Term bedacht in het westen We bedoelen “Het gebied, waar Arabieren wonen die Islamiet zijn.” Dat ligt aan je uitgangspunt: Geografisch Marokko, Algerije, Tunesië, Libië “uit de richting” Etnisch Turken, Iraniërs(Perzen) en Joden geen Arabieren Religieus Joden geen Islamieten en religieuze minderheden 1-Actueel conflict Israël-Palestijnen/ Irak/Afghanistan enz. 2-Islam wereldgodsdienst → ook in ons land veel invloed 3-Economisch belangrijk Suezkanaal, olie 4-Politiek belangrijk betrokkenheid grootmachten → risico wereldoorlog 5-Geografisch belangrijk → kruispunt 3 werelddelen Groot deel van het Midden oosten is woestijn (of bergachtig) Maar 10 % geschikt voor landbouw (vooral langs de grote rivieren) → daar wonen de meeste mensen → politieke verdeeldheid →aparte staten in de vruchtbare gebieden Er is weinig industrie -weinig grondstoffen (behalve olie) -geen afzetmarkt van betekenis -weinig technische kennis Eerste volk, dat zich van het hele gebied meester maakt is het Perzische volk. Daarna Alexander de Grote en daarna de Romeinen. 622 Mohammed sticht de Islam In het kader van de Jihad veroveren de Arabieren het Midden Oosten Binnen de Islam geen centrale organisatie die gezag uitoefent en regels stelt→ verschil van mening over de uitleg van de Koran en de Sharia (weg die gevolgd moet worden) -letterlijk: hij die in de vlakte leeft (nomade, pastoraal, tribaal) -iemand die de Arabische wereld bewoont Vaag→ wat maakt iemand tot Arabier? Criteria -etnisch -cultureel -religieus Probleem -etnische minderheden -subculturen -religieuze minderheden Hij die Arabisch spreekt en zich Arabier voelt (trots is op de Arabische geschiedenis en de Arabische mentaliteit heeft) ongeacht ras of godsdienst. Belangrijk onderdeel van de Arabische cultuur is het belang van de familie -strenge sociale controle -strenge rangorde -verplichting tot onderlinge hulp -bloedwraak Soennieten Sjiieten -kalief uit de stam van Mohammed -wereldlijke leider boven geestelijk leider -Soenna, Koran en Sharia enige geloofsbron geloofsbronnen -kalief uit de familie van Mohammed -geestelijk leider is wereldlijk leider -ook uitspraken van ayatollahs 11de eeuw Turken o.l.v. sultan veroveren het Midden Oosten -nemen de Islam over -vermengen zich niet met de Arabieren -Turken houden een eigen taal en cultuur Ze dringen hun taal en cultuur niet aan de Arabieren op→ geen verzet van de Arabieren (ondanks verlies van zelfstandigheid en zware belastingen) 15de eeuw Turken veroveren het Byzantijnse rijk (Constantinopel→Istanboel) en de Balkan tot Wenen. 19de eeuw Turkse rijk sterk verzwakt (“zieke man van Europa”) -conservatieve houding -slechte leiders -geen Industriële Revolutie -groeiende technologische achterstand op het westen -nationalisme onder etnische minderheden (maken zich los van het rijk) -modern imperialisme -opdringen van Rusland en Oostenrijk/Hon garije Fundamentalisten -terugkeren naar de ware leer van de Islam -westerse invloed weren Reformisten/Modernisten (Jong Turken) onder leiding van Mustafa Kemal (Kemal Ataturk) -moderniseren van de Islam -westerse techniek en ideeën inpassen in de Turkse cultuur -westerse invloed beperken -Turkificeren In 1908 grepen de Jong Turken de macht (met behulp van het leger wordt sultan afgezet) -ontstaan Arabisch nationalisme (Panarabisme) -Arabische taal nieuw leven ingeblazen -stroom van geschriften en krantjes