Bodem Anders 2015 Workshops

advertisement
Bodem Anders 2015
Workshops
Tijdens Bodem Anders werden tien workshops parallel gehouden. Hier vindt u van iedere workshop
de belangrijkste drie aanbevelingen of conclusies en van de meeste workshop een uitgebreider
verslag.
Met dank aan Hanna Kool en de vrijwilligers tijdens Bodem Anders. Dit workshopverslag is te lezen naast een
algemeen verskag van Bodem Anders “Een impressie van Bodem Anders”, te vinden op www.voedselanders.nl. Ook
vindt u daar “Bevindingen en Conclusies van Bodem Anders”.
Van bodemkunde naar bodemmaatregelen
Een kijkje in het bodemleven
Kringlooplandbouw en agroecologie
Bodem -interventies (O.S., steenmeel en biochar)
Agroecologie in beweging
Bodems in de stadslandbouw
Boer zoekt grond
Bodem, Consument, Gezondheid
Precisielandbouw en natuurlijke bodem
Bodem in circulaire economie
Workshops Bodem Anders 2015
1
Van bodemkunde naar bodemmaatregelen
Door Leen Janmaat (Louis Bolk Instituut), Petra van Vliet (BLGG-Agroxpertus), Anton Nigten
(bodemonderzoeker) en Marleen Zanen (Louis Bolk Instituut)
 Balans van nutriënten en organische stof in het systeem
 Pleidooi voor regionaal en gemengd bedrijf terug in Nederland
 Vastgezette mineralen (zoals o.a. fosfaat) losmaken uit bodem
Een kijkje in het bodemleven
Door Marc Siepman (Gevoel voor Humus) en Nick van Eekeren (Louis Bolk Instituut)
 Verandering in het denken  holistisch
 Laat de bodem met rust
 Gebruik maken van bosranden om biodiversiteit te stimuleren
Workshopverslag met dank aan Wilma van de Elzen
Nick van Eekeren vertelde dat ontwatering belangrijk is voor een goed bodemleven.
Bij 3 koeien boven de grond zitten er nog “5 koeien” onder de grond aan wormen en andere
ondergrondse jungle-leven. In nederland hebben we 18 soorten regenwormen. Er is een proef
gedaan op 36 jaar blijvend grasland ; 50% pendelaar, 30% bodembewerking en 20%
strooiselbewerking. Na 36 jaar maïsland geeft dit 100% bodembewerking.
Belangrijke aanbevelingen :
naar meerjarig gewas streven
minimale grondbewerking
semi-permanent gras/klaver
stimuleer een diep & intensief wortelstelsel van gewassen
bemest met organische mest
Voor herstel van bouwland; gras/klaver.
Johan d'Hulster vertelt n.a.v. India-ervaringen over koeien. De koe heeft namelijk een unieke,
bacteriële, diversiteit in het maag-/darmsysteem. Een echte koe hoort in India aan 21 voorwaarden te
voldoen.
Bodemvruchtbaarheid geeft vruchtbaarheid voor de plant, die geeft weer vruchtbaarheid voor de
dieren, en die geeft weer vruchtbaarheid voor de mens.
Taco Blom vertelt tenslotte over permacultuur. We kunnen geen tropensysteem in Nederland
opzetten, dus eigenlijk is het geen permacultuur. Zijn ontdekking kwam doordat hij de bodem met
rust liet; zijn fruitbomen groeiden daarna zonder schurft, er was geen meeldauw meer en geen
ziekten. In pioniersplanten (70% van onze voeding) zitten altijd ziekten. Permacultuur kan voor 30%
van onze voeding zorgen, dus dat is niet afdoende.
Workshops Bodem Anders 2015
2
Kringlooplandbouw en agroecologie
Door Henk Kieft (ETC), Hans Geurts (NMV), Janjo de Haen (Wageningen Universiteit), Marjolein Visser (ULB)
en Johan D’Hulster (Tuinbouwbedrijf de Akelei)
 Politiek: Hervorming van handels en landbouwbeleid -> zelfvoorzienend EU -> kostendekkende
prijzen aan de boeren -> op lange termijn kunnen investeren in o.a. de bodem
 Consumenten: @boer en consument, zoek de verbinding door landschapsbeleving, open deuren
en langs komen!
 Boeren: bewustwording over bodem bij boeren verhogen. Hoe:
Laagdrempelig
Via studieclubs LTO
Voorbeelden van voorlopers tonen
Kleine, praktische stappen (voor fundamentele keuzen)
Goed uitleggen waarom bodem!
 Wetenschap:
Kijk naar het gehele systeem
Begin bij je eindvisie
Verbind wetenschap met boeren
Bodem -interventies (O.S., steenmeel en biochar)
Door Gerard Korthals (NIOO, Wageningen Soil Network), Wijnand Sukkel (PPO/WUR) en René jochems
(Groeibalans)
 Kennis, onderwijs, bewustwording moet verbeteren. ‘Te groot gat’
 Boeren missen kennis (denken in chemie) & (beleid is niet toereikend)
Moet in korte termijn geld opleveren
Er moet beweging ontstaan: “het moet anders”.
