Motif: een nieuwe aanpak voor het (her)inrichten van de geautomatiseerde informatievoorziening Marcel Spruit en Paul Mantelaers Technische Universiteit Delft, Sectie Informatiestrategie en Beheer van Informatiesystemen Voor veel ondernemingen is de geautomatiseerde informatievoorziening van cruciaal belang. Ze bestaat uit de informatie- en communicatietechnologie (ICT) en de organisatie die verantwoordelijk is voor het plannen, ontwerpen, realiseren, exploiteren en evalueren ervan, het ICT-management. Er is behoefte aan een complete aanpak die ondersteuning biedt bij het adequaat inrichten van de ICT en het ICT-management. De hier beschreven methodiek MOTIF kan voorzien in deze behoefte. 1. INLEIDING Iedere onderneming, of een min of meer als zelfstandig te beschouwen deel ervan, zoals bijvoorbeeld een business unit, gebruikt voor het realiseren van de eigen strategische doelstellingen personele, materiële en financiële middelen, alsmede informatie. In deze informatie wordt voorzien door de informatievoorziening. Hier zullen we ons beperken tot het geautomatiseerde deel van de informatievoorziening (zie Figuur 1). De geautomatiseerde informatievoorziening hoeft niet in zijn geheel door de onderneming zelf verzorgd te worden; een deel ervan kan bijvoorbeeld uitbesteed zijn aan een externe partij. Onderneming Geautomatiseerde IV Figuur 1: De geautomatiseerde informatievoorziening. De geautomatiseerde informatievoorziening –1– bestaat uit de informatie- en communicatietechnologie, oftewel de ICT, en de organisatie voor het plannen, ontwerpen, realiseren, exploiteren en evalueren ervan, oftewel het ICT-management (zie Figuur 2). De ICT is het conglomeraat van geautomatiseerde informatiesystemen dat geïmplementeerd is op één of meer technische infrastructuren. De ICT kan ingezet worden voor ondersteuning of besturing van bedrijfsprocessen, of kan daarvan deel uitmaken. Dit betekent dat vanuit de onderneming medewerkers en/of (productie)systemen interactie hebben met de ICT (pijl in Figuur 2). Tevens zal interactie met derden buiten de onderneming plaats kunnen vinden (denk bijvoorbeeld aan e-mail; pijl in Figuur 2). Om deze interacties in goede banen te leiden, zullen medewerkers van de onderneming dienen te communiceren met het ICT-management over de eisen die aan de ICT gesteld worden en de problemen die daarbij optreden (pijl in Figuur 2). Het ICT-management is er vervolgens verantwoordelijk voor dat de ICT conform de gestelde eisen functioneert (pijlen in Figuur 2). Daartoe kan het nodig zijn dat het ICT-management met externe partijen communiceert (pijl in Figuur 2). Onderneming ICT-management ICT Figuur 2: ICT en ICT-management. In veel publicaties over ICT-management wordt het onderdeel van ICT-management dat zich richt op het exploiteren, evalueren en herontwerpen (onderhouden) van de ICT, aangeduid met de term ICT-beheer [Bon]. De ITIL-reeks (een ‘best practice’) geldt als een de-factostandaard voor het inrichten en uitvoeren van ICT-beheer [CCTA]. ITIL dekt daarmee slechts een deel van het ICT-management af. Bovendien is ITIL geen methodiek: het geeft niet aan hoe stapsgewijs tot een adequate inrichting van ICT-beheer kan worden gekomen. ITIL benadert het inrichten van de informatievoorziening klassiek: de aanwezige of benodigde ICT bepaalt de invulling van het daarvoor benodigde ICT-beheer. In een praktijk waarin integraal management een belangrijke rol speelt, is echter meer behoefte aan een aanpak waarbij vanuit een informatievoorzieningsbehoefte gezocht wordt naar een dienstverlener die daaraan –2– kan voldoen, waarna de dienstverlener zelf invult welke ICT hiervoor nodig is. Vervolgens is deze dienstverlener dan ook verantwoordelijk voor de realisatie en instandhouding van de benodigde ICT. Aangezien hierbij naast exploitatie en evaluatie van ICT, ook planning en ontwerp van ICT van belang zijn, dient de dienstverlener het volledige ICT-management af te dekken. In dit artikel worden de hoofdlijnen beschreven van MOTIF (Methodology for the Organization of the Technical Information Function): een methodiek voor het inrichten van de ICT en het ICT-management. Hierbij kan al dan niet gebruik gemaakt worden van bestaande standaarden zoals bijvoorbeeld ITIL. De beschreven aanpak kan in een later stadium verder gedetailleerd worden. 