET project. Er wordt ook ten zeerste aangeraden om één of meerdere VIS-organisaties op te nemen als lid van de gebruikersgroep in het TETRA/CORNET project. Practisch betekent dit: De directie van de hogeschool of universiteit (rechtsgeldige vertegenwoordiger) ondertekent het document met de titel ‘declaration of intention applicant’ in naam van dit ad-hoc consortium (bestaande uit uitvoerders en bedrijven uit de gebruikersgroep) de directie van de hogeschool of universiteit (rechtsgeldige vertegenwoordiger) ondertekent het document met de titel ‘declaration of intention RTO’ als uitvoerder van het project. De leden van de gebruikersgroep (minstens 5 kmo’s) ondertekenen elk het document met de titel ‘declaration of intention user committee’. Een lijst van de gebruikersgroep die deelneemt aan het TETRA project wordt vervolledigd via dit addendum (dus niet elk bedrijf moet al die CORNET-intentieverklaring ondertekenen) In tegenstelling tot de meeste CORNET projecten (en/of de regelgeving van de deelnemende regio’s/landen die als partner zullen meewerken in het CORNET project) zal de overdracht van kennis en projectresultaten pas gebeuren na afloop van het project cf. de regelgeving van TETRA (marktconform en niet-exclusief). Voor VIS-Collectief onderzoek (en voor de meeste deelnemende programma’s in CORNET) geldt dat de aanvragende federaties, associaties, VIS-organisaties, …. onmiddellijk eigenaar worden van de projectresultaten (via de minimis). Bij het bespreken van het internationale project, is het belangrijk dat dit doorgepraat wordt met de (internationale) partners ! 2/9 IWT ADDENDUM AAN ERASME AANVRAAG –TYPE TETRA A Aangepaste modaliteiten door CORNET deelname! Aangepaste Ontvankelijkheidsanalyse en Evaluatieprocedure: Vlaamse projectdelen uit een CORNET aanvraag kunnen niet in aanmerking komen voor steun als het CORNET project niet goedgekeurd wordt. Het is altijd mogelijk om een Vlaams projectdeel in te dienen als Vlaams TETRA project bij de jaarlijkse oproep. Uiteraard is dit enkel relevant als het Vlaamse projectdeel substantieel is en op zichzelf kan staan. De uitgebreide ontvankelijkheidsprocedure voorziet een ontvankelijkheidsanalyse op niveau van 1. CORNET (zie hiervoor de modaliteiten van de CORNET-oproep) en 2. TETRA (zie hiervoor de criteria in de TETRA handleiding)en 3. TETRA-criteria die typisch zijn voor het TETRA programma, maar niet afgedekt worden door de internationale ontvankelijkheid of evaluatie. Dit is een analyse van de kwaliteit van de ‘projectkenmerken’ (eerste as van de evaluatie). Aangezien deze analyse deel uitmaakt van een uitgebreide ontvankelijkheidsanalyse worden ze beantwoord als ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’, met als minimale kwaliteitsnorm deze die geldig was voor de Vlaamse oproep uit dezelfde steunenveloppe. Indien het project niet voldoet voor de TETRA-criteria is het niet ontvankelijk voor verdere evaluatie als CORNET project. Elke regio (of land) dat deelneemt aan de CORNET oproep voert een ‘regionale (of nationale)’ ontvankelijkheidsanalyse uit. Pas indien alle partijen ‘hun’ projectdeel ontvankelijk verklaren, kan de evaluatie gestart worden. De evaluatieprocedure is internationaal georganiseerd en gebeurt aan de hand van gemeenschappelijke evaluatiecriteria, zoals beschreven in de modaliteiten van de CORNET oproep. Door deze internationale procedure wordt er niet voorzien in een gesprek met de projectleiders en gebeurt de evaluatie via een schriftelijke procedure. Dit is verschillend van de procedure voor de Vlaamse oproep. Omdat de interactie met