Verslag Vlaamse werkgroep suïcidepreventie 28 april 2014

advertisement
/ verslag
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Voorzitter
Pieter Vandenbulcke
Joëlle Konings
Verslaggevers
Marian De Schryver
Datum
18.01.2016
Aanwezig
Martine Claeyssens (Pasop vzw), Katleen Peleman (Ghapro vzw)
Pieter Vandenbulcke, Joëlle Konings en Marian De Schryver (Zorg en Gezondheid)
Onderwerp
Infosessie oproep voor het sluiten van een of meerdere beheersovereenkomsten als organisatie met
terreinwerking voor seksuele gezondheid bij sekswerkers
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Agenda
1. Algemene informatie
2. Vragen
3. Belangrijke datums
1. Algemene informatie
Het doel van de oproep en de infosessie
-
-
-
Het doel van het werken met een oproep is dat organisaties die een beheersovereenkomst
ambiëren de overheid kunnen tonen op welke manier zij met hun expertise een zinvolle
invulling kunnen geven aan de voorgestelde resultaatgebieden en acties voor bepaalde
beleidsthema’s. In tegenstelling tot een overheidsopdracht is het dus niet de overheid die
vooraf in detail beschrijft welke activiteiten en acties moeten uitgevoerd worden. De oproep
geeft de minimale vereisten en krijtlijnen weer, het is aan kandidaten een concrete invulling
voor te stellen.
Dit is het enige moment waarop Zorg en Gezondheid vragen beantwoordt over deze oproep.
Na deze sessie kunnen wij geen andere, individuele vragen meer beantwoorden.
Tijdens de infosessie zal enkel geantwoord worden op vragen die betrekking hebben op de
oproep. Zorg en Gezondheid maakt een verslag van wat besproken wordt tijdens de infosessie
en plaatst dit verslag op haar website en bezorgt het per mail aan alle aanwezigen, die hun
mailadres achterlieten.
Indien het agentschap op bepaalde vragen die tijdens de infosessie worden gesteld geen
sluitend antwoord kan bieden, zal het agentschap een antwoord op deze vragen bijvoegen aan
het verslag van de infosessie.
2
-
In het dossier dat ingediend wordt voor de oproep, dient gebruik gemaakt te worden van het
sjabloon begroten jaarplan en begroting meerjarenplan (zie bijlage).
Het verslag van de infosessie wordt ten laatste op 22 januari 2016 op de website van Zorg en
Gezondheid geplaatst.
De deadline voor het indienen van dossiers is 8 maart 2016. Het is uitermate belangrijk om
deze deadline te respecteren. Dossiers die later worden ingediend, kunnen niet meer worden
opgenomen in de procedure.
2. Vragen over de oproep
 Mededeling over de versie van de oproep
Door omzettingen van oude naar nieuwe website zijn er 2 versies van de oproep in de omloop en
werken ook sommige linken niet meer. De versie met 457.000 euro als budget is de juiste. Dit zal
aangepast worden op de website. De linken zullen nagekeken worden.
 Wat is in het bedrag 457.000 euro inbegrepen? Gesco? Via-middelen?
457.000 euro is het maximum bedrag voor deze oproep.
De eventuele middelen toegekend in het kader van Vlaamse interprofessionele akkoorden, de
‘tewerkstellingsmaatregel in de sociaal-culturele sector’ en de ‘GESCO-regeling’ die van kracht zijn op
het moment van het lanceren van de oproep zijn inbegrepen in deze subsidie.
Opgelet: Er staat een fout in de oproep onder punt 6. Hoe wordt/worden de
beheersovereenkomst(en) gesubsidieerd?
De eventuele middelen toegekend in het kader van Vlaamse interprofessionele akkoorden, de ‘Sociale
Maribel’, de ‘tewerkstellingsmaatregel in de sociaal-culturele sector’ en de ‘GESCO-regeling’, die van
kracht zijn op het moment van het lanceren van de oproep zijn inbegrepen in deze subsidie.
Deze bovenstaande paragraaf moet worden vervangen door:
De eventuele middelen toegekend in het kader van Vlaamse interprofessionele akkoorden, de
‘tewerkstellingsmaatregel in de sociaal-culturele sector’ en de ‘GESCO-regeling’, die van kracht zijn op
het moment van het lanceren van de oproep zijn inbegrepen in deze subsidie.
Aangezien de ‘Sociale Maribel’ een federale bevoegdheid is en blijft en deze middelen dus niet
overkomen naar Vlaanderen.

