Doelstelling 38: In kaart brengen hoe men als individu deel uitmaakt van de verschillende deelsystemen van de samenleving: - De samenleving als sociaal – maatschappelijk systeem: Cultuur Doelstelling 40: Onderzoeken hoe thema’s of ontwikkelingen binnen de samenleving en de verschillende deelsystemen ervan nieuwe benaderingswijzen met zich meebrengen: thema Cultuur Cultuur 1. De bouwstenen van cultuur Cultuur omvat het geheel van waarden, normen, gebruiken, levenstijlen, uitingen en symbolen eigen aan een bepaalde bevolkingsgroep 1. 1. Waarden (zie ook doelstelling35) Een waarde is een positieve eigenschap die je in meer of mindere mate kan toekennen aan een sociaal gebeuren. Bijvoorbeeld een fuif. Je praat met vrienden. Dat is een sociaal gebeuren dat je positief kan evalueren met de waarde vriendschap. In een hoekje wordt wat gevreeën: een sociaal gebeuren dat waarde krijgt als uiting van liefde. Op de fuif verkeert iedereen in dezelfde stemming, wat gewaardeerd kan worden als verbondenheid. Er wordt gedanst en gelachen, wat plezier inhoudt. Vriendschap, liefde, verbondenheid en plezier zijn de waarden die op een sociaal gebeuren als een fuif kunnen geplakt worden. - Normen: op waarden gebaseerde gedragsregels, bv je mag niet stelen (uit respect voor andermans eigendom) De basis van normen zijn waarden. Liefde bijvoorbeeld. De norm is dat seks positief is als de daad beladen is met de eigenschap liefde. Daarom is elke vorm van seks zonder liefde (groepsseks, prostitutie, partnerruil) normoverschrijdend gedrag. - Gebruiken: typische vormen van sociaal gedrag, bv een handdruk of een kus als begroeting. In de Russische cultuur is het gebruikelijk dat mannen elkaar zoenen als begroeting. Vergelijk dit gebruik met een subculturele begroeting als de armenbeweging in de hip-hop subcultuur. - Levensstijlen: kleding, haartooi, lichaamsversiering, (vrije-)tijdsbesteding, voeding, drugs. - Uitingen: tot de cultuur horende teksten, muziek, films, schilderijen, toneel, wedstrijden etc... - Symbolen: uiterlijke tekens waarmee de leden van een bepaalde cultuur zich onderscheiden, bv de ring als teken van huwelijkstrouw We leven in een multi-culturele maatschappij waarin naast de dominante cultuur van de overheersende groep ook subculturen, religieuze culturen en etnische culturen bestaan. Etnische culturen zijn bijvoorbeeld de Arabische en de Turkse cultuur. Religieuze zijn bijvoorbeeld de Boeddhistische gemeenschap, het Opus Deï en de Pinkstergemeenschap. De katholieke cultuur is in grote mate onderdeel van de dominante cultuur, waarvan de leden voor het merendeel (nauwelijks praktiserende) katholieken zijn. Verder in deze bijdrage zullen we nader ingaan op de subculturen die we terugvinden bij de jeugd en hun verhouding tot de dominante cultuur. 2. De Dominante cultuur de cultuur van de overheersende bevolkingsgroep 1.1 Waarden: soberheid, nijverheid, spaarzaamheid, zekerheid, veiligheid, goed verdienen, traditionaliteit, verantwoordelijkheid en familialiteit 1.2 Normen De dominante cultuur wordt gedragen door een set van normen waarover er een maatschappelijke consensus bestaat, bv. Afkeuring van losbandigheid, verslaving, criminaliteit, geweld. De norm is dat je je niet losbandig, crimineel of gewelddadig gedraagt en dat je jezelf in de hand hebt. In het wereldbeeld dat ten grondslag ligt van de dominante cultuur zijn werk, gezin, veiligheid, traditie en cultuur de dragende krachten van de samenleving. Je zou kunnen zeggen dat de normen, de waarden