Tsjernobyl - 25 jaar later

advertisement
Tsjernobyl
25 jaar later
Samenstelling
SCK•CEN
Met bijdragen en ondersteuning van
Philippe Antoine
Max Bausart
Michel Bruggeman
Johan Camps
Louis de Saint-Georges
Andrew Dobney
Luc Holmstock
Christian Hurtgen
Paul Jacquet
Frank Joppen
Felice Mastroleo
Lieve Sweeck
Hans Vanmarcke
Eric Van Mieghem
Ellen Van Roey
Anne Verledens
Tsjernobyl
25 jaar later
1
2
Voor woord
4
Het ongeval
6
Beschrijving van het ongeval
6
Oorzaken van het ongeval
7
Verdere ontwikkeling van het ongeval
7
Vergelijking met Belgische kernreactoren (type drukwaterreactor)
8
Gevolgen van het ongeval voor werknemer s,
hulpdiensten en lokale bevolking
9
Overzicht van de blootstelling
9
Gezondheidseffecten waargenomen bij werknemers,
3
hulpdiensten en lokale bevolking
11
Besmetting van de voedselketen
17
Gevolgen van het ongeval in België
20
Overzicht van de blootstelling
20
Gezondheidseffecten waargenomen bij de Belgische bevolking
21
Besmetting van de voedselketen in België
22
Weer slag van Tsjernobyl
op de noodplanorganis atie in België
24
Informatiedoorstroming en buitenlandse bijstand
24
Richtwaarden voor besmette landbouwproducten
24
De Belgische organisatie
24
5
Samenvat ting
28
6
Meer informatie
30
4
SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later 3
Voor woord
Op 26 april 1986 ontplofte reactoreenheid 4 in Tsjernobyl.
Het ongeval heeft lokaal veel menselijk leed veroorzaakt.
Dit was meteen het zwaarste ongeval in de geschiedenis
Dit is per definitie moeilijk kwantificeerbaar. We weten wel
van de vreedzame toepassingen van kernenergie. Vandaag,
dat er rechtstreeks 49 slachtoffers waren. In 2006 heeft men
25 jaar later, zijn zowel de oorzaken als de gevolgen zeer
geschat (weliswaar met een grote onzekerheid) dat er 4000
grondig bestudeerd en zijn er heel wat lessen uit getrokken.
extra kankerdoden kunnen verwacht worden. Het herleiden
van menselijk leed tot een aantal sterfgevallen is echter veel
De belangrijkste oorzaken van het ongeval waren:
te beperkend. In de vroegere Sovjet-Unie zijn de maatschap-
– de onveilige en instabiele RBMK reactorarchitectuur. Dit
pelijke gevolgen moeilijk objectief vast te stellen wegens de
type reactor, ontworpen voor de productie van elektrici-
grote economische en politieke belangenvermenging, de
teit, kan ook plutonium aanmaken voor militaire doelein-
veel betere medische opvolging na het ongeval dan ervoor,
den. Men kan het ongeval bijgevolg niet los zien van de
de ongecontroleerde ontheemding van honderdduizenden
politiek-militaire context in de vroegere Sovjet-Unie;
mensen enz. Deze brochure geeft een zo objectief mogelijke
– het gebrek aan theoretische opleiding en kennis bij de
operatoren. Tijdens de koude oorlog was veiligheid duide-
beschrijving van de gevolgen van het ongeval voor werknemers, hulpdiensten en de lokale bevolking.
lijk geen prioriteit. Het gebrek aan veiligheidscultuur was
kritiek;
Tsjernobyl ligt in Oekraïne ruim 2 000 km oostwaarts ter
– de sfeer van strikte geheimhouding die in de toenmalige
hoogte van Brussel, nabij het drielandenpunt tussen het
Sovjet-Unie heerste. Er werd toen van operatoren niet
huidige Wit-Rusland, Rusland en Oekraïne. Enkele dagen
verondersteld dat ze kritisch zouden nadenken, noch dat
na het ongeval bereikte de radioactieve wolk België via
ze initiatieven zouden nemen bij officieel ondenkbare
Oost-, Noord- en Zuid-Europa. Zowel het SCK•CEN als an-
noodsituaties.
dere instellingen volgden de evolutie van de verhoging
van de radioactiviteit in België zeer nauwkeurig op. Er zijn
Deze brochure beschrijft de belangrijkste technische ele-
nooit alarmerende dosissen gemeten. Vandaag zijn ze ver-
menten en menselijke fouten die aan de oorzaak liggen van
waarloosbaar. De gevolgen van het ongeval op de gezond-
het ongeval. We gaan ook dieper in op de gevolgen voor
heid en de voedselketen in België worden in hoofdstuk drie
mens en milieu en de institutionele veranderingen die het
van deze brochure behandeld.
heeft teweeggebracht. We hebben het niet over de onderliggende politieke en militaire aspecten.
4 SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later
Het belangrijkste internationale gevolg was ongetwijfeld
In verband met het ongeval in Tsjernobyl, doet of deed het
de impact op de publieke opinie. De bevolking was terecht
SCK•CEN in samenwerking met nationale en internationale
verontrust door het ongeval, onder andere wegens de sfeer
partners heel wat onderzoek:
van geheimhouding, door onder meer de Sovjetautoritei-
– radio-ecologisch onderzoek in de Tsjernobyl-regio naar
ten. We hebben hieruit allemaal onze eigen conclusies ge-
het gedrag van radionucliden in de meest besmette zone
trokken. Het heeft ook institutioneel gevolgen gehad. Zo
werden reorganisaties doorgevoerd van acties in noodsituaties en werd het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) opgericht. De weerslag van het ongeval op de
noodplanorganisatie wordt in hoofdstuk vier verduidelijkt.
dichtbij de plaats van het ongeval;
– onderzoek naar de invloed van weerpatronen op de verspreiding van radionucliden;
– softwareontwikkeling voor de veiligheidsanalyse van
kernreactoren in ongevalssituaties;
– steun bij de ontwikkeling van aangepaste ontsmettingsen ontmantelingstechnieken voor RBMK-reactoren in het
Het SCK•CEN
vroegere Oostblok.
Als federale onderzoeksinstelling heeft het SCK•CEN statu-
U vindt het volledige overzicht van ons onderzoek op onze
tair de opdracht om ‘onderzoek te verrichten met betrek-
website (www.sckcen.be).
king tot de aspecten rond veiligheid, afvalbeheer, bescherming van mens en milieu, het beheer van splijtstoffen en
De missie van het SCK•CEN vermeldt expliciet zijn rol in de
andere strategische materialen en maatschappelijke impli-
communicatie van zijn kennis. In deze brochure vindt u we-
caties in het kader van het streven naar duurzame ontwik-
tenschappelijke feiten over het ongeval en zijn gevolgen en
keling’ en om ‘de nodige kennis te ontwikkelen, verzamelen
een lijst van bijkomende informatiebronnen. Ze is geschre-
en verspreiden via vorming en communicatie’.
ven voor de media, de politieke overheden en voor alle geïnteresseerden. In overeenstemming met zijn ethisch charter
De Belgische regering heeft in 2010 een budget vrijgemaakt
heeft het SCK•CEN zich bij de redactie zo strikt mogelijk ge-
voor het ontwerpen van een nieuw type onderzoeksreactor,
houden aan zijn streven naar wetenschappelijke openheid,
MYRRHA, die onder andere gebruikt zal worden voor mate-
onafhankelijkheid en integriteit.
riaalonderzoek in het kader van vierde generatie reactoren
en voor de productie van radio-isotopen voor medische en
Prof. Frank Deconinck
industriële toepassingen.
Voorzitter van de Raad van Bestuur
SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later 5
1
Het ongeval
Beschrijving van het ongeval
Op 25 april 1986 om 1 uur ’s nachts begonnen de operatoren het vermogen van de reactor te verminderen. Om
Reactor nummer 4 van de kerncentrale van Tsjernobyl (zie
14 uur leverde de reactor nog de helft van zijn maximaal
figuur 1) zou op vrijdag 25 april 1986 worden gestopt voor
vermogen en was hij klaar voor de test. Op dat ogenblik
onderhoud. Men wilde van de gelegenheid gebruik maken
vroeg de maatschappij die de elektriciteit verdeelt om niet
om een test uit te voeren. Om een aantal belangrijke on-
te stoppen wegens een te groot verbruik op het elektrici-
derdelen van een kerncentrale in werking te houden, is er
teitsnet. Negen uur later (om 23 uur) werd uiteindelijk de
elektriciteit nodig. Voor noodgevallen zijn er dieselgenera-
toelating gegeven om te stoppen met de elektriciteitspro-
toren die echter enkele seconden nodig hebben om te star-
ductie en kon de test starten. Door een fout bij de instelling
ten. Nadat de reactor is stilgelegd, blijft de stoomturbine
van een regelsysteem, daalde het vermogen te laag. Op dat
verder draaien als gevolg van haar grote massa en snelheid.
ogenblik had men de reactor moeten stilleggen zonder de
Deze energie kan worden gebruikt voor het opwekken van
test uit te voeren, maar de operatoren wilden er toch mee
elektriciteit in de korte periode tussen het stoppen van de
doorgaan en probeerden het vermogen te verhogen. Dit
reactor en het starten van de nooddieselgeneratoren. Om-
lukte alleen door veel meer controlestaven uit de kern te
dat dit in de centrale van Tsjernobyl niet goed werkte, was
trekken dan toegelaten.
er een nieuw systeem geïnstalleerd. Om dit uit te proberen,
werden een aantal veiligheidssystemen buiten dienst ge-
De test werd gestart op 26 april om 1.22 uur terwijl de re-
steld. Deze test werd aanzien als een routinetaak die geen
actor in niet-toegelaten condities in werking was. De au-
speciale veiligheidsmaatregelen vereiste.
tomatische beveiliging, die de reactor stopt wanneer de
stoomtoevoer naar de turbine wordt afgesloten, werd uitgeschakeld. Dit was niet voorzien in het testprogramma,
maar het gaf de operatoren de mogelijkheid om de test te
herhalen als hij zou mislukken.
Om 1 uur 23 min 4 sec werd de stoomturbine afgesloten.
De koelpompen van de reactor begonnen stil te vallen. De
operatoren zagen echter het vermogen van de reactor toenemen!
Om 1 uur 23 min 40 sec werd de knop ingedrukt om de reactor manueel te stoppen door de controlestaven te laten
vallen. Enkele seconden later voelden de operatoren in de
controlezaal schokken. Een aantal controlestaven was niet
volledig in de kern gevallen. Waarnemers buiten de centrale hoorden kort na elkaar twee ontploffingen. Stukken
> Fig. 1 – De site van Tsjernobyl met vier reactoren.
