 
                                “It is possible to fly without motors but not
without knowledge and skill “ ( Wilbur Wright)
2. Internationale handelspolitiek
2.1 Begrippen
2.1.1 Handelspolitiek
beleid van de overheid met als doel het beïnvloeden van de omvang,
waarde, structuur van in/uitvoer
- uitvoer:
export uitbreiden (grote afhnkelijkheidscoëfficiënt.- open
economie); samenstelling verbeteren
- invoer: beperken of zelfs verbieden
- Concreet: - overheidsmaatregelen
- intern. handelsakkoorden
- lid zijn van EU, WTO
2.1.2 Handelsakkoord
Overeenkomst tussen 2 of meer landen om bestaande
handelsbelemmeringen op te heffen en zo de handel te bevorderen.
Mogelijk ook bevorderen van economische en sociale ontwikkeling in
landen van het akkoord (integratieakkoord)
2.1.3 Handelsbelemmeringen
 handelsrechten: lasten bij in/uit/doorvoer (vb in auto)
 kwantitatieve: in/uitvoerbeperking of verbod
 kwalitatieve: overdreven normen inzake kwaliteit, techn. kenm,
gezondheidsnorm
 administratieve: te uitgebreide, ingewikkelde adm. procedures
Buitenlandse handel Temmerman Walters
/Haesaerts Werner
Aj 2002 - 2003
1/15
2.2 Soorten akkoorden
2.2.1 Integratieakkoorden
Doel is ruimer dan de handel te bevorderen; ook de afschaffing
handelsbelemmeringen; soms ook samenwerking op economisch, sociaal,
industrieel, financieel vlak
2.2.1.1 vrijhandelsassociatie (free trade association/area)
- vrij verkeer van goederen (afschaffing van invoerrechten en kwant. handelsbelemmeringen
= zichtbare belemmeringen)
- elk lid heeft eigen onafh. ivm handelspolitiek tov 3e (niet-lid) land (geen gemeenschappelijk
buitentarief)
vb : EFTA of EVA (european free trade ass.)
NAFTA (North-Amer FTA): USA, Canada, Mexico
FTAA (FTA of America’s): 34 Noord en Latijnsamer.landen
2.2.1.2 Douane-unie (tolunie, customs union)
- vrij verkeer goederen
- uniforme handelspolitiek tov 3e landen; een gemeenschappelijk buiten tarief (GBT)
vb : Benelux
2.2.1.3 Gemeenschappelijke markt (common market)
- vrij verkeer van goederen
- gemeenschappelijk handelspolitiek tov 3e (+ GBT)
- vrij verkeer diensten en productiefactoren (kapitaal en arbeid)
vb EGKS, EEG, EG
2.2.1.4 Economische Unie (economic union)
- vrij verkeer van goederen
- gemeensch. handelspol. + GBT
- vrij verkeer van diensten, kapitaal, arbeid
- geharmoniseerd econ. beleid binnen elk lid (fiscaal, industrieel, landbouw, energie, vervoer,
prijsbeleid)
vb: BLEU, EU
Buitenlandse handel Temmerman Walters
/Haesaerts Werner
Aj 2002 - 2003
2/15
2.2.1.5 Monetaire unie ( monetary union)
- vrij verkeer goederen
- gemeensch. handelspolitiek + GBT
- vrij verkeer diensten, kapitaal, arbeid
- geharmoniseerd econ beleid
- geharmon monetair beleid (intrest politiek, kredietpol, vaste wisselkoers of zelfs gemeensch
munt)
vb: BLEU, EU (1 munt, beleid is betrachting)
2.2.2 Andere handelsakkoorden
- preferentiële handelsakkoorden: vrije handel voor bepaalde producten, door wederzijdse
afschaffing van rechten en kwantitatieve beperking
Andere vorm: bilateraal associatieakkoord want een wederkerig akkoord; vb : EU met EVA
