Antwoorden Werkboek

advertisement
Geschiedeniswerkplaats 2e editie
1 vmbo-t/havo antwoorden H4
Geschiedeniswerkplaats 2e editie 1vmbo-t/havo
Hoofdstuk 4 Monniken en ridders
Introductie-opdrachten
1
Voorkennis
Bijvoorbeeld:
1 Het zijn soldaten op paarden.
2 Ze dragen een harnas.
2
a
b
Oriëntatie op de tijd
Tien eeuwen.
Vijf eeuwen.
3
a
b
Oriëntatie op het gebied
A, C, E, F, H, J
1 Spanje
2 Portugal
3 Marokko
Duitsland
c
4
In opdracht van keizer Karel
1 juist
2 onjuist
3 juist
4 onjuist
5
Toen en nu
Bijvoorbeeld: Karel bracht Europese gebieden samen onder één bestuur. Zijn rijk was daarom
een voorloper van de Europese Unie.
6
Online
Bekijk Theorie en bronnen.
4.1
Leenheren en leenmannen
1
a
b
Voorkennis
1B, 2C, 3A
1 Egyptische
2 Perzische
3 Romeinse
1 juist
2 juist
c
2
a
b
c
d
Het Frankische rijk
Van 500 tot 1500.
Tekening [WB P. 73].
A, E, B, C, D
Bijvoorbeeld: Omdat mensen Karel zagen als opvolger van de Romeinse keizers.
3
a
b
c
Veranderingen
Van 500 tot 1000.
Bijvoorbeeld: Weinig mensen konden lezen of schrijven.
A, B
© Noordhoff Uitgevers bv, 2013
1
Geschiedeniswerkplaats 2e editie
1 vmbo-t/havo antwoorden H4
4
a
b
c
d
Leenheer en leenman
Bijvoorbeeld: Het rijk was te groot om alleen te besturen.
B, D, E
1 edelen
2 leenman
3 leenheer
4 leenstelsel
Bijvoorbeeld:
Voordeel voor leenheer
Zijn gebied werd door
iemand bestuurd.
e
Nadeel voor leenheer
Hij moest vertrouwen op
zijn leenman.
Bijvoorbeeld:
Voordeel voor leenman
Bijvoorbeeld: Hij kreeg
inkomsten uit zijn gebied.
5
a
b
c
d
6
a
b
c
Nadeel voor leenman
Bijvoorbeeld: Hij moest
doen wat zijn heer zei.
De trouwe Elegast V
Bijvoorbeeld: God had het hem opgedragen.
Bijvoorbeeld: Hij was Karel trouw gebleven.
1 normaal
2 belangrijk
1 norm
2 waarde
3 waarde
4 waarde
Na Karels dood
Bijvoorbeeld: De leenmannen vergaten de eed van trouw.
Bijvoorbeeld:
1 oorlogen
2 rovers
3 invallen van buitenaf
Zie hieronder:
Leenheer
Leenman
achterleen
man
d
achterleen
man
Leenman
achterleen
man
e
Bijvoorbeeld:
1 eerst van hout, later van steen.
2 eerst een omheining, later dikke muren.
Bijvoorbeeld: De gracht rondom.
7
a
Steviger in het zadel
C►B►A
© Noordhoff Uitgevers bv, 2013
achterleen
man
2
Geschiedeniswerkplaats 2e editie
1 vmbo-t/havo antwoorden H4
b
c
A, C, D, F
B, D
8
a
b
c
d
e
f
g
Ridders en voetsoldaten V
Ridders en voetsoldaten.
Tekening [WB P. 75].
Omstreeks 800.
Omstreeks 1200.
1305
1960
1 onjuist
2 onjuist
9
•
•
Online C
Bekijk Theorie en bronnen.
Maak de oefentoets.
4.2
Europa wordt christelijk
1
Voorkennis
Bijvoorbeeld:
1 Op zondag zijn veel winkels dicht.
2 Op veel christelijke feestdagen is er geen school.
2
a
b
c
Heidenen worden christenen
1B, 2A, 3C, 4D, 5E
Rond 500.
Vanaf de 7e eeuw.
3
a
b
c
d
e
f
Missionarissen in Europa
Tekening [WB P.76].
Engeland
Bijvoorbeeld: Om hem te beschermen.
Bijvoorbeeld: Christenen komen in de hemel; heidenen in de hel.
Bijvoorbeeld: Ze hadden al een eigen geloof.
Bijvoorbeeld: Karel de Grote onderwierp de Friezen. Van hem moesten ze toen christen
worden.
4
a
b
c
Uitbreiding V
Het christendom en de islam.
Bijvoorbeeld: De uitbreiding van het christendom.
