Wetenschappelijke output

advertisement
Published on Rathenau Instituut (https://www.rathenau.nl)
Home > Wetenschappelijke output
Wetenschappelijke output
Het volume en de kwaliteit van de wetenschappelijke output van onderzoekers zijn belangrijke
graadmeters voor de staat van de wetenschap.
Wetenschappers ontwikkelen kennis die ze op allerlei manieren vastleggen en communiceren. Er zijn grote
verschillen in publicatietradities tussen wetenschappelijke disciplines. In de medische wetenschap staat het
high-impact journal centraal. In de computerwetenschappen hebben conferenties soms een hogere status
dan een journal. In de geesteswetenschappen publiceren wetenschappers meer in boeken en minder in
samenwerking dan in de medische en de natuurwetenschappen. Wetenschappers produceren ook
ontwerpen, software, stadsplannen, apparaten, adviezen, presentaties en allerlei andere artefacten en
documenten.
Verwijzingen van wetenschappers naar de publicaties van een andere wetenschapper zijn een indicatie
voor de kwaliteit van diens output. Citeren en verwijzen is daarmee een vorm van wetenschappelijke
erkenning.
Volume
Nederland is een van de grootste landen in termen van aantallen publicaties. In 2014 betreft dat volgens
CWTS/Thomson Reuters 39142 publicaties. In Web of Science zijn wij daarmee 14e op de landenranglijst.
De Nederlandse output groeit sneller dan het wereldgemiddelde. Tussen 2008 en 2012 groeide de
Nederlandse output gemiddeld 5,7% per jaar en de wereldoutput 4,3%. Grotere landen als China, Brazilië,
India, Zuid-Korea groeien harder. Ook Australië en Spanje moeten we voorlaten.
Kwaliteit en productiviteit
De kwaliteit van wetenschappelijke output wordt vaak gemeten aan de hand van het gemiddelde aantal
citaties per artikel. Daarbij wordt gecorrigeerd voor het vakgebied waartoe het artikel behoort, omdat
ieder vakgebied zijn eigen citatiegewoontes heeft. Dit wordt de veldgenormaliseerde citatie-impact (fieldnormalised citation score) genoemd.
Productiviteit betreft de verhouding tussen de totale output en de middelen die worden ingezet om die
publicaties te produceren. In dit geval vergelijken we het totale aantal publicaties per land met het totale
aantal onderzoekers (in voltijds equivalenten) die de publicaties hebben geschreven.
1
In Figuur 1 worden de veldgenormaliseerde citatie-impact en de productiviteit van de wetenschap in de
referentielanden vergeleken. De Nederlandse wetenschap staat in beide opzichten aan de top. Alleen
Zwitserland produceert aanzienlijk meer publicaties per onderzoeker-fte en krijgt daar meer citaties voor.
En alleen Denemarken komt bij ons in de buurt in citatie-impact. In productiviteit is een groot gat te zien
tussen Nederland en Ierland, de nummer drie van de ranglijst.
Figuur 1. Citatie-impact en productiviteit internationaal vergeleken (2009-2012)
Nederland heeft van alle referentielanden de hoogste veldgenormaliseerde citatie-impact in 8 van de 35
onderzoeksgebieden: informatie en communicatiewetenschappen, landbouw- en
voedingswetenschappen, management en planning, onderwijswetenschappen, politieke wetenschappen,
psychologische wetenschappen, sociale en gedragswetenschappen (interdisciplinair), en sociologie en
antropologie. In 9 andere gebieden heeft Nederland de op-een-na-hoogste citatie-impact.
Specialisatie en kwaliteit
Interessant is de vraag of Nederlandse wetenschappers relatief veel onderzoek doen in
wetenschapsgebieden waar ze goed in zijn in vergelijking met wetenschappers in andere landen? In Tabel
2
1 wordt de veldgenormaliseerde citatie-impact afgezet tegen de mate van specialisatie per vakgebied. De
mate van specialisatie laat zien of het aandeel van een vakgebied in de totale Nederlandse
wetenschappelijke output hoger, lager of gelijk is aan het gemiddelde aandeel in de totale output in de
referentielanden (niet gewogen naar de omvang van de output in die landen).
De tabel laat zien dat er geen eenduidig verband is tussen hoge kwaliteit en mate van specialisatie.
Nederland is niet gespecialiseerd in vakgebieden als chemie, fysica en energiewetenschappen, maar de
citatie-impact is wel hoog. Overigens zijn de cijfers voor vakgebieden als kunsten, cultuur en muziek,
literatuurwetenschappen en rechten en criminologie allesbehalve hard: deze vakgebieden zijn sterk
ondervertegenwoordigd in de databases.
Tabel 1. Specialisatiegraad en citatie-impact per wetenschapsgebied, 2009-2013
Over de data en hun betekenis
De beschikbare data staan niet toe dat we een 100% valide en betrouwbare schatting kunnen maken van
de totale output van de Nederlandse wetenschap in al haar diversiteit. Sinds jaar en dag wordt zowel
internationaal als in Nederland gewerkt met Thomson Reuters’s Web of Science (WoS). In de WoS worden
alle publicaties geïndexeerd die in meer dan 11.000 wetenschappelijke tijdschriften zijn verschenen. Sinds
1996 bestaat daarnaast ook Scopus, een soortgelijke database die inmiddels groter is dan de WoS.
Sommige vakgebieden zijn goed vertegenwoordigd in deze databases (zoals de medische en
natuurwetenschappen), terwijl andere vakgebieden zeer slecht zijn vertegenwoordigd (zoals de
geesteswetenschappen). De lezer van dit factsheet dient hier bij de interpretatie van de gepresenteerde
cijfers rekening mee te houden.
Bron-URL: https://www.rathenau.nl/nl/page/wetenschappelijke-output
3
Download