Takken les 2 Achtergrond informatie

advertisement
Project voorjaar groep 4
Achtergrondinformatie takken.
Als de dagen langer worden en de temperatuur stijgt, is er bij de
bomen een verandering te zien aan de knoppen. Deze gaan zwellen.
Dit is zichtbaar aan de knopschubben, die niet meer netjes over
elkaar passen, maar waar als het ware kleine strepen op zichtbaar
worden. Pas als de temperatuur definitief hoger wordt, lopen de
knoppen uit. De eerste bomen, struiken lopen uit in maart, april
(Sleedoorn en Meidoorn) de laatste in mei, juni (Eik, Beuk en Els).
Wat eruit een knop komt is niet bij alle bomen, struiken hetzelfde. Er
zijn verschillende mogelijkheden:
- Er zijn bomen waarbij uit de knoppen eerst de bladeren en dan
pas de bloemen komen, zoals bij Vlier, Roos en Meidoorn.
- Bij anderen komen eerst de bloemen en dan de bladeren,
zoals bij lep, Es en Populier.
- Het is ook mogelijk dat de bladeren en bloemen tegelijkertijd te
voorschijn komen, zoals bij Appel, Peer, Paardenkastanje en
Eik.
- De bloemen en bladeren kunnen uit verschillende knoppen
komen. Dit is goed te zien bij vruchtbomen.
- Soms zitten de bladeren opgerold in de knop, bijvoorbeeld bij
Eik en Meidoorn.
- Soms zitten de bladeren opgevouwen in de knop, bijvoorbeeld
bij de Beuk en de Paardenkastanje.
Korte informatie over de diverse takken.
Krentenboompje.
Het krentenboompje zal al gauw bloeien als u de takken in (het) water
zet. Aan de top van iedere twijg verschijnt weldra een aantal trossen
van witte bloemen, die aan de onderkant een beetje rood zijn. De
witte kroonblaadjes zijn aan de onderkant een beetje wollig. Eind juni
verschijnen er paars-rode bessen, waarin het zaad is opgeborgen.
Deze bessen zijn erg lekker en ze zijn ook eetbaar (het zijn niet
dezelfde krenten als gedroogd in de winkel te koop). Vogels zijn er
gek op. De krenten blijven niet lang aan de boom. Vogels spelen een
belangrijke rol bij de zaadverspreiding. Het krentenboompje is een
struik, oorspronkelijk afkomstig uit Noord-Amerika. De afgevallen
blaadjes verteren slecht in ons klimaat.
Forsythia.
Forsythia wordt ook wel chinees klokje genoemd. Het is een bekende
struik, die veel aangeplant wordt in parken en tuinen. De plant groeit
het beste op een goed waterdoorlatende grondsoort. In april, min of
meer voor de bladontwikkeling, verschijnen er massa’s gele
klokvormige bloempjes.
16
Milieueducatie Den Haag
Project voorjaar groep 4
Linde
De linde is zeer regelmatig van opbouw. Kenmerkend voor de lindes
is de opslag aan de voet van de stam, waardoor het soms lijkt alsof zij
sokken dragen. De schors van de jonge twijgen is groen aan de
onderzijde en roodbruin aan de bovenzijde. Daarbij is de schors rond
en glad.
De linde is in Nederland een inheemse boom. Van lindebloesem
wordt gebruikt als thee en honing van lindebloesem is een bekend
product.
Lindes worden ongeveer 30 meter hoog en kunnen meer dan 700 jaar
oud worden. Er zijn zelfs lindes van wel 1000 jaar oud.
Esdoorn.
Esdoorns zijn te herkennen aan de gladde stam en de bladeren, die
we kennen van de Canadese vlag.
Als in het najaar de bekende helikopters aan de boom hangen, is de
herkenning helemaal gemakkelijk. De esdoorn is waarschijnlijk in ons
land ingevoerd door de Romeinen en nu overal ingeburgerd in de
loofbossen en de duinen.
Hij kan max. 40 meter hoog worden en wel 400-500 jaar oud. De
knoppen van de esdoorn zijn groen en staan 2 aan 2 kruiselings tegen
over elkaar. Als de boom bloeit hangen aan de takken trossen gelige
bloemen. Ze geven honing en worden daarom o.a. door bijen bezocht.
Vlier.
