Lijst 1516 NL

advertisement
The link ed image cannot be display ed. The file may
Onderwerpen voor de masterproef 20152015-2016
Lijst per centrum (alfabetisch)
Centrum voor Ethiek, Sociale en Politieke Filosofie (CESPF)
Prof. dr. L. Anckaert
Specialisatie:
Joodse Wijsbegeerte: het belang van de dialogale relatie i.v.m. het kwaad van de Shoah – een filosofische interpretatie
van joods religieuze teksten – Literatuur en joodse wijsbegeerte
Concrete onderwerpen:
- Post-Shoah filosofen: Arendt, Fackenheim; Steiner, Levinas, Chalier of eigen voorstel
- De Talmud commentaren van Levinas
- V. Grossman
Prof. dr. A. Braeckman
Specialisatie: hedendaagse continentale politieke filosofie; hedendaagse sociale theorie; Duitse romantiek en
idealisme
Huidig onderzoek: institutie van de samenleving (hoe komt een samenleving tot stand? wat is de rol daarin van de
politiek? wat is de rol daarin van representatie?); democratietheorie (wat is een democratische samenleving? Wat is
de rol daarin van representatie? Wanneer is representatie democratisch?); politieke subjectiviteit (wat kenmerkt een
politiek subject? wat is een democratisch politiek subject? wat is de verhouding tussen politieke subjectiviteit en
constituerend macht?); staat (genealogie van de moderne staat; staat en gouvernementaliteit; mutaties in moderne
staat in het spoor van neoliberalisme, globalisering, …);
Concrete onderwerpen:
- conflicterende visies omtrent de institutie van de samenleving (Castoriadis, Lefort, Gauchet)
- democratische representatie (Pitkin, Urbinati, Saward)
- het eigene van het politieke (Schmitt, Arendt, Lefort, Mouffe …)
- diverse thema’s bij Foucault (genealogie van de moderne staat; macht en verzet; technologieën van het zelf:
hermeneutik van het subject, zorg voor het zelf, parrhèsia)
- revolutie (Marx, Arendt, …)
- Tocqueville over democratie
- Marx over democratie (en mensenrechten)
- de staat (Marx, Weber, Gramsci, Bourdieu …)
- de verhouding tussen mensenrechten en democratie (Arendt, Lefort, Gauchet, …)
- politieke subjectiviteit (Rousseau, Sieyès, Tocqueville, Marx, Weber, Arendt, Lefort, Foucault, Rancière, …)
- Blumenberg over metaforen
- romantische kunst als moderniteitskritiek (Schiller, Hölderlin, Schelling, …)
- begripsgeschiedenis (Koselleck)
Prof. dr. H. De Schutter
Specialisatie: politieke filosofie en taalfilosofie
Huidig onderzoek: taalpolitiek, federalisme en migratie
Concrete onderwerpen:
Politieke filosofie:
1
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
thematische onderwerpen uit de hedendaagse normatieve politieke filosofie waarover de student een eigen
normatieve positie ontwikkelt. Voorbeelden: (waarom) is federalisme verkieslijk boven unitarisme of
onafhankelijkheid van de deelstaten?; een morele onderbouwing van taalrechten; een morele afweging van de
uitbreiding van de EU; de legitimiteit van integratievereisten voor immigranten; wat is een rechtvaardig
immigratiebeleid?; vereist rechtvaardigheid dat we aan gevestigde nationale minderheden meer taalrechten
toekennen dan aan migrantengroepen?
- thema’s uit de politieke filosofie van l’abbé Grégoire, Herder, Humboldt, Mazzini, Mill, Taylor, Kymlicka,
Rawls, Tamir, Benhabib, Miller, Carens. Ook mogelijk: de receptie van Herder door hedendaagse nationalisten;
Tocqueville over federalisme; Gramsci over taalpolitiek; de relevantie van The Federalist Papers voor federalisme
in multinationale staten; het radicale voorstel van niet-territoriale autoriteit door de Oostenrijkse marxisten Karl
Renner en Otto Bauer.
Taalfilosofie:
- thema’s uit de taalfilosofie van Hobbes, Locke, Condillac, Grégoire, Herder, Gadamer, Taylor. Voorbeeld: wat is
de precieze kritiek van Herder op Condillacs taalinstrumentalisme en wat is Herders alternatief?