Wie kan zich kandidaat stellen? Hoe kunnen verschillende organisaties gelijkwaardig zichtbaar
zijn in de beheersovereenkomst, ook als die met slechts 1 organisatie wordt gesloten?
De oproep geeft verschillende mogelijkheden om in te dienen, het is aan de kandidaat om te
overwegen hoe in te dienen. Er kan gekozen worden voor een consortium, dus een groepering van
organisaties, die dan 1 penvoerende organisatie kiezen voor het sluiten van de beheersovereenkomst. De naam van de groepering kan bv. de naam van beide organisaties bevatten. Er is
geen hiërarchie onder de organisaties binnen die groepering, zowel de ‘grotere’ als de ‘kleinere’
organisatie kan penvoerderschap op zich nemen.
 Wat gebeurt er met reserves die door vroegere begunstigde werden opgebouwd?
De regelgeving van het BVR PO en OT is van kracht. Het betreft één reserve, die van Pasop vzw, ook
al werkte deze in nauwe samenwerking met Ghapro. Reserves blijven bij de werking naar
sekswerkers, en moet dienen om de werking verder te zetten, los van het feit met wie de
beheersovereenkomst zou gesloten worden. Reserves kunnen overgedragen worden met in acht
name van de limieten uit de regelgeving, deze worden toegevoegd aan de forfaitaire subsidie. Als
/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
18 januari 2016
Infosessie oproep 2015
3
een andere organisatie dan de oorspronkelijke organisatie met terreinwerking de
beheersovereenkomst sluit, zal een reserveoverdracht naar die nieuwe organisatie plaatsvinden.
 Hoe communiceren betreffende een nieuwe naam van de organisatie met terreinwerking?
In de toekomst kan eventueel geëvolueerd worden naar een nieuwe naam, bv. via het uitwerken van
een eigen communicatieplan of een gemeenschappelijke website.
Belangrijk is dat nagedacht wordt over de optimale structuur van de organisatie met oog voor een
goede service aan de sekswerkers: zo toegankelijk mogelijk, zoveel mogelijk bereik, zoveel mogelijk
nieuwe sekswerkers naast behoud gekende sekswerkers. De nieuwe structuur die de kandidaat zou
voorstellen, mag zeker niet ten koste gaan van de kwaliteit van de terreinwerking. Een structuur mag
geen dergelijke kost meebrengen dat de doelgroepen niet meer optimaal bediend worden.
Kandidaten argumenteren best waarom hun voorstel van structuur de meest efficiënte is.

In hoeverre moeten inkomsten van derden, zoals vanuit federale en gemeentelijke overheden,
vermeld worden?
Alle inkomstenstromen en uitgaven moeten in de begroting en de afrekening weergegeven worden,
dus ook de inkomsten van derden. Dit is zeer belangrijk en is bepaald in enerzijds het BVR PO en OT
en anderzijds in de oproep, geaccentueerd door de vermelding “Optimale co-financiering federaalVlaams-lokaal in functie van optimale complementariteit van ieders bevoegdheden”. De Inspectie
van Financiën zal immers in het bijzonder waken over dubbele financiering.
Kandidaten worden geadviseerd om in de kandidatuur te verduidelijken hoe inkomsten van derden
gegenereerd worden, hoe ze berekend worden, of ze ad hoc of structureel zijn, voor welke uitgaven
welke inkomsten worden ingezet, enz.
 Kan de rechtspersoon wijzigen tijdens de loop van de beheersovereenkomst?
Het is de bedoeling om voor 5 jaar in zee te gaan met een nieuwe organisatie met terreinwerking.
Wijzigingen in rechtspersoon die niet strikt noodzakelijk zijn voor een goede terreinwerking, worden
tijdens die erkenningsperiode afgeraden. De aanwezigen vermelden dat deze vraag kadert in de
mogelijke plannen vanuit de federale overheid om meer te werken met Stichtingen van Openbaar
Nut. De Vlaamse overheid volgt met deze oproep bestaande regelgeving, anticiperen op mogelijke
federale beleidsinitiatieven is voorbarig.
 Hoe moeten de doelgroepen in het voorstel verwerkt worden? (pag. 4 van oproep)
De voornaamste doelgroepen zijn natuurlijk de sekswerkers in Vlaanderen en tevens indirect de
klanten van die sekswerkers. Omdat iedereen vandaag of morgen kan overwegen sekswerker, dan
wel klant te zijn, is ook de algemene bevolking doelgroep van de organisatie met terreinwerking die
we zoeken, misschien niet in de face to face contacten, maar wel via website of andere kanalen. Ook
de Vlaamse overheid is doelgroep, aangezien de organisatie met terreinwerking omwille van haar
expertise zal worden gevraagd naar adviezen rond sekswerk, input voor IKW’s, parlementaire vragen,
perscontacten, enz.
De relevante partnerorganisaties kunnen zijn PO Seksuele Gezondheid voor aansluiting bij werking
naar algemene bevolking, PO Algemene Gezondheidsbevordering voor aansluiting bij bv.
kadermethodiek Gezonde Gemeente, PO Domus Medica voor aansluiting bij huisartsenwerking, enz.
Belangrijk hierbij is een vernieuwend voorstel in te dienen waarbinnen elke doelgroep haar plaats
heeft. Intermediairs moeten niet dezelfde zijn als altijd, misschien zijn er nieuwe mogelijkheden.

