natuurstudie distel De , stekelige sta-in-de-weg of paarse prins? Geen enkele andere plant roept zoveel weerstand op als de distel en toch zijn distels ook pure schoonheid voor wie ze echt bekijkt. Maar wat zijn eigenlijk ‘distels’? Wat de meeste mensen met een algemene term als ‘distels’ aanduiden, is eigenlijk een hele groep planten uit verschillende families en geslachten. Kristel Keppens Het ‘distel-zijn’ In de familie van de composieten zijn er verschillende geslachten waarvan wij de soorten wel eens als ‘distels’ benoemen. Daar horen natuurlijk de echte distels of de soorten uit het geslacht Carduus bij, maar ook de vederdistels of het geslacht Cirsium, de melkdistels of het geslacht Sonchus en Moesdistel het geslacht Carlina met de driedistel, die de liefhebbers van bergwandelingen zeker kennen. In de schermbloemenfamilie is er het geslacht Eryngium of kruisdistel dat aanspraak maakt op de benaming ‘distel’, met als vertegenwoordigers de blauwe zeedistel en de echte kruisdistel. En wie ooit getracht heeft grote kaardenbollen te plukken voor een droogboeket, zal met stelligheid volhouden dat dit absoluut en onbetwistbaar de meest stekelige distel is, zelfs al behoort de plant botanisch gezien tot een totaal andere familie. Bekijken we het zuiver plantkundig, dan zijn de distelachtigen de planten die behoren tot de Cardueae, een onderfamilie van de composieten. De bovengenoemde schermbloemigen en de kaardenbol horen er dan niet meer bij en enkele andere planten die niemand spontaan als distel zou betitelen, waaronder korenbloem en knoopkruid, horen er dan wel bij. Uit welke hoek je het ook bekijkt, iedereen is het eens over het ‘distel-zijn’ van de kruldistel, de speerdistel, de akkerdistel en de kale jonker. Het zijn trouwens ook deze vier soorten waarvan in Vlaanderen de bloei, de zaadvorming en het uitzaaien wettelijk belet moeten worden omdat ze voor de landbouw schadelijk worden geacht. Maar dat is voer voor een andere discussie… Cirsium: de vederdistels Als je de grijs-witte vruchtpluisjes van een vederdistel met een loepje bekijkt, zie je dat deze haartjes veervormig vertakt zijn met schuin omhoog gerichte haartjes. Dit verklaart dadelijk waaraan deze groep distels 42 Snep! · 3de trimester 2009 zijn naam te danken heeft. De bij ons meest voorkomende soorten zijn moesdistel, speerdistel, kale jonker en akkerdistel. Moesdistel Moesdistel is van verre herkenbaar aan de lichtgroene bladeren en de geel-witte bloemhoofdjes omgeven door grote, bleke schutbladen. Het is ook een distel die eigenlijk niet echt prikt. Hij staat meestal op stikstofrijke, vochtige plaatsen. De Nederlandse naam ‘moesdistel’ en het Duitse ‘Kohldistel’ wijzen op het vroegere culinaire gebruik van deze plant: de jonge bladeren en de stengels werden onder andere verwerkt in groentesoepen en hutsepotten. Akkerdistel Net zoals de moesdistel heeft ook de akkerdistel een kale stengel. Akkerdistel is de enige overblijvende plant onder de distels. Zijn bladeren zijn glanzend en aan de randen stekelig en bochtig getand. De stekelige bladeren moeten planteneters afschrikken, maar bij een avondje planten strepen in een distelveld sorteerde de confrontatie van de stekels met mijn blote voeten ook bij mij snel het nodige effect en werd ik aangemaand tot zeer voorzichtige passen… De bloemen zijn meestal tweehuizig en lichtpaars of lila. Veelal nodigen alleen klassiek-mooie bloemen ons uit om er ook even aan te ruiken en ik heb dus nog niet vaak mensen de neus richting distelbloemen zien buigen. Bij deze wil ik jullie toch uitnodigen om eens aan enkele akkerdistelbloemen te ruiken en te genieten van het zoete, vanilleachtige honingparfum dat sommige bloemen ver- natuurstudie een tuin van Eden vormen! Vlinders zijn er dol op en de akkerdistel is dan ook een van de drukst bezochte inheemse planten. Speerdistel De speerdistel is een tweejarige, hoge, vaak vertakte, veeleer grijsgroene distel