De Vlier vinden we vooral op plaatsen, waar de grond veel voedsel
bevat. Bijvoorbeeld bij verwaarloosde plekjes, begraafplaatsen en
konijnenholen. De Vlier is gemakkelijk te herkennen aan zijn grote
bladeren, die uit meerdere blaadjes bestaan. In het voorjaar vallen de
grote witte bloemen op. In het najaar zijn het juist de bessen, die de
aandacht trekken.
Van de vlierbessen wordt wijn en jam gemaakt.
Lijsterbes
Deze wordt vaak aangeplant als sier- of laanboom. Het is een inheemse boom. Hij wordt max. 20 meter hoog en ongeveer 40 jaar
oud.
De knop is lang en eivormig met een omgebogen top. De buitenste
schubben zijn donkerpaars met lange platliggende haren. De twijgen
zijn lang en recht, de bloemen wit tot geelachtig. De steenvrucht is
bijna 1 cm doorsnede en in het begin geel. Zo in augustus verandert
de kleur in oranje en later in rood. Voor mensen is deze vrucht giftig.
Voor de vogels juist een traktatie.
17
Milieueducatie Den Haag
Project voorjaar groep 4
Paardenkastanje
Buiten Nederland komen ongeveer 25 kastanjesoorten voor in het
wild. In ons land is de Paardekastanje ingevoerd in de 16e eeuw. De
latijnse naam is: Aesculus (eten) Hippocastanum (Paardenkastanje).
Deze naam zou berusten op de Turkse gewoonte om paarden van
verkoudheid te genezen door ze kastanjes te voeren.
De Paardenkastanje kan wel 200 jaar oud worden en zo’n 25 meter
hoog. In mei draagt de witte Paardenkastanje grote staande bloemtrossen, kaarsen genaamd, met wit-rood gevlekte bloemen. De rode
Paardenkastanje bloeit 2 weken later. De bloemen leveren veel nectar
en donkerrood stuifmeel. Ze worden druk bezocht door bijen en
andere insecten.
Eindknop: hierin zit de bloem verborgen.
Bladlitteken: op deze plaats heeft de bladsteel aan de tak gezeten. De
puntjes zijn overblijfselen van kanaaltjes waardoor water naar het blad
werd vervoerd. Het litteken heeft de vorm van een hoefijzer.
Zijknoppen: deze zijn veel kleiner dan de eindknop. In de zijknop
zitten de bladeren.
Poriën: door deze gaatjes in de bast haalt de tak adem.
Ringlitteken: op deze plaats zat vorig jaar de eindknop. Het is hierdoor
goed te zien, hoeveel de tak in een jaar gegroeid is: vanaf het
ringlitteken tot aan het topje.
Beuk.
Dit is een inheemse boom. De hoogte is max. 40 meter en de boom
kan tot 300 jaar oud worden.
De beuk heeft een gladde, grijze stam en ontwikkelt geen schubben.
De knoppen zijn naar buiten gericht en staan afwisselend op de
twijgen. Ze zijn omgeven door vierrijige knopschubben. De
bladknoppen zijn lang en spits. De knoppen die ook bloemen bevatten
zijn zowel dikker als langer. De bloeitijd valt samen met het uitkomen
van het blad, begin mei. De vrouwelijke katjes zijn tweebloemig en
omsloten door een deksel met 4 klepjes. Hierin ontwikkelt zich het
zaad; het beukennootje.
Prunus.
Ook wel sierkers genoemd.
Dit is een zeer uitgebreid geslacht met zeer veel en verschillende
soorten. Een gezamenlijk kenmerk is de steenvrucht. Een zachte
sappige vrucht met een zeer harde pit. Doorgaans hebben ze een
zeer uitbundige bloei, in de kleuren rood, roze, wit of geelachtig. De
prunus is als straatboom in plantsoenen en parken zeer gewild. Ook
de eetbare soorten zoals kers, pruim of perzik behoren tot de
prunussoorten. De hoogte is 4-8 meter en ze worden 30-60 jaar oud.
Es.
De es is een inheemse boom en groeit het liefst op vruchtbare, vochtige,
kalkhoudende grond. Het is een slanke boom met een open kroon, hij kan
30-40 meter hoog worden en 200-300 jaar oud. In de winter is de es
gemakkelijk te herkennen aan de zwarte knoppen, die tegenover elkaar op
de tak staan. De bloei van de es vindt plaats voor het uitlopen van de
bladeren. De bloempjes staan in flinke aantallen bijeen.
18
Milieueducatie Den Haag
Download