- Voorbeelden van onderwerpen: de taalfilosofische positie van Dante in De Vulgari Eloquentia; de taalfilosofie
van Machiavelli; taalfilosofie en taalideologie in/van de Franse Revolutie; Mauthner: Muttersprache und
Vaterland; het linguïstische postkolonialisme van E. Glissant (bv. analyse van het recht op talige opaciteit);
Derrida: Le monolinguïsme de l’autre.
-
Dr. D. Deweer
Specialisatie: Politieke filosofie/ethiek van Paul Ricoeur; personalisme; christendemocratie; politieke ethiek
Huidig onderzoek: Ricoeur en de feministische kritiek op burgerschap. Over zorg en rechtvaardigheid;
fenomenologie/ethiek van het politieke compromis
Concrete onderwerpen:
Thema’s uit de ethiek/politieke filosofie van Ricoeur:
- Verantwoordelijkheidsbegrip, de plaats van hoop/vergeving/vertaling/… in de politiek,…
- Dialoog met andere auteurs (Arendt, Merleau-Ponty, Rawls, Walzer, Weber, Weil,…)
Personalisme:
- Thema’s (subsidiariteit, kosmopolitanisme, federalisme, burgerschap, arbeid,...)
- Fundering (neothomisme, (hermeneutische) fenomenologie,…)
- Auteurs (Mounier, Maritain, Scheler, de Rougemont,…)
Feministische zorgethiek en de kritiek op liberale opvattingen van rechtvaardigheid en burgerschap (Elshtain,
Nedelsky, Sevenhuijssen, Tronto,…)
Fenomenologie/ethiek van het politieke compromis
Hedendaags republikanisme: vb. onderscheid civic humanism vs civic republicanism
Concrete thema’s uit de politieke ethiek
- Berekening van partijprogramma’s: zegen of vloek voor de democratie?
- Burgerschapseducatie en levensbeschouwelijk onderwijs
- Besparingspolitiek: de zorg voor de zwaksten als maat voor democratie
- Terreurdreiging: angst in de publieke ruimte
- …
Prof. dr.
dr. R. Geenens
Specialisatie: continentale politieke filosofie, rechtsfilosofie
Huidig onderzoek: Claude Lefort, soevereiniteit en representatie in de meerlagige rechtsorde, soevereiniteit en
representatie in de Franse revolutionaire periode (1789-1848) (Sieyès, Guizot, Constant, ...)
Voorbeelden van meer concrete onderwerpen:
- Problemen rond politieke representatie: vereist politieke representatie een substantiële politieke gemeenschap
die gerepresenteerd wordt, of kan het ook zonder? wat is de betekenis van politieke gelijkheid? kunnen
2
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
-
-
toekomstige generaties gerepresenteerd worden, en zo ja, hoe? bieden referenda een gepaste representatie van
de volkswil? Deze (en soortgelijke) vragen kunnen zowel op hedendaagse, normatieve manier worden benaderd
als aan de hand van historische auteurs.
Soevereiniteit in de meerlagige rechtsorde: impliceert federalisme een spreiding van soevereiniteit over meerdere
niveaus? kan soevereiniteit überhaupt worden verdeeld, of is er dan geen sprake meer van soevereiniteit? kunnen
burgers zelf de Kompetenz-Kompetenz uitoefenen, en zo ja, hoe? waar ligt de constituerende macht in een
federaal systeem?
Mensenrechten en democratie: zijn mensenrechten een procedurele voorwaarde voor democratie (Habermas)?
zijn mensenrechten een externe inperking van democratie, of kunnen ze zelf het product zijn van democratische
procedures? lijden mensenrechten onder een democratisch deficit? hoe ziet Lefort (en/of leerlingen: Manent,
Gauchet, Rosanvallon) de verhouding tussen democratie en mensenrechten?