 We moeten een beweging teweeg brengen
 Conclusie: mineralen (vitaliteit) -> moet meer aandacht. (oog voor fundament van de bodem)
Conclusies:
 Organisch samenwerken met bodemrotatie, groenbemesters, reststromen, mest, het
bodemleven activeren en toepassen
 Meer aandacht aan vitaliteit en fundament van de bodem door boerenbewustwording
Productiever dan protestgeneratie -> de bodembeweging van de 21ste eeuw
Bodemkoolstofontwikkelbalans
 Hoe bewustwording “boeren” verbeteren?
Horen, zien en doen op je eigen perceel
Met andere boeren hervaren wat je beheer doet
Vraag naar goed bodembeheer, moet uit de markt komen
Consumenten en burgers wakker maken
Workshops Bodem Anders 2015
3
Workshopverslag met dank aan Franziska Nath
Beschrijving : Toepassingen van biologische bestrijding, groenbemesters, compost, producten die de
bodem verbeteren. Leer meer over de effectieve toepassing van biochar, compost, steenmeel en
bokashi.
Workshopleiders : Gerard Korthals (NIOO, Wageningen Soil Network) en Wijnand Sukkel (PPO/WUR)
Met bijdrage van : Gerben Bijker (Biochar Nederland) over biochar, Bert Carpay (Carpay Advies) over
steenmeel,
René
Jochems
(Groeibalans)
over
bokashi
en
bodembiologie
Reflectie aan het eind: Simon Rombouts (LekkerLeven B. V.)
Gerhard Korthals en Wijnand Sukkel zijn van de NIOO en het Centre for Soil Ecology (CSE) en
adverteren het CSE kort als een ideale plek om te verbinden, te netwerken en samen te
werken.
Bij bodeminterventies kun je denken aan maatregelen zoals grondbewerking en
groenbemesters. Sommigen krijgen van het woord “interventie” buikpijn, maar je moet
bedenken dat de landbouw een enige grote interventie in de natuurlijk ecosystemen is en
een bodeminterventie dus ook niet veel anders. De grote vraag bij bodeminterventies is: Hoe
ingrijpen? Hierbij denk je naar over: wat kan ik voorkomen (preventie), wat heb ik eigenlijk
(klimaat, grondsoort, waterhuishouding, werkkracht, historie etc.) en wat kan ik op basis
daarvan verwachten (inventarisatie), hoe pas ik vruchtwisseling toe (gewasvolgorde,
rassenkeuze en teeltfrequentie) en welke extra interventies (chemie, org. Stof, biol.
Bestrijding, bodemverbeteraars) pas ik toe?
De bottleneck is meestal de gezondheid en diversiteit van het bodemleven. Als beste
maatregels zijn tot nu toe biologische grondontsmetting (BGO), toevoeging van chitine,
compost en groenbemesters gebleken.
Alle interventies leiden tot meer opbrengst dan het braak laten liggen van het land (dit is
belangrijk voor het terugverdienen van de interventie).
Accepteer dus: landbouw= interventie. We moeten nog meer duurzame interventies
ontwikkelen.
De sluipende slijtage van de bodem(mineralen) en hoe steenmeel hiertegen kan helpen
Als je steenmeel op de bodem uitbrengt, stijgt volgens Berts gegevens altijd de opbrengst.
Op veenkoloniale grond blijkt bijvoorbeeld de nutrientengehalte van aardappelen bij
steenmeelapplicatie te stijgen (meer info’s over dit project hier). Ook bij natuurherstel kan
het gebruik van steenmeel behulpzaam zijn (bron: Kansen voor natuurherstel op de Schaijkse
Heide met behulp van steenmeel, 2013. HAS Den Bosch)door groei en ontkieming te
bevorderen.
Maar je hebt wel een goed ontwikkelde bodembiologie nodig om de nutriënten uit het
steenmeel los te maken. Steenmeel is dus een langzame meststof.
Vulkanen, Gletsjers en Rivieren zijn de producenten van vruchtbare bodems. De voorlopers
van onze bodemmineralen ontstaan in vulkanen en gebergtevormende processen. Ze
verweren door zon, water, wind, vorst en biologische werking tot zand en klei. Vervolgens
Workshops Bodem Anders 2015
4
worden ze door rivieren, wind en landijs (gletsjers zijn eigenlijk grote maalstenen) over de
aarde getransporteerd en als vruchtbare bodems afgezet. Deze geologische processen
houden de door de mens veroorzaakte bodemslijtage (door klimaatverandering, zure regen
en akkerbauw) niet bij. Als wij bovendien de bodem vastleggen en rivieren niet meer
meanderen en overstromen, vindt geen natte vruchtbare bodemvorming meer plaats. Op de
volgende ijstijd te wachten, duurt een beetje lang, dus we maken de vruchtbare
bodemvorming lekker zelf. Wat wij mensen binnen 50 jaar aan verzuring voor elkaar hebben
gekregen, daar doen de natuurlijke processen meer dan 10000 jaar over. Ook de verwering is
toegenomen.
