De bloedsomloop - Biologie met Mevrouw Smit

advertisement
 Het voortplantingsstelsel van de man
Basisstof 3: Voortplantingsstelsel vrouw
 Bij de vrouw liggen de meeste voortplantingsorganen
in de onderbuik.
 Produceren eicellen en vrouwelijke
geslachtshormonen (oestrogenen).
 Bij de productie van eicellen vindt reductiedeling
plaats.
 Bij de geboorte zijn in de eierstokken al alle cellen
aanwezig die zich kunnen ontwikkelen tot eicel.
 Eicellen ontwikkelen zich in follikels.
 Vanaf de puberteit tot aan de overgang (+/- 50)
kunnen in de eierstokken follikels rijpen.
 Een jong follikel bestaat uit een eicel en een laagje
andere cellen, die de eicel van voeding voorzien.
 Gewoonlijk komt 1 follikel per 4 weken tot volledige
rijping.
 Rijpende follikels groeien.
- in een follikel ontstaat een holte gevuld met vocht.
- een rijpe follikel puilt buiten de eierstok uit
- door het vocht barst de follikel open
- de eicel komt vrij = eisprong
- wat achterblijft heet het ‘gele lichaam’
 Trechters vangen de eicellen op die vrijkomen uit de
eierstokken.
 De eileiders vervoeren de eicellen naar de baarmoeder.
 Bevruchting vindt
nagenoeg altijd plaats
in de eileider.
 Een holle spier bekleed met baarmoederslijmvlies
 Hier vindt de ontwikkeling van de embryo plaats.
 Tijdens de geslachtsgemeenschap wordt de penis in de
vagina gebracht.
 Sperma komt in de vagina terecht.
 Bij menstruatie worden stukjes baarmoederslijmvlies,
slijm en bloed via de vagina afgevoerd.
 Bij de geboorte komt het kind
via de vagina ter wereld.
 Het maagdenvlies is een klein randje (slijmvliesplooi)




aan de binnenzijde van de vagina.
Het is geen dicht vlies.
De vorm kan verschillen.
Niet iedereen heeft ‘m.
Het hoeft niet te scheuren.
 Clitoris: vangt prikkels op die kunnen leiden
tot een orgasme.
 Kleine schaamlippen:
kliertjes in de wand scheiden
vocht uit, de toegang tot de
vagina wordt gladder.
 Grote schaamlippen: liggen
om de kleine schaamlippen
heen.
 Zaadcellen zwemmen met hun zweepstaart




richting de eileider.
1 zaadcel dringt door het celmembraan van de eicel.
Eicel wordt ondoordringbaar.
De kernen van de eicel en
de zaadcel smelten samen.
Er ontstaat een klompje cellen
dat richting baarmoeder
wordt vervoerd.
Download