Onderzoeksplan bachelorscriptie Basisgegevens Probleemstelling

advertisement
Onderzoeksplan bachelorscriptie
Basisgegevens
Titel:
Portofonie NS (werktitel)
Onderzoeker: Eamonn Cassidy
Begeleider(s): Theo van der Weide, Radboud Universiteit Nijmegen.
Madeleine Schellaars, Nederlandse Spoorwegen.
Probleemstelling
Het invoeren van een nieuw portofoniesysteem binnen de Nederlandse Spoorwegen is aanleiding
voor dit onderzoek. Er zijn momenteel drie verschillende contracten voor portofonie, die resulteren
in een praktisch resultaat van drie portofoniesystemen. Het invoeren van een NS-brede,
toekomstvaste dienst portofonie is een reeds lopend project, wat gestart is in 2009. Voor de
uiteindelijke invoering van het systeem is het belangrijk om goed te kijken naar hoe het systeem in
de organisatie in te passen is zodat er geen onnodige problemen zullen rijzen.
Dat is de positie waar dit onderzoek zal gaan aansluiten. Momenteel zijn er uit de aanbesteding een
aantal systemen naar voren gekomen die allen gebaseerd zijn op de Tetra standaard. Een voorbeeld
van een Tetra systeem in Nederland dat reeds geïmplementeerd is in een complexe omgeving is het
C2000 systeem van de Nederlandse hulpdiensten. Na invoering van dit systeem bleken er nogal wat
problemen te zijn. Maar hoe is een Tetra systeem te implementeren bij de NS, zonder problemen
tegen te komen die van te voren te vermijden zijn?
Als we deze vraag formaliseren komen we tot de volgende onderzoeksvraag:
“Hoe is een op Tetra gebaseerd portofonie systeem in te voeren in een complexe omgeving als bij de
NS, zonder de problematiek zoals bij het C2000 systeem?”
Verantwoording
Momenteel zijn er meerdere contracten voor portofoniecommunicatie binnen de NS, die eindigen
medio 2010. Praktisch gezien resulteren deze verschillende contracten in verschillende soorten
portofoons, allen met hun eigen communicatie structuur. Dit leidt in sommige gevallen tot
medewerkers die meerdere portofoons gebruiken om verschillende soorten communicatie te
dienen. Momenteel zijn er drie soorten communicatie te onderscheiden: procescommunicatie,
spoorwegveiligheidscommunicatie en alarmcommunicatie.
Omdat de contracten medio 2010 geëindigd zijn, is er een project opgezet om een NS-brede en
toekomstvaste dienst portofonie op te zetten. Voor dit project is het voor de NS wettelijk verplicht
een portofoniesysteem te kiezen door middel van aanbesteding. Momenteel zit deze aanbesteding in
de gunningsfase. Er zijn een aantal systemen uitgekomen die momenteel het best voldoen aan de
eisen. Al deze systemen zijn gebaseerd op de Tetra standaard, waardoor er van uit gegaan kan
worden dat het uiteindelijke te implementeren systeem ook volgens de Tetra standaard opgebouwd
zal worden.
In Nederland is er reeds een erg groot, uitgebreid en complex voorbeeld van een portofoniesysteem
dat gebaseerd is op Tetra. Het C2000 systeem dat de veiligheidsdiensten in ons land gebruiken is
gebaseerd op Tetra. Na invoering van dit systeem bleek dat er een aantal problemen waren in het
praktische gebruik. Voorbeelden hiervan waren bijvoorbeeld de prioriteiten van oproepen die
regionaal gekoppeld waren en de dekking van het systeem .
Daar de omgeving van de NS ook complex is, willen zij het systeem zo goed mogelijk invoeren. Bij
invoering dient dan ook rekening gehouden te worden met problemen die op kunnen treden bij
implementatie. Zaken als prioriteiten van oproepen en de correcte dekking zijn erg belangrijk. Om al
deze zaken goed te kunnen afdekken, is het in kaart brengen van de communicatiestromen van groot
belang.
Tevens is het in kaart brengen van de risico’s en problemen die bij het C2000 systeem speelden een
goede factor om te zien hoe het bij invoering van het NS systeem beter zou kunnen. Los daarvan zijn
er een aantal bekende risico’s die bij het invoeren van ieder Tetra systeem spelen. Het analyseren
van de risico’s en hier maatregelen voor opstellen is ook deel van dit onderzoek.
Het systeem zal uiteindelijk in praktisch gebruik vallen of staan met de praktische bruikbaarheid. Dit
komt er op neer dat de risico’s en maatregelen hiervoor goed uitwerkt moeten zijn, maar ook dat de
eindgebruikers op doeltreffende wijze hun normale communicatie moeten kunnen uitvoeren.
