Programma 22-03-05 Nieuwe technieken bij HH

advertisement
Verslag Platform Ecologisch Herstel Meren dd 22-03-05. Thema: Nieuwe technieken. Gastheer
hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Rotterdam
Inhoud
 Ellis Penning (WL) Habitat
 George Dubelaar (Cytobuoy) Hoogfrequente monitoring fytoplankton dynamiek
 Gabriël Zwart (NIOO) Dynatox
 Jack Hemelraad (HH van Schieland en de Krimpenerwaard) Bergse Plas, eerste resultaten
 Bergse Plassen excursie, varende toelichting op visactiviteiten
Habitat modellering: hulpmiddel bij ecologische effectvoorspelling
Ellis Penning, WL Delft
Welke maatregel geeft mij een optimaal rendament voor de verbetering van de ecologische status?
Welke factor limiteert momenteel het voorkomen van mijn gewenste doelsoort? Welke delen van mijn
watersysteem zijn aan verbetering toe? Het zijn een paar vragen die regelmatig opduiken in het
huidige waterbeheer. Inzicht in verbetering of verandering van habitatgeschikheid voor doelsoorten is
noodzakelijk om op een effectieve manier een keuze in maatregelen te maken. Het gebruik van
habitat modellering kan hierbij een hulpmiddel zijn.
WL | Delft Hydraulics, RIZA en RIKZ gebruikten vele verschillende instrumenten voor habitat- en
ecotopen analyses (bijv. MORRES, ECOPEIL, MACROMIJ etc.). Deze waren zowel inhoudelijk als
software technisch aan vernieuwing en stroomlijning toe. Daarom heeft WL de afgelopen twee jaar
samen met RIZA, RIKZ en DWW gewerkt aan een nieuw instrument. Dit instrument, HABITAT, is een
op GIS gebaseerd ruimtelijke analysetool voor ecologische effectstudies van maatregelen in het
water- en natuurbeheer.
toepassingen
Habitat modellering is niet nieuw en wordt al vele jaren in vele landen toegepast. Bekende
toepassingen in de waterwereld zijn vooral gericht op voorspellen van vishabitat in rivieren, maar in
principe kunnen alle gewenste soorten worden behandeld. Bij habitat modellering worden
(veranderingen in) milieufactoren vertaalt naar gevolgen voor ecologie. Het gaat hierbij om factoren
zoals stroomsnelheid, waterdiepte, substraattype, vegetatietype, zoutgehalte en waterkwaliteit. Aan de
hand van randvoorwaarden die soorten stellen aan hun leefomgeving, kunnen de habitatgeschiktheid
en zelfs aantallen worden voorspeld. De gegevens over milieufactoren zijn afkomstig van metingen of
modellen over hydrologie, morfologie of waterkwaliteit. Voor het schatten van het voorkomen van
verschillende ecotopen kan een ecotopenclassificatie worden gebruikt.
Watervraagstukken waar habitat modellering een rol in kan spelen zijn:
 Implementatie van de Kaderrichtlijn Water: risicoanalyses naar het behalen van de goede
ecologische toestand of analyse van de effectiviteit van maatregelen.
 De consequenties van diverse problemen het watersysteem voor het ecologisch functioneren
van verschillende watersystementypen op verschillende schaalniveaus.
 Vraagstukken over duurzame inrichting en beheer van watersystemen: bijvoorbeeld in relatie
tot klimaatverandering en zeespiegelstijging en eventuele maatregelen die daarvoor nodig zijn
of de rol van waterbeheer bij herstel, ontwikkeling en behoud van biodiversiteit.
Tijdens de presentatie wordt een voorbeeld gegeven van toepassing van habitat modellering in het
IJsselmeer en wordt uitgelegd hoe dit kan helpen bij definiëren van maatregelen, zoals gewenst voor
bijv. Kaderrichtlijn water en Vogel en Habitat richtlijnen.