Als je planten mineralentekort hebben, leidt dat niet alleen tot zichtbare tekortverschijnselen
aan de plant zelf, maar ook de ziektedruk kan stijgen (niet alleen bij planten, ook bij mensen.
Daar is trouwens Anton mee bezig met zijn promotieonderzoek.
Samenvatting (van de sheet), wat doen mineralen allemaal in de bodem: leveren hoofd- en
sporenelementen, verbeteren bodemstructuur, stimuleren bodemleven, stabiliseren pH,
verhogen CEC, opbouw en stabiliseren organische stof, minder energie bij productie, CO2vastlegging door verwering. Best nuttig dus, die mineralen.
Gerben: Biochar Nederland (www.bio-char.eu)
Biochar= Terra Preta uit de Amazone, maar niet 1:1 in Nederland toepasbaar. Terra Preta zijn
zwarte aarden die gemaakt zijn door vroegere landbouwgemeenschappen. In tegenstelling
van gewone slash and burn voormalige regenwoudgrong is zij heel erg vruchtbaar. Deze
kennis is kwijt en we zijn nu weer aan het proberen om haar terug te halen.
Biochar bestaat voor 80-90% uit koolstof en heeft een enorm groot oppervlak. Het lijkt op
houtskool, maar is toch anders.
Biochar zorgt voor minder uitspoeling, meer binding, pH buffer, zuiverder water (zoals een
actieve kool filter). Het is ook mogelijk om mest tot biochar van hoge kwaliteit te verwerken
(pyrolyseren) en zo daarvan af te komen. Bovendien is het een CO2-opslagmethode. De
productie heeft een redelijk lage kostprijs.
René: Bokashi als Vitale Circulaire Economie project (VICOE). Bij het VICOE project wordt het
systeem bekeken uitgaande van de bodem en het bodemleven. Centraal gaat het erom hoe
je organische stof kunt toepassen. Meer info hier.
Bokashi is Japans voor “gefermenteerd organisch materiaal” en wordt verkregen door
reststromen anaeroob bij lage temperatuur om te zetten. Je kunt het net zo toepassen als
stalmest of kleine dosering gebruiken als bodemlevenaanjager (omdat in bokashi al die
micro-organismen zitten, die hem zojuist gefermenteerd hebben.
Het toevoegen van drijfmest verbetert de kwaliteit van de bokashi, maar het nadeel is dat je
bokashi dan meteen in de fosfoorbalans zit. Dat wil de regelgeving zo, de spreker is het er
Workshops Bodem Anders 2015
5
duidelijk niet mee eens, omdat je de mest in de bokashi zo hebt verwerkt, dat er geen
uitspoeling plaats kan vinden. Maak je bokashi dus voorlopig zonder mest, dan ben je van dat
gedoe af.
Het beste kan de bokashi in de maanden september, oktober en november uitbrengen. De
reden hiervoor is, dat het bodemleven heeft in de winter weinig te eten heeft en hem juist
dan goed kan gebruiken.
Voordelen van bokashi zijn, dat je alle soorten van reststromen erin kunt verwerken zoals
mislukte kuil. Verder zit in bokashi meer energie dan in compost (door de anaerobe
omzetting blijft meer energie van het oorspronkelijke materiaal behouden). Het duurt 8
weken om hem te maken, in der winter door de lagere temperaturen 12 weken. Dit mag je op
je eigen land doen.
Om de buffercapaciteit van de bokashi te verhogen, kun je kleimineralen toevoegen, maar
dat maakt je bokashi ook twee keer zo duur om te produceren.
Wijnand Sukkel: Het bruine goud (compost, organische stof)
Het verhogen van het organische stofgehalte van de bodem vertaalt zich in 5-10% meer
opbrengst en vooral in droge jaren kan de oogst in de biolandbouw hoger zijn dan in de
conventionele (=> waterhuishouding etc.)
Het planten van Tagetes tegen aaltjes (vergeleken met braak) is ook een lonende interventie
die tot 5 jaar effect kan hebben.
Hierna was 45min lang de mogelijkheid om groepsgewijs een van de gepresenteerde onderwerpen
met de spreker te verdiepen en aanbevelingen te formuleren. Er vormden zich drie groepen, dus
konden ze mooi iedere groep om een conclusie vragen. Deze werden aan het eind gepresenteerd en
door Simon gereflecteerd en samengevat.
Agroecologie in beweging
Door Jeroen Watté (Wervel, Jolanda van de Meulen (provincie Brabant), Edith van Walsum (ILEIA) en Hanny
van Geel (La Via Campesina)
 Co-creatie, delen, verspreiden, zichtbaar maken van
(boeren) kennis en
Goede voorbeelden
 Meer experimenteerruimte voor agroecologie
 Faciliter een toegang tot land (vooral voor jongeren die agroecologie willen beoefenen) en
koppeling maken met ‘stoppende’ boeren
Workshopverslag met dank aan Marco Vergeer
Workshops Bodem Anders 2015
6
Agro-ecologie – landbouw bedrijven mét de natuur – daar weten te weinig
mensen van. Het is ook niet zo dat de gangbare keten van boer naar eter via
de supermarkt en de tussenhandel (in het midden van de keten zit het grote
geld) en onze economische wetten de opkomst van agro-ecologie vanzelf
stimuleren. En tenslotte merken enthousiaste ondernemende jongeren dat
het moeilijk is om aan grond te komen om hun agro-ecologie-droom waar te
maken. Zie hier de belangrijkste problemen die de deelnemers aan de sessie
konden opsommen waardoor de magie van agro-ecologie in Nederland nog
niet massaal is aangeslagen.
