soorten samenlevingen bronnen standpunt continuïteit discontinuïteit oorzaak gevolg landbouwrevolutie sociale verhoudingen politiek adel monotheïsme polytheïsme nijverheid aristocratie democratie tirannie aanleiding senaat patriciërs antieke cultuur proletariërs bondgenootschap romanisering feodalisme geestelijkheid autarkie horige privilege gilde urbanisatie burgerij antisemitisme centralisatie eenheidsstaat parlement Staten-Generaal Humanisme Renaissance Calvinisme samenleving van jager-verzamelaars, landbouw samenleving, landbouwstedelijke samenleving, industriële samenleving, informatiesamenleving. hieruit haalt een historicus informatie mening, zienswijze datgene wat niet of nauwelijks verandert datgene wat verandert waardoor iets gebeurt wat uit iets volgt ontstaan van de landbouw wat mensen in de samenleving met elkaar te maken hebben alles wat te maken heeft met het besturen van een staat hoge sociale groep, bestaande uit edelen godsdienst met één god godsdienst met meerdere goden het maken van ambachtelijke producten op grotere schaal regering van een groep aanzienlijken volksregering, bestuur waarbij het volk mag meebeslissen alleenheerschappij waarin één man onwettig de macht heeft de meest directe oorzaak hoogste bestuursinstelling van de Romeinen rijke en machtige Romeinen die senatoren kozen Grieks-Romeinse cultuur arme mensen samenwerking het overnemen van zaken of gebruiken van de GrieksRomeinse cultuur leenstelsel godsdienstige leiders economisch zelfvoorzienend gebied boer met weinig vrijheid die bij een domein hoorde voorrecht beroepsvereniging in een stad het ontstaan en de groei van steden (verstedelijking) alle burgers tezamen jodenhaat ontwikkeling waarbij een sterk bestuur alles vanuit één punt regelt in een gebied met uniforme wetgeving staat met één hoogste gezag volksvertegenwoordiging vergadering van vertegenwoordigers van de drie standen Stroming van geleerden die vanaf omstreeks 1500 de klassieke filosofie, literatuur en kunst bestudeerden met veel aandacht voor het individu vernieuwing van de Europese cultuur vanaf omstreeks 1500 met een herboren belangstelling voor de klassieke cultuur Protestantse leer van Calvijn Katholiek Reformatie Nederlandse Opstand Soevereiniteit Propaganda Indië Europese expansie Driehoekshandel Kapitaal Kolonialisme Absolutisme Oligarchie Regent Stadhouder Gouden Eeuw Handelskapitalisme Batavia Monopolie VOC WIC Gewetensvrijheid Wetenschappelijke revolutie Atheïsme Deïsme Standenmaatschappij Verlichting Amerikaanse Revolutie Democratische revolutie Grondwet Constitutionele monarchie Franse Revolutie wat hoort bij de kerk van de paus in Rome Kerkhervorming in de 16e eeuw opstand van de Nederlanden vanaf 1568 tegen Spanje Hoogste macht in een staat Ervoor zorgen dat iemand iets gaat denken Europese naam voor Oost -Azië Uitbreiding van activiteiten van Europeanen buiten Europa vanaf omstreeks 1500 Handel waarbij drie partijen als koper en verkoper optreden Groot bedrag aan geld Overheersing van een kolonie door een moederland om eraan te verdienen Regering waarbij de macht van de vorst door niets wordt beperkt Regering van een kleine groep bevoorrechte mensen Overheidsbestuurder Plaatsvervanger van de vorst in een gewest Langdurige bloeiperiode Economisch systeem waarin kooplieden die zich bezighouden met handel en nijverheid een deel van de winst weer in hun onderneming investeren Hoofdkwartier van de VOC op Java Alleenrecht Verenigde Oost-Indische Compagnie. 1602-1799 West-Indische Compagnie. 