Meer informatie over habitat modelling: Marjolijn Haasnoot, telefoon, 015 2858775,
e-mail: [email protected], Ellis Penning, telefoon 015-2858468 [email protected],
Hoogfrequente monitoring fytoplankton dynamiek
G.B.J. Dubelaar
CytoBuoy b.v., Weijland 70C, 2415 BD Nieuwerbrug, Nederland
Inleiding
Fytoplankton speelt een centrale rol in het aquatische ecosysteem, kent een zeer grote
verscheidenheid en reageert zeer dynamisch op omgevingsfactoren. Een prima indicator voor de
waterkwaliteit dus als regelmatig de aanwezige soorten en hun aantallen bepaald kunnen worden. Dit
vereist wel een evaluatie van de aanpak.
Welke meetfrequentie levert een betrouwbare totaalbeschrijving?
Het (fyto)plankton is veel variabeler dan andere flora- of faunacomponenten door zeer hoge
groei- en sterftesnelheden en doordat deze vrij zwevende organismen door waterstromingen worden
meegevoerd. Een enkele bemonstering is daarom slechts een statistisch artefact. Herhaald
bemonsteren is nodig, afgestemd op de dynamiek van het ecosysteem. Een betrouwbare fytoplankton
meetserie vraagt een bemonsteringsfrequentie van 1/d in een redelijk gemengd systeem tot 1/hr in
een hoogdynamisch systeem zoals in de monding van een estuarium.
Wat is de praktijk?
De voor een betrouwbaar totaalbeeld benodigde frequenties zijn ordes van grootte hoger dan
we in de praktijk gewend zijn. Fytoplankton soorten en aantallen worden namelijk door microscopische
analyses bepaald, die door de hoge kosten slechts af en toe uitgevoerd kunnen worden. De
betrouwbaarheid van meetseries is in de praktijk dan ook laag en het vaststellen van trends een
kansspel. Ook de nieuwe EG kaderrichtlijn water hinkt op twee gedachten waardoor bestaande
monitoringsprogramma's helaas eerder afgebouwd dan geïntensiveerd worden.
Geïntegreerde aanpak
Er staan ons diverse technologiën ter beschikking op een schaal van micrometers tot
kilometers. Betrouwbare fytoplankton ecosysteem monitoring is mogelijk met complementaire inzet
van bestaande hoogfrequente-hooginformatieve systemen. Bijvoorbeeld op lokaal niveau met een
combinatie van microscopie en scanning flowcytometrie (SFC), waarbij op willekeurige tijdstippen met
grote snelheid van vele individuele microscopisch kleine partikels een optische 'indruk' kan worden
bepaald.
Wat is SFC
Wat als Optical Plankton Analyzer ooit begon met een kamer vol peperdure apparatuur die
alleen door een hoger opgeleide fysicus bediend kon worden is nu een draagbaar apparaat dat met
een druk op de knop zijn werk doet, voorgeprogrammeerd en zelfs onder de waterspiegel of in een
boei. De hoeveelheid gemeten informatie per gedetecteerde cel of partikel is toegenomen. De nuldimensionale data (lichtverstrooiing en fluorescentie) inmiddels uitgebreid naar een-dimensionale data
(profiel), zodat er in veldmonsters al gauw 30 a 50 groepen onderscheiden kunnen worden.
Voorbeelden en discussie
Voorbeelden van meetseries zullen worden getoond. Ontwikkelingen zoals zelfsorterende
software en de logische uitbreiding van 1- naar 2-dimensionale (afbeelding!) detectie worden kort
besproken.