Het ongeval gebeurde in eenheid nummer 4.
6 SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later
brandend materiaal vlogen in de lucht en staken het turbinegebouw in brand.
Bolsjoj Mosjtsjnosty Kanalny’, wat zoveel betekent als ‘reactor van groot vermogen met kanalen’. Het probleem met
dit type reactoren zoals in Tsjernobyl is dat ze zich onder
bepaalde omstandigheden onstabiel gedragen. Een stijging
van het vermogen, bijvoorbeeld als gevolg van een storing,
verhoogt de temperatuur van het koelwater. Om veilig te
zijn, moet de reactor hierop reageren met een daling van
de vermogenproductie als gevolg van fysische effecten,
zonder tussenkomst van regelsystemen.
RBMK-reactoren reageren in sommige omstandigheden
omgekeerd. Een stijging in vermogen geeft aanleiding tot
> Fig. 2 – De vernielde reactor.
een temperatuurstijging, met een verdere verhoging van
het vermogen als gevolg. Hierdoor stijgt de temperatuur
nog verder met opnieuw een vermogenverhoging. Als men
deze nucleaire kettingreactie niet snel onderbreekt, eindigt
Oor zaken van het ongeval
dit onvermijdelijk in een ontploffing die te vergelijken is met
bijvoorbeeld de ontploffing van een stoominstallatie door
Het ongeval werd veroorzaakt door een aantal mense-
oververhitting. Door de verschillende overtredingen op de
lijke fouten gecombineerd met het onveilige ontwerp van
procedures brachten de operatoren de reactor in een ge-
de reactor. De controlestaven werden hoger opgetrokken
vaarlijke toestand.
dan toegelaten volgens de procedures van de centrale. Een
tweede ernstige menselijke fout was de uitschakeling van
de automatische beveiliging vlak voor de test. Dit was een
Verdere ont wikkeling van het ongeval
overtreding van de instructies voor het uitvoeren van de
test. Men kan twee redenen aanhalen waarom de operato-
Een van de operatoren ging na de explosies naar de reactor
ren op deze manier handelden. Ten eerste was er de vraag
kijken en stelde vast dat hij volledig vernield was (zie figuur
om de test uit te stellen om de reactor langer in dienst te
2). Het zware betonnen reactordeksel was van de reactor
houden. Hierdoor was het reeds vrijdagnacht geworden en
opgelicht en lag scheef. De reactorkern, opgebouwd uit
de operatoren wilden de test nog snel uitvoeren vóór het
grafietblokken met daarin de splijtstofelementen, stond in
weekeinde. Ten tweede liet men de test over aan de ope-
brand. De operator in kwestie liep een dodelijke stralings-
ratoren zonder de aanwezigheid van leidinggevend perso-
dosis op.
neel. De operatoren improviseerden een aantal interventies, die de test schijnbaar gemakkelijker zouden maken,
RBMK-centrales hebben geen overkoepelend gebouw dat
evenwel zonder na te denken over de mogelijke gevolgen.
de reactor volledig van de omgeving isoleert. Hierdoor
konden de radioactieve stoffen zich veel gemakkelijker ver-
Een tweede oorzaak van het ongeval was het ontwerp van
spreiden in de omgeving.
de reactor. Het RBMK-type reactor verschilt fundamenteel
van de reactoren die gebruikt worden in de westerse we-
Onmiddellijk na het ongeval waren twee acties dringend.
reld. De afkorting RBMK staat voor het Russische ‘Reaktor
Uiteraard moesten branden worden geblust, maar men
SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later 7
reactor 4
opsluitingsstructuur
geleidingsspoor
> Fig. 3 – Eerste sarcofaag.
> Fig. 4 – Ontwerp nieuwe sarcofaag.
moest er vooral zeker van zijn dat de nucleaire kettingre-
Vergelijking met Belgische
kernreac toren (type drukwaterreactor)
actie gestopt werd. Het enige wat men kon doen, was met
helikopters over de vernielde reactor vliegen en een stof
droppen die neutronen absorbeert zoals controlestaven dat
De Belgische kernreactoren zijn totaal verschillend van de
doen. Bovendien had men de bevolking onmiddellijk moe-
reactoren in Tsjernobyl. Een onstabiele werking waarbij
ten verwittigen, iets wat pas veel later is gebeurd.
het vermogen steeds zou toenemen, is niet mogelijk in een
drukwaterreactor zoals die in Doel of Tihange. Deze reacto-
In een later stadium moest men ervoor zorgen dat de ra-
ren zijn zo gebouwd dat een temperatuurstijging van het
dioactieve stoffen die nog in de kern aanwezig waren, zich
koelwater altijd aanleiding zal geven tot een vermogenda-
niet verder verspreidden in de omgeving. Hiervoor werd de
ling, wat de werking stabiel maakt. Verder zijn in de Belgi-
zogenaamde ‘sarcofaag’ gebouwd (zie figuur 3), een beton-
sche kernreactoren verschillende barrières ingesteld om
nen omhulsel rond het reactorgebouw. Ook onder het ge-
ongecontroleerde uitstoot van radioactieve stoffen te ver-
bouw werd beton gegoten om te vermijden dat radioactie-
mijden: de reactorkuip zit samen met de belangrijkste vei-
ve stoffen zouden doordringen in het grondwater. De eerste
ligheidsuitrustingen en de stoomgenerator in een gebouw
sarcofaag vertoont scheuren en is niet stabiel. De bouw van
met 2 wanden van staal en beton. Dit reactorgebouw kan
een nieuwe sarcofaag begon in september 2010. Hij wordt
weerstaan aan een interne druk en aan uitwendige krach-
naast de reactor gebouwd en op rails over de bestaande
ten, zoals de val van een vliegtuig.
sarcofaag gereden. Op die manier is het mogelijk om in de
De efficiëntie van een dergelijk reactorgebouw werd aan-
toekomst de reactor en de oude sarcofaag te ontmantelen
getoond in 1979 in de Verenigde Staten. Op 28 maart 1979
(zie figuur 4).
liepen een aantal zaken fout in de drukwaterreactor van
Three Mile Island in Harrisburg. Door gebrek aan koelwa-
Nu zijn alle reactoren in Tsjernobyl definitief gestopt. En-
ter smolt een aantal splijtstofelementen. Hoewel dit zeer
kele jaren na het ongeval brak echter een zware brand uit
zware gevolgen had voor de reactor is dankzij het reactor-
in een van de andere reactoren van de centrale maar niet
gebouw de hoeveelheid radioactieve stoffen die in de om-
in het nucleaire gedeelte. In de voormalige Sovjet-Unie zijn
geving terechtkwam, beperkt gebleven.
nog een aantal reactoren van dit type in werking. Er werden
wel een aantal aanpassingen doorgevoerd die een veiliger
Op gebied van uitbating van de reactor kunnen we stellen
werking mogelijk maken.
dat een experiment zoals gepland in de centrale van Tsjernobyl hier niet op die manier zou worden uitgevoerd. Dergelijke testen vereisen de voorafgaande goedkeuring van
de toezichthoudende overheid, soms zelfs de aanwezigheid
van een inspecteur. In ieder geval zal men dergelijke testen
nooit overlaten aan de operatoren en zal bijzonder toezicht
voorzien zijn.
8 SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later
2
Gevolgen van het ongeval
voor werknemers,
hulpdiensten en lokale bevolking
O ver zicht van de bloot stelling
gelijking: de gemiddelde jaarlijkse blootstelling in België,
vooral te wijten aan natuurlijke radioactiviteit en medische
Bij het ongeval waren verschillende bevolkingsgroepen be-
toepassingen, bedraagt 4,6 mSv (millisievert). De jaarlimiet
trokken: de werknemers in de kerncentrale, de brandweer
voor beroepshalve blootgestelde werknemers (‘werkne-
en andere hulpdiensten, de opruimingswerkers die zorgden
merslimiet’) bedroeg in 1986 50 mSv en werd in 2001 ver-
voor de latere bestrijding van de gevolgen van het ongeval
laagd tot 20 mSv. Die laatste waarde gebruiken we in deze
en de lokale bevolking in de besmette gebieden.
tekst als referentie. Voor gammastraling is dit ook gelijk
aan 20 mGy (milligray). De cijfers hierna steunen hoofdza-
Hierna volgt een kort overzicht van de stralingsdosis waar-
kelijk op de rapporten van 2000 en 2008 van UNSCEAR, Uni-
aan deze bevolkingsgroepen blootgesteld werden. Ter ver-
ted Nations Scientific Committee on the Effects of Atomic
Radiation.
Uitstoot van radioactieve stoffen uit de reactor
Welke eenheden?
Gedurende 10 dagen na het ongeval werden gassen en een
deel van de andere radioactieve stoffen (radionucliden) die
Becquerel (symbool Bq) is de eenheid van radioactivi-
zich in de kern van de reactor bevonden, in de lucht ver-
teit. Radioactiviteit is de eigenschap van sommige ele-
spreid. Men schat dat de helft van alle jodiumactiviteit
menten om te veranderen in een ander element door
(1760 1015 Bq) die bij het begin van het ongeval in de kern
spontane desintegratie van de atoomkern, waarbij
aanwezig was, terechtkwam in de lucht. De huidige schat-
alfa-, bèta-, of gammastraling vrijkomt. 1 Bq betekent
ting van de jodiumuitstoot ligt vijfmaal hoger dan de veron-
1 kerndesintegratie per seconde.
derstelling in de beginperiode (1988). Voor de cesiumactiviteit bedraagt de huidige schatting van de uitstoot 30% (85
Gray (symbool Gy) is de eenheid van geabsorbeerde do-
1015 Bq), wat tamelijk goed overeenkomt met de vroegere
sis. Dit is de hoeveelheid stralingsenergie die in een be-
schattingen.
paalde hoeveelheid materie wordt afgezet. 1 gray correspondeert met een energieafzetting van 1 joule per
Besmetting van de omgeving rond Tsjernobyl
kilogram. De gray is de aangewezen eenheid voor zeer
Door het ongeval werden grote gebieden in Oekraïne, Wit-
hoge stralingsdosissen die effecten op korte termijn
Rusland (Republiek Belarus) en de Russische Federatie ra-
kunnen veroorzaken (acute stralingsziekte).
dioactief besmet. Op lange termijn is vooral de radioactieve
besmetting met cesium belangrijk. De weersomstandighe-
Sievert (symbool Sv) is de eenheid die de langetermijn-
den tijdens het ongeval zorgden voor een zeer onregelma-
gezondheidseffecten van ioniserende straling op de
tige verspreiding van de besmetting.
mens uitdrukt (kanker en lichamelijke afwijkingen).