D, B, A, C
5
a
Vermenging van culturen
1 midwinterfeest met kerstfeest
2 lentefeest met paasfeest
Bijvoorbeeld: Om voor Germanen de overgang naar het christendom gemakkelijker te maken.
b
6
Christelijke feestdagen V
Zie hieronder:
Gebeurtenis uit
de Bijbel
geboorte van
Jezus
kruisiging van
Jezus
Naam feest
Wanneer
Aantal dagen
Kerstmis
25 en 26 december
2
Goede Vrijdag
vrijdag voor Pasen
1
© Noordhoff Uitgevers bv, 2013
3
Geschiedeniswerkplaats 2e editie
1 vmbo-t/havo antwoorden H4
opstanding van
Jezus
Pasen
Jezus stijgt op
naar de hemel
de heilige geest
daalt neer
Hemelvaartsdag
1e zondag na 1e volle 2
maan vanaf begin van
de lente (21 maart)
40 dagen na Pasen
1
Pinksteren
50 dagen na Pasen
2
7
a
b
In de kerk
Van boven naar beneden: paus, aartsbisschoppen, bisschoppen, pastoors.
1B
2E
3 A, B en C
8
a
b
In het klooster
Tekening [WB P.77].
1 onjuist
2 juist
3 juist
4 onjuist
5 juist
9
a
b
c
d
e
De moord bij Dokkum
Tekening [WB P. 78].
Bijvoorbeeld: Door de heilige Germaanse boom om te hakken.
Bijvoorbeeld: Omdat hij gestorven was voor zijn geloof.
Ongeveer 246 jaar.
Bijvoorbeeld: Om te laten zien bij het vertellen van het verhaal van Bonifatius.
10
•
•
Online C
Bekijk Theorie en bronnen.
Maak de oefentoets.
4.3
Machtige heren, halfvrije boeren
1
Voorkennis
1 juist
2 juist
3 juist
4 onjuist
2
a
Horigen
Bijvoorbeeld:
1 de kerk
2 de akkers
Bijvoorbeeld: De meeste mensen waren boeren. Ze woonden in dorpen.
b
3
a
b
Domeinen
1N
2N
3V
4V
5V
6V
Bijvoorbeeld: Hij was namens de heer de baas over de horigen.
© Noordhoff Uitgevers bv, 2013
4
Geschiedeniswerkplaats 2e editie
1 vmbo-t/havo antwoorden H4
4
a
b
c
d
De rentmeester
Bijvoorbeeld: De rentmeester geeft aanwijzingen met zijn stok.
Bijvoorbeeld: De horige werkt op het land.
Bijvoorbeeld: Om alles goed in de gaten te kunnen houden
graan, kip, schaap, wijn
5
a
Hofstelsel
1N
2V
3V
4V
5V
6V
producten
b
6
Horige, leenman en leenheer V
Bijvoorbeeld: Van links naar rechts en van boven naar beneden:
Ik sta een deel af, maar ik woon hier veilig.
Mooi! Ik heb macht en horigen doen het werk.
Ik hoop dat ik deze leenman kan vertrouwen.
Mijn heer, hier is een deel van mijn oogst.
Mijn heer, ik beloof u met raad en daad bij te staan.
Ik vertrouw u een gebied toe, bestuur het goed.
7
a
b
Zelfvoorzienend
A, D
1 weinig
2 weinig
3 weinig
8
a
b
c
Een mening over horigen V
Bisschop Adalbero
Bijvoorbeeld: Hij vond dat ze zich als dieren gedroegen.
Bijvoorbeeld: Voor. Hij vond dat horigen in bedwang moesten worden gehouden.
9
a
b
c
Het klooster van Egmond V
28 boerderijen
B, C.
Bijvoorbeeld: Hij geloofde dat hij dan meer kans had om in de hemel te komen.
10
a
Bidden, vechten en werken
Zie hieronder:
b
c
Edelen
Geestelijken
1 gevechtskleding
1 kleding tot op
de grond
2 wapens
2 een sluier
Boeren
1 gereedschap
2 kleding tot op
de knie
De adel en geestelijkheid.
1 Ze mochten rechtspreken.
2 Ze mochten belasting heffen.
3 Ze mochten herendiensten eisen.
© Noordhoff Uitgevers bv, 2013
5
Geschiedeniswerkplaats 2e editie
1 vmbo-t/havo antwoorden H4
d
e
11
a
a
4 Ze hoefden geen belasting te betalen.
Ze mochten jagen.
1 juist.
2 juist
3 onjuist.
4 juist.
Vaste taken V
1G
2E
3E
4B
1 juist
2 onjuist
12
•
•
Online C
Bekijk Theorie en bronnen.
Maak de oefentoets.
4.4
De opkomst van de islam
1
Voorkennis
1E, 2A, 3C, 4B, 5D
2
a
De islam
1 7e eeuw
2 eerder
1C, 2D, 3E, 4B, 5A
Bijvoorbeeld: De engel gaf hem de opdracht om verzen van Allah aan de mensen door te
geven.