voor groot aantal goederen
- associatie akkoorden: enkel door EU afgesloten, niet-wederkerig handelsakkoord of
unilateraal associatieakkoord; VB EU met 77 arme landen
Buitenlandse handel Temmerman Walters
/Haesaerts Werner
Aj 2002 - 2003
3/15
Schema: Economische integratievormen
Buitenlandse handel Temmerman Walters
/Haesaerts Werner
Aj 2002 - 2003
4/15
2.3 Europese gemeenschap
2.3.1 EGKS: (°9/5/50) – 6 landen
-vrij verkeer steenkool, ijzer en staal
-regelmatige bevoorrading en stabiele prijzen
-gezonde concurrentievoorw. door openbaar gemaakte prijzen en afschaf
monopolie
- beter arbeids-, levensvoorw voor de sector
- grondslag voor econ. eenmaking; politieke eensgezindheid
2.3.2 Europ. Gemeensch (°25/3/57) (+ Euratom = atoomenergie)
- 6/7/67 worden EGKS, Euratom, EEG een geheel: EG (Europ. Gemeen)
- doel EG: econ. Integratie voor verhoging van welvaart, welzijn van de
inwoners. Na de oliecrisis (’70) en crisis USD, werd monet.unie
noodzakelijk geacht. 1987 werd Europ. Akte van kracht met doel: een
interne markt, vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal, sociaal,
regionaal beleid, R en D, milieubeleid, buitenl. beleid en muntbeleid.
Enkel voor belangrijke beslissing is unanimiteit vereist (1 lidstaat kan een
akkoord blokkeren); voor ander enkel de meerderheid (62 op 87 stemmen)
2/5/92 akkoord met de EFTA voor econom. ruimte (EER) voor vrij verkeer
van goederen, diensten, arbeid, kapitaal, en stimuleren van samenwerking
onderwijs en milieu; voorkomen van handelsbelemmeringen.
1/1/93 verdrag van Maastricht voor monetaire unie allen ondertekend op
1/11/93 is het ontstaan van EU
Buitenlandse handel Temmerman Walters
/Haesaerts Werner
Aj 2002 - 2003
5/15
2.3.2.3 EU – beslissingsstructuur ( zie p 38)
= Ministerraad: politiek beleidsorgaan, nemen beslissingen op voorstel
EuropeseCommissie
= Europees parlement, maakt de Europese wetgeving
= Europese Commissie , formuleert een voorstel
- ministerraad bestaat uit 1 minister uit elke lidstaat;normaal is dit de Min
Buitenl, Min fin maar kan voor bepaalde onderwerpen iemand anders zijn.
om de zes maand heeft een land het voorzitterschap.
- Europese commissie: uitvoerende macht, bezit initiatiefrecht (voorstel);
20 leden uit 15 landen; commissieleden treden onafh. op (tegenover eigen
regering als tegen raad). Benoemd tot comiss. voor 5 jaar met een bepaalde
bevoegdheidsgebied; beheert het EU-budget, beheer en uitvoering
comm.voorschriften; vertegenw. EU bij UNO, WTO
- Europ. Parlement (= algem. Vergadering)
Stelt europ. wetgeving op; wordt rechtstreeks verkozen door volk om 5
jaar; wetgevende bevoegdheid, budgetrecht, controle bevoegdheid;
In min of meer grote mate van
wetgevingsbevoegdheid is afhankelijk van de materie (zie boek
p 35) waarover beslist moet worden
budgetrecht : keurt begroting goed opgesteld door commissie;
beslist over niet-verpl uitgaven (verplichte uitg. bevoegdheid
van min.raad)
controle : op andere organismen van de EU
- econ. en sociaal comité: adviesorgaan van commissie, bestaande uit
vakbonden, WG, consumenten, KMO..