en het wereldbeeld van de dominante cultuur die zijn van de hardwerkende burger, die zijn zekerheden vindt in traditie en cultuur, en die zichzelf en zijn kinderen ver houdt van de zelfkant van de samenleving, waar losbandigheid, criminaliteit en geweldadigheid schering en inslag zijn. 1.3 Gebruiken: familiebezoek, kerkbezoek bij dopen, huwelijken en sterfgevallen, sportwedstrijden, restaurant- en cafébezoek etc... 1.4 Levensstijl: maatpak op het werk of ook voor arbeiders in formele omstandigheden zoals huwelijken, begrafenissen en dergelijke, confectiekleding in de vrije tijd, kort haar voor mannen, langer voor vrouwen. Matig gebruik van alcohol, afkeuring van drugs. 1.5 Uitingen: De cultuuruitingen binnen de dominante cultuur worden gekenmerkt door waarden en normenbevestiging en populariteit. Sport, populaire tv-programma’s, de populaire muziek. De cultuur met een grote C (kunst, literatuur, klassieke muziek) wordt door de dominante cultuur als belangrijk, maar ook elitair beschouwd. 1.6 Symbolen: auto (mobiliteit), eigen huis (zekerheid), maatpak (conformiteit), trouwring (trouw), 3 Subcultuur: Een subcultuur is een jongerencultuur waarvan de waarden, normen, gebruiken, levenstijlen, uitingen en symbolen grondig afwijken van de dominante cultuur en die op muziek of een bepaald gebruik gebaseerd is. De eerste subculturen waren die van de zwarte bevolking in de Verenigde staten. Het woord hip, dat je terugvindt als hep in de jaren dertig en hip in de jaren veertig, is afgeleid van “hipi”, wat “zien” betekent in de taal van de Afrikaanse Wolof stam. Een hepcat was in de jaren dertig iemand die “weet had van” wat de jazz-cultuur. De hepcats vormden de eerste subcultuur, opgevolgd door de subcultuur van de hipsters in de jaren veertig, die tegen het eind van de jaren veertig ook blanke leden ging tellen. Vooral door de verlenging van de schoolplicht in de jaren vijftig en de stijging van de welvaart nam het fenomeen van jeugdsubculturen een enorme vlucht. Rock’n’roll volgde de jazz op als bindmiddel voor de subcultuur. Muziek en kledij zijn de belangrijkste cultuurkenmerken van een subcultuur. Subculturen kunnen zich ook kenmerken door specifieke waarden, normen en gebruiken. 3.1 Waarden 3.1.1 Typische waarden Waarden die de meeste subculturen gemeenschappelijk hebben zijn onlosmakelijk verbonden met de jeugdcultuur waarin de subcultuur zich situeert. Wie jong is heeft intense vriendschappen, wil bij een groep horen, heeft aardverscheurende gevoelens van liefde, nood aan plezier en genot, wil experimenteren. Daarom zijn waarden als vriendschap, liefde, plezier, genot, gemeenschapsgevoel en experiment de basiswaarden van de jongerensubcultuur. De jongere vindt in de subcultuur vrienden, een partner, gelegenheid tot plezier maken op feestjes, muzikaal en ander genot en kan er experimenteren met kleding, haartooi, instrumenten en te vaak ook drugs. Slechts enkele uitzonderingen, zoals de emosubcultuur waarin met een scheef oog op plezier gekeken wordt, wijken af van dit patroon. 3.1.2 Specifieke waarden: subculturen kenmerken zich door specifieke waarden als naastenliefde en geweldloosheid (hippies), solidariteit (punkers), kunstzinnigheid (new wavers). Echte party-culturen zoals disco en gabbers hebben buiten de typische waarden van de subcultuur geen specifieke waarden. 3.2 Normen: be cool, have fun 3.3 Gebruiken fuif, optredens, festivals, dating, rondhangen, specifieke gebruiken als msn en skaten. 