Toch groeit het marktaandeel voor biologische producten gestaag door. En
is zichtbaar dat mensen meer en vaker op het boerenerf hun boodschappen
doen. Niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland. Zowel Edith van
Walsum (ILEIA, kennis voor kleinschalige landbouw) als Hanny van Geel (La
Via Campesina) toonden zich in de sessie fervente uitdragers van agroecologie. Jaap Harthoorn (provincie Noord-Brabant) verhaalde in de sessie
over zijn bijeenkomst waarin een Brabants gezamenlijk streven naar een
vitale bodem werd besproken. Jeroen Watté (Wervel) leidde de sessie en
verwerkte daarin ook enkele persoonlijke ervaringen en constateringen.
De sessie eindigde bemoedigend (en gelukkig ook te laat): we gaan de
goede kant op maar het is een lang traject waarin vele economische wetten
en vaste patronen moeten worden overwonnen. De kernafspraak ging over
kennisopbouw, experimenteerruimte en het zoeken van interactie. De
sleutel ligt bij de verbinding (eter ontmoet de boer), delen van
(praktijk)ervaringen en verspreiden naar het brede publiek. Daarvoor is
meer land en nog meer experimenteerruimte nodig.
We zitten er tegenaan: voor een omslag is een kritische massa van 8 tot 20 %
nodig en we zitten nu op 5 á 6 % volgens enkele deelnemers. Als iedereen
actie onderneemt en volhoudt, dan is de omslag naar en waardering voor
een landbouw met de natuur aanstaande.
Workshops Bodem Anders 2015
7
Bodems in de stadslandbouw
Door Marijtje Mulder (Het Zoete Land), René Rietra (Alterra), Mies Canestrelli
(Tuinderij ’t Wild) en Greet Goverde (Platform ABC)
 Checklist/stappenplan t.a.v. bodem kwaliteit – onderzoek
publiceren (gemeenten & initiatiefnemers)
 Alsnog uitgeven info van Alterra over kwaliteit gewassen in relatie
bodem
 Laagdrempelig: Bekendmaken filmpje via het werken
stadstuinders + aanbod 1 avond presentatie
 Project: iedereen is humus; “trek pak aan” tijdens uren inzet voor
Humus – betaald.
Workshopverslag met dank aan Greet Goverde
Deze workshop werd geleid door Marijtje Mulder, die een kunstopleiding heeft genoten maar steeds
meer op het gebied van voedsel is gaan werken en in die hoedanigheid ook een paar jaar voor de
gemeente Haarlem heeft gewerkt waar ze jaarlijks voedselconferenties organiseerde. Maar nu
steekt ze met vriendin Jessica de spa in de grond op ‘het Zoete Land’ in het singel-gebied van Leiden.
Grote vervuiling-problemen hebben de aanwezigen niet gehad, dus er werden ook ervaringen
uitgewisseld over hoe de tuin aan de gang te houden. ‘Donateurs’ is een sterk concept. Ook de
organisatie vraagt tijd. Je hebt doeners en praters. Je hebt ze allebei nodig: de praters zijn vaak goed
in geld loskrijgen. Je hebt wel professionals nodig als doeners. Niet teveel praten, maar wel zorgen
dat je bekend bent in de stad.
Marijtje somde wat betreft vervuiling op:
In de startfase moet je (van de gemeente) bodemonderzoek doen voor een flinke som geld (bijv.
800 euro). Dan als je aan het tuinieren bent krijg je meestal wel vragen van tuiniers/consumenten
over de kwaliteit van de bodem. En dan het punt: hoe verbeter je de bodem? Groenbemesters?
Compost van de stad of alleen uit natuurgebieden? Het eerste jaar zie je al verschil.
René Rietra van Alterra vertelde dat er bij volkstuinen van gemeentes regelmatig cadmium en lood in
de bodem zitten die vaak met bagger mee afgezet zijn. Verder worden er regelmatig tuinen ingericht
op of bij stortplaatsen waar nog lood in de bodem kan zitten (van pijpen of oude dakpannen) of
metallurgische stoffen uit de metaalverwerkende industrie.
Zijn advies:
Goed je plek kiezen. Als het bodemonderzoek mensen geen vertrouwen geeft kun je nog
gewasanalyse doen, bijv. van prei.