- hof van justitie: controle op wettelijkheid van besluiten min.raad, waakt
over naleving van communautair recht
Opm.:
Europese top: regeringleiders van lidstaten die samenkomen op
europ. beleidslijnen te bepalen,
Raad van Europa: 32 europ. landen die onderling samenwerken
op soc., econ., cult, wetensch, jurid, admini vlak
Buitenlandse handel Temmerman Walters
/Haesaerts Werner
Aj 2002 - 2003
6/15
2.3.2.4 Enkele werkingsorganen
- Europese Investeringsbank bank (EIB): doel evenwichtige ontwikkeling
in EU door geven van leningen en waarborgen voor projecten welke als
doel hebben: moderniseren, omschakelen van ondernemingen ; van belang
zijn voor meerdere lidstaten; stimuleren van ontwikkeling in bepaalde EU
gebieden
- Europees Ontwikkelingsfonds ( EOF) beheert fin. middelen van EU die
als doel hebben ontw.programma's te ondersteunen. ahv subsidies voor
econ. en soc. projecten in ontw.landen die met EU samenwerken
- Europese oriëntatie en garantiefonds voor landbouw (EOGFL) financiert
de kosten om landbouwprijzen te waarborgen
- Europese Centrale Bank (ECB): de ECB + de CB van 15 lidstaten
vormen het E.stelstel van Centrale banken (ESCB)
De ECB heeft 6 leden + Centrale banken van EMU-landen (12
gouverneurs) en hebben allen 1 stem. Samen vormen ze het Eurosysteem
Taken van het Eurosysteem:
 monetair beleid in EU
 uitvoeren valutatransacties + beheren deviezenreserve Eurogebied
 bevorderen van vlotte samenwerking van
betalingssysteem
 uitgifte bankbiljetten
 beleid inzake banktoezicht
 statistische informatie
- Comité van de Regio’s: advies aan commissie en raad over voorstellen
met lokale of regionale implicaties
2.3.2.5 Uitvoeringsmiddelen
o Verordeningen (=wet): algemene strekkingen, zijn bindend
voor alle lidstaten
o Richtlijnen: zijn doelstellingen; zijn van toepassing op landen
waar ze betrekking op hebben. De nationale overheid kiest vrij
de middelen om het resultaat van de richtlijn te bereiken
o Beschikkingen: bindend voor degene tot wie ze gericht zijn
(regering, onderneming of groep mensen)
o Aanbevelingen en adviezen: zijn niet bindend
Buitenlandse handel Temmerman Walters
/Haesaerts Werner
Aj 2002 - 2003
7/15
2.3.3 Hoe ver staat de EU
2.3.3.1 als douane-unie:
belemmeringen :
- geen onderlinge douanerechten, 1 GBT
- geen kwantitatieve beperkingen
- geen grenscontrole meer inzake BTW
- ontbreken harmonisatie accijnstarieven
- controle (bescherming consumenten, gezondheid, veiligheid)
aan vroegere grenzen zijn nu verplaatst naar binnenland
- voor sommige goederen toch grenscontrole
(afval)
- nog discriminerende staatshulp
- nog verboden staatsmonopolies
2.3.3.2 als gemeenschappelijke markt
- nog geen gemeenschappelijk visum beleid (is doel van
Schengenakkoord)
- wel vrij verkeer van werknemers
- een deel van overheidsambten zijn toegankelijk voor alle EG burgers
- vrij vestigen van gepensionn. en studenten op voorwaarden dat ze
voldoende bestaansmiddelen en ziekteverzekering hebben.