3.4 Levensstijl: grote verscheidenheid aan kleding, haartooi, in dit millenium veel piercings en tatoeages 3.5 Uitingen Muziek, grafitti, maar soms ook literatuur en film 3.6 Symbolen, vredesteken (hippies), anarchieteken (punkers), drie kruisen (straight edge) 4 Van party- tot tegencultuur Party-cultuur: nadruk op typische waarden die belangrijk zijn voor de jeugd, als vlucht uit de dominante cultuur (rockers, disco, gabbers) Tegencultuur: een subcultuur die zich afzet tegen de waarden en de normen van de dominante cultuur met een alternatieve levensfilosofie (bv hippies en punkers) 5 Generatieconflict De verhouding tussen de dominante cultuur en de jongerensubcultuur is nooit opperbest geweest. In het beste geval wordt de jongere uit een subcultuur verweten een wat naïef wereldbeeld te hebben, maar bij normenoverschrijdend gedrag komt het aloude generatieconflict vlug boven. De jongere die losbandig is of experimenteert met drugs komt in conflict te staan met zijn ouders, een conflict tussen de subcultuur en de dominante cultuur. Vanuit de dominante cultuur worden leden van de subcultuur vaak gestigmatiseerd: een punker krijgt het stigma van nietsnut, een hippie dat van langharig werkshuw tuig, een hiphopper dat van crimineel. 6 Normoverschrijdend gedrag De normen van de subcultuur zijn verschillend van die van de dominante cultuur omdat er andere waarden (zoals plezier, verbondenheid, experiment) aan ten grondslag liggen. De normen van de dominante cultuur zijn eerder geïnspireerd op waarden die in de subcultuur minder van tel zijn. Eens goed uit de bol gaan is de norm in de subcultuur omdat het de waarde van plezierigheid in zich draagt. In de dominante cultuur is eens goed uit je bol gaan vaak normoverschrijdend omdat het slecht scoort op het vlak van de waarde verantwoordelijkheid. 7 Recuperatie door dominante cultuur, vervlakking, commerciële uitbuiting, revivals Wanneer de platenmaatschappijen, de modewereld en de reklamejongens de subcultuur gaan omarmen worden de scherpe kantjes van de subcultuur afgevlakt en blijft er nog een commercieel afkooksel over. Bijvoorbeeld: de typische afgesleten kledij van de alto’s in de grunge-periode kwam terecht in dure winkels en werd modieus. Marketing-mensen zorgen ook soms voor revivals van een subcultuur, bijvoorbeeld de revival van de hippieklederdracht in het begin van de jaren negentig. 8 Subcultuurshopper: veel jongeren zijn geen pure adepten van een subcultuur, maar doen aan subcultuurshopping: ze luisteren wel naar de muziek, maar nemen de levensstijl en de waarden niet over, of ze combineren elementen uit verschillende subculturen, bv alto’s met een rasta-kapsel; Subcultuur Rockers 1 Uitingen: vanaf 1955 rock’n’roll: Elvis Presley, Chuck Berry etc.. muziek en films (bv Rock around the clock) 2 Levensstijl Kleding: leren jecker, jeans, meisjes zijn traditioneler gekleed Haartooi: kuif, brillantine Lichaamsversiering: meisjes maken zich op voor hun date Drugs, alcohol: matig gebruik alcohol 3 Gebruiken: fuif, dating, chicken race (race met auto’s om de moed te testen), rondhangen in een bende (gang), drive-in bioscoop 4 Symbolen: auto (zelfstandigheid, vrijheid (plaats om te vrijen)) 5 Normen: fun wordt de norm, wat je doet moet plezier verschaffen 6 Waarden: eer (mooiste meisje, mooiste auto, meisjes die meerdere seksuele contacten hebben verliezen hun eer, bij jongens is het eerder omgekeerd), moed (messengevecht, chicken race) 7 Verhouding met dominante cultuur: bezorgde ouders, die het niet eens waren met de lossere seksuele