Deze serie bestaat uit... 978-94-6175-209-3 (HB) 978-94-6175-963-4 (e-Book) 978-94-6175-210-9 (HB) 978-94-6175-962-7 (e-Book) 978-94-6175-153-9 (HB) 978-94-6175-967-2 (e-Book) 978-94-6175-211-6 (HB) 978-94-6175-961-0 (e-Book) 978-94-6175-154-6 (HB) 978-94-6175-969-6 (e-Book) Inhoud Inleiding3 Homerus en Griekenland 5 De Etrusken in Italië 9 De Griekse stadstaten 13 Aristoteles17 Alexander de Grote 21 De opkomst van Rome 25 Het Romeinse Rijk 29 Romeinse bouwkunde 33 Verspreiding van het christendom 37 De val van Rome 41 Woordenlijst45 Meer weten... 46 Register47 3 De klassieke oudheid Inleiding Weinig perioden hebben zoveel invloed gehad als de klassieke oudheid, waarin het Oude Griekenland en het Oude Rome een bloeiende cultuur kenden. D e Griekse en Romeinse beschavingen hebben de westerse geschiedenis sterk beïnvloed. In de Griekse stad Athene ontstond de democratie en filosofen zoals Socrates, Aristoteles en Plato worden vanaf de middeleeuwen grondig bestudeerd. Griekse standbeelden en gebouwen vormden de inspiratiebron waaruit de renaissance in Italië zich ontwikkelde. De idealen van de Romeinse Republiek vormden de basis voor de Amerikaanse opstanden en de Franse Revolutie eind 18de eeuw. Griekenland en Rome De geschiedenis van Griekenland begon lang voor de klassieke oudheid, toen de Myceners over het oostelijke deel van het Middellandse Zeegebied heersten. Toen de eerste Griekse stadstaten verrezen, beschouwde men het verleden als een heldendom. In het Oude Griekenland werd de strijd tussen Athene, Sparta en andere gebieden alleen onderbroken voor een gezamenlijke strijd tegen Perzië, tot de jonge Macedonische koning Alexander het rijk tot Centraal-Azië uitbouwde. Na zijn dood verdween echter ook zijn rijk. Ondertussen begonnen in het centrum van Italië de inwoners van Rome aan een periode van uitbreiding dankzij hun sterke leger. Vanuit Italië veroverden ze gebieden rond de Middellandse Zee en in Europa. Na eeuwen van overheersing viel het rijk echter uiteen. Over dit boek Dit boek gaat over de periode van ongeveer 750 v.Chr. tot net na de val van Rome in 476. Onder aan elke pagina staat een tijdlijn van de volledige periode. Daarop staan belangrijke gebeurtenissen en ontwikkelingen, met een kleurencode per regio. In elk hoofdstuk staat een verticale tijdlijn. Daarop staat de periode die in dat hoofdstuk wordt besproken, met enkele specifieke details. Ca. betekent circa en dat betekent: ongeveer i nl ei di ng In de klassieke oudheid bouwde men indrukwekkende gebouwen, waarvan er vele bewaard zijn gebleven. 4