In totaal werd een oppervlakte van ongeveer 150 000 km2,
Men hanteert wel vaker de millisievert (symbool mSv),
dit is vijfmaal de oppervlakte van België, in de drie repu-
een duizendste van een sievert.
blieken ernstig besmet met radioactief cesium (meer dan
37 kBq/m2 of meer dan tienmaal de besmetting in België).
SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later 9
kBq/m2
1480
185
40
10
2
geen data
beschikbaar
> Fig. 5 – De cesium-137-bodembesmetting in Europa op 10 mei 1986. Deze besmetting is zowel het gevolg
van het ongeval in Tsjernobyl als van de vroegere bovengrondse testen met kernwapens.
De besmettingsgraad in deze gebieden is weergegeven op
de besmettingskaart van Europa in eenheden van
kBq/m2
22 tussen 200 en 300 maal (4,2 en 6,4 Gy) en 21 tussen 300
en 800 maal de jaarlijkse werknemerslimiet (6,5 en 16 Gy).
(zie figuur 5).
De gemiddelde totale lichaamsdosis die binnen de eerste
Blootstelling van werknemers en hulpdiensten
weken resulteert in de dood van de helft van de slachtof-
Ongeveer 600 personeelsleden en leden van hulpdiensten
fers, is 5 Gy. Ondanks medische zorgen overleden 28 per-
waren aanwezig tijdens de nacht van het ongeval en de
sonen binnen de vier maanden volgend op het ongeval als
daarop volgende uren. De personeelsleden droegen dosis-
gevolg van de bestraling. Twee personen overleden door
meters met een meetbereik beperkt tot ongeveer 0,02 Gy
ongevallen tijdens de noodacties.
(gray). Omwille van de hoge stralingsvelden in de omgeving
van de reactor waren de opgelopen dosissen groter dan dit
Blootstelling van opruimingswerkers
meetbereik en waren de dosismeters niet bruikbaar voor de
Er waren in totaal 530 000 personen betrokken bij de op-
schatting van de stralingsbelasting. De brandweerlieden
ruimingswerkzaamheden in Tsjernobyl en omgeving. Onge-
droegen geen dosismeter. De blootstelling van al deze per-
veer de helft ervan waren militairen. In 1986 werd voor deze
sonen werd bepaald met biologische dosimetrie die voor
opruimingswerkers een dosisregister geopend. De interpre-
hoge dosissen een redelijke nauwkeurigheid haalt.
tatie van de dosisgegevens is niet gemakkelijk. Er werden
verschillende soorten dosismeters gebruikt zonder ze on-
Bij 237 van de hiervoor vermelde personen werden sympto-
derling te vergelijken. Een groot aantal metingen lag dicht
men van stralingsziekte vastgesteld. De diagnose van acute
bij de detectielimieten en de resultaten werden soms sterk
stralingsziekte werd later bij 134 personen bevestigd. Van
afgerond. Men schat de gemiddelde lichaamsdosis van de
hen hadden er 41 een uitwendige lichaamsdosis opgelopen
opruimingswerkers voor de jaren 1986-2005 op ongeveer
van minder dan 100 maal de jaarlijkse werknemerslimiet
117 mSv. Dit is zesmaal de jaarlijkse werknemerslimiet.
(2,1 Gy), 50 personen tussen 100 en 200 maal (2,2 en 4,1 Gy),
10 SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later
Uitwendige blootstelling van de bevolking
klierdosis vertegenwoordigt ongeveer vijf procent van de
rond Tsjernobyl
totale lichaamsdosis. Voor personen die binnen de 48 uur
In de ernstig besmette gebieden (meer dan 37 kBq radioac-
geëvacueerd werden, wordt de schildklierdosis op 0,07 Gy
m2)
leven vijf miljoen mensen. De getroffen
geschat voor volwassenen. Voor zuigelingen loopt deze
bevolking is ongeveer gelijk verdeeld tussen de drie betrok-
schatting op tot een hoge dosis van 2 Gy. Voor alle geëvacu-
ken republieken.
eerden samen bedraagt de gemiddelde waarde 0,47 Gy. Bij
tief cesium per
niet-geëvacueerde bevolkingsgroepen werden bij de meest
In enkele weken evacueerde de overheid 115 000 mensen
blootgestelde zuigelingen in elk van de drie republieken
en 60 000 dieren uit de meest besmette gebieden in Oe-
schildklierdosissen gemeten boven de 1 Gy.
kraïne en Wit-Rusland. Om de uitwendige stralingsdosis
van deze bevolkingsgroep te bepalen, werden uitgebreide
Tijdens de eerste weken na het ongeval leverde radioactief
meetcampagnes en berekeningen uitgevoerd. Men schat
jodium de grootste bijdrage tot de inwendige blootstel-
dat ongeveer 30% van deze mensen werden blootgesteld
ling. Sinds 1987 is de blootstelling in de besmette gebie-
aan een dosis lager dan 10 mSv, 56% tussen 10 en 50 mSv,
den vooral te wijten aan radioactief cesium dat afgezet is
10% tussen 50 en 100 mSv en slechts 4% aan een dosis ho-
op de grond. Cesium is niet alleen verantwoordelijk voor
ger dan 100 mSv. Na 1986 werden nog eens 220 000 men-
de uitwendige blootstelling, het wordt ook opgenomen in
sen uit de verdere omgeving geëvacueerd.
de voedselketen. Men schat de som van de inwendige en
uitwendige cesiumdosis, opgelopen door de bewoners in de
Met een snellere waarschuwing en de raad om binnen te
besmette gebieden gedurende de eerste tien jaar na het on-
blijven, had de dosis voor de bevolking kunnen worden be-
geval, op gemiddeld 10 mSv.
perkt.
Veel mensen bleven wonen in niet-geëvacueerde gebieden die zeer ernstig besmet waren met radioactief cesium
(meer dan 550 kBq/m2). In deze gebieden kon men door
Gezondheidsef fec ten waargenomen
bij werknemer s,
hulpdiensten en lokale bevolking
tegenmaatregelen de jaarlijkse dosis beperken tot 5 mSv,
een kwart van de werknemerslimiet. In 1986 ging het om
We moeten een duidelijk onderscheid maken tussen de ge-
273 000 mensen, maar door emigratie was dit aantal in
zondheidseffecten op korte termijn (die enkel optreden na
1995 teruggelopen tot 150 000. Er wonen nog steeds veel
blootstelling aan hoge stralingsdosissen) en de effecten op
mensen in deze gebieden.
lange termijn (zoals kanker) die ook kunnen optreden bij
blootstelling aan lagere dosissen.
Inwendige blootstelling van de bevolking
rond Tsjernobyl
Effecten op korte termijn: stralingsziekte
De bevolking rond Tsjernobyl ademde tijdens het ongeval
Een aantal werknemers van de kerncentrale en sommige
radioactief jodium in dat bij de brand in de reactor vrij-
leden van externe hulpdiensten ontvingen omwille van een
kwam. Als gevolg hiervan stelde men schildklierkanker
gebrek aan toezicht tijdens de interventies, zodanig hoge
vast bij kinderen. De opgelopen schildklierdosis hing af van
dosissen dat ze met symptomen van stralingsziekte moes-
de leeftijd, de verblijfplaats, het eventuele tijdstip van de
ten gehospitaliseerd worden. Bij 134 reddingwerkers (dit is
evacuatie en het verbruik van besmet voedsel. Deze schild-
ongeveer de helft van het totale aantal gehospitaliseerde
SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later 11
Ernst van
de stralingsziekte
Aantal patiënten
behandeld *
in Moskou
in Kiev
Gering (graad I)
23
Aantal
overlijdens
Aantal
overlevenden
0
(0%)
41
18
Matig (graad II)
44
6
1
(2%)
49
Ernstig (graad III)
21
1
7
(32%)
15
Zeer ernstig (graad IV)
20
1
20
(95%)
1
108
26
28
Totaal
106
* acute stralingsziekte werd niet aangetoond bij nog 103 andere patiënten die werden gehospitaliseerd
> Medische opvolging gedurende de eerste vier maanden van de patiënten met stralingsziekte ten gevolge van het ongeval.
patiënten) stelde men in variërende mate stralingsziekte
Ook de nakomelingen in deze drie onderzoeksgroepen (ge-
vast. Bij de omwonende bevolking kwam stralingsziekte
boren na het ongeval in 1986) moesten worden opgevolgd.
niet voor.
Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 werden de
De meest frequente symptomen van stralingsziekte waren
onderzoeksprojecten gedecentraliseerd verdergezet in de
beenmergaantasting en letsels van het maagdarmstelsel.
meest getroffen staten. Er werden op nationaal niveau
De 28 overlijdens waren meestal het gevolg van brand-
talrijke registers aangelegd voor de analyse van bloedziek-
wonden veroorzaakt door bestraling van de huid en het
ten, schildklierkanker, kankers bij kinderen, erfelijke afwij-
slijmvlies van mond en keel, samen met stralingsletsels
kingen, aangeboren misvormingen, enzovoort. In de loop
aan de longen. Deze overlijdens in de loop van de eerste
der jaren gingen de onderzoekers in de afzonderlijke staten
vier maanden na het ongeval in 1986 waren het gevolg van
echter meer en meer een eigen methodologie toepassen,
stralingsziekte (zie bijgevoegde tabel). In de periode 1987-
wat het samenvoegen van de onderzoeksgegevens dikwijls
2006 overleden nog 19 personen die oorspronkelijk werden
bemoeilijkt.
gehospitaliseerd omwille van stralingsziekte. Er kwamen
nog twee personen om tijdens de noodacties. Dit brengt
De resultaten op het vlak van kanker
het totaal van de rechtstreekse slachtoffers op 49, indien
en lichamelijke afwijkingen
de bovenvermelde 19 sterfgevallen allemaal als een gevolg
Het enige effect dat men tot op vandaag onomstootbaar
van het ongeval worden beschouwd.
vaststelde in de algemene bevolking is een duidelijke toename van schildklierkanker bij de jeugdige bevolking in de
Effecten op lange termijn
meest besmette regio’s (Wit-Rusland, Oekraïne en de aan-
De studies
palende gebieden van de Russische Federatie). In figuur 6
Het jaar na het ongeval besliste de regering van de voor-
wordt voor Wit-Rusland het voorkomen van schildklierkan-
malige Sovjet-Unie om de langetermijneffecten continu te
ker (afzonderlijk voor meisjes en jongens) weergegeven in
registreren bij de meest aan straling blootgestelde mensen,
functie van de tijd na het ongeval, en dit voor diegenen die
namelijk:
kind of adolescent waren op het ogenblik van het ongeval.
