BEVESTIGING EN KRITIEK 1. BEVESTIGING Bevestiging is het gebeuren waarbij mensen elkaar waardegevoel schenken en van elkaar waardegevoel krijgen. Bevestiging schenken, is iemand laten voelen dat hij er mag zijn en dat hij waardevol is voor jou. Gemis en tekort aan waardegevoel betekent het tegendeel. Dat heeft allereerst gevolgen voor het beeld dat de onbevestigde persoon heeft van anderen. Het 1 uitblijven van bevestiging kan bij hem de overtuiging wekken dat de andere voor hem een kwaad is. Zo kan hij de vijand worden voor de anderen. Hij kan ook tegen hen tekeergaan. Agressief gedrag, pesterijen en vandalisme zijn daarvan de uitlopers. Dat vernietigend gedrag is dan een schreeuw om bevestiging. De kans is groot dat dit verdwijnt als hij mag ervaren dat hij er als persoon mag zijn. Tekort aan bevestiging heeft ook gevolgen voor het beeld dat iemand van zichzelf heeft. Wie niet ervaart dat anderen hem de moeite waard vinden zoals hij is, voelt zich niemand. Dit kan leiden tot het gebruik van pepmiddelen, alcohol en drugs. In het ergste geval kan het leiden tot zelfvernietiging. 2. KRITIEK Vaak hebben mensen een klaardere kijk op anderen dan op zichzelf. Daarom valt er van het oordeel van anderen wel iets te leren. Een mens is nu eenmaal niet volmaakt. Vanaf zijn geboorte tot aan zijn dood is iedereen geroepen om te groeien, meer mens te worden. En zonder kritiek geen vooruitgang! Maar dat is niet altijd zo, want er is kritiek en kritiek. Kritiek kan bij de ontvanger op verschillende manieren overkomen. Veel hangt af van de aard van de kritiek, de gerichtheid, de omstandigheden waarin kritiek gegeven wordt, de bron van kritiek en de persoon die de kritiek moet verwerken. Aard: Er is niet alleen positieve en negatieve kritiek; ook de wijze waarop kritiek geuit wordt, kan heel verschillend zijn. Alles staat of valt soms bij een scherpe of voorzichtige manier waarop je 2 kritiek geeft. Gerichtheid: Als je iemand waardeert voor wat hij als persoon is, ontken je daarom de gebreken van die persoon niet, of blijf je niet blind voor de tekorten. Zo kan kritiek gericht zijn op het doen en denken van iemand of op een deelaspect van zijn persoon. Wie echter iemand in zijn hele persoon veroordeelt, kan veel schade berokkenen. Omstandigheden: Kritiek kan ook erg ongelukkig overkomen als je geen oog hebt voor de omstandigheden. Wie bijv. in een rouwproces zit, kan misschien best voor een tijd van kritiek gespaard blijven. Nog een omstandigheid: Kritiek krijgen met vele andere mensen erbij of errond komt heel anders over dan iemand onder vier ogen op zijn fouten of tekorten wijzen. Bron: Wie de kritiek geeft: Kritiek van een ouder of een leraar kan wellicht heel anders overkomen dan dezelfde kritiek van een klasgenoot of een vriend(in). De persoon die kritiek krijgt: De ene persoon kan gemakkelijker kritiek verdragen dan de andere. Dat hangt onder meer af van: - het karakter van iemand (gevoelsmensen t.o.v. heel nuchtere mensen) - het basisvertrouwen dat iemand wel of niet van kleinsaf ontwikkeld heeft Basisvertrouwen Basisvertrouwen is het gevoel dat het leven goed is, dat je er mag zijn zondermeer. Deze basis wordt gelegd in de eerste levensjaren door de opvoeding. 3 Deze basis is later het fundament om ook op je zelf te vertrouwen en op anderen. Zo kan je kritiek beschouwen als een hulp om beter te worden. Zonder basisvertrouwen wordt kritiek ervaren als een aanval waartegen je je moet verdedigen. Het Johari-raam Het Johari-raam schetst op welke vlakken feedback kan gegeven worden. Afhankelijk van het vlak zal deze feedback (! Zowel kritiek als bevestiging!) beter of minder aanvaard worden. Gekend aan mezelf Ongekend aan mezelf Gekend door anderen Vrije ruimte Blinde vlek Ongekend door anderen privé ? BESLUIT Goede feedback bestaat uit een evenwicht tussen bevestiging en kritiek. Beide moeten oprecht zijn en verantwoord (= een goede reden hebben). Verantwoorde kritiek houdt rekening met vijf factoren: aard, omstandigheden, bron, gerichtheid en basisvertrouwen. Feedback zal altijd beter aanvaard worden in de ‘vrije ruimte’. Ook daar houden we best rekening mee. 4 3. JEZUS BEVESTIGT MENSEN Kom uit je boom, Zacheüs! 