Dit is waar de praktische zijde van dit onderzoek aansluit. Bij de NS zal er door mij deelgenomen
worden aan het in kaart brengen van de communicatie stromen. Deze kaarten zijn van belang om de
zogenaamde ‘fleetmaps’ te maken aan de leveranciers zijde. Deze fleetmaps bepalen technisch de
communicatiestromen die eindgebruikers uiteindelijk wel of niet kunnen uitvoeren. Alles wat hier
niet in opgenomen is, zal niet mogelijk zijn. Het juist modelleren van deze stromen is dus key-factor
in het slagen van het systeem
Voor mij persoonlijk is dit onderzoek een praktijkinvulling van theoretische vaardigheden die ik
geleerd heb in de opleiding Informatiekunde. Het modelleren, het doen van literatuuronderzoek en
het om tafel zitten met stakeholders en eindgebruikers om hun belangen mee te nemen in de
uiteindelijke implementatie is een bijzonder grote uitdaging waarin een groot deel van de opleiding
terugkomt.
De motivatie voor een puur theoretisch en wetenschappelijk onderzoek was voor mij niet erg hoog.
Maatschappelijke relevantie is iets wat mij echter wel kan motiveren. De combinatie van het
bedrijfsleven (met een duidelijke vraag) met theorie en onderzoek is hetgeen mij in dit onderzoek
het meest aanspreekt.
Theoretisch kader
De verduidelijking en definiëring van begrippen in de onderzoeksvraag zijn van groot belang om een
goed eindproduct te kunnen leveren. Indien deze zaken niet goed afgebakend zijn ze wellicht op
meerdere manieren interpreteerbaar. Dit resulteert in onduidelijkheid. Hieronder zijn dan ook de
verschillende zaken uit de onderzoeksvraag toegelicht.
Tetra standaard
De Tetra standaard is de communicatie standaard waar het portofoniesysteem binnen de NS op zal
gaan draaien. Deel van het onderzoek is het geven van een goede definitie van dit systeem, wat
betekent dat dit nog niet gedaan kan worden.
Complexe omgeving als bij de NS
Deze relatief vage omschrijving is van erg belangrijk in de uiteindelijke uitwerking van het onderzoek.
Door de juiste mate van abstractie te neme in het modelleren van de omgeving is het uiteindelijke
systeem straks breder toepasbaar. Het onderzoek zal plaatsvinden in de communicatie omgeving van
de NS zoals deze nu is. Indien deze omgeving echter in detail wijzigt, zou een te gedetailleerd model
niet meer aansluiten en dienen er teveel wijzigingen doorgevoerd te worden in de rest van het
model.
De omgeving van de NS zal dus in het onderzoek gemodelleerd worden aan de hand van de input die
verkregen wordt uit interviews met stakeholders en eindgebruikers. Het doel is om deze omgeving zo
te modelleren dat het model toekomstbestendig is.
C2000 systeem
Het C2000 systeem is het communicatiesysteem waar de Nederlandse hulpdiensten (brandweer,
ambulance, politie en marechaussee) gebruik van maken. Dit systeem is een implementatie van de
Tetra standaard, uitgebreid met onderdelen als P2000 (het berichtensysteem waarmee medewerkers
‘opgepiept’ kunnen worden).
Problematiek rond het C2000 systeem
De problematiek rond het C2000 systeem is een volgend punt in het onderzoek. Wat ging er fout bij
invoering van dit systeem en hoe zijn deze problemen te voorkomen?
Methode
Het onderzoek zal voor praktische uitvoering opgedeeld worden in zes fases. Een voordeel van deze
fasering is dat het indien een fase tijdstechnisch, of vanwege de aanbesteding uitloopt, er geen
inhoudelijke consequenties hoeven te zijn. Na iedere fase is het mogelijk het onderzoek (tijdelijk) af
te sluiten waardoor wellicht niet de gehele onderzoeksvraag is beantwoord, maar er wel gemakkelijk
aan doorgewerkt kan worden. De fases zullen niet allen voorzien zijn van een deelvraag, maar wel
allen bijdragen aan beantwoording van de onderzoeksvraag. Het verband tussen de onderzoeksvraag
en de fase zal toegelicht worden per fase.
Fase Inhoud
1
Wat is Tetra?
Toelichting
Het eerste deel van de onderzoeksvraag. Dit zal
beantwoord worden aan de hand van een
literatuuronderzoek. Een goede uitleg en een goed begrip
van de Tetra standaard zal de basis zijn voor de rest van
het onderzoek.
2
Het tweede deel van de vraag stelt ‘een complexe
omgeving als bij de NS’. Het belangrijke punt is hier om op
het juiste niveau van abstractie te gaan zitten. Door licht
generaliserend te werken zal het model dat volgt uit deze
Analyse van de omgeving
omgeving breder toepasbaar zijn. Kleine detailwijzigingen
in de omgeving zullen geen grote gevolgen hebben in het
model, waardoor dit breder uitwisselbaar is.