2. EEN STAPSGEWIJZE AANPAK De onderneming en haar geautomatiseerde informatievoorziening zullen elkaar wederzijds beïnvloeden: enerzijds maakt de onderneming gebruik van de informatievoorziening en zal er daarom eisen aan stellen; anderzijds kunnen de (on)mogelijkheden van de informatievoorziening de onderneming nopen om de bedrijfsdoelen en daarmee de bedrijfsprocessen aan te passen. In de hier gepresenteerde stapsgewijze aanpak wordt de onderneming echter als een statisch gegeven beschouwd. De gegeven onderneming, die bestuurd wordt door een directie, heeft voor haar informatievoorziening zowel ICT nodig, als één of meer organisaties die het management ervan voor hun rekening nemen, het ICT-management. In de stapsgewijze aanpak wordt er van uitgegaan dat de directie het initiatief neemt om de benodigde informatievoorziening in kaart te brengen en op basis daarvan ervoor te zorgen dat er organisatorische eenheden zijn die tezamen verantwoordelijk kunnen zijn voor de ICT. Deze organisatorische eenheden zorgen dan zelf voor de benodigde ICT. 2.1 De geautomatiseerde informatievoorziening Het systematisch inrichten van de geautomatiseerde informatievoorziening voor een organisatie is een proces dat weergegeven kan worden als een cyclus (zie Figuur 3). –3– Plannen a Evalueren e b Ontwerpen d c Exploiteren Realiseren Figuur 3: De cyclus met betrekking tot informatievoorziening. In deze cyclus worden stappen onderscheiden die onder verantwoordelijkheid van de directie uitgevoerd dienen te worden (zie Figuur 4). De desbetreffende stappen, en de activiteiten die daarvan deel uitmaken, worden hierna in het kort beschreven. Overigens hoeft de directie niet al deze activiteiten zelf uit te voeren. Het is heel goed mogelijk, en in sommige situaties zelfs gewenst, om bepaalde activiteiten te delegeren naar medewerkers, met name de activiteiten die bijzondere deskundigheid vereisen. In dit kader kan bijvoorbeeld de functie van informatiemanager genoemd worden, die onder meer verantwoordelijk is voor het uitvoeren van inventarisaties en het opstellen van blauwdrukken voor ICT en ICT-management. De eindverantwoordelijkheid voor al deze activiteiten blijft echter bij de directie liggen. –4– Directie 1a. Plannen van de geautomatiseerde IV Het inventariseren van eisen gesteld aan de geautomatiseerde informatievoorziening Het formuleren van een beleid t.a.v. de geautomatiseerde informatievoorziening 1b. Ontwerpen van de geautomatiseerde IV Het inventariseren van de aanwezige ICT en het aanwezige ICT-management Het opstellen van een blauwdruk voor de ICT Het opstellen van een blauwdruk voor het ICT-management 1c. Realiseren van de geautomatiseerde IV (Per verantwoordelijkheidsgebied. Zie figuur 5) 1d. Exploiteren van de geautomatiseerde IV (Per verantwoordelijkheidsgebied. Zie figuur 5) 1e. Evalueren van de geautomatiseerde IV Het evalueren van de geautomatiseerde informatievoorziening Figuur 4: De geautomatiseerde informatievoorziening. 1a. Het plannen van de geautomatiseerde informatievoorziening Het inventariseren van eisen gesteld aan de geautomatiseerde informatievoorziening De directie inventariseert de eisen die vanuit de onderneming gesteld worden aan de geautomatiseerde informatievoorziening. Deze kunnen betrekking hebben op onder meer wettelijke en contractuele verplichtingen, functiescheiding, uitbesteding, standaardisatie, etcetera. Het formuleren van een beleid t.a.v. de geautomatiseerde informatievoorziening Op basis van de eisen die aan de informatievoorziening gesteld zijn, formuleert en documenteert de directie een beleid ten aanzien van de geautomatiseerde informatievoorziening. Hierin wordt onder meer aangegeven welke normen of standaarden van toepassing zijn, en welke richtlijnen er gelden voor het ontwerpen, implementeren, uitbesteden en evalueren van ICT en het daarvoor benodigde ICT-management. Vervolgens draagt de directie het geformuleerde –5– beleid in woorden en daden uit naar de werknemers. Bovendien dient de directie ervoor te zorgen dat er voldoende personele, materiële en financiële middelen beschikbaar gesteld worden voor het plannen, ontwerpen, realiseren, exploiteren en evalueren van de informatievoorziening. 