Slechts vier jaar na de blootstelling aan de kernsplijtings-
– personen ingezet tijdens de opruimingswerken;
producten werd al een duidelijke toename van dit kankerty-
– de bevolking die werd geëvacueerd uit de meest besmet-
pe waargenomen. Er bestond ook een goede geografische
te gebieden;
– de bevolking die nog steeds in gebieden woonde met relatief hoge besmetting.
correlatie tussen het optreden van schildklierkanker en de
graad van bodembesmetting. Het risico op schildklierkanker neemt nog steeds toe bij diegenen die kind of adolescent waren op het ogenblik van het ongeval.
12 SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later
De schildklierdosissen in de meest getroffen regio’s kon-
Jaarlijkse incidentie per 100 000 personen
den zo hoog oplopen, omdat men geen schuilmaatregelen trof en omdat er dikwijls veel te laat (ofwel helemaal
15
vrouwen
geen) stabiel jodium werd verspreid onder de bevolking.
mannen
Door tijdige inname van niet-radioactief jodium wordt de
schildklier snel verzadigd en kan ze nadien geen radioactief
10
jodium meer opnemen. Voor de periode 1991-2005 werden
in de meest besmette regio’s meer dan 6 000 gevallen van
5
schildklierkanker bij (ex-)jongeren vastgesteld. Hiervan kan
een belangrijke fractie toegewezen worden aan het drinken van melk die gedurende een korte tijd na het ongeval
0
1986-1990
1991-1995
1996-2000
2001-2005
> Fig. 6 – Incidentie schildklierkanker in Wit-Rusland bij diegenen
die kind of adolescent waren op het ogenblik van het ongeval in
Tsjernobyl (jonger dan 18 jaar in 1986).
besmet was met radioactief jodium (in het bijzonder met
jodium-131).
Hoge dosissen radioactief jodium kunnen dus schildklierkanker veroorzaken. Dankzij het toedienen van nog veel hogere dosissen kunnen deze schildklierkankers (en zelfs hun
Wat kan deze duidelijke toename van schildklierkankers bij
uitzaaiingen) echter opnieuw genezen; alle kankercellen
jongeren verklaren? Radioactieve jodiumisotopen maakten
worden hierbij dan gedood door de enorme stralingsdosis.
een belangrijke fractie uit van de geloosde kernsplijtings-
Deze behandeling is bijzonder efficiënt. De ervaring heeft
producten. Bovendien concentreert de schildklier deze jo-
geleerd dat de overlevingskansen in dit geval zeer groot
diumisotopen, met soms zeer hoge schildklierdosissen als
zijn. Dit verklaart ook waarom er tot in 2005 slechts 15 van
gevolg. In vergelijking met volwassenen zijn jonge kinderen
de bovenvermelde patiënten overleden zijn. Enige reserve
ook nog veel gevoeliger voor schildklierkanker ten gevolge
is hierbij wel geboden. Enerzijds is de lage sterftekans niet
van straling. Tussen kinderen onderling bestaat een zeer
gecorreleerd met het leed dat de patiënt en de familie er-
duidelijk leeftijdseffect: de toename van schildklierkanker
varen door de confrontatie met kanker, anderzijds kan de
was het grootst bij kinderen die jonger waren dan vier jaar
massieve dosis radioactief jodium die gebruikt wordt voor
op het ogenblik van het ongeval (zie figuur 7a en b). Voor
de behandeling ook weer aanleiding geven tot het ontstaan
een gelijke inname van radioactief jodium zal de schildklier-
van andere kankers op lange termijn.
dosis bij kinderen ook hoger zijn, want eenzelfde hoeveelheid wordt geconcentreerd in een kleiner orgaan. Boven-
Tot vandaag is het moeilijk om een toename van andere
dien bestond er in sommige gebieden van de voormalige
kankertypes (inclusief leukemie) aan te tonen. Bepaalde
Sovjet-Unie al voor het ongeval een jodiumtekort in de voe-
studies wijzen in de richting van een eventuele toename
ding, met als gevolg een grotere opnamecapaciteit van de
in het voorkomen van leukemie, alsook van cataract (oog-
schildklier voor jodium. De inname van radioactief jodium
lensvertroebeling) in sommige meer blootgestelde deel-
gebeurde via inademing, het eten van besmette groenten,
groepen van de opruimingswerkers die ingezet werden ge-
maar vooral via consumptie van besmette melkproducten
durende de jaren 1986-1987. Vele onderzoekers trekken tot
(een hoofdbestanddeel van kindervoeding).
vandaag nog deze bevindingen in twijfel omwille van methodologische fouten. Het aantal vastgestelde tumoren bij
SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later 13
Fig. 7a
Jaarlijkse incidentie schildklierkanker per miljoen vrouwen
Fig. 7b
Jaarlijkse incidentie schildklierkanker per miljoen mannen
60
140
0-9 jaar
120
10-19 jaar
20-29 jaar
0-9 jaar
10-19 jaar
20-29 jaar
50
100
40
80
30
60
20
40
10
20
0
0
1990
1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004
1990
1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004
jaar van diagnose
jaar van diagnose
> Fig. 7 – Incidentie schildklierkanker voor verschillende leeftijdsgroepen (leeftijd op ogenblik van diagnose) in de vrouwelijke en mannelijke populatie in Wit-Rusland.
de meer nauwkeurig opgevolgde opruimingswerkers werd
gebieden van Wit-Rusland, de Russische Federatie en Oe-
vergeleken met de minder goed gedocumenteerde nationa-
kraïne.
le cijfers. Een toename van tumoren, zoals vermeld in deze
Deze projecties zijn echter alleen op berekeningen geba-
studies, zou daarom geheel of gedeeltelijk het gevolg kun-
seerd. Tot op heden is het immers moeilijk om een toename
nen zijn van het zogenaamde ‘screening effect’. Toch moet
van andere kankertypes buiten schildklierkanker in het licht
men behoedzaam zijn om een beginnende toename te snel
te stellen. De reden hiervoor is dat stralingsgeïnduceerde
te bestempelen als een mogelijk ‘screening effect’. Sommi-
kankers en kankersterfte niet kunnen onderscheiden wor-
ge wetenschappers opperden deze hypothese bijvoorbeeld
den van de normale lokale kankerincidentie/kankermor-
ook naar aanleiding van de beginnende stijging van schild-
taliteit. Normaal bedraagt in Wit-Rusland de kans op het
klierkanker bij jongeren in de meest besmette regio’s van
krijgen van kanker of het sterven ten gevolge van kanker
de voormalige Sovjet-Unie in 1990. De resultaten van de
vóór de leeftijd van 75 jaar respectievelijk ± 22% en ± 15%.
verdere opvolging hebben uitgewezen dat deze hypothese
UNSCEAR is echter geen voorstander van deze extrapola-
niet gegrond was.
ties op basis van een model wegens de grote onzekerheden.
Uitgaande van de stralingsdoses voor de 600 000 meest
De toename van schildklierkanker valt zo duidelijk op in
blootgestelde personen (dat wil zeggen de opruimingswer-
de statistieken omdat enerzijds dit type van kanker zelden
kers voor de periode 1986-1987, de geëvacueerde bevolking
spontaan voorkomt bij jongeren, en anderzijds omdat de ge-
en de bewoners van de meest besmette gebieden) werden
middelde schildklierdosis in deze leeftijdsgroep zo hoog was.
in 2006 op basis van een model schattingen gemaakt van
het aantal bijkomend te verwachten sterfgevallen ten ge-
Het lijdt echter geen twijfel dat er nog heel wat bijkomende
volge van kanker. Volgens deze schattingen zou de globale
gezondheidsschade is ten gevolge van de barre economi-
toename van dit aantal (alle kankertypes samen), over de
sche toestand waarin de getroffen gebieden na het uiteen-
volledige levensloop van deze meest blootgestelden onge-
vallen van de voormalige Sovjet-Unie verzeild raakten. De
veer 4 000 bedragen.
duidelijke verslechtering van de gezondheidszorg en de levensomstandigheden resulteren zelfs in een daling van de
Analoog zou er een toename van ongeveer 7 500 gevallen
gemiddelde levensduur. Dit alles zomaar toeschrijven aan
van schildklierkanker kunnen verwacht worden in de bevol-
het ongeval van Tsjernobyl doet de waarheid in ieder geval
kingsgroep van 1,1 miljoen inwoners in de meest besmette
geweld aan (zie verder).
14 SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later
Volgens UNSCEAR kon er globaal geen duidelijke toename
miskramen, perinatale mortaliteit (sterfte onmiddellijk of
van het aantal aangeboren afwijkingen aangetoond wor-
kort na de geboorte) en genetische effecten. Dit geldt zo-
den, ondanks sensatiegerichte berichtgeving hierover in
wel voor Wit-Rusland, Oekraïne en de meest besmette Eu-
de media. Het is evident dat dergelijke afwijkingen werden
ropese regio’s.
vastgesteld. Het is echter opnieuw de vraag of de toename
statistisch significant is ten opzichte van het spontaan voor-
Er dient echter op gewezen dat een aantal auteurs recent
komend aantal en of deze toename kan toegewezen wor-
melding maakten van een toename van een aantal speci-
den aan de bijkomende stralingsblootstelling. Deze laatste
fieke aangeboren afwijkingen. Eén van die (weliswaar laat-
voorwaarde is zeer belangrijk.
tijdig opgestarte) studies die betrekking had op de periode
2000-2006, toonde een dergelijke toename in de meest be-
Alleen al door een meer nauwkeurige, gerichte opsporings-
smette regio van een welbepaalde provincie in Oekraïne in
techniek, of door het meer systematisch doorverwijzen
vergelijking met de minder besmette regio van deze provin-
naar de betere behandelingscentra kan men gemakkelijk
cie (Rivne), en ook in vergelijking met het Europees gemid-
lokaal geconfronteerd worden met pseudo-toenames van
delde. Hoewel er geen gegevens in dit verband beschikbaar
allerlei afwijkingen.
waren, suggereerde de auteur van hogervermelde studie
dat de bevindingen zouden kunnen verklaard worden door
Bovendien duiden volgens UNSCEAR de diverse studies
het eten van besmet voedsel. Hij benadrukte anderzijds dat
(na stralingsblootstelling ten gevolge van Tsjernobyl) niet
ook andere gekende oorzakelijke factoren van belang zou-
op een eenduidige toename van het syndroom van Down,
den kunnen zijn: b.v. indirecte blootstelling van het embryo
aan alcohol of foliumzuurtekort tijdens de zwangerschap.