de projectaanvragers belangrijk is, wordt ten zeerste aangeraden om vooraf contact op te nemen met het IWT (Inge Arents of Johan Michiels) om de volledigheid en duidelijkheid van de projectaanvraag te verzekeren. Beslissing en IWT-overeenkomst Er wordt een internationale beslissing genomen over de steunbaarheid van het CORNET project. Hierbij wordt rekening gehouden met de beschikbare middelen van elke regio of land. Voor TETRA wordt bij elke oproep bekend gemaakt hoeveel middelen er beschikbaar gesteld worden door IWT. Bij een positieve beslissing wordt een IWT-overeenkomst afgesloten voor steun aan het Vlaamse projectdeel. De steunpercentages en modaliteiten zijn dezelfde als voor de projecten in de Vlaamse TETRA oproep. Voor het CORNET project zal wel aan elk deelnemend bedrijf gevraagd worden om ook toe te treden tot het internationaal project. Het is mogelijk dat er hiervoor extra samenwerkingsafspraken moeten gemaakt worden. 3/9 IWT ADDENDUM AAN ERASME AANVRAAG –TYPE TETRA A Opmaak en samenstelling van het addendum Beheer van dit addendum: De Vlaamse projectaanvragers (Vlaamse hogescholen, universiteiten en/of onderzoeksinstellingen) stellen een projectleider aan voor het Vlaamse projectdeel. Deze is verantwoordelijk voor het indienen van het addendum aan het CORNET project bij IWT (de aanvraag voor het CORNET project gebeurt centraal door de projectleider van het CORNET project, dit kan iemand anders zijn) Deze template is een niet verplichte hulp voor de opmaak. Voor de opmaak van de begroting is er een Excel-file voorzien als hulp. Het gebruik van de templates is niet verplicht, het respecteren van structuur en hoofdstukken-volgorde wel. Checklist met onderdelen van het addendum: Nederlandstalige projectsamenvatting Beschrijving van het gebruik van de projectresultaten in Vlaanderen en positionering van de (Vlaamse) aanvragers en (Vlaams) projectdeel, dit kan naar keuze in het Engels of Nederlands opgesteld worden Projectbegroting (cf. regels IWT/TETRA) Ondertekende verklaring van de hogeschool of universiteit die het Vlaamse projectdeel van het CORNET project coördineert en hiervoor een projectleider aanstelt als contactpersoon voor IWT Overzicht van de gebruikersgroep (zie hiervoor deel 1 van de ‘normale’ TETRA aanvraag Toestemming ethische commissie bij dierproeven of patiënten studies (indien van toepassing) Offertes voor onderaannemingen vanaf 5000 euro (indien van toepassing) Offertes voor grote uitrusting vanaf 5000 euro (indien van toepassing) Projectsamenvatting (1 blz) Titel Startdatum project (gepland) Duur van het project Ten vroegste maand van indiening, ten laatste 4 maanden na beslissing 24 maanden (eventueel te verlengen tot max. 36 maanden indien dit nodig is voor synchronisatie met CORNET partners) ! minimaal €100.000 en maximaal €480.000 Totale Projectkost Totaal mensmaanden Gevraagde subsidie Is dit project een herindiening of een herwerkte versie van een project dat eerder geëvalueerd werd als TETRA project ? (ja/nee); Zo ja, zorg ervoor dat zowel in de projectsamenvatting als in de verdere tekst van de projectaanvraag duidelijk is hoe de opmerkingen van deskundigen en IWT ten gronde verwerkt zijn in deze vernieuwde aanvraag. Is voor dit project, of onderdelen ervan, subsidie aangevraagd of verstrekt door een andere overheid (Vlaams, federaal of Europees) of Competentiepool ? (ja/nee) Zijn er plannen om voor dit project, of onderdelen ervan, subsidie aan te vragen bij een andere overheid (Vlaams, federaal of Europees) of Competentiepool ? (ja/nee) Zo ja, geef het gevraagde of verkregen subsidiebedrag. 