- vrij verkeer van kapitaal, geen wisselcontroles
- vrij verkeer diensten is niet steeds mogelijk door uitblijven erkenning
diploma's, vestigingswetgeving en verschil in vennootsch. en
handelsrecht
2.3.3.3. als economische unie
- voor landbouw: gemeenschappelijke politiek
- gemeenschappelijk industrieel beleid is in beginstadium
- gemeen. energiebeleid : moeizaam
- gemeen. prijsbeleid : bijna niets
- gemeen. vervoerbeleid : inzake wegvervoer (= transport) is een
nationale vervoervergunning voldoende; er is voor deze sector een
gemeen. techn. en sociaal beleid; cabotage (is vervoer tussen 2 plaatsen
in 1 land door buitenlandse vervoerder) is vrij binnen de EU
- gemeen. fiscaal beleid voor BTW wel een gemeen. beleid; geen
eenvormig tarief voor accijns wel overeenkomst over de producten
onderhevig aan accijns
- gemeen. milieubeleid : is nog beperkt
2.3.3.4 als monetaire unie
fasen :
- Europees monetair systeem (EMS) met als doel stabiele wisselkoersen met als spilmunt de
ECU
- (6/1998) monetaire samenwerking wordt uitgebreid tot Europ. monetaire unie (EMU) door
een eenheidsmunt in te voeren (€) en dit in fasen
- Verdrag van Maastricht (1991): aanpassen van eigen econ. beleid van elke lidstaat om
ontstaan vd € mogelijk te maken (inflatie, gezonde overheidsfin., muntstabiliteit)
- Europese top van Madrid ('95): verder praktisch scenario
- bepalen van Eurolanden en vastleggen van onderlinge wisselkoersen
- 1/1/99 definitieve koers van EMU-valuta tov € (Zweden en GB verlaten het systeem)
Buitenlandse handel Temmerman Walters
/Haesaerts Werner
Aj 2002 - 2003
8/15
- 1/1/01 Griekenland treedt toe
- invoer € in 1/1/02
2.3.3.5 Toekomst: verder werken aan
- harmoniseren ( door Europ. normen) vb: zwangerschapsverlof
- erkennen van elkaars regels en normen (fytosanitaire normen)
- dereguleren om vrije concurrentie mogelijk te maken
2.3.4 Relatie van EU met 3e landen
2.3.4.1 Unilateraal associatieakkoorden met ACP-landen: bestaan enkel in
de EU; Niet-wederkerige akkoorden met ACP(African, Caribean en Pacific
Countries). Na dekolonisatie wou de EU deze landen verder helpen bij
hun sociaal-econ. ontwikkeling door aan deze landen handelsvoordelen toe
te kennen.
Vormen van hulp:
- vrije invoer (geen invoerrecht, geen kwantit. beperkingen) van
industr. producten, grondst. en bepaalde landbouwprod. uit deze
streken in de EU
- de EU landen hebben het statuut van "meest begunstigde natie" =
als een ACP land een handelvoordeel toekent aan een andere land
dan wordt dat ook toegekend aan de EU
- EU verleent financiële hulp (EOF geeft subsidies, de EIB geeft
leningen tegen marktrente met verlaging door subsidies van EOF)
- tussenkomst STALEX (systeem voor stabilisatie van
exportopbrengsten) voor landbouwprod.; SYSMIN voor mijnbouw.
Dit is een financiële compensatie voor de exportinkomsten uit
landbouw en mijnbouw als deze abnormaal laag uitvallen (lagere
prijzen, slechte oogsten)
Buitenlandse handel Temmerman Walters
/Haesaerts Werner
Aj 2002 - 2003
9/15
2.3.4.2 preferentiële handelsakkoorden (bilaterale associatieakkoorden)
- met EFTA: volledig vrije invoer van industr. producten; deze akkoorden
(wederzijds) zijn uitgebreid tot EER
- met Turkije: bijna een douane-unie met afbraak van tarifaire en niettarifaire belemmeringen
- met sommige Middell.-zee gebieden: vrije invoer in EU van bepaalde
industr.producten (uitz textiel) en bep. landbouwproducten met een
voorkeursbehandeling; gebieden zijn MAGHREB (Algerije, Marokko,
Tunesië); MACHRAK (Egypte, Jordanië, Libanon en Syrië); andere
(Cyprus, Malta, Israel, Palestina,
- met VISEGRAD: (Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije)
- met Roemenië, Bulgarije, Slovenië, Baltische staten, Kroatië, Bosnië,
Herzegovina, Mexico
- met Polen, Hongarije voor reorganisatie economie (PHARE) door
leningen EIB
