3. gevolgen voor de begroting

advertisement
EUROPESE
COMMISSIE
Brussel, 9.9.2016
COM(2016) 563 final
2016/0293 (NLE)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen
de Europese Unie en IJsland inzake aanvullende handelspreferenties voor
landbouwproducten
NL
NL
TOELICHTING
1.
ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
•
Motivering en doel van het voorstel
De EU en IJsland zijn ondertekenende partijen bij de Overeenkomst betreffende de Europese
Economische Ruimte (hierna "de EER-overeenkomst" genoemd) die voorziet in vrij verkeer
van goederen, met uitzondering van landbouw- en visserijproducten. Wat landbouw betreft, is
in artikel 19 van de EER-overeenkomst bepaald dat de partijen de voorwaarden waaronder de
handel in landbouwproducten plaatsvindt, om de twee jaar aan een onderzoek moeten
onderwerpen en op grondslag van wederkerigheid en wederzijds voordeel moeten beslissen
over verdere verminderingen van alle soorten handelsbelemmeringen in de landbouwsector.
De onderhandelingen over de onderhavige kwesties zijn gevoerd van 4 juli 2012 tot 17
september 2015. De overeenkomst heeft betrekking op aanvullende preferenties voor de
handel in landbouwproducten, onder meer in de vorm van volledig geliberaliseerde
tariefposten, en is op 17 september 2015 door de partijen geparafeerd. Als gevolg hiervan zal
het aandeel EU-landbouwproducten dat rechtenvrij op de IJslandse markt komt, bijna 90 %
bedragen. Voor meer gevoelige producten als vlees, zuivel, groenten en fruit en sierplanten
zijn aanvullende tariefcontingenten en tariefverlagingen overeengekomen.
Beide partijen verwachten dat deze overeenkomst in werking zal treden de zevende maand na
de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de vereiste interne procedures
zijn voltooid.
•
Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied
De vorige overeenkomst is gesloten in de vorm van een briefwisseling voor het liberaliseren
van de handel in landbouwproducten tussen IJsland en de Europese Unie en was gebaseerd op
artikel 19 van de EER-overeenkomst. De overeenkomst in kwestie is op 1 januari 2007 in
werking getreden en behelsde wederzijdse tariefcontingenten en rechtenverlagingen, alsmede
een door beide partijen aangegane verbintenis om na twee jaar opnieuw bilaterale
onderhandelingen in het kader van artikel 19 van de EER-overeenkomst te voeren.
Op grond van de bilaterale overeenkomst van 2007 inzake de handel in landbouwproducten
tussen de EU en IJsland is het aandeel landbouwproducten dat tussen de partijen wordt
verhandeld, in beide richtingen toegenomen (met 51,9 % voor de IJslandse en met 66,4 %
voor de EU-producten). Uit deze cijfers blijkt duidelijk dat er nog volop ruimte was voor
aanvullende handelsconcessies. Daarom had de laatste onderhandelingsronde ten doel:

het niveau van liberalisering aan beide zijden te verhogen;

de bestaande tariefcontingenten te vergroten, en

nieuwe tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten te openen.
•
Samenhang met andere beleidsgebieden van de EU
De verdieping van de handelsbetrekkingen met IJsland past in het algemene kader van de
EU-handelsbeleid en levert de EU, als netto-exporteur van landbouwgrondstoffen naar
IJsland, voordeel op. In 2014 voerde de EU voor 150 miljoen EUR uit en voor 21 miljoen
EUR in en boekte ze dus een handelsoverschot van 129 miljoen EUR. De EU exporteert
vooral groenten, fruit en granen – grondstoffen die grotendeels rechtenvrij toegang hebben tot
NL
2
NL
de IJslandse markt. De invoer uit IJsland naar de EU bestaat vooral uit zeewier en algen,
schapenvlees, levende paarden en pelterijen.
2.
RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
In april 2012 heeft de Raad en Commissie gemachtigd om een nieuwe ronde
onderhandelingen met IJsland op te starten inzake aanvullende handelspreferenties voor
landbouwproducten in het kader van artikel 19 van de EER-overeenkomst.
3.
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Deze overeenkomst heeft geen gevolgen voor de uitgavenzijde van de EU-begroting. Als
gevolg van de nieuwe concessies voor de invoer uit IJsland zullen minder invoerrechten
worden geïnd en zullen de eigen middelen bijgevolg wellicht afnemen.
NL
3
NL
2016/0293 (NLE)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen
de Europese Unie en IJsland inzake aanvullende handelspreferenties voor
landbouwproducten
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207,
lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), v),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Gezien de goedkeuring door het Europees Parlement,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)
In artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte is
bepaald dat de overeenkomstsluitende partijen zich verplichten tot voortzetting van
hun inspanningen met het oog op de geleidelijke liberalisering van de onderlinge
handel in landbouwproducten.
(2)
De overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en
IJsland inzake aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten (hierna "de
overeenkomst") is, onder voorbehoud van de sluiting ervan, op [...] ondertekend bij
Besluit (EU) 2016/… van de Raad1.
(3)
De overeenkomst dient namens de Europese Unie te worden goedgekeurd,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en IJsland
inzake aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten wordt hierbij namens de
Europese Unie goedgekeurd.
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wijst de persoon aan die gemachtigd is om namens de Europese
Unie de in de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten, waarmee de instemming
van de Europese Unie om door de overeenkomst gebonden te zijn, tot uiting wordt gebracht.
1
NL
Besluit (EU) 2016/… van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van een
overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en IJsland inzake aanvullende
handelspreferenties voor landbouwproducten (PB […] van […], blz.[…]).
4
NL
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op […].
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter
NL
5
NL
Download