áls je op verontreinigde grond zit: geen bladgewassen telen
omgeving van wegen en zeker van bedrijven vermijden
Workshops Bodem Anders 2015
8
Boer zoekt grond
Door Daphne Lubbers (Brabantse Milieufederatie), Joris van der Kamp (Future Farmers Movement), Helmer
Wieringa (Landgilde), Severijn Velmans (St. Grondbeheer, De Nieuwe Rentmeester), Jack Verhulst (Goed
Boeren), Linda Jak (Tuinderij ‘t Wild), Dominique Sleijpen (Locotuinen Maastricht) en Mary Fiers (Groen
Ontwikkelfonds Brabant NV)
 Om tot duurzamer bodembeheer te komen is het nodig dat (met name publieke partijen)
inzetten op: lange termijn relaties aan gaan met gebruikers die bewust omgaan met ecologische
en maatschappelijke waarde van de bodem. -> niet uitbesteden voor korte termijn rendement
 (Startende) boeren kunnen zelf op een creatieve manier kansen zoeken om grond in gebruik te
krijgen (bijvoorbeeld met consumenten, zorginstelling, stadslandbouw, grondfondsen)
 Zorg ervoor dat je inspeelt op behoeften vanuit de samenleving (fietspad, natuur)
 Zet dit thema op de agenda!
Workshopverslag met dank aan Daphne Lubbers en Joris van der Kamp
Naast het belang van gezonde bodems is toegang tot grond een belangrijk thema. Als er immers
betere toegang tot grond is bij beter bodembeheer door bodembewuste boeren en tuinders kan dit
enorm bijdragen aan verbeteren van bodems. Met name toegang tot grond voor startende, jonge,
ondernemers is moeilijk door de enorm hoge grondprijzen. En met name melkveebedrijven die willen
verduurzamen hebben ook grond nodig om te extensiveren. Die grond is vaak moeilijk verkrijgbaar.
Duidelijk is dat de behoeftes voor boeren en tuinders verschillend zijn. Melkveehouders hebben
meer grasland nodig en er bestaan mogelijkheden voor combinatie met natuurbeheer. Beginnende
tuinders vinden vaker grond nabij de stad. Daarbij komen er van allerlei thema’s aan het licht rondom
toegang tot grond: financiering en overname voor boer/tuinder, maar ook belang voor publieke
partijen voor goed bodembeheer.
Workshops Bodem Anders 2015
9
Waar financiering een knelpunt is kan BD Grondbeheer of Landgenoten een mogelijkheid zijn om
biologische grond te kunnen verkrijgen. Grond wordt vervolgens via gebruiksrechten verpacht aan
boer/tuinder en maakt zo overname ook makkelijker.
Daarnaast komt in de workshop ter sprake of je publieke partijen als gemeente en waterschap kan
aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor goed bodemgebruik. Zouden overheden ook andere
diensten en functies mee moeten nemen bij hun keuze voor verpachting? Niet gaan voor de hoogste
pachtprijs, maar bijvoorbeeld eisen stellen aan hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen,
teeltkeuze, rotatie, organische stof gehalte etc. De aanwezigen tijdens de workshop denken
grotendeels dat publieke partijen hier op aan gesproken kunnen worden. Uitgifte van gronden aan
‘duurzamere’ boeren wordt hierdoor ook gestimuleerd.
Duidelijk wordt tijdens deze workshop dat geen enkele behoefte dezelfde is. Handvatten om betere
toegang tot grond te krijgen zijn afhankelijk van het type bedrijf dat je hebt en de plek waar je bedrijf
is. Conclusie is dat er door partijen met een grondpositie vrijwel geen onderscheid wordt gemaakt bij
toewijzing van grond.
Daarbij is korte termijn opbrengst in het geval van pacht nog altijd leidend bij gemeentes, provincies,
maar ook bij publieke partijen als waterschap of natuurorganisatie. In een trend van steeds maar
korter durende pachtcontracten zijn boeren niet geneigd te investeren in de bodem door middel van
duurzaam beheer.
Jack vertelt over zijn melkveebedrijf wat recent is verplaatst binnen de gemeente met een heel
nieuwe stal en bedrijfswoning. Hij heeft nu een grondgebonden melkveebedrijf wat gunstig is
verkaveld bij zijn bedrijf. Resultaat is grotendeels huiskavel. Het ontwikkelen van natuur en
toegankelijk maken van het land via een fietspad heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het
toegang krijgen tot deze grond. Ook vertelt Jack over het initiatief van “Goed Boeren” netwerk (van
de Brabantse Milieu Federatie) voor een grondgebruikersbank. Hier kunnen partijen grond
inbrengen die wordt verpacht aan boeren die het bedrijf willen verduurzamen. Zo kunnen middelen
effectief worden ingezet om verduurzaming van met name melkveebedrijven te ondersteunen. Nu
gebeurt het nog dat grond wordt verpacht aan intensieve teelten die geen maatregelen nemen om
bodemkwaliteit te behouden.