- met GOS om overgang naar markteconomie te vergemakkelijken ( ahv
giften)
- deelname in Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling welke
leningen verlenen aan Oost- en Centraal Europa
- met ALA (Azië en Latijns-Amerika): financiële overeenkomsten met
subsidie voor ondernemingen die daar iets willen starten
2.4 Andere vormen van economische integratie
2.4.1 BLEU: is economische unie (°1922)
- afschaffing van de tolgrenzen
- identieke voorschriften inzake douane ( en sommige accijnzen),
geen douanedoc. voor wederzijdse handel
- gemeenschappelijk afgesloten internationale verdragen
- alle onderdanen hebben zelfde voordeel inzake verkeer, verblijf en
uitoefenen van econom.activiteit
- gecoördineerd beleid inzake econom., financiën en sociaal
- een wisseleenheid, zelfde wisselreglementering vastgelegd door
BLWI (1BEF=LUF)
- de pariteit van de BEF en de LUF tov 3e valuta wordt door
wederzijds akkoord vastgelegd
- gemeensch. deviezenreserve gehouden bij de NBB met 1 monetair
politiek voor beide landen
- voor de commun. en econom. belangen te behartigen in buitenland
doet Luxemburg beroep op Belg. diplomaten en consuls aldaar
Buitenlandse handel Temmerman Walters
/Haesaerts Werner
Aj 2002 - 2003
10/15
2.4.2 Benelux (°1948) = econom.unie
- gemeensch. visumbeleid
- eengemaakt douanegebied; uniform douanevoorschrift
2.4.3. EFTA of EVA (°1960)
- Noorwegen, Zweden, Finland, IJsland, Oostenrijk, Zwitserland,
Liechtenstein
- Finl, Oost, Zw. zijn bij de EU en hebben de EVA verlaten
- vrijhandelszone door afschaffing invoerrechten en opheffing
kwantitatieve beperkingen
- uiteenlopende buitentarieven tov niet-leden
- vrij verspreide geografische ligging met verschillende peil van
econ. ontwikkeling
2.5 Andere vormen van Internationale samenwerking
2.5.1 WTO-GATT
GATT (°1947) met als doel liberalisering internationale handel om
welvaart in alle landen te verhogen
Vervangen door WTO (°1995) (world trade organisation) die een
permanente organisatie is. De overeenkomst voor WTO zijn bindend voor
alle leden.
Werking : - wegwerken van handelsbelemmeringen
- afschaffing niet-tariefaire maatregelen
- invoerrechten zijn enig middel om binnenl. markt te
beschermen
- afbouw bestaande tarieven
- geen invoer van nieuwe handelsbelemmeringen
principe van onderhandelen (bij GATT)
- non-discriminatie (clausule meest begunstigde natie) het
laagst toegepaste tarief moet ook aan alle andere toegepast
worden
- wederkerigheid bij tariefverlaging: een lagere inovertarief
staat gelijk aan een lagere uitvoertarief
Om ontwikkelingslanden te steunen: ASP (algemeen systeem van
preferenties) industr. producten uit ontwikkelingslanden genieten van een
verlaagd invoertarief (soms 0 tarief)
Buitenlandse handel Temmerman Walters
/Haesaerts Werner
Aj 2002 - 2003
11/15
2.5.2 IMF (internationaal monetair fonds)
(° Bretton Woods, 1944)
Om economisch herstel aan te zwengelen wenste men door middel van vlot
betalingsverkeer de internationale handel terug op te bouwen. De
internationale monetaire samenwerking werd bevorderd door:
- internationaal overleg over monetaire problemen
- bevorderen van vrij internationaal betalingsverkeer
- middelen verschaffen aan landen met betalingsbalansprobleem en
lage econom.ontwikkeling
- wisselkoersstabiliteit
De stabiele wisselkoersen (max 1% afwijking van een spilkoers) hield
stand tot 1971 met de crisis van de USD. Het EMS nam de werking van de
stabiele wisselkoersen over.
Buitenlandse handel Temmerman Walters
/Haesaerts Werner
Aj 2002 - 2003
12/15
Addendum Europese Monetaire Unie
Mijlpalen in het proces
Buitenlandse handel Temmerman Walters
/Haesaerts Werner
Aj 2002 - 2003
13/15
Buitenlandse handel Temmerman Walters
/Haesaerts Werner
Aj 2002 - 2003
14/15
Economisch belang EMU in de internationale handel
Buitenlandse handel Temmerman Walters
/Haesaerts Werner
Aj 2002 - 2003
15/15