1b. Het ontwerpen van de geautomatiseerde informatievoorziening Het inventariseren van de aanwezige ICT en het aanwezige ICT-management De directie inventariseert welke informatiesystemen (IS’n) en technische infrastructuren (TI’n) binnen de onderneming aanwezig zijn, welke onderlinge relaties er bestaan en wie de gebruikers zijn. Tevens inventariseert de directie of er intern of extern al organisatorische eenheden bezig zijn met het managen van de informatiesystemen en technische infrastructuren van de onderneming, en welke onderlinge relaties er zijn. Relaties kunnen geformaliseerd zijn door bijvoorbeeld Service Level Agreements [Bemelmans e.a.]. Het opstellen van een blauwdruk voor de ICT Met behulp van de inventarisatie van de aanwezige informatiesystemen en technische infrastructuren (oftewel de ICT) wordt een blauwdruk voor de ICT opgesteld. De blauwdruk kan overzicht en inzicht creëren ten aanzien van het belang van de bestaande en nog te realiseren informatiesystemen en technische infrastructuren en de relevante onderlinge relaties. Het opstellen van een blauwdruk voor het ICT-management Vanuit de blauwdruk voor de ICT kan afgeleid worden welke fasen van de levenscyclus van informatievoorziening welke onder componenten de van de verantwoordelijkheid geautomatiseerde van bepaalde organisatorische eenheden gebracht kunnen worden. Een organisatorische eenheid, die een verantwoordelijkheid heeft op het gebied van bepaalde levensfasen van bepaalde IV-componenten, wordt aangeduid met de term verantwoordelijkheidsgebied (VG). Dit begrip zal met twee voorbeeldsituaties geïllustreerd worden. In een bepaalde situatie is een personeelsfunctionaris verantwoordelijk voor alle gegevens die met een gekochte standaard-applicatie verwerkt worden op diens –6– PC, alsook voor de wijze waarop de gegevens verwerkt worden. De aanschaf, de exploitatie en het onderhoud van de PC, alsmede de exploitatie van de standaard-applicatie, worden geregeld door een daartoe aangewezen afdeling, namelijk ‘Systeembeheer’. In dit geval zijn de verantwoordelijkheidsgebieden zoals aangegeven in Tabel 1. Fase Plannen Ontwerpen Realiseren Exploiteren Evalueren Component Gebruiksprocedures Gegevens Personeelsfunctionaris Standaard-applicatie Leverancier van software PC Systeembeheer Tabel 1: Voorbeeld van verantwoordelijkheidsgebieden. In een onderneming met een mainframe-systeem en een uitgebreid computernetwerk zou het kunnen zijn dat een groep ‘Functioneel beheer’ verantwoordelijk is voor enerzijds het specificeren van de benodigde informatiesystemen en anderzijds het ondersteunen en evalueren van het gebruik ervan. Alle levensfasen van het netwerk en het mainframe-systeem worden ondergebracht bij respectievelijk de afdeling ‘Netwerkbeheer’ en het ‘Computercentrum’. Het ontwerpen en realiseren van de bedrijfsapplicaties wordt ondergebracht bij de afdeling ‘Softwareontwikkeling’ en het exploiteren ervan bij het ‘Computercentrum’. In dit geval zijn de verantwoordelijkheidsgebieden zoals aangegeven in Tabel 2. Fase Plannen Ontwerpen Realiseren Exploiteren Evalueren Component Gebruiksprocedures Gegevens Functioneel beheer Bedrijfsapplicaties Softwareontwikkeling Mainframe-systeem Computercentrum Computernetwerk Netwerkbeheer Tabel 2: Voorbeeld van verantwoordelijkheidsgebieden. De verantwoordelijkheid uitstrekken over van meerdere een verantwoordelijkheidsgebied informatiesystemen –7– respectievelijk kan zich technische infrastructuren. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat de organisatorische eenheid ‘Softwareontwikkeling’ zich richt op het maken en onderhouden van vele applicaties binnen de onderneming. Een verantwoordelijkheidsgebied kan ingevuld worden door een externe organisatie. In dat geval is er sprake van uitbesteding (zie ‘Het ontwerpen van de statische en dynamische organisatie’ van stap 2b in paragraaf 2.2). 1c/d. Het realiseren en exploiteren van de geautomatiseerde informatievoorziening Binnen elk verantwoordelijkheidsgebied dienen in de eerste plaats de benodigde organisatie(s) voor ICT-management die nog niet bestaan, of niet voldoen, te worden opgezet, respectievelijk aangepast. Indien de benodigde organisaties voor ICT-management opgezet zijn, dan kunnen zij zich richten op het plannen, ontwerpen, realiseren, exploiteren en evalueren van de onder hun verantwoordelijkheid vallende informatiesystemen en technische infrastructuren. Daarnaast dient het ICT-management zelf geëvalueerd te worden. De stappen realiseren en exploiteren van de geautomatiseerde informatievoorziening worden uitgewerkt in paragraaf 2.2. 1e. Het evalueren van de geautomatiseerde informatievoorziening Het evalueren van de geautomatiseerde informatievoorziening De directie evalueert, in hoeverre de implementatie van het hele conglomeraat aan informatiesystemen en technische infrastructuren (oftewel de ICT) en de daarvoor benodigde managementprocessen (oftewel het ICT-management) op de juiste wijze gerealiseerd zijn, of het geformuleerde beleid gevolgd wordt en of voldaan wordt aan alle gestelde eisen. Bovendien wordt geëvalueerd of de gemaakte kosten in overeenstemming zijn met de verwachte kosten en of de gebruikers van de informatievoorziening daar voldoende profijt van hebben. Organisaties, alsook voortdurend. Dit hun betekent geautomatiseerde dat de eisen informatievoorziening, die aan de veranderen geautomatiseerde informatievoorziening gesteld worden, zullen veranderen. Dit heeft weer consequenties voor de invulling van de ICT en het ICT-management. Concreet betekent dit dat tijdens de evaluatie van de geautomatiseerde informatievoorziening (stap 1e) kan blijken dat er een iteratie nodig is naar de planningsstap (1a), of de ontwerpstap (1b). Dit kan –8– gezien worden als het plegen van onderhoud aan de geautomatiseerde informatievoorziening. 2.2 Het ICT-management Het realiseren en exploiteren van de geautomatiseerde informatievoorziening speelt zich af binnen de aangewezen verantwoordelijkheidsgebieden. Hiervoor is het in de eerste plaats nodig dat er binnen elk verantwoordelijkheidsgebied één of meer organisaties ingericht zijn voor de uitvoering van het ICT-management. Voor zover deze organisatie(s) nog niet bestaan, of niet voldoen, dienen ze onder verantwoordelijkheid van het management van het verantwoordelijkheidsgebied te worden opgezet, respectievelijk aangepast. Daarna kunnen ze aan de slag en dienen met zekere regelmaat geëvalueerd te worden. Het hele proces dat zich richt op het inrichten van het ICT-management, alsmede het exploiteren en evalueren ervan, kan weergegeven worden als een cyclus (zie Figuur 3). In deze cyclus verantwoordelijkheid wordt een van het aantal stappen management onderscheiden van het die onder betreffende verantwoordelijkheidsgebied uitgevoerd dienen te worden (zie Figuur 5). De desbetreffende stappen, en de activiteiten die daarvan deel uitmaken, worden hierna in het kort beschreven. Overigens hoeven niet al deze activiteiten door dit management zelf uitgevoerd te worden. Ook op dit organisatorische niveau is het mogelijk, en in sommige situaties zelfs gewenst, om bepaalde activiteiten te delegeren naar medewerkers. De eindverantwoordelijkheid voor deze activiteiten blijft echter wel bij het management liggen. –9– Management van VGi VGi 2a. Plannen van ICT-management Het inventariseren van de eisen gesteld aan het ICTmanagement Het formuleren van randvoorwaarden t.a.v. ICT-management 2b. Ontwerpen van ICT-management Het inventariseren van het aanwezige ICT-management Het ontwerpen van de statische en dynamische organisatie 2c. Realiseren van ICT-management Het invoeren van processen, procedures, taken en verantwoordelijkheden Het aangaan van overeenkomsten 2d. Exploiteren van ICT-management (Per organisatie voor ICT-management. Zie figuur 6) 2e. Evalueren van ICT-management Het evalueren van het ICT-management Figuur 5: Het ICT-management. 