Deze fase zal bestaan uit het interviewen van stakeholders
en eindgebruikers om te achterhalen hoe zij de omgeving
zien, benutten en hoe zij werken. Dit komt overeen met de
praktische taken die ik zal verrichten binnen de NS. Aan de
hand van deze interviews dient een model van de
omgeving opgesteld te worden.
Een belangrijk punt in deze is het beschrijven van de
onderliggende functies en processen binnen de NS. Hier is
het van belang niet alleen verschillen te zien, maar vooral
ook overeenkomsten.
3
Hoe kan een op de Tetra
standaard gebaseerd
portofoniesysteem de
werkwijze van de in fase 2
aangegeven omgeving
ondersteunen?
De toepassing van een Tetra systeem in de omgeving is een
key-factor in het project binnen de NS. De antwoorden op
deze fasevraag zullen verkregen worden door fase 1 en 2 te
combineren. Mogelijk/waarschijnlijk is er ook
ondersteuning vanuit de leverancierszijde (de
informatieanalist die het model als input zal gebruiken). Dit
zal naar verwachting naar voren komen een interview met
deze perso(o)n(en).
4
Opstellen van een
implementatieplan
Dit zal gebeuren aan de hand van de resultaten van fase 3.
Ook hier is de samenwerking met de informatieanalist van
de leverancier essentieel.
5
Risicoanalyse van het
implementatieplan
Waar zitten de mogelijke risico’s voor het implementeren
van het systeem. Input voor deze fase komt van de
leverancier, maar mogelijk ook van andere projecten die
reeds uitgevoerd zijn. Dit is waar het deel van de
onderzoeksvraag over het C2000 systeem om de hoek
komt. Welke problemen traden hier op en in hoeverre
komen ze ook voor in het huidige implementatieplan. Als
ze voorkomen, welke risico’s brengt dit met zich mee.
Tevens zijn er een aantal specifieke risico’s en beperkingen
bekend. Deze zullen uiteraard meegewogen worden. Ze
zijn te achterhalen door middel van interviews met
stakeholders, eindgebruikers en de leverancier. Een laatste
bron van input is uiteraard literatuur.
6
Vertalen van problemen uit
fase 5 naar fase 4 en het
bepalen van het resulterende
risico/de verwachte schade
Kijk wat voor impact de risico’s hebben en weeg ze af.
Indien mogelijk, geef maatregelen om deze risico’s te
vermijden.
Het grootste belang van de fasering is de goede opbouw van het onderzoek. Indien een van de
stappen overgeslagen wordt, of ondermaats wordt uitgevoerd, dan werkt dit door in de rest van het
onderzoek. Een te snel uitgevoerd onderzoek zorgt voor resultaten die niet of moeilijk te gebruiken
zijn in de toekomst, doordat ze te gedetailleerd en specifiek zijn, of juist niet diepgaand genoeg. De
juiste mate van generalisatie in fase 2 zorgt er voor dat het onderzoek ook in de toekomst relevant
blijft.
De problematiek van het C2000 systeem zal in de eerste fasen van het onderzoek geen directe
aandacht krijgen. Dit daar de verwachting is dat het juist modelleren van de implementatieomgeving
veel problemen afvangt. Daarnaast is de verwachting dat de informatieanalist aan de
leverancierszijde ook rekening houdt met de juiste informatie input. Dit zal echter pas volledig
duidelijk zijn na een interview met deze perso(o)n(en). Dit interview zal pas mogelijk zijn na
daadwerkelijke aanbesteding als de exacte leverancier bekend is.
Fase 1, 2 en 3 kunnen reeds (tot op zekere hoogte) uitgevoerd worden voordat de aanbesteding rond
is. Het literatuuronderzoek en het modelleren van de omgeving zouden leverancier onafhankelijk
moeten zijn. Desalniettemin dient het opgestelde model wel input te zijn voor alle mogelijke
leveranciers. Daar ze allen eenzelfde product leveren zou dit geen probleem moeten zijn. Indien de
leverancier echter bekend is, is het wel raadzaam om hier zo snel mogelijk mee om tafel te gaan
zitten. Al het modelleerwerk kan dan immers naar eis van de leverancier gedaan worden, waardoor
er zekerheid is dat alle informatie goed over komt en er geen onnodige zaken meegenomen worden.
Planning
Komt nog.
Literatuur
Een eerste lijst van bruikbare artikelen:



Heskamp, Marnix ; Schiphorst, Roel; Slump, Kees (2009) Public safety and cognitive radio. In:
Cognitive Radio Communications and Networks. Elsevier, pp. 467-488. ISBN 9780123747150
Dunlop, John; Girma, Demessie; Irvine, James (1999) Digital mobile communications and the
TETRA system. ISBN 0-471-98792-1.
Bennett, Devon; Jahankhani, Hamid; Jahankhani, Hossein (2009) The UK Government’s
Critical National Infrastructure Policy for Emergency Services Communications Platforms:
Vulnerabilities in the TETRA Architecture.In: Communications in Computer and Information
Science, 2009, Volume 45, pp. 43-55.
Download