1621-1734 Recht om eigen opvattingen en eigen geloof te hebben Verandering in het wetenschappelijk denken, waardoor kennis werd gebaseerd op systematisch onderzoek, waarneming en logisch denken in plaats van op oude teksten De overtuiging dat er geen god is De overtuiging dat God de wereld geschapen heeft, maar zich er niet meer mee bemoeit Maatschappij waarin de bevolking is verdeeld in standen Stroming die meende dat met het verstand alles kan worden verklaard en dat de maatschappij op de rede gebaseerd moet zijn Opstand van de dertien Britse koloniën in Noord-Amerika tegen Groot-Brittannië, die leidde tot de onafhankelijke Verenigde Staten van Amerika Ingrijpende politieke verandering, waarbij een democratische grondwet wordt ingevoerd Wet waarin staat hoe een land geregeerd moet worden en wat de grondrechten van de burgers zijn Koninkrijk waarin de koning is gebonden aan de grondwet Democratische revolutie in Frankrijk, waardoor een eind Bataafse Revolutie Patriotten Coalitie Dictator Abolitionisme Emancipatie Industrialisatie Industriële Revolutie Kapitalistische Samenleving Kinderwet van Houten Sociale kwestie Vakbonden Liberalisme Parlementair stelsel Socialisme Antirevolutionairen Confessionalisme Conservatisme Productiemiddelen Schoolstrijd Modern Imperialisme Greenwichtijd La belle époque Tijdzone Vooruitgangsgeloof kwam aan de standenstaat en Frankrijk eerst een constitutionele monarchie en daarna een republiek werd Democratische revolutie in Nederland die leidde tot het ontstaan van de democratische Bataafse Republiek Mensen die van hun vaderland houden. In de 18 de eeuw de verlichte voorstanders van de democratie in Nederland Verbond, samenwerking van verschillende landen of partijen Niet-koninklijke alleenheerser Beweging voor de afschaffing van slavenhandel en slavernij Streven naar gelijke rechten De uitbreiding van fabrieken en de komst van nieuwe fabrieken tijdens de industriële revolutie Grondige verandering in de productiemethoden, waarbij handarbeid wordt vervangen door machines Samenleving waarin de productie gericht is op het maken van winst en de productiemiddelen in handen zijn van particulieren Wet uit 1874 die het verbood kinderen jonger dan 12 te werk te stellen in fabrieken en werkplaatsen Het probleem van de slechte leef en werkomstandigheden van de arbeiders tijdens de industriële revolutie Organisaties van werknemers om samen betere arbeidsomstandigheden en meer loon af te dwingen Politiekmaatschappelijke beweging die streeft naar vrijheid Politiek systeem waarin het parlement de hoogste macht heeft en de regering alleen met toestemming van het parlement kan regeren Politiekmaatschappelijke beweging die streeft naar meer gelijkheid Protestantse confessionelen in NL Politiekmaatschappelijke stroming die uitgaat van het geloof Streven om bestaande toestanden te behouden Dingen die de productie mogelijk maken, zoals fabrieken en machines Strijd in de jaren 1879-1917 over het betalen van het bijzonder onderwijs door de overheid De Europese machtsuitbreiding in Azië en Afrika na 1870, waardoor grote koloniale rijken ontstonden De tijd van de sterrenwacht van Greenwich in Londen, die op de hele wereld als standaard voor de tijdzones gebruikt wordt Het mooie tijdperk, de laatste 25 jaar voor de Eerste Wereldoorlog Gebied met dezelfde tijd Het idee dat het leven van de mensheid op den duur steeds beter wordt Centralen Geallieerden Grote Oorlog Loopgraaf Militarisme Mobilisatie Oorlogsveteraan Oostfront Schlieffenplan Tweefrontenoorlog Wapenwedloop Wereldoorlog oorlog Westfront Bolsjewieken Bureaucratie Communisten Doema Eenpartijstaat Februarirevolutie Geheime dienst Oktoberrevolutie Rode leger Sovjets Sovjet-Unie Staatsgreep Witte leger Mandaatgebied Premier Volkenbond Vrede van Versailles Zelfbeschikkingsrecht Deporteren Neutraliteitspolitiek Op de bon Duitsland, Oostenrijk en hun bondgenoten in de Eerste Wereldoorlog VS, Groot-Brittannië, Frankrijk en de Sovjet-Unie Eerste Wereldoorlog Gang in de grond waarin soldaten beschermd zijn tegen de vijand Verheerlijking van alles wat met leger te maken heeft Het gevechtsklaar maken van het leger voor de oorlog Iemand die in de oorlog gevochten heeft Het oostelijk gebied waar gevochten wordt Het strijdplan waarmee Duitsland de Eerste Wereldoorlog begon oorlog waarbij in twee gebieden tegelijk gevochten wordt strijd om het sterkste bewapend te worden waaraan een groot aantal landen van verschillende werelddelen meedoet het westelijk gebied waar gevochten wordt communisten ambtenarij, staat met veel ambtenaren en ambtelijke regels die de vrijheid verstikken