moraal (Heupwiegen van Elvis gecensureerd) en de uitbundigheid van de rock’n’roll jongeren. Subcultuur Mods 1 Uitingen: muziek: begin jaren zestig: jazz, soul, britse pop (Small Faces, The Kinks, The Who); literatuur: Absolute Beginners; film: Quadrophenia (The Who), revival in 1978 met The Jam 2 Levensstijl Kleding: Italiaanse mode, Parka-jas, Haartooi: halflang met scheiding in het midden Lichaamsversiering: Drugs, alcohol: amfetamines, cannabis 3 Gebruiken: gevechten met rockers, rondtoeren met de scooter, filosoferen (de mods waren geïnteresseerd in de Franse existentialistische filosofie) 4 Symbolen: scooter (blits, met spiegels en lampen) 5 Normen: wees in alles (muziekkeuze, mode, filosofie) modern 6 Waarden: excentriciteit 7 Verhouding met dominante cultuur: De mods hadden het geregeld aan de stok met de rockers, wat leidde tot bendegevechten. Hierdoor kregen de mods een negatief imago bij de Burgerij. De mods waren ook de eerste blanke jongeren die gebruik gingen maken van drugs als amfetamines en cannabis. 9 Toepassingen: Analyse subculturen. Subcultuur Hippies 1 Uitingen: muziek: vanaf 1965 mengeling folk, jazz, blues met rock-muziek, protestliederen, film (Hair, Woodstock), literatuur (Ginsberg) 2 Levensstijl Kleding: gebleekte jeans met olifantenpijpen, oosters getinte jassen, veelkleurige hemden en sjaaltjes Haartooi: lang, zowel voor jongens als voor meisjes, bloemen in het haar, baarden Lichaamsversiering: sieraden Drugs, alcohol: geestverruimende middelen (cannabis, lsd, paddestoelen) 3 Gebruiken: happenings (creativiteit, muziek, theater, mime in groep), festivals, communes, vredesteken als begroeting 4 Symbolen: vredesteken, lang haar 5 Normen: vrije seks, make love not war, experiment 6 Waarden: naastenliefde, tolerantie, geweldloosheid, creativiteit, spiritualiteit 7 Verhouding met dominante cultuur: de hippie-cultuur was een tegencultuur, die zich verzette tegen de burgerlijkheid van de dominante cultuur. Vanuit de dominante cultuur werden de hippies gestigmatiseerd als langharig werkschuw tuig dat zich bezondigde aan vrije seks en drugs. Subcultuur Skinheads 1 Uitingen: eind jaren zestig ska en rocksteady (de eerste skinheads leefden in de buurt van Jamaicaanse immigranten, “rude boys”, die hun haar scheerden), punk bracht vanaf 1978 een revival van de skinhead cultuur met zich mee Oi! is eenvoudige, harde muziek met gemakkelijk mee te brullen refreintjes en een anti-alles-mentaliteit 2 Levensstijl Kleding: spijkerjacks, bomberjacks, poloshirts van Fred Perry, Lonsdale en Ben Sherman, opgerolde spijkerbroeken opgehouden met bretels, werkschoenen (doc Martens) Haartooi: Korte bros of kaal Lichaamsversiering: Drugs, alcohol: bier 3 Gebruiken: voetbal, geweld (de eerste hooligans) 4 Symbolen: kale kop: symbool van verstoting door de maatschappij 5 Normen: arbeidersethos (uiterst-links: rode veters of uiterst-rechts: witte of gele veters) 6 Waarden: fysieke kracht en mannelijkheid 7 Verhouding met dominante cultuur: De gewelddadige skinheads zijn een doorn in het oog van de dominante cultuur. De tweede golf skinheads die voortkwamen uit de punkbeweging zijn, zeker buiten Engeland, vaak extreem-rechts en racistisch, wat zorgt voor een troebele relatie met de dominante cultuur. Subcultuur Disco 1 Uitingen: midden jaren zeventig uit Funk en Soul ontstane muziekstijl (Bee Gees, Jackson 5), Film (Saturday Night Fever, Thank God it’s Friday) 2 Levensstijl Kleding: Nauwsluitende broeken met olifantenpijpen onderaan, glitterhemden