Prof. dr. T. Heysse
Specialisatie: argumentatietheorie, meta-ethiek, sociale en politieke filosofie, deliberatieve democratie
Huidig onderzoek: de verhouding waarheid en macht, waarheid en geschiedenis, geschiedenis en ethische
waarheid, macht, geweld en dwang in de democratie, het realisme in de politieke filosofie
Concrete onderwerpen:
Studenten kunnen altijd thema’s voorstellen op het gebied van de filosofie van de geschiedenis, meta-ethiek en de
politieke filosofie (of in het oeuvre van filosofen zoals van Habermas, Rawls, Bernard Williams, Crispin Wright, John
Skorupski, John McDowell, David Wiggins, Claude Lefort, Donald Davidson, Simon Blackburn, Thomas Nagel, Nelson
Goodman, Robert Brandom, Michael Dummett, Charles Taylor)
Maar concrete voorbeelden van mogelijke projecten zijn:
- politieke filosofie: wat betekent het ‘macht’ uit te oefenen? wat betekent het ‘iemand ergens toe te dwingen’?
Waarin ligt het verschil tussen geweld, dwang en macht? Wat is de rol van utopieën in de politieke filosofie of in
de politiek? Wat zijn de voor- en nadelen van een ‘realistische’ opvatting van politiek of democratie? Heeft het
concept ‘waarheid’ een rol in de democratische politiek of in onze verdediging van de democratie? Zijn
democratieën meer of minder weerbaar dan andere politieke regimes?
- politieke theorie: wat is een conservatisme dat nu verdedigbaar is? Welke argumenten pleiten voor een
representatieve democratie?
- -meta-ethiek: kan je zeggen dat ethische uitspraken waar zijn? Is het gezag van ethische uitspraken afhankelijk
van de samenleving waarvoor ze bedoeld zijn? Hoe kan je tegelijk zeggen dat ethische uitspraken waar zijn en dat
ethiek historisch is?
Dr. Michael Jewkes
Areas of specialization: Normative Political Philosophy
Areas of current research: Federalism and self-determination in multinational and supranational contexts;
democratic theory (especially the relationship between democracy, political equality, and individual autonomy);
questions of justice in culturally diverse societies; 19th Century liberalism.
Concrete Research Projects: I’m willing to consider any research project in political philosophy or in applied ethics
which adopts a predominantly normative standpoint. I’m also willing to supervise projects which seek to extract
contemporary normative relevance from the work of classic authors (in particular, The Federalist Papers, JS Mill,
Tocqueville, Lord Acton, Constant, Berlin, Hayek, Humboldt, Jefferson…).
Examples might include (but are not limited to) the following:
- Federalism and national self-determination: Why, and when, should a political community adopt a federal
approach to the division of power? Why should national groups be self-determining? Can national selfdetermination be achieved without the institutions of full statehood? Does federalism undermine ‘togetherness’
and/or the goals of societal solidarity and community? What promise does federalism hold for reinvigorating
democracy/legitimacy/justice on the supranational/global scale? Does federalism help or hinder the
accommodation of extreme social/cultural diversity? How have classical authors interpreted the
values/drawbacks of federalism, and what can this tell us about the relevance of federalism today?
3
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
-
-
-
Democracy: What do we, and why should we, value democracy? Does democracy have any intrinsic value? Can
political equality ever be sacrificed in pursuit of other social goals? What is the relationship between democracy
and the internal division of power implicit to federalism?
Autonomy: What, if any, is the value of autonomy? Is this value universal or restricted to those socialized within
contemporary Western societies? How can the value of political autonomy be best protected/institutionalized
within a political organization? What is the relationship between individual autonomy and liberalism? Can a
comprehensively liberal theory ever claim universal applicability?
Normative theory of immigration: Can exclusionary borders be justified from a liberal/moral cosmopolitan
standpoint? Can the right to emigrate be legitimately restricted? What rights, and what duties, should migrants
be afforded in their new host societies?
Dr. M. Lievens
Specialisatie: (continentale en kritische) politieke filosofie
Huidig onderzoek: De crisis van de democratie, het begrip kritiek, depolitisering en postpolitiek, de relatie tussen de
democratie en de markt, de staat.
Concrete onderwerpen:
Thema's uit de sociale en politieke filosofie van o.a. Carl Schmitt, Karl Marx, Antonio Gramsci, Ernesto Laclau & Chantal
Mouffe, Jean-Paul Sartre, Jacques Rancière, Antonio Negri, Claude Lefort, Etienne Balibar; meer in het bijzonder: het
begrip van het politieke, de rol van conflict in de democratie, radicale democratie, soevereiniteit en constituerende
macht, depolitisering, de relatie tussen de democratie en de markt, geld en soevereiniteit, milieupolitiek, commons,
de staat.