Severijn Velmans vertelt over BD Grondbeheer en de Nieuwe Rentmeester. Zij kunnen ondersteunen
bij het aankopen van grond voor biologische bedrijven. Hiermee wordt biologische grond ook bij
wisseling van boer/tuinder verzekerd. Bij BD Grondbeheer wordt dit gefinancierd door donateurs. De
Nieuwe Rentmeester geeft mogelijkheden voor particuliere kleine en grote investeerders om geld te
investeren in biologische grond.
Landgilde is betrokken bij allerlei stappen in overname van boerenbedrijven. Het vinden van een
nieuwe ondernemer, begeleiden bij overname en adviseren van boerenbedrijven die hun bedrijf
willen overdoen. Helmer adviseert om voor je 35 niet te beginnen met een bedrijf. Landbouw gaat
om vertrouwen.
Workshops Bodem Anders 2015
10
Gezonde bodems zijn bij uitstek niet alleen van belang voor boeren en tuinders, maar ook voor
andere publieke partijen als natuurorganisaties, overheden en drinkwaterbedrijven.
Bij gemeentes zijn gezonde bodems geen beleidsdoel. Gronduitgifte gaat vaak via een grondbedrijf
met als grootste belang om hoogste rendement te halen. Dit zijn vaak tijdelijke gronden. Tijdens de
workshop wordt getwijfeld of lokale overheden hier op moeten worden aangesproken. Dit kan
leiden tot discussie, die sommigen niet willen voeren. Anderen zijn overtuigd dat deze discussie goed
gevoerd kan worden en juist een belangrijk onderwerp is. Lokale overheden zouden het grondbedrijf
in hun gemeente en bodembeheer juist integraler moeten aanvliegen.
Bodem, Consument, Gezondheid
Door Martien Lankester (Avalon), Jan-Diek van Mansvelt (Down2Earth), Michaël de Wilde (Save our Soils,
Eosta) en Roy Kloet (Geofox-Lexmond)
 Wat weerhoudt ons ervan om de bodem gezond te eten?
 Hoe komen we bij De Wereld Draait Door?
 Hoe kunnen we laten zien dat biologische landbouw niet alleen leidt tot betere productie en
product, maar ook betere zorg?
Sleutel is verbinding leggen tussen bodem en gezondheid:
 Informatie (consument, scholen)
 Innovatieve pilots, zorg
 Boer Zoekt Vrouw bioboeren inzetten.
Symposia Boer dokter van de toekomst/ Celebrate Soils.
Workshopverslag met dank aan Fogelina Cuperus
Kunnen consumenten kiezen voor gezonde grond? Gezonde bodem voor gezond voedsel.
Workshopleider :
Met bijdrage van :
Martien Lankester (Avalon)
Mr Humus (Jan-Diek van Mansvelt, Down2Earth) Michaël de Wilde (Save our
Soils, Eosta) Roy Kloet (Geofox-Lexmond)
De workshop werd geleid door Martien Lankester. Zelf arts en 38 jaar geleden begonnen als
biologisch dynamisch boer. Hij wilde zich als arts zijnde niet langer alleen bezig houden met wanneer
het kwaad al was geschied, maar iets preventiefs doen op het gebied van gezondheid.
Vanzelfsprekend was de link voeding en gezondheid voor hem, maar weinig kennis hierover werd
hem gegeven in zijn artsenopleiding. Hij wilde zich toch met goede voeding bezig gaan houden en
waar dit beter te leren en uit te voeren dan aan de bron: de boer. Hij werd stevig uitgelachen in
Friesland – zijn standplaats als boer en arts – : “de dokter zit onder de koeien!”.
Workshops Bodem Anders 2015
11
In 1973 heeft hij ook nog een biologisch restaurant opgezet in Amsterdam, om ook via deze manier
goede voeding bij de consument te kunnen brengen.
Hij raakte meer en meer overtuigt: door het werken aan de bodem werk je aan het algemeen welzijn
van een bevolking. En wie kan dit beter dan de boer? Hij had dan ook een prachtige visie op boer –
arts relaties en waardering:
Wat is de positie van de boer in de toekomst?
“De boer moet meer arts worden, als rentmeester van bodem-plant-mens gezondheid. De arts moet
meer leraar worden en advies verstrekken over het bereiken van een gezond lichaam en geest in plaats
van ‘last resort aanpak‘; pillen etc. De leraar moet meer zaaien: het zaad van verwondering zaaien in
plaats van kennis pompen.”
Alhoewel, dit moeilijk kan zijn door algemene denk patronen van velen: er werd (word) opgekeken
tegen de arts en leraar en er werd (word) neergekeken op de boer als professie. Men zou een
honorarium moeten geven aan de boer (gebruikelijk in dokterswereld) en hem de waardering terug
geven die hij nodig heeft. Hij speelt immers een centrale rol in de gezondheid en algemeen welzijn
van de mensen die hij voed!
Vervolgens was er tijd en ruimte voor een opening door de sprekers en het delen van hun
standpunten:
Jan Diek van Mansvelt:
Toekomst van de aarde ligt in handen consument.
Iedereen word in gewoontes opgevoed – en er word een gedachtepatroon aangeleerd. Je
word opgeleid in deeltjes denken – realiteit is te onvoorspelbaar en complex en zo
uiteengerafeld om het te kunnen begrijpen.