Haartooi: Lange krullebollen. Haar met gel in. Lichaamsversiering: felle make-up Drugs, alcohol: cocktails, cocaïne (eerder zeldzaam) 3 Gebruiken: discotheek 4 Symbolen: glitters (op kledij, op glitterbol) 5 Normen: life is a party, en als je daar niet van overtuigd ben hoor je niet in de disco thuis 6 Waarden: als party-cultuur kent de disco geen andere waarden dan de typische waarden van de jongerenculturen 7 Verhouding met dominante cultuur: Disco werd bijna meteen overgenomen door de commerce, met disco-muziek hoog in de hitlijsten. De muziek drong met groepen als Chic en Kool and the Gang door tot de dominante cultuur. Op huwelijksfeesten bijvoorbeeld hoor je vaker disco dan andere subculturele muziek. De disco-cultuur was een onschadelijke partycultuur die niet meteen met drugs en geweld te associëren viel. Subcultuur Punker 1 Uitingen: Punkmuziek vanaf 1976 in Londen (Clash, Sex Pistols, UK Subs) en New York (Ramones), door de jaren heen onstonden verschilldende stijlen, zoals Oi en hardcore. Grafitti 2 Levensstijl Kleding: er worden veiligheidsspelden, kettinkjes, buttons,... aan de kledij vastgemaakt. De T-shirts worden van mouwen en hals verwijdert, zodat ze 'losjes' zitten. De leren jack is ook een van de kernsymbolen van de punkers, liefst van al ook mooi bewerkt met buttons en dergelijke. Meisjes dragen vaak dezelfde kledij als jongens, maar dan met een rokje onder, liefst een strak rokje van plastic of leer. Onder dat rokje horen de gekende, gekleurde panty's met gaten. Haartooi: hanekam, geverfd haar Lichaamsversiering: de punkers waren de eersten met piercings (veiligheidspelden), vooral in de oren, maar ook in de neus en elders; make-up Drugs, alcohol: bier, cannabis en speed 3 Gebruiken: kraken, volkskeuken, kleinschalige festivals (veel punkers spelen in een groepje), pogo-dansen 4 Symbolen: anarchieteken 5 Normen: als anarchisten staan de punkers voor een normvrije samenleving 6 Waarden: solidariteit (verhindert dat de anarchie een chaos wordt) 7 Verhouding met dominante cultuur: punk was net als de hippie-beweging een tegencultuur, die zich verzette tegen de normen en waarden van de dominante cultuur. Net als de hippies kregen de punkers een stigma, dat van nietsnut. Subcultuur Rasta 1 Uitingen: reggae (vanaf begin jaren zeventig) Bob Marley, eind jaren zeventig deed de rasta-cultuur zijn intrede in de UK. Tegenwoordig scoren de rasta’s in heel de Westerse wereld goed. Jongeren nemen de levensstijl over, maar om echt een rastafari te zijn die de gehele religieuze filosofie overneemt, moet je eigenlijk Jamaicaan of tenminste zwart zijn. Het is een beetje als bij het Jodendom: kan je Jood worden zonder Joods te zijn? 2 Levensstijl Kleding: rood, geel en groen (de kleuren van de Ethiopische vlag) Haartooi: dreadlocks, baard Lichaamsversiering: Drugs, alcohol: cannabis 3 Gebruiken: blowen 4 Symbolen: ethiopische vlag, de rasta’s zien Ethiopië als het beloofde land waar ze ooit naar zullen verhuizen 5 Normen: rastafari zijn, respect voor het lichaam 6 Waarden: bijbelse waarden als liefde, naastenliefde, respect 7 Verhouding met dominante cultuur: Ook in Jamaica is het cannabis-gebruik van de rasta’s niet legaal. De overheid voert al dertig jaar een kat- en muisspel op met de rasta’s. Regelmatig worden oogsten vernield, maar het ganja-gebruik is niet uit te roeien. Subcultuur New Waver 1 Uitingen: Vanaf 1978 met groepen als Joy Division, The Cure en The Human League 2 Levensstijl Kleding: zwart en grijs, witte hemden