Dr. A. Mulieri
Areas of specialisation: Continental Philosophy, History of Political Philosophy, History and Theory of Political
Representation
Areas of current research: Political Representation (What is political representation? What makes representation
political or democratic? What is the relation between representation and democracy?), The history of representation
(Methodological Problems, Repraesentatio identitatis, the relationship between representation as Stellvertretung,
Darstellung and Vorstellung), Michel Foucault (biopolitics, sovereignty, power, the archaeology and genealogy of
knowledge, epistemology and power), Giorgio Agamben (the archaeological method, homo sacer, biopolitics).
Concrete research projects:
- Conflicting views on political representation (Pitkin, Hofmann, Urbinati)
- The relationship between aesthetic and political representation and the different meanings of representation
(Jacques Derrida, Hanna Pitkin, Hasso Hofmann, Carl Schmitt, Giuseppe Duso)
- Democratic representation (Manin, Saward, Urbinati, Rosanvallon)
- Any topic related to the history of political representation: Marsilius of Padua, Dante, Thomas Hobbes, Jean
Jacques Rousseau, Emanuel Sieyes, Edmund Burke, Carl Schmitt, Ernst Kantorowicz, John Madison
- Conceptual history (Koselleck, Duso)
- Themes from the history and theory of social and political philosophy of Michel Foucault and Giorgio Agamben
(possible topics would be the paradigm of biopolitics, the history of sovereignty, the genealogical and
archaeological methods, governmentality, power)
- Governance and governmentality (Bevir, Offe, Jessop, Lemke)
- Political theories of governance (Bevir, Negri and Hardt)
- The relationship between governance and democratic theory (Cohen and Sabel, Bohman, Dryzek and Niemeyer)
- The relationship between democracy and liberalism and the reflection on totalitarian democracy in Cold War
Liberalism (Jacob Leib Talmon, Isaiah Berlin, Von Hayek, Popper)
Dr. Johan Olsthoorn
Specialisatie: Vroegmoderne morele en politieke filosofie; theorieën van rechtvaardigheid, rechten, en eigendom
4
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
Huidig onderzoek: Vroegmoderne begrippen van distributieve rechtvaardigheid; Lockeaanse theorieën van eigendom
en toe-eigening; theorieën van rechtvaardige oorlog in de zeventiende eeuw; vroegmoderne natuurwetstheorieën;
Grotius; Hobbes; Spinoza; Locke; Pufendorf; Mandeville; Rousseau.
Concrete onderwerpen:
- De sociaal contract theorie van Grotius / Hobbes / Locke / Rousseau
- Opvattingen van ‘rechten’ / ‘rechtvaardigheid’ / ‘eigendom’ / ‘verplichting’ in welke vroegmoderne filosoof dan
ook
- Opvattingen van ‘deugd’ / ‘het moreel goede’ in Shaftesbury / Hutcheson / Butler / Hume / Mandeville / …
- Theorieën van rechtvaardige oorlog in Gentili / Grotius / Locke / …
- Lockeaanse / libertarische theorieën van eigendom en toe-eigening
- Psychologisch egoïsme in Hobbes / Spinoza / Mandeville / …
- De natuurwetstheorie van Suárez / Grotius / Cumberland / …
- Rousseau’s morele filosofie
- Spinoza’s politieke filosofie
- Leibniz’s politieke filosofie
- De ethiek van Gassendi
- Welk onderwerp dan ook in Hobbes
- ...
Prof. dr. B. Pattyn
Specialisatie: Ethiek, meta-ethiek, media-ethiek
Huidig onderzoek: Onderzoek naar het intersubjectief karakter van morele intuïties. Als we denken aan een persoon
dan stellen we ons, zoals Charles Taylor suggereerde, spontaan een “disengaged first-person-singular self” voor, “a
center of monological consciousness”. Dat is over het algemeen ook zo in het domein van de ethiek. Op die manier
ontgaat het ons dat morele emoties en intuïties berusten op een intersubjectieve betrokkenheid. Ik ben
geïnteresseerd in theorieën waarin men wél oog heeft voor de intersubjectieve context van moreel engagement. Dat
is onder meer het geval in de filosofie van Wittgenstein over levensvormen, in de sociologie van Durkheim, in de
sociologie van het symbolisch interactionisme (Mead, Goffman), in de sociale psychologie (Tajfel), in de
moraalpsychologie (Haidt), in de wetenschapsfilosofie (Fleck), in de evolutionaire antropologie (Tomasello), in de
taalfilosofie (Searle) e.d. Ook in mijn onderzoek over de relatie tussen media en ethiek gaat de aandacht naar de
invloed van massamedia op de intersubjectieve morele mentaliteit of de publieke verstandhouding in een
samenleving.