Linkerhersenhelft wordt gebruikt in normaal denkpatronen academische wereld en
rechterhersenhelft wordt weinig tot niet aangesproken.
Voor de bodem betekent dit: het feit dat de bodem veranderlijk is werd als
onwetenschappelijk gezien, te complex – wetenschap wil proeven en flesjes die overal
hetzelfde resultaat geven.
Resultaat: een ontaarde wetenschap, expert in reductionistisch denken.
Verdere opmerkingen:
Landbouw is van land(op)bouw en het heet niet landafbraak!
Boeren lange tijd ondergewaardeerd – boer was een scheldwoord en wanneer je vroeger in een klas
vroeg wat wil je worden: niemand wou boer worden.
Platteland en stad sterk gescheiden.
Zijn vraag was: wat houdt je tegen om de grond gezond te eten?
Michael de Wilde (Save our soils):
Vroeger waren we loyale consumenten, nu zijn we kritisch en onvoorspelbaar geworden.
Workshops Bodem Anders 2015
12
Veel aankoopredenen: prijs, status, gemak, ideaal, lokaal, gezondheid, GMO
Wat wil de nieuwe consument?
Er valt weinig te verdienen met het gezond houden van mensen – big pharma is een grote
industrie.
Waarom is ongezond eten zo goedkoop? I.p.v. waarom is gezond eten zo duur!
Hij vertelt nog over de MASLOW piramide – the hierarchy of needs. De onderste rang:
lichamelijke behoefte is verzadigt in een Westerse wereld: omdat we het zo goed hebben.
Alle aandacht gaat nu naar zelfontplooiing en zo krijg je eigenlijk een omgekeerde piramide:
met een heel brede balk aan top: zelfontplooiing en een heel smal puntje aan de onderkant:
lichamelijke behoeften: de aandacht hiervoor is naar de achtergrond getreden.
Zelfontplooiing
Lichamelijke behoeften
Verdere opmerkingen:
If you are not part of the solution, you are part of the problem.
Zijn vraag was: hoe krijgen we de bodem bij DWDD? Hoe maken we bodem sexy?
Roy Kloet (Geofox-Lexmond):
Bodem kan dienen als beïnvloeden van volksgezondheid.
Is vaak een probleem maar kan nu ook gaan dienen als oplossing.
Het kan bijvoorbeeld dienen voor ontwikkeling in nieuwe antibiotica.
Maar, is ook een bron waar asbest in kan worden opgeslagen en pollen van Q koorts zich in
kunnen vestigen.
“het bioproduct moet een gezicht hebben en dan moet je vooral de link met de mens
opzoeken”.
Voorbeeld: Naarderheem restaurant. Dit verzorgingstehuis heeft ervoor gekozen een
restaurant aan het verzorgingstehuis toe te voegen, waar met veel biologische,
seizoensgebonden, lokale producten wordt gekookt. De directie merkt dat er nu minder
kosten worden gemaakt aan supplementen en de kok merkt ook dat het eigenlijk niet
duurder is: omdat de kwaliteit van de producten hoger is waar je mee kookt heb je er minder
van nodig en krijg je eerder een verzadigingsgevoel.
Ideeën uit de zaal na afloop van de drie sprekers:
Workshops Bodem Anders 2015
13
Er is een gebrek aan kennis op dit vlak (bodem) bij de leek. Hier zit nu een groep hoog
opgeleide, bewuste mensen maar hoe bereik je de grote groep?
Scholen? Maar er zijn al lesprogramma’s en onderwijsmateriaal aangaande de bodem.
Een toegankelijk boek als de Voedselmachine moet er komen!
De Wereld Draait Door? Maar hoe kom je daar? En wat wil je dan uitdragen? Hoe kun je de link
vertellen: bodem, economie, gezondheid?
Speciale module in Boer Zoekt Vrouw? Er is al een trend dat het platteland beetje bij beetje
meer aantrekkelijk wordt, hoe kun je dit benutten? Boer Joris uit één van de eerste
seizoenen?
De boer word de dokter van de toekomst!
Precisielandbouw en natuurlijke bodem
Door Paul van Ham (Multitooltrac), Romke Postma (NMI-agro), Niels Maris (Agrifirm Plant) en André Jurrius
(akkerbouwer)
 Strip Farming naar de praktijk
 Rijpadentechniek tegen bodemverdichting
 Praktijk vraagt naar oplossingen en samenwerking
Workshopverslag met dank aan Arnold van der Leij
Romke Postma vertelde dat hij met NMI-Agro onderzoek doet naar het mestbeleid waarbij tegelijk
bodemkwaliteit, opbrengst en kwaliteit van het gewas en de waterkwaliteit als criteria worden
genomen. Uitdagingen zijn dan huurgronden, waar boeren niet op lange termijn beschikking over
hebben. Dat maakt investeren in organisch materiaal lastig. Kunstmest wordt zo toegediend dat het
optimaal is voor de plant. Maar daarmee wordt geen organische stof toegevoegd. Voor organische
stof in de bodem zijn geen streefwaarden beschikbaar voor de praktijk. Als je P in de bodem hoog is,
en dit volgens de norm naar beneden moet, zal je als boer niet snel organische stof toevoegen. Dat
terwijl bodemkwaliteit naast (o.a.) P en N ook uit organische stof bestaat.