Voorkomen per 1 000 geboorten
12
17 districten met hoge radioactieve besmetting
30 districten met lage radioactieve besmetting
9
6
3
1982
1984
1986
1988
1990
1992
1994
1996
1998
2000
2002
> Fig. 8 – Evolutie van het aantal aangeboren afwijkingen in bepaalde districten van Wit-Rusland met een hoog of een laag besmettingsniveau.
SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later 15
Een andere studie had betrekking op Wit-Rusland en was
Er werden bij het interventiepersoneel – dat onmiddellijk en
gebaseerd op gegevens verzameld door het National Re-
op directe wijze betrokken was – posttraumatische stress-
search Institute for Hereditary and Inborn Diseases. Daar-
verschijnselen vastgesteld, zoals ernstige nachtmerries en
bij werd de evolutie van het voorkomen van aangeboren
het obsessief herbeleven van het traumatiserend gebeuren.
afwijkingen in 17 van de meest besmette districten van
de Gomel- en Mogilev-provincies (bodembesmetting door
De psychische weerslag van het feit dat families plots have
Cs-137 ≥ 555 kBq/m2) vergeleken met het voorkomen in 30
en goed moesten achterlaten en overgebracht werden naar
veel minder besmette districten van dezelfde provincies
nederzettingen in een totaal vreemde regio, is niet weg te
(bodembesmetting door Cs-137 < 37 kBq/m2). De resultaten
cijferen. De combinatie van de verbroken sociale contacten
worden weergegeven in figuur 8.
en de belangrijke economische en politieke wijzigingen aan
de vooravond van de desintegratie van de voormalige Sov-
In de periode 1987-1989 was er een duidelijke toename van
jet-Unie, kan alleen maar het gevoel van onzekerheid, hul-
aangeboren afwijkingen in de meest besmette regio’s. Na
peloosheid, vereenzaming en het zich in de steek gelaten
1989 verdwijnt het statistisch significant verschil. In beide
voelen, versterkt hebben.
groepen blijft er wel een licht toenemende trend waarneembaar.
De bevolking die niet geëvacueerd werd, ervaart ook nu nog
de restbesmetting als een onzichtbare dreiging die men
De stijging in het voorkomen van aangeboren afwijkingen
niet kan lokaliseren en kwantificeren tenzij met meetappa-
gedurende de periode 1987-1989 werd niet waargenomen
ratuur. Omwille van dit gebrek aan eigen controlemogelijk-
in een vroegere studie die uitgevoerd werd door dezelfde
heden is men afhankelijk van experts die eigenlijk – samen
auteurs op het niveau van grotere streken (‘oblasts’ – te
met de medici en politici – toch niet helemaal vertrouwd
vergelijken met een provincie). Volgens hen is het verschil
worden. Velen zien meetploegen en onderzoekers komen
in bevindingen te wijten aan het feit dat de resultaten van
en gaan. Ze voelen zich uiteindelijk maar proefkonijnen.
de recent onderzochte 17 meest besmette kleinere distric-
De bevolking is dikwijls van oordeel dat experts de risico’s
ten (bodembesmetting door Cs-137 ≥ 555 kBq/m2) indertijd
ontkennen of minimaliseren wanneer zij deze proberen uit
‘verdund’ waren door onderzoeksresultaten van andere
te leggen en vooral in perspectief trachten te plaatsen ten
districten uit dezelfde oblasts waar de bevolking leeft op
opzichte van de andere courante risico’s in de samenleving.
grondgebieden met lage besmetting. Bovendien waren er
Dit ongeloof versterkt de angst nog verder. Er werd boven-
grondgebieden in de Minsk oblast (die in totaliteit diende
dien ook een duidelijk verband aangetoond tussen deze
als controle in de eerste studie) die achteraf meer besmet
angst bij de ouders en stress bij hun kinderen.
bleken dan aanvankelijk verondersteld (bodembesmetting
≥ 185 kBq/m2).
Bij de bovenvermelde bevolking trof men in verhoogde
mate hoofdpijn, slaap- en concentratiestoornissen, emo-
Psychosociale effecten
tioneel onevenwicht en depressies aan. Eerder dan bij de
Men mag zeker de psychische weerslag van dit ongeval op
slechte economische toestand, zochten velen de schuld
het interventiepersoneel en de bevolking niet onderschat-
voor de minder goede algemene gezondheid rechtstreeks
ten. Volgens sommigen is dit misschien nog het belangrijk-
bij het ongeval. Deze tendens om alle problemen toe te
ste langetermijneffect.
wijzen aan de kernramp leidt regelmatig tot het zich onttrekken aan de dagelijkse werkelijkheid, overmatige afhan-
16 SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later
kelijkheid, onwil tot samenwerking, en de overtuiging dat
verklaart waarom in de ruime omgeving van Tsjernobyl,
het sociaal zekerheidssysteem en de overheid alle proble-
met overheersend zandgronden en bodems rijk aan orga-
men maar moeten oplossen. De lage zelfwaardering leidt
nische stoffen, een niet verwaarloosbaar gedeelte van de
ook meermaals tot alcohol- en geneesmiddelenmisbruik,
landbouwproducten nog altijd concentraties boven de
verkeersongevallen en zelfmoord. Het is dus duidelijk dat
maximaal toegelaten waarden vertoont.
Tsjernobyl – voor een deel samen met de bovenvermelde
staatkundige wijzigingen – ook nu nog een zeer belangrijke
Er werden verschillende tegenmaatregelen genomen om
weerslag heeft op het welzijn van de mensen in de meest
de besmetting van de landbouwproductie te verminderen.
besmette regio’s.
De voornaamste waren:
– omploegen van de grond tot een voldoende diepte om de
radioactiviteit die oorspronkelijk geconcentreerd was in
Besmet ting van de voedselketen
de wortelzone te verdunnen;
– bekalken van zure bodems om de oplosbaarheid van ce-
In de eerste dagen na het ongeval van Tsjernobyl werd de
sium te verminderen en de wortelopname van strontium
besmetting van de voedselketen hoofdzakelijk bepaald
te beperken door de aanvoer van calcium;
door de atmosferische neerslag van radioactieve stoffen op
– verspreiden van minerale meststoffen, hoofdzakelijk ka-
de bladgroenten en in het bijzonder op het gras, wat aanlei-
lium houdend, aangezien de aanvoer van kalium de op-
ding gaf tot radioactieve besmetting van de koemelk.
name van cesium door de planten vermindert;
– selecteren van variëteiten landbouwgewassen die min-
Tijdens het ongeval werden verschillende radioactieve
der radioactieve elementen opnemen;
elementen verspreid in de biosfeer. Gedurende de eerste
– aanpassen van het voederregime van het vee, door ze
weken was het hoofdzakelijk het kortlevende radioactief
een bepaalde periode voor slachting niet-besmet veevoe-
jodium dat aanleiding gaf tot de radiologische dosissen
der te geven;
van de bevolking. Vooral kinderen, die veel melk drinken,
– toedienen via het veevoeder van bepaalde supplementen
werden in belangrijke mate blootgesteld. Sindsdien dragen
(Pruisisch blauw, kleimineralen) die de opname van radio-
het langlevende radioactief cesium en, in mindere mate,
nucliden (voornamelijk cesium) via het spijsverteringska-
strontium bij tot de residuele besmetting van de voedsel-
naal verminderen;
keten.
– verwerken van landbouwproducten (vnl. melk) tot minder besmette afgeleide producten, zoals boter en kaas;
De radioactieve stoffen die door het ongeval in de bodem
zijn terechtgekomen, worden samen met de voor plan-
– verbieden van landbouwactiviteiten in de meest gecontamineerde gebieden.
tengroei noodzakelijke minerale voedingsstoffen door de
wortels opgenomen. De beschikbaarheid van radioactieve
elementen voor wortelopname hangt voornamelijk af van
het type bodem en de oplosbaarheid van de afgezette radionucliden. Zo kan cesium sterk beschikbaar blijven in
bodems rijk aan organische stoffen (veen, bosgronden en
natuurlijke graslanden), terwijl het in minerale gronden
geleidelijk aan sterk gebonden wordt aan kleideeltjes. Dit
SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later 17
Fig. 9a
% van de jaarlijkse productie boven referentieniveau (Wit-Rusland)
70
Fig. 9b
% van de jaarlijkse productie boven referentieniveau (Rusland)
40
melk
60
vlees
melk
vlees
30
50
40
20
30
20
10
10
0
0
1986
1987
1988
1989
1990
1986
1987
1988
1989
1990
> Fig. 9 – Tijdsevolutie van de fractie van melk- en vleesproductie in Wit-Rusland (streek van Gomel) en Rusland die de referentiewaarden overschrijdt.
De waargenomen vermindering is het gevolg van landbouwtegenmaatregelen en van natuurlijke processen die de beschikbaarheid van cesium-137
doen verminderen.
De verschillende tegenmaatregelen hebben in de periode
De consumptie van paddenstoelen en andere bosproducten
1986-1990, samen met de natuurlijke processen die cesium
vertegenwoordigt traditioneel een aanzienlijk deel van de
in grond immobiliseren, geleid tot een stelselmatige ver-
voeding van de bevolking in de bosrijke streken rond Tsjer-
mindering van de hoeveelheid landbouwproducten die
nobyl. Als gevolg van de typische eigenschappen van bos-
met cesium besmet zijn boven de geldende normen (zie
gronden (rijk aan organische materie en arm aan voedings-
figuur 9).
stoffen zoals kalium) neemt het beschikbaar cesiumgehalte
in de bodem voor opname door de vegetatie slechts lang-
De achteruitgang van de economische toestand in de repu-
zaam af en blijft de besmetting van paddenstoelen, bessen,
blieken van de voormalige Sovjet-Unie heeft later geleid tot
andere bosvruchten en wild zoals everzwijnen opmerkelijk
een verminderd gebruik van tegenmaatregelen. Als gevolg
hoog. Er werd een duidelijke relatie vastgesteld tussen de
werd in verschillende streken een toename van de concen-
lichaamsbelasting aan cesium van de landelijke bevolking
tratie aan radionucliden in landbouwgewassen vastge-
en haar verbruik van paddenstoelen (zie figuur 10).
steld. Zo heeft in het District van Novozybkov (streek rond
Briansk) de vermindering van het budget voor tegenmaatregelen geleid tot een tienmaal hoger besmettingsniveau
in hooi, wortelgewassen en aardappelen in 2003 vergeleken met de toestand in 1991.
18 SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later
Lichaamsbesmetting met cesium-137 (kBq)
Eet u paddenstoelen?