2a. Het plannen van ICT-management Het inventariseren van de eisen gesteld aan het ICT-management Het management van het betreffende verantwoordelijkheidsgebied inventariseert de eisen die gesteld worden aan organisaties voor ICT-management. Enerzijds zijn eisen af te leiden uit het door de directie geformuleerde beleid ten aanzien van de geautomatiseerde informatievoorziening. Anderzijds zijn eisen af te leiden uit de contingentiefactoren. Contingentiefactoren zijn factoren die in de desbetreffende situatie een gegeven zijn. De contingentiefactoren zijn [Mintzberg]: omvang van de organisatie; de mate van geografische spreiding; de mate van decentralisatie; de afhankelijkheid van ICT. Het formuleren van randvoorwaarden t.a.v. ICT-management – 10 – meest relevante Op basis van de eisen die gesteld worden aan organisaties voor ICTmanagement, geeft het management van het verantwoordelijkheidsgebied aan welke normen of standaarden van toepassing zijn, en welke richtlijnen er gelden voor het ontwerpen, implementeren, uitbesteden en evalueren van de benodigde organisatie(s) voor ICT-management. Bovendien dient het management van het verantwoordelijkheidsgebied ervoor te zorgen dat er voldoende personele, materiële en financiële middelen beschikbaar gesteld worden voor het plannen, ontwerpen, realiseren, exploiteren en evalueren van de benodigde organisatie(s) voor ICT-management. 2b. Het ontwerpen van ICT-management Het inventariseren van het aanwezige ICT-management Het management van het verantwoordelijkheidsgebied inventariseert welke organisatorische eenheden aanwezig zijn voor het uitvoeren van ICTmanagement, welke diensten ze leveren en welke kennis en vaardigheid de medewerkers bezitten. Tevens wordt geïnventariseerd welke informatiesystemen respectievelijk technische infrastructuren (oftewel de ICT) deze eenheden voor ICT-management onder hun hoede hebben en hoe het met de complexiteit daarvan gesteld is. Met betrekking tot de complexiteit van de ICT zijn de volgende aspecten van belang [Bon]: massaliteit, heterogeniteit, spreiding, dynamiek, samenhang, functionaliteit en gebruik. Het ontwerpen van de statische en dynamische organisatie Rekening houdend met enerzijds de contingentiefactoren en anderzijds de complexiteit van de ICT, wordt een samenhangend pakket van uitvoerende en bestuurlijke processen ontworpen, waarmee, binnen de geformuleerde randvoorwaarden, aan de gestelde eisen voldaan kan worden. Vervolgens dienen de processen te worden geconcretiseerd in nieuwe, respectievelijk aangepaste, procedures. Voor het definiëren en afbakenen van een deel van de uitvoerende processen, en voor het ontwerpen van de hieraan gerelateerde procedures, kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van de procesbeschrijvingen en de richtlijnen die ITIL [CCTA] hiervoor aanreikt. Van de uitvoerende en bestuurlijke processen en procedures wordt afgeleid welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden nodig zijn en welke – 11 – hiervan al dan niet gecombineerd kunnen worden. Vervolgens dienen de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden toegewezen te worden aan organisatorische eenheden en dient invulling gegeven te worden aan de bestuurlijke organisatie. Toewijzing aan organisatorische eenheden hoeft zich niet te beperken tot eenheden binnen de eigen organisatie. Binnen de geformuleerde randvoorwaarden kan uitbesteding aan externe organisaties een optie zijn. Adequate uitbesteding heeft echter behoorlijk wat voeten in de aarde [Looff]. Voor het onderscheiden van taken en voor het koppelen van taken aan processen kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van het ‘Lemniscaat’ [Ruijs e.a.]