André Jurrius vertelde hoe hij als akkerbouwer met inzet van moderne techniek de bodem zo goed
mogelijk probeert te verzorgen. Hij ploegt nog wel in de bedden, en ook tijdens de oogst van
sommige gewassen wordt er nog wel op de bedden gereden (niet alle oogstmachines zijn nog
aangepast aan de breedte van de onbereden bedden), maar buiten dat vinden alle bewerkingen op
vast bedden plaats die met behulp van GPS ieder jaar op dezelfde plek zijn. Ook door veel gebruik te
maken van vaste mest (o.a. door uitwisseling van mest en voer met een biologische melkveehouderij
vlakbij) en rustgewassen als grasklaver in te zetten werkt hij aan bodemkwaliteit.
Niels Maris, onderzoekscoördinator van het project Modern Bodem Management van Agrifirm plant
vertelt dat het volgens het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid de biodiversiteit omhoog moet. Van
ieder landbouwbedrijf moet 5% van het oppervlak “ecologisch aandachtsgebied” zijn. Ook is er een
Workshops Bodem Anders 2015
14
set aan “goede landbouwpraktijken”. Daar vanuit werkt Agrifirm met boeren aan het Basis Bodem
Concept, met de volgende punten:
Waarde, ook lange termijn
Optimale bemesting
Innovatieve gewasbescherming
Organische stof balans
Ook is er veel aandacht voor precisielandbouw, waar via de gedachte “meten is weten” heel
nauwkeurig plaatsspecifieke informatie kan worden verkregen op perceelsniveau. De vertaalslag van
al deze mooie data naar toepassingen in de praktijk is nog wel eens een uitdaging. Boeren worden
daarbij aangemoedigd het goede te optimaliseren in plaats van het slechte te minimaliseren. Zo zijn
bijvoorbeeld goede gewassen een stimulans voor het bodemleven.
Bodem in circulaire economie
Door Piet Rombouts (Brabantse Milieufederatie), Nicolette Klijn (RVO Nederland), Joeke Postma
(Wageningen Universiteit) en Mark van Iersel (van Iersel Compost)
 Subsidies op verbranden van hout funest voor de bodem  organisch materiaal, onderschatting
van de rol van de bomen
 Bodembelang meenemen in cascadering reststromen (basis cascadering)
 Organisatie noodzakelijk voor reststromen  meer bewustwording voor potentie
Workshop verslag door Klarien Klingen
Nicolette Klijn: “Als je fossiele energie wil vervangen door organische koolstof dan móet je wel
biomassa verbranden”. Zij pleit voor cascadering: geef verschillende waardes aan verschillende
reststromen en zet die in op wat ze maximaal kunnen. Zo kan het zijn dat vergisten het meest
efficiënt is voor bijvoorbeeld bermmaaisel, en dat van dat proces een restproduct met veel lignine
overblijft, dat dan weer aan de bodem gegeven kan worden. Het is namelijk de schimmelpopulatie in
de bodem die micronutriënten beschikbaar maakt voor plant, dier en mens. En die schimmels leven
met name op houtig materiaal, lignine.
Workshops Bodem Anders 2015
15
Ok, dus de bodem wil graag lignine. Maar als we al het andere van de organische reststromen
verbranden krijgt de bodem alleen maar lignine. Is dat niet te eenzijdig? Mark van Iersel vindt van wel.
“Ja, lignine is belangrijk, maar ook C en al het andere is nodig voor gezonde bodems”. Hij sluit zich
dan ook helemaal aan bij de “niet in de brand maar op het land” campagne van de Brabantse
Milieufederatie, die pleit voor het inzetten op zonnepanelen in plaats van biomassa voor groene
energie.
Subsidies zijn er wel voor biomassaverbranding, maar niet voor het verbeteren van de bodem via
biomassa. Alle reststromen van hout, bijvoorbeeld van Staatsbosbeheer, gaan dan ook de
verbrandingsoven in. Dat maakt het lastig voor van Iersel om aan voldoende lignine te komen voor
gebalanceerde compost.
Ook de lezing van Natuurlijk Kapitaal Brabant over hoe minder gewasbeschermingsmiddelen via de
bodem zorgen voor hogere waterkwaliteit en de lezing van Joeke Postma over de ziektewerendheid
van compost in de bodem tonen het belang van organische stof in de bodem.
Bodemkwaliteit is misschien wel net zo belangrijk voor een duurzaam klimaat als de energie transitie.
Conclusie: voor duurzame vruchtbaarheid en voor het klimaat moet bodem in het huidige
cascaderingsmodel een prominentere plek krijgen.
Workshops Bodem Anders 2015
16
Bodem Anders was mogelijk met dank aan:
Workshops Bodem Anders 2015
17
Download