1. Hij kwam in Jericho en trok door de stad. 2. Daar was een man die Zacheüs heette. Hij was een oppertollenaar en hij was rijk. 3. Hij wilde wel eens zien wat Jezus voor iemand was, maar het lukte hem niet vanwege de mensenmassa, want hij was te klein van stuk. 4. Daarom rende hij vooruit en klom in een moerbeivijgenboom om Hem te zien te krijgen, want Hij zou daar voorbijkomen. 5. Toen Jezus bij die plek kwam, keek Hij omhoog en zei tegen hem: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden: vandaag moet Ik in uw huis verblijven. 6. Hij kwam vlug naar beneden en ontving Hem met vreugde. 7. Iedereen die het zag, sprak er schande van 5 ‘Hij neemt zijn intrek bij een zondenaar’, zeiden ze. 8. Zacheüs richtte zich tot de Heer: ‘Heer’, zei hij ‘hierbij geef ik de helft van mijn bezit aan de armen, en als ik iemand iets heb afgeperst, vergoed ik het viervoudig.’ 9. Jezus zei tegen hem: ‘Vandaag is er redding gekomen voor dit huis, want ook hij is een zoon van Abraham.’ 10 De Mensenzoon is immers gekomen om te zoeken en te redden wat verloren is. Lc 19, 1-10 Jezus haalt mensen ‘uit de boom’ In Jezus’ tijd telden een aantal categorieën van mensen niet (volledig) mee. Ze werden uitgesloten, gediscrimineerd of ze konden de boom in. Jezus haalt ze ‘uit de boom’. Herders Herders werden door hun leeftijdsgenoten gelijkgesteld met bandieten en bedriegers. Ze werden gemakkelijk als goddeloos beschouwd. Hoe komt dat dan? Omdat herders maandenlang in de berger verbleven, konden ze dikwijls niet deelnemen aan de diensten van de synagoge. Je kon hen dus gemakkelijk als ‘slechte’ joden beschouwen die leefden alsof er geen god was die hen tot 6 verantwoording riep. Overigens waren herders over het algemeen ruwe, potige kerels, die het desnoods met de blote hand tegen roofdieren moesten opnemen… Wat weet je van Jezus’ houding tegenover herders? Zieken en melaatsen In Jezus’ tijd werd ziekte gezien als een soort straf van God. Mensen keken misprijzend neer op zieken. Omgaan met zieken stond gelijk aan omgaan met ‘onreinen’. Melaatsen werden zelfs uit de samenleving gebannen. Ze mochten niet in een gewoon dorp leven. Daar waar ze verschenen, moesten ze met een ratelaar duidelijk maken dat ze aankwamen of ‘onrein’ roepen. Wat weet je van Jezus’ houding tegenover zieken/melaatsen? Kinderen Een kroostrijk gezin was een zegen van God: het wemelde in Palestina van de kinderen! Na hun vierde verjaardag was het bij de jongens de vader die de opvoeding op zich nam: ze leerden een beroep en ze werden ingewijd in de Thora. Vanaf het zesde levensjaar was de vader niet verplicht zijn kinderen te onderhouden. Jongens werden soms in de leer gestuurd, meisjes werden soms als slaaf verkocht. Scholen werden alleen door jongens bezocht. Jongens waren dus bevoorrecht tegenover meisjes. Toch mogen we stellen dat een kind in deze samenleving niet veel betekende. 7 Wat weet je van Jezus’ houding tegenover kinderen? Vrouwen In de oosterse landen verschilde de positie van de vrouw niet zoveel van die van een slaaf. Net zoals de slaaf hing de vrouw af van haar meester-echtgenoot. Haar plaats was thuis: daar deed ze het huishouden en paste op de kinderen. Moest een vrouw op straat komen, dan moest ze zich sluieren. De mening van vrouwen telde niet. In de synagoge had zij een tweederangsplaats. Een vrouw kon geen eigendom bezitten, dus ook niets erven. Als getuige zou zij nooit aanvaard worden in een gerechtszaal. Een getrouwde vrouw die op overspel betrapt werd, moest gestenigd worden. Wat weet je van Jezus’ houding tegenover vrouwen? Samaritanen Er is een Talmoedspreuk die zegt: een stuk brood van een Samaritaan is onreiner dan een stuk varkensvlees. Hoe kwam dat? In 721 voor Christus waren 27 290 mensen uit het Noordrijk (toen hoofdzakelijk het gebied van Samaria) naar Assyrië weggevoerd en ‘vervangen’ door volkeren uit andere bezette gebieden. Joodse priesters hielden de religieuze gebruiken in leven, maar het resultaat was een bevolking die niet meer ‘zuiver joods’ van oorsprong en tradities was. 8 Om die reden haatten de jongen deze ‘koekoeksjongen in het joodse nest’ en beschouwden ze als ‘onreinen’. Wat weet je van Jezus’ houding tegenover Samaritanen? 