. Voor het onderscheiden van organisatorische eenheden op het gebied van ICT-management kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van het ‘drievoudig model van beheer’ [Looijen]. 2c. Het realiseren van ICT-management Het invoeren van processen, procedures, taken en verantwoordelijkheden Het management van het verantwoordelijkheidsgebied wijst de verantwoordelijkheden en taken toe aan organisatorische eenheden of functies (en daarmee aan werknemers). De betreffende eenheden of functies dienen te beschikken over een bepaald niveau van kennis en vaardigheden. Indien dat (nog) niet aanwezig is, dan dient dat gecreëerd te worden met behulp van voorlichting, instructie en training. Voor een goede implementatie van de processen en procedures is het belangrijk dat iedereen, die er op de een of andere wijze bij betrokken is, voldoende geïnformeerd en gemotiveerd wordt. Dit is een aspect dat zowel in de literatuur als in de praktijk gebagatelliseerd wordt. Een modern hulpmiddel voor het gericht verschaffen van informatie en inzicht is simulatie. Hiermee is het mogelijk om werknemers in een gesimuleerde werkomgeving te confronteren met een vereenvoudigde versie van (nieuwe) beheerprocessen. Het aangaan van overeenkomsten Taken en verantwoordelijkheden die toegewezen worden aan organisatorische eenheden buiten het verantwoordelijkheidsgebied dienen afgedekt te worden met (formele) overeenkomsten. Daarnaast kunnen organisaties voor ICTmanagement binnen het verantwoordelijkheidsgebied voor het afstemmen van – 12 – hun taken en verantwoordelijkheden onderling ook overeenkomsten aangaan. 2d. Het exploiteren van ICT-management Het gerealiseerde ICT-management kan vervolgens zijn werk doen, namelijk het plannen, ontwerpen, informatiesystemen realiseren, respectievelijk exploiteren technische en evalueren infrastructuren. Het van ICT- management legt hiervoor verantwoording af aan het management van het verantwoordelijkheidsgebied. Het exploiteren van ICT-management wordt uitgewerkt in paragraaf 2.3. 2e. Het evalueren van ICT-management Het evalueren van het ICT-management Het management van het verantwoordelijkheidsgebied evalueert in hoeverre het ICT-management op de juiste wijze gerealiseerd is en of voldaan wordt aan alle eisen en randvoorwaarden. Het ICT-management functioneert in een omgeving die zelf aan verandering onderhevig is. Dit betekent dat de eisen die aan het ICT-management gesteld worden, gaandeweg zullen veranderen. Dit leidt ertoe dat het ICT-management zich steeds zal moeten aanpassen. Concreet betekent dit dat tijdens de evaluatie van het ICTmanagement (stap 2e) kan blijken dat er een iteratie nodig is naar de planningsstap (2a), de ontwerpstap (2b), of de realisatiestap (2c). Dit kan gezien worden als het plegen van onderhoud aan het ICT-management. 2.3 De ICT Indien de benodigde organisaties voor ICT-management (ICT-Mj) binnen een gegeven verantwoordelijkheidsgebied (VGi) opgezet zijn, dan kunnen zij zich richten op het plannen, ontwerpen, realiseren, exploiteren en evalueren van de onder hun verantwoordelijkheid vallende informatiesystemen en technische infrastructuren, oftewel de ICT (zie Figuur 6). De onderscheiden stappen, en de activiteiten die daarvan deel uitmaken, worden hierna in het kort beschreven. – 13 – ICT-Mj van VGi ICT-Mj 3a. Plannen van ICT Het inventariseren van eisen gesteld aan IS’n/TI’n Het formuleren van randvoorwaarden t.a.v. IS’n/TI’n 3b. Ontwerpen van ICT Het inventariseren van de aanwezige IS’n/TI’n Het opstellen van een functioneel ontwerp voor de IS’n/TI’n die ontbreken of niet voldoen 3c. Realiseren van ICT Het ontwikkelen/kopen/aanpassen van apparatuur, programmatuur en faciliteiten Het testen, accepteren en invoeren van apparatuur, programmatuur en faciliteiten 3d. Exploiteren van ICT Het exploiteren van IS’n/TI’n Het ondersteunen van gebruikers 3e. Evalueren van ICT Het evalueren van de IS’n/TI’n Figuur 6: De ICT. 3a. Het plannen van de ICT Het inventariseren van eisen gesteld aan IS’n en TI’n Het ICT-management inventariseert de eisen die gesteld worden aan de benodigde informatiesystemen en technische infrastructuren. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen functionele eisen en beheersmatige eisen. Functionele eisen zijn afkomstig van de ‘klanten’ en hebben betrekking op de inhoud van de te leveren diensten. Beheersmatige eisen hebben betrekking op de exploitatie van de daarvoor benodigde informatiesystemen en technische infrastructuren. De beheersmatige eisen zijn afkomstig uit het eigen ICT-management en andere organisaties voor ICT-management die te maken hebben met het beheer van de betreffende informatiesystemen en technische infrastructuren. Het formuleren van randvoorwaarden t.a.v. IS’n en TI’n – 14 – Op basis van de eisen die gesteld worden aan de informatiesystemen en technische infrastructuren, geeft het ICT-management aan welke normen of standaarden van toepassing zijn, en welke richtlijnen er gelden voor het ontwerpen, implementeren, uitbesteden en evalueren van de benodigde informatiesystemen en technische infrastructuren. Bovendien dient het ICTmanagement ervoor te zorgen dat er voldoende personele, materiële en financiële middelen beschikbaar gesteld worden voor het plannen, ontwerpen, realiseren, exploiteren en evalueren van de benodigde informatiesystemen en technische infrastructuren. 3b. Het ontwerpen van de ICT Het inventariseren van de aanwezige IS’n en TI’n Het ICT-management inventariseert, op basis van de resultaten uit stap 1b (‘Het inventariseren van de aanwezige ICT’), welke van de benodigde informatiesystemen en technische infrastructuren aanwezig zijn en in hoeverre ze voldoen aan de gestelde eisen. Het opstellen van een functioneel ontwerp voor de IS’n/TI’n die ontbreken of niet voldoen Voor ieder informatiesysteem respectievelijk technische infrastructuur die nog niet aanwezig is, of die niet aan de gestelde eisen voldoet, wordt onder verantwoordelijkheid van het ICT-management een functioneel ontwerp opgesteld, waarin onder meer aangegeven wordt uit welke componenten het bestaat, welke functionaliteit en karakteristieken deze componenten hebben en welke faciliteiten er nodig zijn. Voor het opstellen van een functioneel ontwerp kan gebruik gemaakt worden van bestaande technieken en methoden, zoals OOA [Booch], DEMO [Dietz], etcetera. 3c. Het realiseren van de ICT Het ontwikkelen/kopen/aanpassen van apparatuur, programmatuur en faciliteiten Het ICT-management zorgt voor het ontwikkelen, kopen, respectievelijk wijzigen van de apparatuur, programmatuur en faciliteiten die nodig zijn voor het realiseren van de functionele ontwerpen, die in de voorgaande stap opgesteld – 15 – zijn. Voor het ontwikkelen van programmatuur kan gebruik gemaakt worden van bestaande methoden en technieken voor software-ontwikkeling, zoals OOD [Booch], Yourdan [Yourdan & Constantine], UML [Rumbaugh e.a.], etcetera, al dan niet ondersteund met geautomatiseerde ontwikkelomgevingen [Verhoef]. Het testen, accepteren en invoeren van apparatuur, programmatuur en faciliteiten Vervolgens dienen de nieuwe apparatuur, programmatuur en faciliteiten te worden getest, geaccepteerd en ingevoerd. 3d. Het exploiteren van de ICT Het exploiteren van IS’n/TI’n De gerealiseerde informatiesystemen en technische infrastructuren kunnen vervolgens onder verantwoordelijkheid van het ICT-management in exploitatie genomen worden. Het ICT-management bewaakt continu dat de ICT-diensten die aan de eindgebruikers geleverd worden conform de afspraken zijn. Het ondersteunen van eindgebruikers De geëxploiteerde informatiesystemen en technische infrastructuren worden gebruikt door de eindgebruikers. Deze dienen daartoe voldoende vaardigheden en ondersteuning te hebben. Het ICT-management kan ter verbetering van de vaardigheden cursussen, trainingen en voorlichting inzetten. Ter ondersteuning van de eindgebruikers dient door het ICT-management een faciliteit ingericht te zijn voor het afhandelen van incidenten die bij de gebruikers opgetreden zijn. 3e. Het evalueren van