Haartooi: bovenaan lang, opgestoken, onderaan kort Lichaamsversiering: witte make-up met zwart aan de ogen Drugs, alcohol: Geen specifieke drugs 3 Gebruiken: typische dans 4 Symbolen: 5 Normen: ernstig, intellectueel 6 Waarden: Kunstzinnigheid 7 Verhouding met dominante cultuur: New Wave werd vlug opgepikt door de commerce, de levensstijl werd een voorbijgaande mode. Subcultuur Goths 1 Uitingen: gothic rock: begint begin jaren 80 met Bauhaus, in Nederland bijvoorbeeld Within Temptation. Film: The Hunger, een film over vampieren waarin een stukje optreden van Bauhaus te zien is. Kunst: de goths inspireren veel kunstenaars en fotografen 2 Levensstijl Kleding: zwart, ook voor hem rokken, korsetten, lange jassen, ook paars Haartooi: (liefst zwart) omhooggespoten Lichaamsversiering: make-up (veel zwart) witte fond de teint, met zwart en kleuren om de ogen, lipstick, zwarte nagellak, piercings, sieraden Drugs, alcohol: Geen specifieke drugs 3 Gebruiken: samenkomen met andere goths, waar ze niet aangestaard worden vanwege hun excentrieke uiterlijk. Melodrama, Theatraliteit. Creativiteit: kledij maken, schrijven etc... 4 Symbolen: Ankh (Egyptische symbool voor het eeuwige leven); Kruis, het christelijke kruis wordt veel door Gothics gedragen. Dit betekent niet dat ze christelijk zijn. Sommige dragen het alleen maar voor de sier; Pentagram (vijfpuntige ster, symbool voor vuur, aarde, lucht, water en de geest). Een pentagram met een cirkel er om heen noem je een pentacle. 5 Normen: voorkeur voor de nacht, de donkere kanten van het leven 6 Waarden: Kunstzinnigheid, creativiteit 7 Verhouding met dominante cultuur: Voor de dominante cultuur zijn de goths een soort van carnavalsfiguren die zich verkleed hebben in Dracula. De dominante cultuur is de cultuur van de dag, de nacht dient om te slapen of om meer te verdienen. Subcultuur Metalheads 1 Uitingen: uit Hard-Rock ontstane muziek, bv Heavy Metal (Slayer, Metallica etc...) 2 Levensstijl Kleding: Bandshirts (zwart), leren jecker, nauw-passende jeans Haartooi: Lang haar voor hem en haar Lichaamsversiering: piercings, tatoeages Drugs, alcohol: veel bier 3 Gebruiken: luchtgitaar spelen ;) 4 Symbolen: 5 Normen: have fun, gooi de normen van de dominante cultuur overboord 6 Waarden: eer (trap niet op de eer van een metalhead of hij wordt agressief) 7 Verhouding met dominante cultuur: Subcultuur Hiphopper 1 Uitingen: Muziek vanaf begin jaren tachtig van Grandmaster Flash tot Eminen; Grafitti, breakdance 2 Levensstijl Kleding: sportkledij van Nike, Addidas Haartooi: petjes Lichaamsversiering: tatoeages, opzichtige sierraden Drugs, alcohol: cannabis 3 Gebruiken: wijkfeesten, breakdance (in het openbaar), rondhangen in bendes, allerlei signalen met de handen, grafitti spuiten 4 Symbolen: tag (grafitti), nikes 5 Normen: emancipatie: de hiphopper wil vooruitkomen in het leven (ontstaan in de ghetto’s) 6 Waarden: respect, tolerantie (hiphop is het multi-etnische genre bij uitstek) 7 Verhouding met dominante cultuur: Hiphop is meteen na zijn ontstaan gecommercialiseerd, wat het meer acceptabel maakt voor de dominante cultuur. Toch zullen vele ouders bezorgd zijn over druggebruik en bendegedrag. Subcultuur Straight Edger 1 Uitingen: punk, hardcore punk, metalcore en emocore Minor Threat 1981 song "Straight Edge" 2 Levensstijl Kleding: hoewel ze naar hardcore punk luisteren zijn de straight edgers veel soberder gekleed dan de punkers Haartooi: kort Lichaamsversiering: Drugs, alcohol: geen drugs, geen alcohol en geen sigaretten 3 Gebruiken: 4 Symbolen: drie grote kruizen (XXX). De oorsprong hiervan ligt in bars en clubs in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Daar kregen mensen die minderjarig waren, of te veel gedronken hadden, van het personeel zwarte kruizen op hun handen zodat het barpersoneel hen geen alcohol meer zou schenken. Binnen de straight edge beweging nam men dit gebruik over door kruizen op hun eigen handen te tekenen ("X-ing up") of zelfs te tatoeëren, als een manier om de levenswijze uit te dragen. 