Concrete onderwerpen: Ik ben bereid om proefschriften te begeleiden waarin het intersubjectieve karakter van
moreel engagement rechtstreeks of onrechtstreeks aan de orde is.
- Michael Tomasello benadrukt dat vanuit een evolutionair perspectief de ontwikkeling van de menselijke
intelligentie in een stroomversnelling is gekomen door de ontwikkeling van ‘shared intentionality’. Ook moraal
zou volgens Tomasello vorm hebben gekregen toen mensen de gewoonte aannamen affiniteit op te brengen
voor elkaars en voor gemeenschappelijke doelstellingen. Wat impliceert Tomasello ’s visie voor moraalfilosofie?
- In welke opzicht is Jonathan Haidt’s ‘social intuitionisme’ consistent? Wat zijn de normatieve consequenties van
deze benadering?
- Wat zijn de normatieve consequenties van Erving Goffman’s frame analysis? Voor Goffman zijn frames
intersubjectieve interpretatieschema’s en verwachtingspatronen. Heeft zijn analyse van die kaders normatieve
consequenties? Kan er vanuit zijn theorie iets gezegd worden over de kwaliteit van frames en als dat het geval is,
wie draagt er verantwoordelijkheid voor die kwaliteit?
- Er is een parallellie tussen neohegelianen (Bradley, Royce) en Durkheim-sociologen die de inhoud van en de
motivatie voor moreel engagement koppelen aan loyauteit en affiniteit voor gezin en staat. Hoe wordt die
parallellie in de literatuur geïnterpreteerd?
- In welke zin veronderstelt Humes sympathie-theorie ‘shared intentionality’?
- In het begin van de 18de eeuw cultiveerden Britse intellectuelen een cultuur van ‘Politeness’ (Addison, Steele).
Waarin bestond dat engagement en in welke zin is Hume schatplichtig aan dat initiatief?
- Journalistieke integriteit: Kan de journalistieke opdracht gedefinieerd worden als de zorg voor de kwaliteit van
de publieke opinie. Wat is een kwalitatief goede publieke opinie? Hoe worden journalisten geacht daaraan bij te
dragen?
5
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
-
Wat is het verband tussen de publieke verstandhouding en de individuele houding ten aanzien van thema’s zoals
migratie en regularisatie?
Prof. dr. B. Raymaekers
Specialisatie: Kant, ethiek, rechtsfilosofie, politieke filosofie
Concrete onderwerpen:
1. Kant
- ‘sensus communis’ (evtl. In vergelijking met H. Arendt of J.F. Lyotard)
- teleologie
- het filosofie-concept in de inleidingen tot de Kritik der Urteilskraft
- het ‘sociale contract’ in politieke filosofie en rechtsfilosofie
- de relatie ethiek, politiek en recht
- de notie autonomie (doorwerking in hedendaagse interpretaties O’Neill, Korsgaard, …)
- liberale en/of republikeinse staatsopvatting
- de vroegste receptie van Kant in het Nederlandse taalgebied
- neo-kantianisme (R. Stammler)
2. Rechtsfilosofie, politieke filosofie
- rol van het natuurrecht binnen de actuele rechtsfilosofie (o.m. J. Finnis)
- discussie natuurrecht-rechtspositivisme (R. Dworkin, N. MacCormick, H. Kelsen, G. Radbruch…)
- het sociale contract en de kritiek erop
- politieke denken tijdens het interbellum
- soevereiniteit (N. Walker)
- auteurs: H. Arendt, Carl Schmitt (het einde van het politieke, kritiek op het liberalisme), L. Strauss, M. Gauchet,
R. Dworkin, G. Radbruch, M. Nussbaum, …
3. Geschiedenis van het HIW (invloed van neo-thomisme)
Prof. dr. S. Rummens
Specialisatie: fundamentele ethiek, metaethiek, politieke en sociale filosofie
Huidige onderzoeksthema’s: filosofie als (wittgensteiniaanse) therapie, het hedendaagse vrije wil debat in de
analytische filosofie, discoursethiek, transcendentale funderingen in de hedendaagse ethiek, de feit/waarde
dichotomie, representatie en deliberatie, populisme en democratie, democratisch tekort in de EU/in België, politiek
extremisme, religie in de publieke sfeer, mondiale democratie, vrijheid van meningsuiting
Concretere onderwerpen voor een verhandeling:
- Perebooms argument tegen compatibilisme: volgens Pereboom zijn mensen niet vrij als hun handelingen het
gevolg zijn van manipulatie of indoctrinatie; welnu, ‘gedetermineerd zijn door de wetten van de natuur’ is
volgens hem vergelijkbaar met manipulatie en indoctrinatie en dus zijn we niet vrij in een gedetermineerde
wereld; hoe overtuigend is de analogie die hij hier maakt? maakt hij niet een niet-legitieme overgang van een
menselijk naar een goddelijk perspectief op de werkelijkheid?