4/9 IWT ADDENDUM AAN ERASME AANVRAAG –TYPE TETRA A De samenvatting is Nederlandstalig en wordt beperkt tot maximum 1/2 bladzijde. De tekst vormt de basis voor de overeenkomst bij toekenning van steun. De samenvatting is van belang voor het toewijzen van projectaanvragen aan een technologiedomein en/of toepassingsdomein bij het samenstellen van de colleges voor evaluatie door externe deskundigen. Alle essentiële elementen van het project zijn er in terug te vinden met het accent op de doelgroep, doelstellingen en het gebruik van de resultaten. Indien deze projectaanvraag een herindiening is en/of indien deze projectaanvraag een gedeeltelijke herwerking is van een projectaanvraag die eerder al geëvalueerd werd als TETRA project, motiveer dan in maximum ½ bladzijde de herwerking of herindiening en verwijs naar de delen van de projectaanvraag die ten gronde herwerkt werden in functie van de opmerkingen van de deskundigen en/of IWT besluit. Gegevens Gebruikersgroep Er wordt een overzicht gegeven van alle leden van de gebruikersgroep die reeds hun interesse voor het project hebben getoond. Het betreft zowel de leden die een belangrijke rol hebben bij het het uitvoeren van het project (zoals wetenschappelijke peters en peters voor valorisatie-activiteiten) als leden die een toegevoegde waarde hebben voor de valorisatie van de projectresultaten (belangrijke tussenschakels, wetgevers, …) en leden die als potentiële gebruiker van de projectresultaten optreden. Voor elk bedrijf of organisatie wordt een contactpersoon, telefoonnummer en email vermeld, zodat IWT deze (desgewenst) kan contacteren tijdens de evaluatie. Het is belangrijk dat het voor elk bedrijf of organisatie duidelijk is welke rol ze opnemen in het project en in de gebruikersgroep en wat hun motivatie tot deelname is. Duid aan of het lid van de gebruikersgroep bereid is tot cofinanciering en of het een Vlaamse kmo is of niet. De gebruikersgroep moet nog niet volledig zijn op moment van indiening Voor CORNET moeten er minstens 5 Vlaamse kmo’s opgenomen zijn in de gebruikersgroep bij indiening van het CORNET/TETRA project Organisatie BTWnummer Adres Contactpersoon Tel e-mail Vlaamse kmo (zie definitie in de handleiding) ? Bereid tot cofinanciering ? Motivatie tot deelname ? (voor Vlaamse organisaties) (voor niet-Vlaamse organisaties) Ja/Nee Ja/Nee Hierna volgt een template voor het opmaken van de projectaanvraag. In deze template wordt verduidelijkt welke inhoudelijke informatie nodig is om het project te beoordelen. De structuur volgt daarom eenzelfde logica als de evaluatiecriteria die vermeld staan in de handleiding. 5/9 IWT ADDENDUM AAN ERASME AANVRAAG –TYPE TETRA A In de handleiding kunt u bij de verschillende hoofdstukken rond steunbare activiteiten, doelgroep en bepalingen rond de gebruikersgroep terug vinden wat belangrijke informatie is die moet beschikbaar zijn. Uit respect voor de externe deskundigen wordt gevraagd om de totale projectbeschrijving die hierna volgt (projectkenmerken) te beperken tot 15 bladzijden, uiteraard in een leesbare format en met voldoende witruimte. Indien de aanvraag dit maximum overschrijdt kan IWT beslissen om het project onontvankelijk te verklaren. Dit betekent dat het niet behandeld wordt. Projectkenmerken 1. Relevantie van het project voor TETRA a. Motivatie van het project Geef aan welke nieuwe kennis (technologie, methodologie, recent academisch onderzoek) aanleiding is voor dit project. Beschrijf de mogelijke toepassingen en geef aan in hoeverre deze toepassingen nog moeten ontwikkeld worden (tijdens het project) of