die je kunt herkennen doordat de stengelvleugels en de bladrand bezet zijn met lange gelige stekels van ongeveer een halve centimeter lang. De hoofdjes zijn forser dan bij andere distels en hebben een omwindsel van wel twee à drie centimeter breed, waarvan minstens de bovenste blaadjes afstaan. Het eerste jaar vormen de bladeren een rozet, waarbij de bovenkant van de bladeren bezet is met stekelige borstelharen. Kale jonker De vierde in deze familie, de kale jonker, lijkt soms wel wat op de speerdistel, maar de stengel is grauwgroen tot roodpaars aangelopen. De omwindselbladen zijn paars aangelopen, zwak stekelpuntig en staan niet af. Ook deze soort is tweejarig en het eerste jaar vormen de bladeren een zeer stekelige rozet, waarvan de bladeren bovenaan behaard zijn Het geslacht Carduus of de enige echte distels De meest voorkomende distels uit dit geslacht zijn de knikkende distel en de kruldistel. In het Gentse zien we vooral deze laatste. De kruldistel is een vrij hoge, vertakte, groene plant. De bloemen van de kruldistel zijn altijd paarsroze en buisvormig en de hele plant is van top tot teen met korte stekels bedekt. De omwindselblaadjes lopen aan de top op een stekel uit en zijn onderaan vaak bezet met gele kliertjes. Je vindt deze distel regelmatig in het gezelschap van brandnetels. De kruldistel lijkt nogal op de kale jonker, maar is groener en heeft niet de paarse tint die bij de kale jonker meestal aanwezig is. De kale jonker staat ook meestal op nattere gronden dan de kruldistel. Ingenieuze buisbloemetjes Van boven naar onder akkerdistel, speerdistel en kale jonker spreiden. Sommige, want niet alle bloemen ruiken, de akkerdistel is immers tweehuizig en heeft dus ofwel mannelijke ofwel vrouwelijke bloemen en het zijn alleen deze laatste die geuren. Kijk wel even of de bloem niet al bezet is, want honderden soorten insecten hebben al eeuwen door dat de bloemhoofdjes van de distel op zich De bloemen van de akkerdistel ruiken heerlijk en die van de knikkende distel vind ik gewoon prachtig om zien, maar wat alle distels gemeen hebben, is dat het allemaal composieten zijn en wat wij bloemen noemen, zijn dus eigenlijk bloemhoofdjes die bestaan uit tientallen afzonderlijke buisbloemetjes. Bij de meeste distels zijn deze tweeslachtig. Bij de akkerdistel die tweehuizig is, zijn de bloemen mannelijk of vrouwelijk en is het respectieve vrouwelijke of mannelijke deel dus steriel. In elk afzonderlijk bloempje zit een stamper die omgeven wordt door een buis van vergroeide meeldraden. Als een bloempje ontluikt, zit de stamper nog beneden, onder in de meeldradenbuis. Die meeldraden worden Putter op uitgebloeide distels rijp en hun stuifmeel valt in het buisje en dus op de stamper. In een volgende fase groeit de stamper omhoog en duwt het bolletje stuifmeel uit de buis tot boven in de bloem, zodat het door bezoekende insecten kan worden opgepikt. De stamper kan dan verder rijpen en zal ten slotte in tweeën splijten, de twee helften krullen naar buiten om. Pas dan kunnen de stampers worden bestoven met het stuifmeel dat de insecten meebrengen. Bij de mannelijke bloemen van de akkerdistel wordt het stuifmeel opgeduwd door een onvruchtbare stamper en bij de vrouwelijke bloemen zijn alleen de stampers goed ontwikkeld. Fauna-fans Na de bloei verandert het hoofdje in een grijswit pluizenbolletje dat tientallen vogels weet te lokken. Putters, vinken, sijsjes en groenlingen komen graag een distelnootje meepikken. Putters kregen hierdoor de naam ‘distelvinken’ en ook hun wetenschappelijke naam Carduelis carduelis is afgeleid van Carduus, de wetenschappelijke naam van de distels. Niet alleen deze vogels en honderden insecten genieten van de distels, ook ezels en geiten lusten wel een knapperig distelblaadje en zelfs konijnen laten zich af en toe verleiden tot een stekelig toetje. Distels in mijn tuin? Ik laat er graag een plaatsje voor! Snep! · 3de trimester 2009 43