revolutionaire socialisten, aanhanger van Lenin, die een maatschappij zonder privébezit van de productiemiddelen nastreven. Russische parlement staat met één partij, die alle macht heeft democratische revolutie die in februari 1917 een eind maakte aan de monarchie in Rusland overheidsdienst die in het geheim werkt om de staatsveiligheid te bewaken staatsgreep waarbij communisten in oktober 1917 in Rusland de macht grepen het communistische leger raden van arbeiders en soldaten die fabrieken en legereenheden bestuurden in 1922 gestichte communistische staat waarbij Rusland verenigd was met andere delen van het voormalige tsarenrijk plotselinge gewelddadige overname van de staatmacht leger van aanhangers van de tsaar gebied dat in opdracht van de Volkenbond door een van de overwinnaars uit de Eerste Wereldoorlog werd beheerd (minister-president) leider van de regering in 1919 opgerichte volkerenorganisatie vredesgedrag dat de geallieerden in 1919 sloten met Duitsland recht van volkeren op een onafhankelijke staat wegvoeren politiek om de neutraliteit te handhaven alleen nog via een speciaal formulier in beperkte hoeveelheden te krijgen Zwarte markt beurskrach verboden handel sterke en snelle daling van de aandelenkoersen op de beurs consumptiemaatschappij samenleving waarin veel consumptiegoederen worden gekocht depressie langdurige achteruitgang van de economie met dalende productie en hoge werkloosheid interbellum periode tussen de wereldoorlogen lopende band productiesysteem waarbij werknemers telkens dezelfde handeling uitvoeren aan voorbij komende producten New Deal politiek van president Roosevelt om door overheidsuitgaven de economische crisis te bestrijden roaring twenties de roerige jaren 1920 wereldcrisis achteruitgang van de wereldeconomie collectivisatie privéboerderijen gaan op in grote gemeenschappelijke bedrijven waarin de boeren alles moeten delen fascisme antidemocratische, totalitaire en extreem nationalistische politiek beweging indoctrinatie het systematisch opdringen van ideeën koelakken rijke boeren, communistische scheldnaam voor boeren die niet meewerkten aan collectivisatie kolchoz groot landbouwbedrijf waarop boeren samenwerkten en tegen vaste prijzen moesten leveren aan de staat planeconomie economie waarbij de staat voorschrijft wat moet worden geproduceerd stalinisme variant van het communisme met extreme onderdrukking onder één leider die wordt vereerd totalitarisme systeem waarin alles door de staat wordt geleid en gecontroleerd, zelfs het privéleven concentratiekamp gevangenenkamp dolkstootlegende het verhaal dat Duitsland de Eerste Wereldoorlog had verloren door het verraad van democraten Hitlerjugend nationaalsocialistische jeugdorganisatie voor jongens van 10 tot 18 inflatie minder waard worden van geld links vooruitstrevend, benadrukt het belang van sociale gelijkheid nationaalsocialisme extreem nationalistische, totalitaire en racistische politiek beweging nazi een nationaalsocialist rassenleer onjuiste theorie dat er superieure en minderwaardige rassen bestaan rechts behoudend, benadrukt het belang van economische vrijheid rijkskanselier de Duitse minister-president SA Sturmabteilung, partijleger van NSDAP SS Schutzstaffel, de elitetroepen van Hitler aanpassingspolitiek politiek om de overheidsuitgaven aan te passen aan dalende inkomsten absolute meerderheid meerderheid van meer dan vijftig procent stempelen uitkering verzuiling orthodox seculier sharia sjah Appeasement Britzkrieg Capitulatie Diplomatie Lebensraum Tweede wereldoorlog Vazalstaat Westen bezetting Censuur Fout Gelijkschakeling Onderduiker Razzia Rijkscommissaris antisemitisme discriminatie Jodenster jodenvervolging deportatie doorvoerkampen Endlösung genocide Holocaust pogrom SD vernietigingskamp atoombom dwangarbeid kamikaze systeem met stempelkaarten om zwartwerken door werklozen te voorkomen geld dat iemand krijgt, bijvoorbeeld omdat hij werkloos is verdeling van het volk in levenbeschouwelijke groepen met eigen organisaties zoals omroepen volgens voorschriften van een geloof