Bloembinder Examenstandaard Eye-opener Junior florist/ 2e bloembinder senior florist/ 1e bloembinder Eye-opener Sophie’s work Oefensituatie Uitpakken en wegzetten Leeractiviteit Bloem- en plantmaterialenkennis Ontwikkelen beroepscompetenties Verzorgen en presenteren van producten Bijbehorende competenties: Algemeen “Juffrouw, ik heb thuis een Leucantemum, kunt u mij vertellen hoe ik deze het beste kan verzorgen?” Zo’n vraag krijg je niet elke dag, maar weet jij wat je moet antwoorden? Ruimte voor afbeelding Het lijkt misschien wel voor de hand te liggen, maar een goede bloemist beschikt over vakkennis. Hij weet welke planten en bloemen er zijn, hoe ze er uit zien en hoe ze heten. Dat klinkt nogal logisch, maar weet jij wat de Latijnse naam is voor een tulp? En voor een Kaaps Viooltje? Na afloop van deze leeractiviteit ken je van minstens 30 bloemen de Nederlandse en Latijnse naam. Doelstelling Opdracht In deze opdracht ga je, samen met je klasgenoten, een materiaallijst van circa 30 bloemen samenstellen. Label thuis 5 of meer bloemen met de Latijnse en Nederlandse naam en neem ze mee naar school. Loop met jouw meegebrachte materialen langs de werktafels en leg deze naast elkaar op een rij. Als een van de door jou meegebrachte bloemen ook door een klasgenoot is meegebracht, leg je die van jou daar gewoon naast. De materialen die dubbel zijn, liggen nu bij elkaar, bijvoorbeeld: rozen bij elkaar, chrysanten bij elkaar, anjers bij elkaar. 1 Je docent deelt de klas op in groepjes. Alle materialen worden over de groepen verdeeld. Vervolgens ga je met je groep en de gekozen materialen rond een tafel zitten en bekijken welke materialen je het liefst zou willen leren in de komende schoolperiode. Per groep zoek je vijf materialen uit. De vijf materialen die door je groep zijn uitgezocht zijn al voorzien van een naam (etiket). Jullie moeten controleren of de wetenschappelijke naam correct is en juist is geschreven. Dit kun je opzoeken in de daarvoor aanwezige literatuur op school. Maak een lijst met de vijf gevonden namen. Nadat jouw groep een lijst met de vijf wetenschappelijke namen heeft opgesteld, moet er een totaallijst worden samengesteld. Alle bloemen- en/of plantennamen, van alle groepen worden op een lijst worden gezet. De docent wijst twee personen uit in de klas die dat deze keer doen. Je kunt hiervoor gebruik maken van een van de computers op school. Nu er twee van je klasgenoten de materialenlijst in de computer aan het verwerken zijn, kun je alvast gaan oefenen in het herkennen en schrijven van de materialen die in de andere groepen zijn uitgekozen. Er moet dan natuurlijk wel een etiket aan zitten met de juiste naam. Doordat er etiketten aan de materialen zitten kun je wisselen met een andere groep. Om alle namen te leren heb je de resterende schoolweken thuis de tijd, tot aan het toetsmoment. Uiteindelijk zal je kennis worden getoetst op een toetsdag. Je zal de materialen dan moeten kunnen herkennen en de wetenschappelijke naam goed moeten kunnen schrijven (dictee). Tips Als je groepje vijf materialen uitzoekt, kies dan niet alleen de makkelijkste. In een volgende schoolperiode zul je ook de andere moeten gaan leren. Dus als alleen de makkelijkste er tussen uit zoekt, blijven er later alleen nog maar moeilijke over. Bedenk ook, dat iedere bloem of plant altijd twee wetenschappelijke namen heeft, soms wel drie. De eerste twee zul je meestal moeten kennen, soms ook de derde. Zoek op verschillende sites naar de naamgeving van de bloemen. Bronnen Geef een zoekopdracht binnen de Educatieve Content Catalogus. Je school moet daarvoor wel een abonnement hebben hierop. Zoek anders op internet. 2