5 Normen: moderne vorm van gezonde geest in een gezond lichaam 6 Waarden: soberheid 7 Verhouding met dominante cultuur: Sommige straight edgers zijn gewelddadig, maar over het algemeen zal een straight-edger dichter bij de dominante cultuur staan dan zijn collegapunkers. Subcultuur Alto 1 Uitingen: alternative rock (vanaf eind jaren tachtig, tegen de commerciële muziek), grunge (Nirvana) 2 Levensstijl Kleding: allerlei kledij die je niet meteen met een mode associeert, afgesleten kleding Haartooi: halflang Lichaamsversiering: piercings, tatoos Drugs, alcohol: cannabis, bier 3 Gebruiken: artistiek bezig zijn (musiceren, tekenen, schilderen, schrijven), festivals (bv pukkelpop) 4 Symbolen: 5 Normen: gedraag je anders (alternatief) dan de dominante normen je opleggen 6 Waarden: creativiteit, tolerantie 7 Verhouding met dominante cultuur: aangezien er zoveel alto’s rondlopen kan de dominante cultuur moeilijk anders dan de alto in zijn omgeving te aanvaarden. Subcultuur Snob, kakker (in Nederland) 1 Uitingen: midden jaren 80 Top 40 muziek, feel-good muziek als Wham 2 Levensstijl Kleding: merkenkledij: Fred Perry, Lacoste, berucht zijn de Millet-jassen Haartooi: Bles Lichaamsversiering: Drugs, alcohol: Geen specifieke drugs 3 Gebruiken: Showen met dure kledij, auto’s, reizen, dure hobby’s, hockey (snobs trachten de levensstijl van de rijken na te bootsen) 4 Symbolen: 5 Normen: normen van de hogere cultuur, bv. Beleefd gedrag 6 Waarden: exclusiviteit 7 Verhouding met dominante cultuur: Snobs volgen de normen van de dominante cultuur, maar als ze uit minder gegoede gezinnen komen zijn er wel financiële spanningen. Subcultuur Raver 1 Uitingen: vanaf eind jaren 80 house-muziek 2 Levensstijl Kleding: fluokleurige leggings, oldschool sneakers, flashy truien, glitter, Haartooi: Lichaamsversiering: Drugs, alcohol: xtc 3 Gebruiken: rave-parties, waarop tot aan de morgen op house-muziek gedanst wordt 4 Symbolen: smileys 5 Normen: party 6 Waarden: als party-cultuur kent de rave-cultuur geen andere waarden dan de typische waarden van de jongerenculturen 7 Verhouding met dominante cultuur: de ravers organiseren feesten waarvan de locatie pas op het laatste moment bekend gemaakt wordt via flyers, dit om de kans op ongewenst politiebezoek te verminderen. Subcultuur Skater 1 Uitingen: hardcore hardrock Limp Bizkit en Sum 41 2 Levensstijl Kleding: wijde en comfortabele kleding. Een paar populaire merken zijn Stussy, Split en Third Rail. Schoenen zijn van het merk Airwalks Haartooi: Lichaamsversiering: Drugs, alcohol: cannabis 3 Gebruiken: skaten (op een skateboard) 4 Symbolen: 5 Normen: 6 Waarden: tolerantie, moed (gedurfde parcours) 7 Verhouding met dominante cultuur: Skaten wordt binnen de dominante cultuur aanzien als een leuke hobby, en aangezien skaters niet meteen geassocieerd worden met normoverschrijdend gedrag op het vlak van seks, geweld en drugs, is de relatie met de dominante cultuur vrij goed. Subcultuur Gabber 1 Uitingen: Hardcore techno 2 