30
25
Voronok
Dubrovitsa
Shelomi
Bragin
20
15
10
5
0
nooit
soms
dikwijls
zeer veel
> Fig. 10 – Verband tussen de consumptie van paddenstoelen en de
lichaamsbesmetting met cesium-137 voor de inwoners van vier
dorpen [naar Strand et al., 1996, EUR 16539 EN].
De consumptie van paddenstoelen door het wild in de
herfst heeft een rechtstreekse invloed op hun besmetting
met cesium. De individuele besmettingsniveaus zijn echter
zeer variabel, afhankelijk van de streek waar de dieren verblijven en van hun seizoensgebonden voedingspatroon.
Lokaal kan het besmettingsniveau van vis uit meren enkele
tientallen kBq/kg bereiken. Roofvissen, zoals rivierbaars
en snoek, vertonen duidelijk een hogere besmetting dan
planteneters, zoals de voorn en de karper. In verschillende
streken gelden nog altijd beperkingen op visvangst en het
jagen op wild en op de consumptie van deze natuurlijke producten.
SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later 19
3
Gevolgen
van het ongeval
in België
O ver zicht van de bloot stelling
In de periode na het ongeval in Tsjernobyl werd de Belgi-
Naast omgevingsstraling maten we vooral radioactief jo-
sche bevolking op verschillende manieren blootgesteld aan
dium en cesium in luchtstof, gras, bladgroente, melk en
radioactieve straling. De voornaamste blootstelling werd
vlees. De hieruit bepaalde extra dosisbelasting in België
veroorzaakt door de uitwendige straling van de radioactie-
was zeer laag. Voor volwassenen varieerde deze blootstel-
ve stoffen die op de grond terechtkwamen, door inademing
ling tussen 0,03 en 0,1 mSv gedurende het eerste jaar na
van besmet stof en door het eten van besmet voedsel.
het ongeval. Omwille van andere voedingsgewoonten
en een hogere gevoeligheid voor straling kon dit voor de
In België was in 1986 de verdeling van de besmetting af-
meest blootgestelde jonge kinderen oplopen tot 0,3 mSv.
hankelijk van de weersomstandigheden. Op plaatsen waar
Voor de periode van 30 jaar na het ongeval schatten wij dat
het regende werd de luchtactiviteit neergeslagen op de
een bijkomende dosis van 0,1 tot 0,2 mSv gemiddeld over
grond en vormde zich een grotere oppervlaktebesmetting
het Belgische grondgebied kan worden verwacht. De schild-
dan op plaatsen waar het droog bleef. Figuur 11 illustreert
klierdosis van een jong kind dat hoofdzakelijk van de meest
de oppervlakteactiviteit voor jodium-131, cesium-134 en
besmette melk zou hebben gedronken, zou 4 mSv bedragen
cesium-137. In Mol, dat zich in het meest besmette deel be-
voor het eerste jaar na het ongeval in Tsjernobyl.
vindt, deed het SCK•CEN een groot aantal metingen die als
Figuur 12 toont het verloop van de maandelijkse gemid-
referentie voor België genomen werden.
delde gemeten hoeveelheid cesium-137 in het lichaam van
personen in België (gele curve). De sterke verhoging tussen
1962 en 1968 is te wijten aan bovengrondse atoombomMol
proeven die vooral voor 1963 uitgevoerd werden. Vanaf
1986 is de verhoging te wijten aan het ongeval in Tsjernobyl. De hoeveelheid cesium opgenomen in ons lichaam na
het ongeval is ongeveer viermaal kleiner dan deze te wijten
aan de atoombomproeven in de jaren 60. Vandaag zijn de
meetresultaten gedaald beneden de detectielimiet van ongeveer 25 Bq cesium-137.
De maandelijkse gemiddelde bèta-activiteit van het luchtstof in België (zie rode curve) was viermaal hoger na het ongeval dan na de kernproeven, maar deze verhoging duurde
2,4 kBq/m2
minder dan één maand, zodat minder cesium beschikbaar
6,5 kBq/m2
kwam voor opname in het menselijk lichaam in vergelijking
13 kBq/m2
met het beschikbaar cesium tijdens de bomtesten.
> Fig. 11 – De verdeling van de oppervlaktebesmetting
met jodium-131, cesium-134 en cesium-137 zoals gemeten in 1986.
20 SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later
Maandgemiddelde
1000
Cesium-137 lichaamsactiviteit (Bq)
Bèta-activiteit in luchtstof (mBq/m3)
800
600
400
200
0
1955
1960
1965
1970
1975
1980
1985
1990
1995
2000
2005
2010
> Fig. 12 – Vergelijking van de evolutie van de maandelijkse gemiddelde lichaamsactiviteit aan cesium-137 van personen in België met de maandelijkse
gemiddelde bèta-activiteit van het luchtstof in België.
Gezondheidsef fec ten waargenomen
bij de Belgische bevolking
Preventie van gezondheidsschade
De hoge schildklierdosissen en het optreden van schildklierkanker bij jongeren in de besmette regio’s rond Tsjernobyl
Werden er effecten waargenomen?
waren het gevolg van een onvoldoende bescherming van
Zoals hoger vermeld was in België de supplementaire stra-
de schildklier kort na het ongeval. Maatregelen zoals bin-
lingsblootstelling ten gevolge van het ongeval klein, verge-
nenshuis blijven en deuren en ramen sluiten tijdens het
leken met de gemiddelde stralingsblootstelling van onze
overtrekken van de radioactieve wolk beschermen niet al-
bevolking (en zelfs gering ten opzichte van de geografi-
leen tegen het radioactief jodium, maar ook tegen de an-
sche schommelingen in de natuurlijke stralingsblootstel-
dere radioactieve stoffen die in de wolk aanwezig zijn.
ling). Zelfs gebruik makend van de meest pessimistische
risicocijfers aangaande kankerinductie en aangeboren of
Bij ongevallen met kernreactoren kan men kort voor een
erfelijke afwijkingen, is het niet mogelijk om een eventuele
dreigende blootstelling tot vlak na een reële blootstelling
toename te detecteren. Andere gezondheidseffecten (zoals
aan radioactief jodium nog supplementair de schildklier
schildklierfunctieproblemen, daling van de vruchtbaarheid,
verzadigen met ‘stabiel’ (d.w.z. niet radioactief) jodium.
onderdrukking van het beenmerg) werden in ons land niet
Hierdoor zal het radioactief jodium zich veel minder con-
waargenomen omdat zij pas optreden als een hoge drem-
centreren in de schildklier. Dit reduceert in zeer belangrijke
peldosis wordt overschreden.
mate de kans op latere schildklierkanker.
SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later 21
In België organiseerde de overheid al meerdere opleidings-
de helft van de maand mei. Als gevolg van het ongeval van
campagnes voor artsen, apothekers en verantwoordelijken
Tsjernobyl heeft men de wetgeving geharmoniseerd en zijn
van interventiediensten werkzaam in de omgeving van de
er nieuwe normen vastgelegd voor voedingsgewassen in ge-
voornaamste nucleaire installaties. Daarna volgde een pre-
val van een nucleair ongeval: de maximale toegelaten waar-
ventieve verspreiding van stabiel jodium rond de nucleaire
den bedragen nu 1000 en 500 Bq/l voor cesium en jodium in
sites. Deze tabletten neemt men alleen in op aanbeveling
melk, en 1250 en 2000 Bq/kg voor andere voedingswaren.
van de overheid bij het begin van een kernongeval.
De overdracht van radioactief jodium en cesium van gras
Schildklierbescherming bij een reis
naar de omgeving van Tsjernobyl
Regelmatig wordt gevraagd of men nu nog preventief
jodiumtabletten moet innemen ter bescherming van
de schildklier bij reizen in de omgeving van Tsjernobyl.
Dit is helemaal niet meer nodig omdat nagenoeg alle
radioactieve jodiumisotopen volledig vervallen zijn
enkele maanden na kernreactorongevallen. Sommige
andere splijtingsproducten – waartegen jodiumtabletten geen bescherming bieden – kunnen wel veel langer
radioactief blijven (bv. cesium).
naar koemelk gebeurt zeer snel. Daardoor is melk een goede bio-indicator voor de totale radioactieve depositie in een
bepaalde streek. Bovendien is haar bijdrage tot de inwendige dosis voor de bevolking over het algemeen hoog en
daarom werd melk afkomstig van melkerijen en van afzonderlijke boerderijen frequent gecontroleerd. Er werd een
bemonsteringscampagne opgezet over nagenoeg het volledige grondgebied. De totale besmetting in melk afkomstig
van afzonderlijke boerderijen heeft waarden tussen 100 en
660 Bq/l bereikt. De maximale gemeten jodiumconcentratie in melkstalen afkomstig van melkerijen bedroeg 225
Bq/l op 5 mei 1986. De concentraties van cesium in melk
bleven beperkt tot ten hoogste enkele tientallen Bq/l.
Figuur 13 geeft de evolutie weer van de cesiumconcentratie
Besmet ting van de voedselketen
in België
gemeten in koemelk uit de regio Mol-Dessel (provincie Antwerpen) sinds 1963. De invloed van het ongeval van Tsjernobyl in 1986 is duidelijk te zien. In de daarop volgende maan-
In mei 1986 hebben talrijke metingen op verschillende voe-
den en jaren was de snelle afname van de melkbesmetting
dingsgewassen aangetoond dat de besmettingsniveaus ver
het gevolg van de immobilisatie van cesium in de bodem.
onder de geldende normen zijn gebleven. Bepaalde groen-
Tegenwoordig is de accumulatie van cesium in gras en vee-
ten waarvan de bladeren rechtstreeks blootgesteld zijn
voer heel beperkt en heeft de besmetting in melk opnieuw
geweest aan depositie vanuit de atmosfeer hebben voor jo-
zeer lage waarden bereikt.
dium-131 maximale besmettingsniveaus vertoond van 400
Bq/kg voor veldsla, 300 Bq/kg voor sla en tussen 100 en 200
Onder de voedingsgewassen die uit de natuur afkomstig
Bq/kg voor andere gewassen (spinazie, tuinkers, andijvie,
zijn, hebben bepaalde paddenstoelen in 1986 besmet-
prei, selder,…). De besmettingsniveaus voor cesium-137 in
tingsniveaus voor cesium bereikt die hoger waren dan de
spinazie zijn snel afgenomen, van een maximale waarde van
referentieniveaus. Het ging vooral om paddenstoelen die
200 Bq/kg vlak na de depositie tot 30 Bq/kg tijdens de twee-
bij voorkeur groeien in de bovenste grondlaag van bossen,
22 SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later
Cesium-137-concentratie in koemelk (Bq/l)
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
1960
1965
1970
1975
1980
1985
1990
1995
2000
2005
2010
> Fig. 13 – Cesium-137-besmetting in koemelk van een boerderij in de regio Mol-Dessel (provincie Antwerpen). Ter vergelijking: het gehalte aan
kalium-40, een natuurlijke radionuclide, schommelt steeds rond de 45 Bq/l in melk en de schadelijkheid van kalium-40 is de helft van die van
cesium-137 (de cesiumconcentratie is vanaf 2004 lager dan meetbaar).