- Rorty en Wittgenstein over scepticisme: welke zijn de methodologische gelijkenissen en verschillen tussen beide
filosofen wat betreft hun aanpak van het scepticisme? meer in het bijzonder: kan Richard Rorty’s verwerping
van het scepticisme in zijn boek ‘Philosophy and the mirror of nature’ gezien worden als een vorm van
Wittgensteiniaanse therapeutische filosofie (cf. Philosophische Untersuchungen)?
- Korsgaard en dierenrechten: Christine Korsgaard argumenteert dat haar kantiaanse visie op morele en juridische
rechten ook van toepassing is op het dierenrijk; welke zijn haar argumenten om dieren ook als doelen-op-zich te
beschouwen? hoe overtuigend zijn deze argumenten?
- Amartya Sen en democratie: welke rol speelt democratie in de capability-theorie van Amartya Sen? (bv aan de
hand van zijn recente boek, The Idea of Justice)
- demoi-cratie voor Europa: een recente positie in het debat over democratie in de EU verdedigt de zogenaamde
‘demoi-cratie’, dwz de EU moet geen eigenstandige democratie worden (er is geen Europees demos), maar
6
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
-
-
-
moet begrepen worden als een unieke configuratie van de verschillende demoi van de verschillende lidstaten;
hoe origineel is deze positie? biedt ze een antwoord op het democratisch tekort in de EU?
Wolfgang Streeck vs Jürgen Habermas: beide Duitse auteurs zijn erg invloedrijke maar tegengestelde stemmen
in het debat over de verdere Europese eenmaking; welk van beide posities biedt het beste antwoord op de
uitdaging van de globalisering? welke positie is vanuit democratisch perspectief het meest overtuigend?
het nationalisme van de N-VA: Ico Maly heeft in een recent boek de ideologie van de N-VA geanalyseerd; die
ideologie kan getoetst worden aan het ‘liberaal nationalisme’ van filosofen als David Miller en Will Kymlicka om
zo een inschatting te kunnen maken van de liberale en democratische kwaliteiten (of tekortkomingen) van het
huidige Vlaams-nationalisme
de rol van politieke partijen in het democratisch systeem: in een reactie op het tanende geloof in het belang van
politieke partijen is er recent weer aandacht voor de unieke bijdrage die partijen leveren aan het democratische
debat (cf. Jonathan White, Nancy Rosenblum); welke zijn hier de belangrijkste argumenten? zijn die
overtuigend?
Prof. dr. A. Vandevelde
Specialisatie: Toegepaste ethiek, economische ethiek, filosofie van de sociale (en economische) wetenschappen,
sociale en politieke filosofie
Huidig onderzoek: het liberalisme-communautarisme-debat, economische en menselijke rationaliteit, filosofie van de
sociale zekerheid, filosofie van het geld, filosofie van de sociale wetenschappen
Concrete onderwerpen:
- Thema's uit het werk van Rousseau, Smith, Hume, Hobbes, Locke, Ch. Taylor, M. Walzer, M. Sandel, J. Rawls, A.
