Voorbeelden van overgang tijdelijk naar vast dienstverband Voorbeeld 1 Werknemer B. krijgt op 1 januari 2001 een tijdelijk contract voor 2 jaar aangeboden. Op 1 januari 2010 loopt het contract van rechtswege af. De werkgever besluit echter om B. per 1 januari wederom een tijdelijk contract aan te bieden, maar nu voor de duur van 1,5 jaar. Door de regels van de flexwet verandert de tijdelijke arbeidsovereenkomst per 1 januari 2011 in een vast dienstverband, want de totale arbeidsrelatie heeft dan 36 maanden geduurd. Voorbeeld 2: Een paprikateler besluit op 1 januari 2004 om medewerker A. een tijdelijke arbeidsovereenkomst voor 6 maanden aan te bieden tot 1 juli 2004 (1e arbeidsovereenkomst). Door de drukte tijdens de zomermaanden wordt besloten om het contract met 3 maanden te verlengen tot 1 oktober 2004 (2e arbeidsovereenkomst). Per 1 oktober is door ziekte binnen het bedrijf behoefte aan vervanging en A. krijgt opnieuw een verlenging met drie maanden tot 1 januari 2005 (3e arbeidsovereenkomst). Op 1 januari 2005 is de zieke medewerker weer hersteld en het contract met A. wordt niet verlengd. Echter, op 15 januari 2005 wordt medewerker A. opnieuw een tijdelijke arbeidsovereenkomst voor vier maanden aangeboden vanwege extra werkzaamheden. Tussen de derde en de vierde arbeidsovereenkomst zit minder dan 1 maand tijd, waardoor de keten niet verbroken wordt. Omdat dit de vierde arbeidsovereenkomst is, mag A. een vaste arbeidsovereenkomst claimen bij zijn werkgever.