de ICT Het evalueren van de IS’n/TI’n Het ICT-management evalueert in hoeverre de informatiesystemen en technische infrastructuren, oftewel de ICT, aan de gestelde eisen en randvoorwaarden voldoen. Bovendien wordt geëvalueerd of de eindgebruikers voldoende tevreden zijn over de geleverde ICT-diensten. De ICT functioneert in een omgeving die aan verandering onderhevig is. Hierdoor – 16 – zullen in de loop der tijd veranderingen optreden in de eisen die aan de ICT gesteld worden. Bovendien is ICT vatbaar voor veroudering, waardoor bepaalde ICTcomponenten vervangen moeten worden door andere, bijvoorbeeld vanwege veranderingen in het leveringsaanbod van componenten, of vanwege overeengekomen afspraken in onderhoudscontracten. Dit alles leidt ertoe dat de ICT steeds weer aangepast zal moeten worden. Concreet betekent dit dat tijdens de evaluatie van de ICT (stap 3e) kan blijken dat er een iteratie nodig is naar de planningsstap (3a), de ontwerpstap (3b), of de realisatiestap (3c). Dit kan gezien worden als het plegen van onderhoud aan de ICT. 2.4 Samenvatting MOTIF definieert een aantal stappen die leiden tot een adequate inrichting van de geautomatiseerde informatievoorziening. Een samenvatting van de stappen van MOTIF en hun onderlinge relaties is gegeven in Figuur 7. – 17 – Directie 1a. Plannen van de geautomatiseerde IV 1b. Ontwerpen van de geautomatiseerde IV Management van VG1 1c/d. Realiseren en exploiteren van de IV VG1 2a. Plannen van ICT-management 2b. Ontwerpen van ICT-management 2c. Realiseren van ICT-management 2d. Exploiteren van ICT-management ICT-M1 van VG1 ICT-M1 3a. Plannen van ICT 3b. Ontwerpen van ICT 3c. Realiseren van ICT 3d. Exploiteren van ICT 3e. Evalueren van ICT 2e. Evalueren van ICT-management 1e. Evalueren van de geautomatiseerde IV Figuur 7: Het inrichten van de geautomatiseerde informatievoorziening. – 18 – 3. TENSLOTTE Uit de hierboven gegeven beschrijving van de MOTIF blijkt dat de ICT en het ICTmanagement geïnitieerd en geëvalueerd worden door managers. Daardoor ligt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de ICT en het ICT-management dus bij personen die wellicht niet bijzonder deskundig zijn op dat gebied. Enerzijds hoeft dit niet bezwaarlijk te zijn, omdat managers zich kunnen laten ondersteunen door anderen die wel ter zake deskundig zijn. Aan de andere kant moeten de betreffende managers wel in staat zijn om de eisen en randvoorwaarden te formuleren die aan de ICT en het ICT-management opgelegd worden. Tevens moeten de managers kritische vragen kunnen stellen aan degenen die met de invulling en evaluatie van de ICT en het ICTmanagement belast worden. Dit betekent dat het succes van zowel de ICT als het ICTmanagement, bepaald wordt door de mate waarin het (top)management zich betrokken voelt bij (het managen van) de informatievoorziening. Een management dat op dit gebied rücksichtslos delegeert, of zelfs uitbesteedt, mag niet hopen op een goede werking ervan. Referenties T.M.A. Bemelmans e.a., ICT-zakboekje, PBNA, 1999. J. van Bon, IT Beheer Jaarboek, Ten Hagen & Stam, verschijnt jaarlijks vanaf 1997. G. Booch, Object-oriented analysis and design with applications, Benjamin-Cummings, 1994. CCTA, IT Infrastructure Library, CCTA, reeks boekjes startend vanaf 1989. J.L.G. Dietz, Introductie tot DEMO; een reis door Kabouterland, Samsom Bedrijfsinformatie, 1996. M. Looijen, Beheer van informatiesystemen, Kluwer Bedrijfsinformatie, 1999. L.A. de Looff, A model for information systems outsourcing decision making, Proefschrift TUDelft, 1996. H. Mintzberg, Structures in fives; designing effective organizations, Prentice-Hall, 1983. L. Ruijs, W. de Jong, J. Trienekens & F. Niessink, Op weg naar volwassen ICT dienstverlening, Academic, 2000. J. Rumbaugh, I. Jacobson & G. Booch, Unified Modeling Language reference manual, AddisonWesley, 1997. T.F. Verhoef, ToolVision ‘98: Nationaal onderzoek software-ontwikkeltools, Array Publications, 1998. E. Yourdon & L.L. Constantine, Structured design, Prentice-Hall, 1979. – 19 –