al bestaan in een andere markt, applicatie, … Geef aan wat de kennisbehoefte is van de ondernemingen (m.a.w. geef aan wat de ‘gap’ is tussen de beschikbare kennis en het soort kennis dat de ondernemingen nodig hebben om op basis van de nieuwe kennis te innoveren). Toon aan dat het project een draagvlak heeft voor een ruime doelgroep in Vlaanderen. Verwijs hiervoor naar de leden van de gebruikersgroep en vat samen wat de motivatie is van ondernemingen om deel te nemen aan het project. De informatie die in deel 1 opgenomen is (opsomming leden en hun individuele motivatie) niet herhalen, maar samenvatten ! b. Projectdoelstellingen Beschrijf wat men wil bereikt hebben na afloop van het project. Geef aan op welke manier dit resultaat kan gemeten worden tijdens het project en na het project (gebruik hiervoor indicatoren om de ambitie meetbaar te maken). Er is een toelichtingsdocument beschikbaar op de website om een (K)ey (P)erformance (I)ndicator op te stellen. Bepaal er één (of een beperkt aantal) relevant voor dit project. Maak een tabel met leverbaarheden van het project. Bij goedkeuring van het project (en tijdens opvolging) zullen leverbaarheden opgenomen worden. Het is zeker niet de bedoeling dat elk project alle leverbaarheden oplevert. De categorieën hieronder worden gebruikt voor verschillende IWT programma’s, ze zijn niet allemaal bruikbaar voor TETRA. Kies de meest relevante. Er moet minstens 1 gerelateerd zijn aan onderwijs (ontvankelijkheidscriterium !). Zorg dat er voor elke leverbaarheid een streefwaarde is (kwantitatief) en dat elke leverbaarheid voldoende omschrijving krijgt in de context van het project (kwalitatief) Indien het project een DTO doelstelling bevat: Beschrijf de DTO doelstelling, de detailberekening is noodzakelijk en wordt uitgewerkt in punt 6. Keuze uit leverbaarheden voor PROJECTSPECIFIEKE KENNISONTWIKKELING X.1) Nieuwe of verbeterde componenten/samenstellingen van (complexe) systemen of processen (codes, scripts, algoritmes, parameters, molecules, …) X.2) Proof of concept (radicaal) vernieuwende technologie of methodologie X.3) Proof of concept (radicaal) vernieuwend product, proces, dienst X.4) Proof of concept nieuwe software, (simulatie)tool of model X.5) Nieuw/aangepast/verbeterd product, proces, dienst X.6) Nieuw/aangepaste/verbeterde technologie/technieken of methodologie X.7) Nieuw/aangepaste/verbeterde software, (simulatie)tool of model X.8) Prototypes en testopstellingen (inclusief bedrijfcases) X.9) Gevalideerde (en/of gestandaardiseerde) tests, methodes, diagnose, therapie, parameters,… X.10) Uitsluitsel verwerven over economische haalbaarheid 6/9 IWT ADDENDUM AAN ERASME AANVRAAG –TYPE TETRA A X.11) X.12) X.13) X.14) X.15) Uitsluitsel verwerven over technische haalbaarheid Uitsluitsel verwerven over acceptatie/sociale haalbaarheid Uitsluitsel verwerven over effectiviteit na vergelijken van bestaande technologieën; samenstellingen, parameters of methodes Roadmapping Realisatie DTO-doelstelling Keuze uit leverbaarheden voor COLLECTIEVE KENNISOVERDRACHT Y.1) Y.2) Y.3) Y.4) Y.5) Y.6) Y.7) Y.8) Y.9) Y.10) Y.11) Wetenschappelijke publicaties Handboek/Cursus Beleidsrapport (inclusief Beleids- advies, -strategieën en/of -aanbevelingen) Overige publicaties Richtlijnen, procedures, handleidingen en codes van goede praktijk Websites – databank Event, workshops, seminaries Demonstraties Begeleiding van stage/thesis Projectwerk met studenten Nieuwe opleiding (generatie onderwijs, volwassenonderwijs, …) 2. Collectief karakter Geef aan welke ruime doelgroep van organisaties de resultaten van