9 1. Wat was de taak van een tollenaar ten tijde van Jezus? 2. Waarom kon een tollenaar toen ‘de boom in’? 3. Welke maatschappelijke groepen zitten vandaag in onze maatschappij in de boom? Hoe en waarom? Omschrijf een drietal voorbeelden. 4. Welke mensen/groepen/instanties ontfermen zich over deze uitgeslotenen vandaag? Hoe doen ze dat? 10 5. Werd jij al eens uitgesloten? Waarom? Hoe? Wie haalde jou uit de boom en waarom? 6. Heb jij al eens iemand uit de boom gehaald? Waarom en hoe? 4. PROFETEN BEKRITISEREN DE SAMENLEVING Tijdens de 11de en 10de eeuw v.C. vormde het Joodse volk één koninkrijk Israël. Hun koningen waren achtereenvolgens: Saul - David - Salomo Na de dood van Salomo viel het rijk in twee delen: Noordrijk: Zuidrijk: 11 Tijdens de 7de eeuw v.C. zal Israël bezet worden door Assyrië. Een eeuw later wordt Juda ingenomen door Babylonië. Amos leeft in de 8ste eeuw, dus vlak voor de inval van Assyrië in Israël. Amos is een ongeschoolde boer uit Tekoa. God vraagt hem om naar Israël te gaan en het volk te waarschuwen: als jullie niet van gedrag veranderen, zal God jullie verlaten/straffen. Enkele citaten van Amos: Dit zegt de HEER: Misdaad op misdaad heeft Israël begaan – daarom zal ik mijn vonnis niet herroepen! Ze verkopen de rechtvaardigen voor zilver en de armen voor een paar sandalen. Ze zijn eropuit de zwakken in het stof te laten kruipen, en de machtelozen dringen ze opzij. Een zoon en zijn vader komen bij dezelfde hoer en maken zo mijn heilige naam te schande. Ze strekken zich naast de altaren uit op kleren die ze in onderpand hebben, en in het huis van hun God drinken ze wijn die als boete was ontvangen. (Am 2,6-8) Vrouwen, luister naar deze woorden! Jullie zijn als vette koeien die de berg van Samaria kaalgrazen: jullie onderdrukken de zwakken, mishandelen de armen en zeggen tegen je man: ‘Breng ons iets te drinken!’ God, de HEER, zweert bij zijn heiligheid: Weet dat de dagen niet ver zijn dat jullie als vissen met haken worden opgehaald. Eén voor één worden jullie door de bressen in de stadsmuur naar buiten gedreven en naar de Hermon weggeslingerd. Zo spreekt de HEER. (Am 4,1-3) Ik heb een afkeer van jullie feesten, ik wijs ze af, jullie samenkomsten verdraag ik niet. Ik schep geen behagen in de brand- en graanoffers die jullie mij brengen; de vetgemeste beesten van jullie vredeoffers keur ik geen blik waardig. Bespaar mij het geluid van jullie liederen; de klank van jullie harpen wil ik niet horen. Laat liever het recht stromen als water, en de gerechtigheid als een altijd voortvloeiende beek. (Am 5, 21-24) 12 Wat is een profeet? Een profeet ziet wat fout gaat in de maatschappij . De profeet weigert eraan mee te doen. De profeet roept op tot verandering. Hij voorspelt een mogelijke toekomst. Profeten, is dat iets van vroeger? Zijn dat saaie kerels? Of hebben ze toch ook iets te maken met mensen vandaag die zeggen: * Dit pik ik niet! * Ik ga in staking! * Ik protesteer! Heeft protesteren zin? Zou je zelf dat lef hebben? En waartegen zou je dan in opstand komen? 13 Opdracht: kies er één uit volgende opdrachten en werk uit op een takenblad 1. Kies een profetische figuur van vandaag of uit de 20ste eeuw. Geef hiervan een korte biografie (min. 5, max. 10 lijnen). Van waaruit spreekt deze figuur (geloof, ervaring, voorbeeldfiguur,…)? Wat klaagt hij/zij aan? Welk toekomstbeeld heeft je profeet? Spreekt deze boodschap jou nog aan/is die nog actueel? Aan welke toekomst wil jij meewerken? 2. Schrijf zelf een profetische aanklacht (15 à 20 lijnen), dit mag in Amos’ stijl zijn. Wat klaag je aan? Wat moet er veranderen en waarom? In wiens naam spreek je? Welk toekomstbeeld voorspel je? 3. Zoek een profetisch lied. Tekst en vertaling worden als bijlage toegevoegd. Controleer of de vertaling correct is! Vergeet de groep/zanger/schrijver niet te vermelden. Indien de clip volgens jou van belang is, mag je een link hiernaar vermelden. Verwoord op je takenblad waartegen er geprotesteerd wordt in dit lied en/of waarvoor er wordt opgeroepen. Ben je het eens met dit lied? Waarom? (5 à 10 lijnen) 14 15