1 monotheïstische
2 christenen
3 moslims
b
c
d
3
a
b
c
d
e
4
a
Mohammed
Arabië, het Midden-Oosten
Zie hieronder:
A In Mekka werkten heidense
Arabieren Mohammed tegen.
B Mohammed stierf.
voor 622
C Mohammed trok van Mekka naar
Medina.
D Mohammed veroverde Mekka.
622
E Mohammed werd heerser over een
groot deel van Arabië.
F Mohammed werd in Medina leider
van de eerste islamitische staat.
A, C, F, D, E, B
C
1 werd
2 bestuurde, bepaalde, gebeurde
na 630
632
630
na 622
Christendom en islam V
Bijvoorbeeld: Beide groepen luisteren er naar een preek.
© Noordhoff Uitgevers bv, 2013
6
Geschiedeniswerkplaats 2e editie
1 vmbo-t/havo antwoorden H4
b
c
Bijvoorbeeld: Bij beide godsdiensten vindt God het goed als mensen geld geven aan armen.
Bijvoorbeeld: Er zijn verschillen tussen christendom en de islam, maar ook overeenkomsten.
5
Mekka V
1 verandering
2 verandering
3 continuïteit
4 continuïteit
5 verandering
6
a
Arabische veroveringen
1 juist
2 onjuist
3 onjuist
Tekening [WB P. 83].
1 Arabisch was de hoofdtaal.
2 De islam was de hoofdgodsdienst.
1 gevolg
2 oorzaak
3 oorzaak
b
c
d
7
De Moren
1 Marokko
2 Spanje
3 Frankrijk
4 Frankrijk, België en Zuid-Nederland
5 Spanje
6 Spanje, Europa
8
a
b
In de stad
Tekening [WB P. 84].
1 juist
2 onjuist
3 onjuist
4 onjuist
5 juist
6 onjuist
9
Verspreiding van islam V
A, D, E
10
Soennieten en sjiieten V
1 wel
2 niet
3 soennieten
4 sjiiet
11
•
•
Online C
Bekijk Theorie en bronnen.
Maak de oefentoets.
© Noordhoff Uitgevers bv, 2013
7
Geschiedeniswerkplaats 2e editie
1 vmbo-t/havo antwoorden H4
TEST JEZELF
1
a
Leenheren en leenmannen
Zie hieronder:
1
E
D
E
L
E
2
K
A
R
E
L
L
E
E
N
M
A
N
L
E
E
N
S
T
E
L
5 B U
R
C
H
T
6 K E
I
Z
E
R
7 R I
D
D
E
R
R
O
M
E
3
4
8
b
c
N
1 monniken en ridders
2 middeleeuwen
3 8e eeuw
1 minder
2 minder
3 meer
4 meer
2
a
b
Europa wordt christelijk
1D, 2C, 3H, 4A, 5F, 6G, 7E, 8B
1 monnik, Friezen
2 groot, christelijk
3 christelijke, feesten
4 geestelijken
5 buiten, geloof
6 teksten overgeschreven
3
a
Machtige heren, halfvrije boeren
Zie hieronder:
D
K
G
H
S
S
N
D
K
b
S E L
G
H
O
R
I
G
E
Q
J
S
O
F
N
W
R
O
W
L
R
F
N
X
G
L
D
E
S
K
S
L
S
H
G
S
R
K
O
T
Z
W
E
M
W
T
P
D
E
E
E
R
S
P
Y
L
O
L
L
K
E
A
R
O
W
M
S
F
I
N
M
L
P
M
E
E
V
J
D
W
W
S
D
I
L
O
T
I
V
M
M
H
N
R
O
G
E
F
P
G
O
A
N
R
D
N
G
R
F
R
D
R
Z
S
S
H
I
S
I
E
U
I
W
T
S
V
A
G
K
E
E
N
D
T
I
L
H
I
E
N
B
R
A
L
W
E
G
N
E
V
D
N
E
W
I
A
A
N
Z
B
D
G
M
D
L
M
D
X
P
D
E
E
S
1 landbouwsamenleving
2 bescherming
3 halfvrije, vaak, gedeeltelijk
4 weinig
© Noordhoff Uitgevers bv, 2013
8
Geschiedeniswerkplaats 2e editie
1 vmbo-t/havo antwoorden H4
5 ze zelf
6 standen, privileges
4
a
De opkomst van de islam
Zie hieronder:
F
1
M
O
S
K
E
E
L
L
3
4
P
R
2
b
5
6
K
O
R
A
N
I
O
S
L
L
A
M
E
T
A
H
I
M
B, D, E
© Noordhoff Uitgevers bv, 2013
9
Download