het project kunnen gebruiken. Specifieer hierbij het type organisatie (R&D intensieve kmo’s of niet R&D intensieve kmo’s, socialprofitorganisaties, grote bedrijven, overheden, federaties en associaties van bedrijven enz.). Geef aan in hoeverre deze organisaties bestaan in Vlaanderen. Als er land-en tuinbouwbedrijven en overheden in de ruime doelgroep zijn, is het belangrijk dat er kan aangetoond worden dat er naast deze land-en tuinbouwbedrijven nog andere ondernemingen aanwezig zijn in de doelgroep. Kwantificeer en typeer de reële doelgroep. Geef aan welk deel van deze doelgroep voldoende absorptiecapaciteit heeft om de resultaten toe te passen en/of te gebruiken in hun innovaties. Maak hier onderscheid tussen ondernemingen uit de brede doelgroep (vb. de bouwsector, de voedingsindustrie, de zorgsector…) die effectief de resultaten zullen gebruiken t.o.v. de ondernemingen die niet innoveren of geen mogelijkheden hebben om zelf producten en diensten te wijzigen. Maak ook onderscheid tussen de ondernemingen in de doelgroep die voorloper zijn (en misschien over meer kennis beschikken en het project niet ‘nodig’ hebben om te innoveren) en ondernemingen in de doelgroep die afhankelijk zijn van het project om te kunnen innoveren. In het geval het project start vanuit een aanbod van technologie of kennis die commercieel beschikbaar is: motiveer op voldoende wijze dat deze technologie, methodologie of kennis vrij beschikbaar is op de markt op een manier dat latere valorisatie van de projectresultaten niet verhinderd wordt door octrooien of exclusiviteitafspraken. Indien het project ervoor zorgt dat de verkoop van kennis of technologie van één bedrijf (of een zeer beperkt aantal spelers in de markt) sterk bevoordeeld, kan het project niet ingediend worden als TETRA project. 3. Complementariteit met andere onderzoeksactiviteiten en/of subsidies Geef aan of er alternatieven zijn voor de doelgroep om dit onderzoek uit te voeren Geef aan in welke mate het project synergie heeft met ander onderzoek Geef het belang voor de betrokken onderzoeksgroep(en) aan. Duid in hoeverre dit project past in een ‘speerpunt’ van de hogeschool of universiteit. Geef aan in welke mate de onderzoeksgroep vertrouwd is met toegepast, late-stage, onderzoek, gericht op de praktijk van bedrijven en socialprofitorganisaties. Geef aan of er al dan niet een mogelijk risico bestaat op marktverstoring met commerciële dienstverlening en hoe hier mee zal omgegaan worden. 7/9 IWT ADDENDUM AAN ERASME AANVRAAG –TYPE TETRA A 4. Impact op innovatiepotentieel van de doelgroep Motiveer waarom de aangebrachte kennis (technologie, methodologie, …) behoort tot de state-ofthe- art en voldoende vernieuwend is. Verwijs hiervoor naar literatuur en octrooien. Geef aan wat de ondernemingen uit de doelgroep zullen doen met de projectresultaten (implementatie, product/proces/dienst verbeteren, ontwikkelingstrajecten starten, ..) 5. Potentiële economische impact voor de doelgroep Indien relevant kunnen onderstaande zaken beschreven worden per ‘deel’ van de ruime doelgroep (als er vb. zowel bedrijven als socialprofitorganisaties betrokken zijn, of als er onderscheid is volgens type bedrijf). Geef aan of de beoogde toepassingen een deel zijn van de kernactiviteit van de ondernemingen of eerder een nevenactiviteit zijn (vb. voor de voedingsindustrie is het produceren van levensmiddelen een hoofdactiviteit, het zuiveren van het afvalwater is een (noodzakelijke) nevenactiviteit). Maak een inschatting/raming van de stappen die een onderneming uit de doelgroep nog moet nemen vooraleer de