Oproep vermeldt dat 70% moet ingezet worden op resultaatgebieden 2, 4 en 5, voor een OT is
het toch vooral resultaatgebied 5?
De oproep is geschreven aan de hand van een sjabloon voor allerlei oproepen voor PO en OT.
Vandaar dat meerdere resultaatgebieden opgenomen zijn, ook enkele die op het eerste zicht
misschien niet aan de orde zijn. Resultaatgebied 5 zal inderdaad het meest relevant zijn voor deze
/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
18 januari 2016
Infosessie oproep 2015
4
oproep. Echter, kandidaten worden uitgenodigd om ook out of the box na te denken over
mogelijkheden onder andere resultaatgebieden die de uiteindelijke terreinwerking kunnen ten goede
komen. Over de disseminatie en ondersteuning via intermediairs kan nagedacht worden met meer
intermediairs dan nu het geval is, bv. sekswerkers die zich zouden verenigen, politiediensten die
sekswerkers naar de OT toeleiden, enz.

Samenwerkingsvereisten vermelden een ‘vergaande’ samenwerking met een aantal organisaties
(pag. 9). Hoe moeten we dat opvatten?
Ook hier wordt verwezen naar het sjabloon van de oproep als reden waarom hier ‘vergaande’ staat.
Wederzijdse samenwerking is hier allicht een meer toepasselijke verwoording.
Bij universitaire centra gaat het dan o.a. over het benutten van hun expertise door de organisatie
met terreinwerking (nieuwe richtlijnen in opleidingen ook in OT toepassen,…) en wederzijds het
opnemen van dit topic in hun basisopleidingen (terreinwerk sekswerkers als casus in opleidingen,
thesisonderwerpen,…). Dit alles met het oog op een betere seksuele gezondheid van sekswerkers.

Wat wordt bedoeld onder ‘Netwerking en samenwerking’ met het vastleggen van de
samenwerkingsafspraken in een overeenkomst? (pag. 14)
Onder ‘netwerking en samenwerking’ worden enkele vragen gesteld om dit punt te kunnen staven.
Belangrijk is het oplijsten van relevante organisaties, nl. organisaties waarmee daadwerkelijk
samengewerkt wordt met het aangeven van hun rol en de onderlinge afspraken.
Het is mogelijk dat het informele, nog niet geformaliseerde contacten betreft. Kwaliteit is
belangrijker dan kwantiteit. Realistische, geloofwaardige samenwerking beschrijven is beter dan
zeggen met wie je zou kunnen samenwerken. Een getekende overeenkomst is niet noodzakelijk
bewijs van goede samenwerking.
 Is er een indexering voorzien?
Ja maar niet in het 1ste werkingsjaar, wel vanaf het 2de jaar.
 Waar moet bij de meerjarenbegroting voor de loonberekening rekening mee gehouden worden?
Bij de loonberekening moet rekening gehouden worden met anciënniteit, berekend aan loon van dit
jaar.

Hoe moeten we de begroting (meerjaren- en jaarbegroting) opmaken en de 70% verdeling van
de middelen weergeven?
Zorg en Gezondheid stelt een sjabloon voor jaarbegroting en meerjarenbegroting ter beschikking (zie
bijlagen). Daarin kan een begroting per resultaatgebied opgenomen worden voor het eerste jaar,
met bijkomend meer in detail de berekeningen betreffende de externe financieringen en de uitgaven
daarrond. Dergelijke begroting wordt op die manier gelijkaardig aan de verantwoording opgemaakt.
In de meerjarenbegroting is het voldoende om totalen op te nemen. Dit laat Zorg en Gezondheid toe
om de 70% regel na te kijken.
De opsplitsing per provincie, belangrijk tijdens de opstartfase van Pasop vzw is niet meer nodig.
Informatie over bereikte sekswerkers en de evoluties daarin op niveau van de provincie wordt
verduidelijkt in de inhoudelijke verslaggeving.
3. Overzicht van de belangrijkste data in de procedure
Deadline indienen voorstel:
8 maart 2016
Feedbackmoment:
ntb
Definitief voorstel:
ntb
/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
18 januari 2016
Infosessie oproep 2015
Download