wereldlijk, niet-godsdienstig Islamitische wetgeving koning van Iran engels voor verzoening, politiek om toe te geven aan eisen van Hitler om de vrede te bewaren. bliksemoorlog: snelle, bewegelijke oorlogvoering. overgave het voeren van overleg tussen staten. gebieden in oost-europa die de duitsers volgends de nazi’s nodig hadden om te leven tweede grote oorlog waarin landen van alle continenten waren betrokken. staat in dienst van een andere staat. democratieën in europa en Amerika en hun bondgenoten. toestand waarin een legen een gebied heeft veroverd en in bedwang houdt. toezicht vooraf op mediaberichten. onbetrouwbaar tijdens de tweede wereldoorlog. alle organisaties moeten de totalitaire overheid volgen. iemand die zich schuilhoudt, om maatregelen te ontgaan. drijfjacht door politie of leger. hoogste vertegenwoordiger van het Duitse gezag tijdens de bezitting van Nederland. jodenhaat onderscheid maken tussen mensen met de bedoeling iemand of een groep achter te stellen symbool van het jodendom, dat de joden op hun kleren moesten dragen. georganiseerd geweld tegen en onderdrukking van joden het wegvoeren van mensen concentratiekamp vanwaar mensen worden gedeporteerd zo noemden de nazi's de moord op alle joden volkerenmoord massale moord op joden tijdens de Tweede Wereldoorlog gewelddadige uitbarsting van jodenhaat sichterheitsdienst, een onderafdeling van de SS concentratiekamp gemaakt om mensen te vermoorden bom met een grote vernietigingskracht door splitsing van atoomkernen arbeid die mensen onder dreiging van straf tegen hun wil verrichten Japanse zelfmoordpiloot bevrijdingsdag dodenherdenking Koninkrijk der Nederlanden lidstaat oorlogstribunaal oorlogsmisdaad jaarlijkse viering op 5 mei van de Duitse capitulatie in Nederland jaarlijkse herdenking op 4 mei van alle burgers en militairen van het Koninkrijk der Nederlanden die zijn omgekomen sinds het uitbreken van WO2 in oorlogssituaties en bij vredesoperaties staatsverband van Nederland en de overzeese rijksdelen staat die lid is van een internationale organisatie bijzondere rechtbank die oorlogsmisdadigers berecht misdrijf tegen de gebruiken en wetten in een oorlog die zijn vastgelegd in internationale verdragen staatshoofd hij of zij die volgens de grondwet het hoogste gezag in een staat heeft veiligheidsraad belangrijkste organisatie van de Verenigde Naties Verenigde Naties volkerenorganisatie, opgericht in 1945 vetorecht het recht om een besluit tegen te houden dekolonisatie kolonies worden onafhankelijk. Inheems uit het land zelf Politionele actie Nederlandse militaire operatie tegen Indonesië. Proclamatie het uitroepen, bijvoorbeeld van onafhankelijkheid. Rebel opstandeling Regime niet-democratische regering. Soevereiniteitsoverdracht het overdragen van de hoogste macht. Supermacht zeer grote mogendheid, na 1945 de Sovjet-Unie en de VS. Wederopbouw herstel van de oorlogsschade. Atoomoorlog oorlog met atoombommen Berlijnse muur muur rond West-Berlijn om de inwoners van de DDR tegen te houden Blokvorming het ontstaan van vijandige groepen van nauw aaneengesloten landen Bondsrepubliek Duitsland democratische staat, in 1949 gesticht in West Duitsland Containment Amerikaanse politiek in de Koude Oorlog om het communisme in te dammen DDR communistische staat in Oost Duitsland (1949-1990) Koude oorlog vijandigheid tussen Oostblok en het Westen (1945-1989) Marshallhulp Amerikaanse economische hulp voor de Europese wederopbouw NAVO (Noord Atlantische Verdragsorganisatie) militair bondgenootschap van de VS, Canada, Turkije en Europese landen Ontspanning verminderde spanning in de Koude oorlog Oostblok de landen onder leiding van de Sovjet-Unie Regime niet-democratische regering Supermacht zeer sterke mogendheid, na 1945 Sovjet-Unie en de VS Vreedzame coëxistentie vreedzaam samenleven van communisme en kapitalisme Warschaupact militair bondgenootschap van de Sovjet-Unie en de OostEuropese landen culturele revolutie gewelddadige poging in China om aan alle ongelijkheid een eind te maken. Glasnost Russisch voor openheid, politiek van Gorbatjov. Infiltrant