Literatuur
Alex Cunningham, David McKee, Susanne Craig, Glen Tarran and Claire Widdicombe (2003) Finescale variability in phytoplankton community structure and inherent optical properties measured from
an autonomous underwater vehicle, Journal of Marine Systems 43, 51– 59
George B. J. Dubelaar, Paul J. F. Geerders and Richard R. Jonker (2004) High frequency monitoring
reveals phytoplankton dynamics. J. Environ. Monit. 6, 946–952
Gabriel Zwart, Dynatox
Jack Hemelraad, Bergse Plas
Rondje projecten platformdag meren maart 2005
Stand van Zaken Afvissing BUWA. (Arjenne Bak)
De Deelen (i.o.v. Staatsbosbeheer regio Fryslan) Binnen dit project
zijn 4 petgaten afgesloten van de rest van het gebied. In twee
petgaten is in het voorjaar van 2004 de bodemwoelende en planktivore
vis verwijderd. De twee andere petgaten fungeren als referentie. Omdat
in de loop van 2004 tegen de verwachting in het water niet helder werd
heeft Bureau Waardenburg duikinspecties uitgevoerd langs de
viskeringen. Het is gebleken dat door de grillige structuur van de
ondergrond de viskering bij de bodem op sommige plekken niet goed
aansloot. Hierdoor waren er grote gaten aanwezig in de kering waar vis
vrij in en uit kon zwemmen. Vervolgens zijn met een aantal
aanpassingen onder begeleiding van een duiker de keringen alsnog
dichtgemaakt. Hierna zijn er controlevisserijen uitgevoerd.
Gebleken is dat in de uitdunningsgaten nauwelijks vis aanwezig was. De
vraag is nu of er gedurende de periode dat de viskeringen niet
volledig visdicht waren veel vis is in en weer uit is getrokken die
verantwoordelijk is voor het niet helder worden van het water. Bureau
Waardenburg zet hier vraagtekens bij, gezien de resultaten van de
controlevisserij.
De Leijen (i.o.v. Wetterskip Fryslan / Provincie Fryslan) Binnen dit
project wordt in twee achtereenvolgende jaren de visstand op het
Friese boezemmeer de Leijen uitgedund. In de zomer van 2004 heeft een
monitoring plaatsgevonden om de uitgangssituatie van de visstand te
bepalen. De eerste uitdunningsperiode is inmiddels afgesloten. In
samenwerking met Friese beroepsvissers is ongeveer de helft van het
visbestand verwijderd, wat overeenkomt met de doelstelling. In de
zomer van 2005 zal er opnieuw gemonitored worden om te onderzoeken wat
de effecten van de eerste uitdunningsvisserij op de visstand zijn.
Vervolgens zal dan in de winter van 2005/2006 een tweede
uitdunningsronde plaatsvinden.
Binnenbedijkte Maas (i.o.v. Waterschap Hollandse Delta) Binnen dit
project wordt 30 % van het bestand brasem 15 cm en 60% van het
bestand vis < 15 cm (baars, blankvoorn, pos, brasem) verwijderd Het
doel van de afvissing is te voorkomen dat de verslechtering in
waterkwaliteit (vnl. toename algen en afname doorzicht), zich verder
doorzet. De afvissing is op dit moment in volle gang. De
doelstellingen zijn op dit moment ongeveer voor de helft gerealiseerd.
drs. A. Bak
projectleider Aquatische Ecologie
========================
Bureau Waardenburg bv
Postbus 365
4100 AJ Culemborg
Tel: 0345-512710
Fax: 0345-519849
website: http://www.buwa.nl
email: [email protected]
KRW Bas van de Wal
Voor vragen over de implementatie van de Kaderrichtlijn water is een helpdesk opgericht. Deze
helpdesk is te bereiken onde het telefoonnummer 0230 299999. Men krijgt daar "eerste-lijnszorg", die
zonodig doorverwijst naar specialisten.
Veel gestelde vragen komen in een systeem, zodat de Helpdesk ook deze "FAQ's" kan
beantwoorden.
RIZA en STOWA stellen via STOWA-website een programma (gratis) ter beschikking, waarmee
geautomatiseerd een toetsing kan worden uitgevoerd van de (ontwerp)maatlatten bij natuurlijke
wateren.