Levensstijl Kleding: trainingspakken van het merk Australian of Levi's- jeans met daarboven een shirt van een echt gabbermerk (Lonsdale, Pitbull, Hooligan en Fred Perry) Veel gabbers dragen kleding die de kleuren hebben van het vaderland. Lonsdale heeft op de kraag drie strepen staan, één rode, één witte en één blauwe. Verder hebben ze er soms zelf vlaggen op genaaid. Er is eigenlijk maar één echte gabberschoen, de Nike Air Max. bomberjack Haartooi: kaalgeschoren Lichaamsversiering: oorringen, tatoeages Drugs, alcohol: xtc 3 Gebruiken: hakken (dansen op snelle beats) 4 Symbolen: 5 Normen: party 6 Waarden: als party-cultuur kent de gabber-cultuur geen andere waarden dan de typische waarden van de jongerenculturen 7 Verhouding met dominante cultuur: Binnen de dominante cultuur wordt met onbegrip gereageerd op de gabberfeesten waar bijna iedereen xtc of een andere drug genomen heeft en zo urenlang blijft dansen. Subcultuur Breezer 1 Uitingen: top 40 en skihut, urban/RnB/bubbling, dance en trance, Breezertaal (chat) 2 Levensstijl Kleding: strakke en uitdagende kledij, truien die de onderkant van de buik bloot houden. Ook dragen ze vaak laarzen met naaldhakken, die in een punt uitlopen. De breezercultuur is vooral bij meisjes zeer van toepassing, maar de jongens die zich binnen deze cultuur voortbewegen hebben vaak wijde spijkerbroeken Haartooi: niet-symmetrische kuif, die van voor tot achter het hoofd doorloopt. Lichaamsversiering: navel- en/of tongpiercing, een tatoeage op de onderrug, ronde oorbellen met grote diameter Drugs, alcohol: Bacardi Breezer. 3 Gebruiken: gebruik van Windows Live Messenger en bijbehorende spelling, intieme onderwerpen als liefde en seksualiteit bespreken 4 Symbolen: flesje breezer 5 Normen: 6 Waarden: intimiteit 7 Verhouding met dominante cultuur: Alcoholgebruik bij jongeren wordt in de dominante cultuur als problematisch gezien. Subcultuur Emo 1 Uitingen: Emo is een muziekgenre dat zijn oorsprong vindt in de hardcore punk en heeft vaak melodischere gitaarlijnen en poëtischere songteksten dan de hardcore. Emo-jongeren uiten zich ook in gedichten. 2 Levensstijl Kleding: skinny jeans, een strak (band)shirt, oude, beschadigde sneakers, studriem en polsbandjes. Haartooi: één oog bedekkend, vaak zwart (geverfd) haar Lichaamsversiering: piercings, tatoeages Drugs, alcohol: Geen specifieke drugs 3 Gebruiken: op kamers praten over gevoelens, automutilatie, gedichten schrijven, muziek beluisteren 4 Symbolen: 5 Normen: je trekt je terug uit de samenleving en houdt je bezig met je gevoelens 6 Waarden: gevoeligheid 7 Verhouding met dominante cultuur: Ouders zijn bezorgd over piercings, automutilatie en zien met lede ogen toe op het zwart-verven van haar. Emo trekt ook jonge adolescenten aan, wat de bezorgdheid enkel nog doet toenemen. Subcultuur Urban 1 Uitingen: R&B, rap 2 Levensstijl Kleding: urban fashion. Deze kenmerkt zich door het dragen van 'baggy' broeken en tshirts. Vooraanstaande urban merken zijn Karl Kani, Ecko, Gunit en Phat Farm. Haartooi: Lichaamsversiering: uiterlijk vertoon, bling bling (opzichtige sieraden) Drugs, alcohol: 3 Gebruiken: urban is een straatcultuur, dus alles wat je zoal kan doen op straat en pleintjes zijn urban-gebruiken, zoals rondhangen, basket spelen 4 Symbolen: 5 Normen: 6 Waarden: 7 Verhouding met dominante cultuur: Urban is een mainstream-cultuur, die gedragen wordt door de commerce. Je zou kunnen zeggen dat het een mode is, en met modes heeft de dominante cultuur niet meteen een probleem.