direct blootgesteld aan de radioactieve depositie. De be-
Tegenwoordig worden in de overgrote meerderheid van de
smetting van deze paddenstoelen is snel afgenomen door
voedingswaren zeer lage besmettingsniveaus teruggevon-
de vernieuwing van de toplaag van de grond en door de
den voor cesium, vergelijkbaar met de niveaus van voor
migratie van cesium in de bodem. Andere soorten padden-
het ongeval van Tsjernobyl. Voor bossen echter wordt aan-
stoelen die hun voedingsstoffen uit diepere humuslagen
genomen dat de radioactieve besmetting van de bodem
van de bosgronden halen, zoals de boleet, zijn veel later
de komende decennia slechts langzaam zal verminderen.
door de radioactieve depositie besmet geraakt en hebben
Hierdoor zouden bepaalde bosproducten (paddenstoelen,
hun besmettingswaarden zien stijgen. De blijvende beschik-
bessen, wild) heel lokaal nog vrij hoge besmettingsniveaus
baarheid van cesium in de humusgronden van bossen ver-
kunnen blijven vertonen.
klaart dat bepaalde paddenstoelen nu nog goed meetbare
cesiumwaarden vertonen.
SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later 23
4
Weerslag van Tsjernobyl
op de noodplanorganisatie
in België
Na het ongeval van Tsjernobyl werden diverse maatregelen
genomen om een aantal problemen bij toekomstige kern-
Richt waarden voor
besmet te landbouwproduc ten
rampen te vermijden. Het gebrek aan alarmering en notificatie door de Sovjet-Unie toonde de noodzaak aan voor
Op het ogenblik van de ramp waren er geen eenduidige
een betere informatiedoorstroming en de verwarring rond
richtwaarden voor besmettingsniveaus waaronder land-
richtwaarden voor noodplanmaatregelen zorgde voor Euro-
bouwproducten mochten verkocht worden en waarboven
pese richtlijnen.
maatregelen nodig waren. Dit leidde tot verwarring en een
verschillende aanpak in diverse landen van West-Europa en
tussen de Belgische regio’s onderling. Om analoge proble-
Informatiedoor stroming
en buitenlandse bijstand
men in de toekomst te vermijden, vaardigde de Europese
Unie richtlijnen uit die de toegelaten besmettingsniveaus
regelen voor handel in landbouwproducten voor menselijke
Het IAEA (Internationaal Agentschap voor Atoomenergie)
en dierlijke consumptie na een nucleair ongeval. De waar-
werkte twee conventies uit die bindend zijn voor alle par-
den hangen af van de aard van de producten, hun bestem-
tijen die ze ondertekend hebben: de ‘Conventie voor vroege
ming en de radioactieve stoffen die de besmetting veroor-
notificatie’ en de ‘Conventie voor wederzijdse bijstand’.
zaken. De Europese Commissie beslist over de toepassing
Deze conventies verplichten alle partners (waaronder
ervan bij reële problemen.
België en zijn buurlanden) om het IAEA te verwittigen en
voldoende informatie te bezorgen als er een nucleair ongeval gebeurt met een mogelijke impact op andere landen.
De Belgische organis atie
Nadien geeft het IAEA deze informatie verder door aan de
leden die de conventie geratificeerd hebben. De conventie
Na de kernramp in Tsjernobyl heeft een senaatscommissie
voor wederzijdse bijstand bevat een aantal afspraken om
deze crisisperiode onderzocht. Dit leidde tot uitvoerige rap-
officieel bijstand aan te vragen bij andere landen, om de
porten en aanbevelingen. We beschrijven hierna de voor-
formaliteiten te vergemakkelijken en om administratieve
naamste initiatieven die hieruit voortvloeiden.
of juridische problemen zoveel mogelijk te vermijden. Ook
in de Europese Unie zijn er overeenkomsten om gegevens
De Belgische noodplanorganisatie
door te geven aan andere lidstaten. Momenteel wordt er-
De verantwoordelijkheden, organisatiestructuur, interven-
naar gestreefd om de verplichtingen voor de Europese lid-
tiewaarden enz. in verband met nucleaire en radiologische
staten naar Europa en naar het IAEA te harmoniseren.
noodplanning werden vastgelegd per Koninklijk Besluit in
1991. Er volgde een herziening in 2003 om de opgedane
ervaring van oefeningen in rekening te brengen en om ook
rekening te houden met bv. radiologisch terrorisme. Het KB
legt de klemtoon op de voornaamste Belgische sites en deze
in de onmiddellijke omgeving van onze landsgrenzen (zie figuur 14).
24 SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later
Radiologische en technische experts verwerken deze gege-
Borssele
vens in de ‘evaluatiecel’. Dit leidt tot een advies aan het criDoel
siscomité dat bestaat uit de voornaamste ministers onder
Mol
leiding van de minister van Binnenlandse Zaken. Naast het
Gravelines
technische en radiologische advies krijgt men socio-econo-
Brussel
misch advies van een bijzondere adviescel en houdt men
rekening met operationele en legale aspecten. Op basis
Tihange
Fleurus
van dit alles beslist het crisiscomité welke beschermingsmaatregelen genomen moeten worden. Het crisiscomité in
kerncentrales
Brussel geeft de beslissingen door aan de provincies voor
Chooz
verdere uitvoering. De provinciegouverneurs staan in voor
andere nucleaire installaties
kerncentrales
dicht bij de Belgische grens
Cattenom
> Fig. 14 – De belangrijkste nucleaire installaties in en rondom België.
ALARMERING
NOTIFICATIE
INFORMATIE
EXPLOITANT
BUITENLANDSE
ZAKEN
METINGEN
De structuur van de organisatie is voorgesteld in figuur 15.
Als er zich in België een kernramp zou voordoen, moet de
exploitant het crisiscentrum van de overheid hiervan op
CRISISCENTRUM
FEDERALE REGERING
de hoogte brengen (‘notificeren’) en voldoende informatie doorgeven zodat de overheid een verantwoorde beslissing kan nemen over de nodige tegenmaatregelen voor de
bevolking. Bij dringende ongevallen van voldoende ernst
wordt een sneller systeem opgestart dat ‘alarmniveau re-
REFLEX
ACTIES
BESLISSING
TEGENMA ATREGELEN
INFORMATIE
flex’ genoemd werd. In dat geval beslist de gouverneur over
PROVINCIALE
CRISISCENTRA
een schuilmaatregel in een vooraf bepaalde zone.
De exploitant is verantwoordelijk voor de bestrijding van
UITVOERING
het ongeval zelf. Als er zich een ongeval voordoet in het
buitenland, wordt dit gemeld via het ministerie van Buitenlandse Zaken, via de Europese instanties of via het IAEA.
Alle gegevens worden doorgegeven aan het crisiscentrum
GEMEENTES
HULPDIENSTEN
van de regering in Brussel. Hier wordt alle informatie gebundeld, aangevuld met beschikbare meetgegevens, weerprognoses enzovoort.
MEDIA
BEVOLKING
INTERNATIONALE
ORGANISATIES
> Fig. 15 – Schematische voorstelling van de organisatie
van het Belgische nucleaire noodplan.
SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later 25
de coördinatie van de acties naar de bevolking, volgens hun
Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC)
eigen provinciale nucleaire noodplannen. De uitvoering ge-
Een volgende conclusie van de senaatscommissie was dat
beurt door diverse hulpdiensten (brandweer, politie, medi-
het beter zou zijn om de controle over de nucleaire sector
sche disciplines, civiele bescherming,...) in samenwerking
toe te vertrouwen aan één overheidsinstantie, het Federaal
met de gemeentes. Het informeren van de bevolking en de
Agentschap voor Nucleaire Controle. Dit agentschap werd
media gebeurt door de infocel die ook opereert vanuit het
formeel opgericht bij wet in 1994, maar het heeft tot 2001
crisiscentrum van de regering. De meest aangewezen te-
geduurd eer de regelingen qua financiering rond waren, en
genmaatregelen die de regering kan treffen zijn: schuilen,
tot 2003 vooraleer de leden van de Wetenschappelijke Raad
evacueren, innemen van stabiel jodium (deze jodiumtablet-
per Ministerieel Besluit werden aangesteld. Momenteel
ten zijn nuttig om de schildklier te beschermen tegen het
bundelt het FANC de controle op de nucleaire installaties
radioactief jodium) en maatregelen nemen voor de voedsel-
en het toezicht op het veilig gebruik van ioniserende stra-
keten (landbouw en drinkwater), afhankelijk van de ernst
ling in België (medische en industriële toepassingen, ener-
en de aard van het ongeval.
gieproductie,...). Het FANC speelt ook een essentiële rol in
De noodplanwerking wordt meermaals per jaar getest tij-
de noodplanning.
dens nucleaire noodplanoefeningen.
Het SCK•CEN is één van de voornaamste partners van de
TELERAD
overheid om de noodplanwerking bij te schaven en te be-
Al vóór het ongeval was men in België bezig met de voor-
geleiden, onder meer door onderzoek en dienstverlening in
bereiding van een automatisch meetnetwerk van radioac-
de atmosferische verspreiding van radioactieve stoffen, het
tiviteit, TELERAD. Het ongeval gaf aanleiding tot een herzie-
ontwikkelen van meetstrategieën en het opstellen en inte-
ning van de vereisten van dit netwerk. Het netwerk heeft
greren van noodplanprocedures.
meetstations rond de nucleaire installaties en over het hele
Belgische grondgebied. TELERAD is nu sinds vele jaren operationeel en bij overschrijding van ingestelde stralings- of
activiteitsniveaus wordt er automatisch een alarm gegenereerd. Het netwerk wordt momenteel gemoderniseerd en
aangepast om de gevoeligheid ervan nog te verhogen.