persoon die stiekem binnendringt. Intercontinentale nucleaire raket die doelen op zeer grote afstand kan Kernraket bestoken. Nobelprijs voor de vrede jaarlijkse prijs voor de personen die bijdrage aan de vrede. Nucleair met kernraketten. Ontspanning verminderde spanning in de koude oorlog. Perestrojka Russisch voor hervorming. Benelux economische samenwerking van Nederland, België en Luxemburg Bondskanselier regeringsleider van de Bondsrepubliek EEG Europese Economische Gemeenschap, opgericht in 1957 EGKS Europese Gemeenschap voor kolen en staal, opgericht in 1957 Europese commissie dagelijks bestuur van de EEG, later de EU Europese hof voor de Europese rechtbank in Straatsburg rechten van de mens gemeenschappelijke gebied van meer landen met vrije handel zonder markt importtarieven Raad van Europa samenwerkingsorgaan van Europese landen ter bevordering van democratie en mensenrechten, opgericht in 1949 enclave gebied dat door gebied van andere landen wordt omsloten fundamentalisme godsdienstige stroming die oude voorschriften streng toepast Hamas Islamitische Palestijnse verzetsbeweging Intifada opstand in Palestijnse gebieden tegen de Israëlische Bezetting PLO seculiere Palestijnse verzetsbeweging Terrorisme het plegen van gewelddaden om politieke doelen te Bereiken Zionisme het streven naar een Joodse staat Babyboom Geboorte golf na de Tweede Wereldoorlog Geleide loon en de overheid bepaalt in overleg met de werkgevers en. prijspolitiek werknemers de hoogte van lonen en prijzen Mechanisering vervanging van menselijke arbeid door machines Rooms-rode coalitie regering waarin katholieken en sociaaldemocraten samenwerken Sociale voorzieningen uitkeringen die net, zoals bij sociale verzekeringen, uit premieopbrengsten worden betaald, maar uit de algemene Sociale wetten Sociale zekerheid Verzorgingsstaat Wederopbouw Actief kiesrecht B en W Commissaris van de Koningin Evenredige vertegenwoordigingen middelen van de overheid wetten gericht op het opheffen van sociale misstanden en het beschermen van economische zwakkeren zoals ouderen, invaliden en zieken. het geheel van sociale verzekeringen én sociale voorzieningen staat waarin de overheid de zorg voor de sociaal zwakkeren op zich neemt. periode na de Tweede Wereldoorlog waarin Nederland zich herstelde van de oorlogsschade. het recht om te stemmen dagelijks bestuur van de gemeente vertegenwoordiger van de regering in de provincie. kiesstelsel waarbij het aantal zetels in de volksvertegenwoordiging evenredig is aan het aantal landelijke behaalde stemmen. Gemeenteraad volksvertegenwoordiging in de gemeente. Kabinet de ministers en staatssecretarissen. Parlementaire democratie land waarbij de regering de steun en het vertrouwen nodig heeft van een met algemeen kiesrecht gekozen volksvertegenwoordiging. Passief kiesrecht het recht je verkiesbaar te stellen Staatssecretaris onderminister Uitvoerende macht macht om wetten uit te voeren en bestuursmaatregelen te nemen. Wetgevende macht macht om wetten te maken. Wetvoorstel wet die nog moet worden goedgekeurd door het parlement en daarom nog niet geldig is. Individualisering ontwikkeling waarbij de zelfstandigheid van het individu steeds belangrijker wordt. Jeugdcultuur aparte manier van leven en denken van jongeren Kraakbeweging beweging van vooral jongeren die zonder toestemming leegstaande panden in gebruik nemen. Ontkerkelijking het zich losmaken van de kerk. Ontzuiling het verdwijnen van de verzuiling Paars kabinet regering waarin sociaaldemocraten en liberalen samenwerken Protestgeneratie jonge generatie in de jaren 1960 die zich verzette tegen opvattingen, normen en waarden van de ouderen. Seksuele moraal opvattingen over wat hoort en niet hoort op seksueel gebied. Seksuele revolutie periode na 1960 toen taboes rond sex verdwenen en het seksuele gedrag veel vrijer werd. Het statuut voor het Koningrijk der Nederlanden Overzeese rijksdelen Nederlanden vormt. Asielzoekers Assimileren Etniciteit Integratie Multi-etnisch Repatrianten Bestuursrecht Civiel recht Klassieke grondrechten Openbaar