projectresultaten omgezet worden in producten, diensten of processen. Maak een inschatting/raming van de kosten die nodig zijn om de projectresultaten toe te passen (investeringen, marketing, engineering of onderzoeksproject, registratieprocedures, …) Maak een inschatting/raming van de potentiële winst voor de ondernemingen: vb. meer omzet of behoud van de omzet, kostenbesparingen, verhogen van graad van automatisatie, rendementsverbetering, … Positioneer het gebruik van de projectresultaten t.o.v. commercieel beschikbare alternatieven (andere technologie of methodologie) en motiveer waarom een onderneming zou kiezen voor de toepassingen die beoogd worden met dit project. Geef aan in welke mate het project bijdraagt tot de competitieve positie van de (Vlaamse) bedrijven en in welke mate er een impact kan verwacht worden op tewerkstelling en investeringen in Vlaanderen. Indien er geen economische impact kan geduid worden bij Vlaamse bedrijven, kan het project niet ingediend worden als TETRA project. Vermeld mogelijke hindernissen (bv. IP, wetgeving, marktomgeving,…) en geef aan hoe het project daarop anticipeert. 6. Bijdrage aan duurzame technologische ontwikkeling (DTO) Omschrijf en motiveer, indien van toepassing, de verwachte meerwaarde op het vlak van duurzame technologische ontwikkeling. Bij het kunnen aantonen van de milieuwinst door een kwantitatieve berekening, bv. via ecopunten kan het project een hogere score bekomen (zie hiervoor de handleiding DTO). 8/9 IWT ADDENDUM AAN ERASME AANVRAAG –TYPE TETRA A Verplichte bijlagen De TETRA handleiding voorziet verplichte bijlagen indien van toepassing: 1. Toestemming ethische commissie bji dierproeven of patiënten studies 2. Offertes voor onderaannemingen vanaf 5000 euro (er mag maximaal voor 10% van de totale begroting samengewerkt worden met onderaannemers) 3. Offertes voor grote uitrusting vanaf 5000 euro 4. Ondertekende verklaring van de hogeschool of universiteit die subsidie vragen in het Vlaamse projectdeel van het CORNET project coördineert en hiervoor een projectleider aanstelt als contactpersoon voor IWT. (de rechtsgeldige vertegenwoordiger van de hogeschool of universiteit ondertekent dit in naam van alle betrokkenen) Als ondergetekende verklaar ik in naam van alle betrokken Vlaamse aanvragers en organisaties uit de gebruikersgroep kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de projectaanvraag ingediend in het kader van CORNET , met Vlaamse subsidieaanvraag via het TETRA fonds. Ik heb kennis genomen van de modaliteiten van het TETRA-Fonds, zoals beschreven in de ‘handleiding. Ik geef IWT de toestemming alle nodige enquêtes te laten uitvoeren die nodig zijn voor de evaluatie van deze aanvraag. Ik verklaar voor dit project (nog geen/xxx euro via TETRA xxxxxx) subsidie te hebben ontvangen. Voor zover bekend zijn er geen belemmeringen inzake intellectuele eigendomsrechten voor de goede uitvoering en latere valorisatiemogelijkheden van dit project. Ik verklaar dat mijn organisatie een boekhouding voert die toelaat de projectkosten eenduidig te identificeren en te onderscheiden van haar economische activiteiten. Dhr/Mevr XXX, functie, departement, hogeschool of universiteit wordt aangesteld als projectleider en contactpersoon voor IWT. Tussen de Vlaamse projectaanvragers en de buitenlandse partners zijn duidelijke afspraken gemaakt omtrent de volledige financiering van de kosten van onderzoekspartners voor de uitvoering van het project. Deze worden bij goedkeuring van het project verder uitgewerkt in de samenwerkingsovereenkomst. Naam , Functie (handtekening) 9/9