26 SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later
> De radioactieve besmetting van de bodem met cesium-137 tot op enkele honderden kilometers afstand van de reactor
(situatie 10 mei 1986). bron: UNSCEAR 2000 Report, Annex J
SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later 27
5
Samenvat ting
Het ongeval in de kerncentrale van Tsjernobyl was het
en in de jaren nadien nog eens 220 000 uit de verdere om-
zwaarste ooit in de geschiedenis van de nucleaire industrie.
geving. Het achterlaten van have en goed was voor vele ge-
Tijdens de uitvoering van een test bracht men de reactor in
evacueerden een diepe traumatische ervaring. Het ongeval
een instabiele en oncontroleerbare toestand, met explosies
ontwrichtte ook het leven van de lokale bevolking, met zeer
en branden als gevolg. Ondanks de heldhaftige inzet van
uiteenlopende gezondheidsklachten tot gevolg. De mensen
brandweer en andere hulpdiensten kwamen er gedurende
hadden het gevoel in de steek gelaten te zijn en als twee-
tien dagen grote hoeveelheden radioactieve stoffen vrij.
derangsburgers te moeten leven in een radioactief besmet
Het ontbreken van een overkoepelend reactorgebouw leid-
gebied.
de tot de verspreiding van de volledige inventaris edelgassen en van een groot deel van de vluchtige elementen zoals
De wetenschappelijke wereld onderzocht de voorbije 25 jaar
jodium en cesium. De veranderlijke weersomstandigheden
de gezondheidseffecten van de radioactieve besmetting.
(windrichting, neerslag...) zorgden voor een onregelmatig
Sinds 1990 vond men een duidelijke toename van schild-
besmettingspatroon en een gebied van ongeveer 150 000
klierkanker bij mensen die als kind een hoge blootstelling
km2
aan radioactief jodium opliepen. De toename is het grootst
in Wit-Rusland, Oekraïne en Rusland werd zwaar radio-
actief besmet, dit is vijf keer de oppervlakte van België.
onder de personen die ten tijde van het ongeval jonger
waren dan vier jaar. Er werden tot nu toe een 6 000-tal ge-
Het ongeval veroorzaakte acute stralingsziekte bij 134 red-
vallen vastgesteld en naar verwachting zal het verhoogde
dingwerkers, van wie er in de eerste dagen en weken 28
risico nog jaren aanhouden. Van diegene die schildklierkan-
overleden aan stralingsziekte. Later overleden nog eens 19
ker kregen, zijn er maar enkele overleden. De ervaring heeft
personen uit deze groep. Twee mensen kwamen om door
geleerd dat de overlevingskansen voor deze vorm van kan-
ongevallen tijdens de noodacties, wat het totaal van de
ker zeer groot zijn.
rechtstreekse slachtoffers brengt op 49. De gevolgen voor
Het is moeilijk om andere gezondheidseffecten weten-
de lokale inwoners waren enorm. Men evacueerde de vol-
schappelijk aan te tonen. Dit wil niet zeggen dat er geen
ledige bevolking in een straal van 30 km rond de centrale.
bijkomende kankers of erfelijke afwijkingen zouden zijn,
In 1986 werden 115 000 mensen gedwongen te verhuizen
maar dat we niet in staat zijn ze te onderscheiden van het
28 SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later
normale voorkomen van deze aandoeningen. Een beper-
in Tsjernobyl ontworpen voor de aanmaak van plutonium
kende factor voor epidemiologische studies is de barre
voor militaire doeleinden. De kernsplijtstof kon geladen en
economische situatie waarin de getroffen gebieden na het
ontladen worden zonder de reactor stil te leggen.
uiteenvallen van de Sovjet-Unie terechtgekomen zijn, met
een verslechtering van de gezondheidszorg en een daling
De weerslag van Tsjernobyl op de organisatie van het nu-
van de gemiddelde levensduur. In deze omstandigheden is
cleaire noodplan was groot. Het verdoezelen van het onge-
het zeer moeilijk om wetenschappelijk zinvolle conclusies te
val door de Sovjet-Unie in de beginfase en de verwarring
trekken over eventuele erfelijke effecten, aangeboren afwij-
nadien over de te nemen landbouwmaatregelen in de ver-
kingen of andere kankers buiten schildklierkanker.
schillende landen van West-Europa resulteerden in allerlei
maatregelen.
De impact van het ongeval in België was gering. De dosis
te wijten aan Tsjernobyl bedroeg in 1986 slechts een kleine
– Nationale overheden moeten een nucleair ongeval voor-
fractie van de jaarlijkse stralingsbelasting van de bevolking
taan onmiddellijk melden aan het IAEA (Internationaal
en is momenteel gedaald tot minder dan een tienduizend-
Agentschap voor Atoomenergie in Wenen), de Europese
ste hiervan.
Unie en de getroffen buurlanden.
– De Europese Unie legde besmettingsniveaus vast voor
Het ontwerp van de Belgische kerncentrales verschilt volledig van het type in Tsjernobyl. Een instabiele werking,
waarbij het vermogen snel en automatisch toeneemt, is
landbouwproducten in geval van een toekomstig nucleair ongeval.
– België stelde een nucleair noodplan op, gefinancierd
bij ons niet mogelijk. Bij ons zijn de reactoren van de om-
door een heffing op de nucleaire elektriciteitsproductie.
geving geïsoleerd door een luchtdicht reactorgebouw. De
– België bouwde het automatische meetnet TELERAD voor
Belgische centrales beschikken over een dubbele construc-
de permanente controle van de radioactiviteit.
tie van gewapend beton en staal om te weerstaan aan een
– België richtte het Federaal Agentschap voor Nucleaire
interne druk en aan uitwendige krachten, zoals de val van
Controle op, om de sterk versnipperde bevoegdheden op
een vliegtuig. Naast elektriciteitsproductie was de reactor
het vlak van de stralingsbescherming te centraliseren.
SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later 29
6 Meer informatie
Relevante websites
Documentatie
www.sckcen.be
SCK•CEN 1986 The Chernobyl accident and its impact. Pu-
Bevat links naar gerelateerde websites, allerlei informatie
blications 86.02. Proceedings of a Seminar, Mol, October
en brochures. De webversies van de Tsjernobyl-brochure
1986.
in het Nederlands, het Frans en het Engels zijn vrij beschik-
M. De Cort, G. Dubois, Sh. D. Fridman et al Atlas of caesium
baar op: http://www.sckcen.be/nl/Science-Society/Docu-
deposition on Europe after the Chernobyl accident. EUR
mentation-Multimedia
16733 (1998).
Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van
www.iaea.org
het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voort-
Website van het Internationaal Agentschap voor Atoom-
spruitende gevaren en betreffende het Federaal Agent-
energie in Wenen. Het ‘Chernobyl Forum’, een samenwer-
schap voor Nucleaire Controle, Wet van 15 april 1994, Bel-
king tussen acht instellingen van de Verenigde Naties en de
gisch Staatsblad van 29 juli 1994.
drie getroffen republieken, heeft een schatting gemaakt
Koninklijk Besluit ARBIS: Algemeen Reglement op de Be-
van de dodentol onder de meest bestraalde bevolkings-
scherming van de bevolking, van de werknemers en het
groepen. De rapporten van het ‘Chernobyl Forum’ zijn be-
leefmilieu tegen het gevaar van de Ioniserende Stralingen,
schikbaar via de IAEA-website: http://www.iaea.org/News-
KB van 20 juli 2001, Belgisch Staatsblad van 30 augustus
Center/Focus/Chernobyl/
2001.
Koninklijk Besluit tot vaststelling van het nucleair en radio-
www.unscear.org
logisch noodplan voor het Belgisch grondgebied, KB van 17
Website van het ‘United Nations Scientific Committee on
oktober 2003, Belgisch Staatsblad van 20 november 2003.
the Effects of Atomic Radiation’ een instelling van de Ver-
Euratom EC directive 87/600/Euratom van 14 Dec. 1987:
enigde Naties. De verschillende UNSCEAR-rapporten over
Early Exchange of Information in the Event of a Radiological
de gevolgen van het ongeval van Tsjernobyl zijn vrij beschik-
Emergency: the ECURIE – protocol (European Community
baar op: http://www.unscear.org/unscear/en/chernobyl.
Urgent Radiological Information Exchange) (1987).
html
IAEA Convention on Assistance in the case of a Nuclear Accident or a Radiological Emergency, published in IAEA INF-
www.nea.fr
CIRC/336; into force: 26 Feb. 1987.
Website van het ‘Nuclear Energy Agency’. Hier is een uit-
Senaatsverslag Belgische Senaat, Zitting 1986-1987, Ge-
voerig rapport beschikbaar ‘2002 update of Chernobyl: ten
volgen van het kernongeval te Tsjernobyl; eerste verslag
years on’: http://www.nea.fr/html/rp/chernobyl/cherno-
namens de commissie van informatie en onderzoek inzake
byl.html
nucleaire veiligheid, uitgebracht door de heren De Kerpel
en de Wasseige, Belgische Senaat 263, nr.2, bijlage 14, R.A.
www.fanc.fgov.be
13575, 23 maart 1987.
De website van het Federaal Agentschap voor Nucleaire
Senaatsverslag Belgische Senaat, Zitting 1987-1988, Ge-
Controle, met een link naar de TELERAD-website: http://
volgen van het kernongeval te Tsjernobyl; tweede verslag
telerad.fgov.be/
namens de commissie van informatie en onderzoek inzake
nucleaire veiligheid, uitgebracht door de heren De Kerpel
http://nl.wikipedia.org/wiki/Kernramp_van_Tsjernobyl
en de Wasseige, Belgische Senaat 263, nr. 3, R.A. 13575, 15
Meer uitgebreide info over het ongeval is in de Engelstalige
oktober 1987.
en Franstalige versies te vinden.
IAEA Convention on Early Notification of a Nuclear Accident,
published in IAEA INFCIRC/335; into force: 27 Oct. 1986.
30 SCK•CEN – april 2011 – Tsjernobyl 25 jaar later
SCK•CEN – Studiecentrum voor Kernenergie
Het SCK•CEN is een stichting van openbaar nut met een privaatrechtelijk statuut,
onder voogdij van de Belgische federale minister van energie.
Laboratoria
SCK•CEN, Boeretang 200, BE-2400 MOL
Maatschappelijke zetel
SCK•CEN, Herrmann-Debrouxlaan 40, BE-1160 BRUSSEL
Verantwoordelijke uitgever
Eric van Walle
Directeur-generaal
Copyright © 2011 – SCK•CEN
Dit werk is auteursrechtelijk beschermd (2011).
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het SCK•CEN.
Vorm
meerwit.be
Foto cover
Geëvacueerde stad Pripyat, verlaten kort na het ongeval.
Op de achtergrond het vernielde reactorcomplex (foto 2010).
CL – 2
Contac t
SCK•CEN
Boeretang 200
BE-2400 MOL
Tel. +32 14 33 25 86
Fax +32 14 33 25 84
[email protected]
www.sckcen.be
Download