Op 21 april wordt er door de NECOV en de WEW een symposium georganiseerd waarbij de eerste
resultaten van het opstellen van een aantal MEP's en GEP's voor sterk veranderde wateren worden
getoond aan de aquatisch ecologen. Ook bestaat de mogelijkheid "eigen" wateren te toetsen aan de
maatlatten voor natuurlijke wateren.
Meer informatie: internet-site van NecoV: http://www.necov.org/wop_14.html en op de internet-site van
WEW: http://www.wew.nu/agenda/wop_14.php
Bas van der Wal
STOWA
Postbus 8090
3503 RB Utrecht
030 2321199
[email protected]
Cyanobacterien
Jasper Stroom van het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft een enquete opgezet met vragen
over cyanobacteriën. Geïnventariseerd wordt hoe waterbeheerders omgaan met het CIW-protocol
"Veilig zwemmen; cyanobacteriën in recreatiewater". Veder wordt naar ervaringen met blauwalgen
gevraagd en wordt gevraagd welke onderzoeksbehoeften er zijn.
Als er mensen zijn die de enquete niet hebben ontvangen, maar wel hun ervaringen willen delen,
kunnen contact opnemen met Jasper ([email protected])
Rapport Ecologische effecten van cyanotoxines in het IJsselmeer
RIZA rapport 2004.010
Dit rapport beschrifjt de resultaten van 5 jaar onderzoek in veld en lab naar het voorkomen en de
risico’s van cyanotoxines in het voedselweb in het IJsselmeergebied
Degenen die dit rapport graag willen hebben kunnen een mailtje sturen naar [email protected]
met daarin naam, bedrijf, adres en titel en nummer van dit rapport.
Jolande de Jonge, RIZA
Zijn Virussen Oorzaak van Sterfte van Blauwalgen en Vis in het Proostmeer?
Herman J. Gons, NIOO-KNAW Centrum voor Limnologie
Rijksstraatweg 6, 3631 AC Nieuwersluis
Het Proostmeer is een gegraven, ondiepe plas bij Wagenborgen (Gem. Delfzijl) met de funktie van
zwemwater. Er zijn problemen door zwemmersjeuk en overmatige blauwalggroei. In 2004 is
explosieve groei van blauwalgen bij de aanvang van de zomer gevolgd door plotselinge sterfte van
deze organismen met als gevolg zuurstofgebrek en vissterfte. Daarna trad opnieuw groei op gevolgd
door snel verdwijnen van blauwalgen. Deze fenomenen doen denken aan virusaanvallen op
blauwalgen, zoals zijn waargenomen tijdens experimenten met Loosdrechtse Plassenwater. Gezien
de grote invloed van massale sterfte van blauwalgen op het ecosysteem, waarbij vissterfte kan
resulteren en de kans bestaat dat de verdwenen blauwalgen worden opgevolgd door toxische soorten
is nader onderzoek gewenst. Naar het zich laat aanzien is het Proostmeer een unieke lokatie om
antwoord te krijgen op de vraag onder welke omstandigheden de virussen tot massale blauwalgsterfte
kunnen leiden.
In een samenwerking tussen Waterschap Hunze en Aas, Gemeente Delfzijl en NIOO-CL zullen
waarnemingen aan de blauwalgen en virussen worden verricht in de maanden mei t.m. augustus
2005. Grootste probleem vormt het intensief monitoren van het Proostmeer, zodat bij snelle opbloei en
aankomende sterfte van blauwalgen extra watermonsters worden onderzocht om het fenomeen te
bestuderen en tot vaststelling van de oorzaak van de sterfte te komen. Hiertoe is, met ondersteuning
door STOWA, de samenwerking uitgebreid met het NIOZ (Texel) t.b.v. continue optische monitoring
(www.nioz.nl/nioz_nl/a6389d9c250f601486159930682f6511.php). Deze monitoring levert informatie
op over zowel helderheid van het water als de blauwalgbiomassa (chlorofyl en het blauwalgspecifieke
pigment fycocyanine).
Download