ministerie openbare orde rechtelijke macht rechtbank sociale grondrechten strafrecht automatisering derde wereld gsm ICT Informatiemaatschappij kredietcrisis millenniumdoelen ontwikkelingslanden etnische zuivering Joegoslavië tribunaal Europees parlement Europese integratie Document waarin de verhoudingen en de samenwerking tussen de rijksdelen en Nederland is vastgelegd de landen waarmee Nederland het Koninkrijk der mensen die hun eigen land verlaten en in een ander land asiel aanvragen. aanpassen kenmerken van een volk proces waarbij bevolkingsgroepen samensmelten tot een geheel als er mensen van verschillende afkomst, met verschillende tradities, samenzijn. mensen die terugverhuizen naar hun land van herkomst. regels voor de taken van de overheid regels voor burgers onderling vrijheidsrechten deel van de rechtelijke macht dat strafbare feiten opspoort en vervolgt de voor het gedrag van burgers in het openbaar geldende normen instelling die bepaalt of mensen en organisaties zich aan de wet houden rechtbanken, gerechtshoven en de hoge raad rechten in de grondwet die het welzijn van de burger bevorderen regels waarbij kan worden gestraft vervanging van mensen door uit zichzelf werkende machines de ontwikkelingslanden wereldwijde standaard voor mobiele telefonie informatie- en communicatietechnologie maatschappij waarin ICT op het werk en in de vrije tijd een grote rol speelt wereldwijde economische crisis vanaf 2008 doelen die in 2000 door de VN werden gesteld arme landen in Afrika, Azië en Zuid Amerika het verjagen en vermoorden van leden van andere volkeren VN-gerechtshof in Den-Haad voor de berechting van misdaden in de oorlogen in voormalig Joegoslavië vanaf 1991 volksvertegenwoordiging van de EU de eenwording van landen in Europa Europese raad Europese Unie Raad van de Europese Unie Raad van Ministers Europese Top Ayatollah Boerka Extremist MassavernietigingsWapen Oorlog tegen het Terrorisme Sjiieten Theocratie Junta Smeercampagne Televisiedemocratie Tweepartijenstelsel Apartheid vergadering van regeringsleiders van de EU-lidstaten organisatie van Europese lidstaten sinds 1991 vergadering van ministers van de EU-lidstaten raad van Europese Unie Europese raad hoge sjiitische geestelijke kledingstuk dat het lichaam inclusief het hoofd bedekt iemand die met geweld politieke doelen najaagt wapen om veel mensen tegelijk te doden door de VS geleide wereldwijde strijd tegen het terrorisme (vanaf 2001) na de soennieten de grootste stroming van de Islam land waarin geestelijken de hoogste macht hebben militaire dictatuur systematische poging anderen verdacht te maken democratie waarin de televisie een overheersende rol Speelt democratie met twee partijen de wettelijke vastgelegde rassenscheiding in Zuid-Afrika van 1948 tot 1990 Tijd van de jagers en boeren Tijd van de Grieken en Romeinen Tijd van de monniken en ridders Tijd van de steden en staten Tijd van de ontdekkers en hervormers Tijd van de regenten en vorsten Tijd van de pruiken en revoluties Tijd van de burgers en stoommachines Tijd van de wereldoorlogen Tijd van de televisie en computer Tot 3000 v Chr 3000 v Chr – 500 n Chr 500 – 1000 1000 – 1500 1500 – 1600 1600 – 1700 1700 – 1800 1800 – 1900 1900 – 1950 1950 – nu Prehistorie Oudheid Middeleeuwen Vroegmoderne tijd Moderne tijd Tot 3000 v Chr 3000 v Chr – 500 n Chr 500 – 1500 1500 – 1800 1800 – nu Ontstaan van landbouw in het midden-Oosten Eerste boeren in Nederland Romeinen veroveren Zuid-Nederland Karel de Grote wordt keizer Oprichting VOC Columbus ontdekt Amerika Beeldenstorm Stichting van de Republiek der Verenigde Nederlanden De Nederlandse opstand / tachtigjarige oorlog Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring Franse revolutie Begin van de Bataafse revolutie Grondwet van Thorbecke Afschaffing slavernij Eerste wereldoorlog Russische revolutie Vrede van versailles Begin van de crisistijd Tweede wereldoorlog Koude oorlog 10000 v Chr 5000 v Chr 57 v Chr 800 1602 1492 1566 1588 1568 – 1648 1776 1789 1795 1848 1865 1914 – 1918 1917 1919 1929 1939 – 1945 1950 - 1989