Brussel 09/01/’15 Mondelinge vraag van volksvertegenwoordiger Werner Janssen aan de heer K. Peeters, Vice Eerste Minister en Minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, met betrekking tot de goedkope import van roestvrij staal uit China en Taiwan in Europa en de gevolgen voor onze arbeidsplaatsen in België. Momenteel produceren China en Taiwan veel meer roestvrij staal dan ze zelf gebruiken. Deze overschotten worden aan dumpingprijzen die wel 20% goedkoper zijn dan het Europees geproduceerd roestvrij staal in Europa aangeboden. Met de toeleveranciers meegerekend kunnen er mogelijk tot 5000 arbeidsplaatsen op de tocht staan. In Limburg alleen al werken er 1079 mensen bij Aperam. Na de sluiting van Ford en de toeleveranciers moeten we er alles aan doen om deze werkgelegenheid hier te behouden. En dat telt niet alleen voor Limburg maar voor de hele sector in het land! U werd aangeschreven door de betreffende vakbonden om dit aan te kaarten op Europees niveau. Hieromtrent heb ik volgende vragen: 1) Heb je de desbetreffende brief reeds ontvangen? 2) Welk standpunt neemt U en de regering hierover in? 3) Overweegt U bepaalde maatregelen? Zo ja, welke? 4) Bent u van plan dit probleem op Europees niveau aan te kaarten? Hoogachtend, Werner Janssen Antwoord: 02.07 Kris Peeters, ministre: Meneer de voorzitter, geachte collega’s, ik heb vanzelfsprekend de brief van de sindicaten ontvangen. Het is goed dat meerderheid en oppositie bezorgd zijn over dit dossier. Dat zal bij iedereen die tewerkgesteld is in die sector volgens mij als zeer positief overkomen. Monsieur Friart, je constate que l'emploi direct et indirect dans le secteur atteint plus de 5 000 personnes. C'est un secteur très important, non seulement pour la Belgique, mais aussi pour la Wallonie et la Flandre. Nu kom ik even terug tot de brief. In de brief wordt gevraagd om het opleggen van Europese maatregelen tegen de massale invoer aan dumpingprijzen van inox, afkomstig uit China en Taiwan, te steunen. Voor de sector is het bepleiten van handelsbelemmerende maatregelen op Europees niveau inderdaad de beste mogelijkheid om daarop te reageren. Volgens mij moet dat ook op Europees niveau nader bekeken worden. De principes van de Wereldhandelsorganisatie dienen nageleefd te worden en de handelsverdedigingsinstrumenten zijn niet voor niets een onderdeel van het WTOverdrag van Marrakech. Bijgevolg, als er inderdaad sprake is van dumping en van ernstige schade, moeten de nodige maatregelen genomen kunnen worden. De vraag is waar wij nu staan. De heer Friart heeft al gezegd dat Eurofer op 13 mei 2014 en 1 juli 2014 een antisubsidieklacht bij de Europese Commissie heeft ingediend. De Europese Commissie is vervolgens een onderzoeksprocedure opgestart. Dat neemt wat tijd in beslag, maar het positieve is dat de Europese Commissie in februari of maart 2015 haar voorstel ter bepaling van de voorlopige maatregelen aan de lidstaten zal bezorgen en op een vergadering van de Trade Defence Committee om hun advies zal vragen. U weet dat België daar is vertegenwoordigd door een expert van de FOD Economie. Na het voorstel van de voorlopige maatregelen van de Europese Commissie zal aan de lidstaten worden gevraagd om tegen september 2015 een definitief standpunt in te nemen. Zonder al te veel op de zaak vooruit te lopen kan ik zeggen dat ik, gezien de impact dat dit dossier op de Belgische economie heeft in twee regio’s, zowel bedrijfseconomisch als sociaal, zeer gevoelig ben voor deze problematiek. Ik wacht even af wat Europa gaat voorstellen, maar ik ga ervan uit dat men maatregelen in de richting van de vragen die zijn geformuleerd zal voorstellen. De sector heeft de laatste jaren in Europa diverse herstructureringsmaatregelen doorgevoerd. De concurrentiepositie van de Belgische bedrijven werd hierdoor versterkt. Dat maakt dat wij een van de grootste producenten in Europa zijn. Het vergroot het belang van België in dit dossier. Handelsbeschermende maatregelen kunnen ervoor zorgen dat de schade die de Europese staalindustrie lijdt door dumping, wordt gecompenseerd, zodat de tewerkstelling in de betrokken sector veilig kan worden gesteld. Chers collègues, cela signifie donc que je suis favorable à défendre les mesures que vous avez lancées. Ik ga er ook van uit dat wij daarop ten laatste in september heel duidelijke antwoorden kunnen geven op Europees niveau. Voor België is het volgens mij duidelijk welk standpunt aldaar zal worden ingenomen. 02.09 Werner Janssen (N-VA): Mijnheer de minister, ik ben blij met uw uitgebreide antwoord, al denk ik dat het moeilijk is om op Belgisch niveau acties te ondernemen, aangezien u duidelijk maakt dat het eerst via Europa moet gaan en dat er een uitspraak zal komen in september 2015. Hoe jammer wij het ook vinden op het vlak van de werkgelegenheid, toch zullen wij moeten wachten tot september 2015. Op dat moment zullen wij de vragen opnieuw stellen die wij moeten stellen. Ik dank u.