Lees- werkwijzer 9.1 De Eerste Wereldoorlog Tijdvak 9: Tijd van wereldoorlogen (1900-1950) Kenmerkende aspecten: Het voeren van twee wereldoorlogen. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering. De kern: Geef de oorzaken voor de oplopende spanning in Europa. Geef de aanleiding voor het ontstaan van WOI. Waarom liep de oorlog vast? Geef de gevolgen van het vredesverdrag. Verstoord machtsevenwicht Waarom deden alle landen hun best om het machtsevenwicht te bewaren? Wat is isolationisme? Waardoor raakte het machtsevenwicht in Europa verstoord? Waarom zorgde het aantreden van Wilhelm II voor een verdere verstoring van het machtsevenwicht? Welke 2 machtsblokken ontstonden rond 1900? Wat had de vlootwet voor invloed op Groot- Brittannië? Wat voor rol speelde de Balkan in dit verstoorde machtsevenwicht? Aanleiding tot de oorlog Wat was de directe aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog? Hoe probeerden de Centralen een twee- frontenoorlog te voorkomen? Oorlog vanuit de loopgraven Leg uit hoe het kenmerkend aspect “Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering” past bij de opmars van de Duitsers door België? Waarom kun je zeggen dat de landen niet waren voorbereid op een langdurige oorlog. Het laatste oorlogsjaar Wat hield de vrede van Brest- Litovsk in en welke gevolgen had deze voor het westfront? Welke redenen hadden de VS om deel te nemen aan de oorlog? Welke gevolgen had de deelname van de VS voor het verloop van de oorlog? Wraak in Versailles Leg uit hoe Europa er voor stond direct na WOI. Waarom staat “vredesverdrag” tussen aanhalingstekens? Aan welke afspraken moest Duitsland gaan voldoen volgens het Verdrag van Versailles? Wat hield de Volkenbond in? Waarom bleef de Volkenbond een zwakke organisatie? Noem een Verschijnsel, Ontwikkeling, Gedachte, Gebeurtenis en een Persoon bij het kenmerkend aspect: Het voeren van twee wereldoorlogen & Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering Eindexamenvragen Opdracht 7 voorbeeldvraag uit de syllabus CSE 2015 Twee interpretaties: De Vlootwet die in 1898 door de Rijksdag werd aangenomen, kan gezien worden als: een gevolg van de Weltpolitik van Wilhelm II en één van de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog. Vraag: Ondersteun beide interpretaties. Opdracht 10 (tijdvak 1, oude programma) Bron: Viktoria Louise von Hohenzollern, de dochter van keizer Wilhelm II, schrijft in haar memoires over een gebeurtenis die zich afspeelt op 25 november 1914 in het Duitse hoofdkwartier in Charleville (Frankrijk). Vader sprak tijdens het eten over het nieuws van de ondergang van het Engelse slagschip Audacious, dat op een Duitse mijn was gelopen. Een van de aanwezigen merkte op, dat het maar een haar gescheeld had, of ook het passagierschip Oceanic, een van de Engelse zeereuzen, was op een mijn gelopen. Vader antwoordde: "God zij dank, is dat niet gebeurd." Toen hij zag dat zijn woorden zijn gesprekspartner verbaasden, ging de keizer rechtop zitten en zei met klem: "Denkt er altijd aan, mijne heren, dat ons zwaard onbezoedeld moet blijven. Wij voeren geen oorlog tegen vrouwen en kinderen. Wij zullen de oorlog fatsoenlijk voeren; het geeft niet wat de anderen doen. Houdt daar rekening mee.” Uit dit fragment blijkt dat keizer Wilhelm een onrealistisch beeld geeft van de oorlogvoering in de twintigste eeuw. Toon dat aan. Opdracht 11 (tijdvak 1, oude programma) Gebruik de bron uit de vorige vraag Stel: je doet een onderzoek naar het lot van vrouwen en kinderen in de Eerste Wereldoorlog. Na bestudering kom je tot de conclusie dat deze bron niet betrouwbaar genoeg is en dat je beter andere bronnen kunt zoeken. Licht dit toe door: uit te leggen waardoor deze bron niet betrouwbaar genoeg is en (zonder bron) twee soorten primaire bronnen te noemen en per bron uit te leggen waarom die wel betrouwbaar genoeg zou zijn voor je onderzoek.