Sen
- Universalisme en particularisme in ethiek en politieke filosofie (o.a. Sheila Benhabib, Walzer e.a.)
- Wat is de betekenis en de reikwijdte van de zogenaamde neutraliteit van de overheid?
- Brian Barry's theorie van de rechtvaardigheid
- Rechtvaardigheid tussen leeftijdsgroepen
- De politiek van de gegarandeerde aanwezigheid: positieve discriminatie van vrouwen en minderheden
- Zijn we eigenaar van ons lichaam? Zie Ann Phillips…
- Het egalitarisme van Ronald Dworkin
- Vrijheid van goederenverkeer – vrijheid van mensen. Over het recht op vrije migratie
- Theorieën van uitbuiting en uitsluiting
- Sociale rechtvaardigheid in de Europese Unie
- Burgerrechten voor dieren? Een kritische analyse van Kymlicka’s voostel
- Coetzee over dierenleed: een kritische analyse
- De actualiteit van het utopische denken: Macherey, Badiou, Abensour, (Bloch)
Centrum voor Logica en Analytische Wijsbegeerte (CLAW)
Dr. P. Adriaens
Specialisatie: geschiedenis en filosofie van de psychiatrie; geschiedenis en filosofie van de seksuologie.
Huidig onderzoek: filosofie en de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders; filosofische problemen in de
seksuologie; cultuurgebonden syndromen; waanvoorstellingen; psychiatrie en fotografie;...
Concrete onderwerpen:
- Filosofie van de waan. Wat zijn waanvoorstellingen? Waarin verschilt een waanvoorstelling van een hardnekkige
irrationele overtuiging? Zijn er verschillende soorten van waanvoorstellingen? Welk geloof hechten mensen aan
hun wanen? Geloven mensen met de ziekte van Cotard echt dat ze dood zijn?
- Foucault en Halperin over homoseksualiteit. Wat bedoelde Michel Foucault toen hij zei dat ‘de homoseksueel van
de negentiende eeuw een persoon geworden is’ en dat moderne homoseksuelen ‘een nieuwe soort’ vormen?
Bestond er dan niet zoiets als homoseksualiteit in het Klassieke Griekenland? Met welke argumenten verdedigt
historicus David Halperin Foucaults analyse van de geschiedenis van homoseksualiteit?
7
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
-
-
Depressie en DSM. Is depressie een ziekte of een adaptatie? Waarin verschilt depressie van rouw? Is rouw een
psychische ziekte? Waarom wordt rouw niet langer als uitzondering vermeld in de diagnostiek van depressie in
DSM-5?
Perversie en DSM. Wat is een perversie? Waarom is pedofilie een perversie en homoseksualiteit niet (meer)? Zijn
seksuele perversies psychische stoornissen? Is het zinvol om een onderscheid te maken tussen parafilieën en
parafiele stoornissen, zoals DSM-5 doet?
Dr. C. Boult
Area of specialization: Epistemology
Areas of current research: theories of epistemic normativity; the internalism-externalism debate in epistemology;
the distinction between justification and blamelessness in epistemology.
Concrete research projects: I'm willing to consider thesis supervision on a broad range of topics in all areas of
contemporary analytic epistemology, but here are more concrete examples of areas in which I'm interested in
supervising theses:
- Neo-Moorean responses to radical scepticism: so-called Neo-Mooreans respond to radical scepticism about our
knowledge of the external world by claiming that we do know that we are not the victims of radical sceptical
scenarios. Versions of this approach appeal to safety conditions on knowledge, disjunctivism about epistemic
reasons, or various externalist theories of epistemic justification. This project would defend or challenge a
specific version of Neo-Mooreanism.
- Aesthetic testimony: is it possible to gain aesthetic knowledge by testimony alone? Imagine your friend tells you
that a particular restaurant serves delicious mussels, or imagine you read a review of the latest production of
Don Giovanni from a well-known opera critic. Can you come to know aesthetic facts on these sorts of bases
alone? Or does first-person experience play a necessary role in aesthetic knowledge? This project would develop
and defend a view about aesthetic testimony, in part by examining and drawing on work in a parallel debate
about moral testimony.
- The problem of epistemic normativity: a popular idea in moral philosophy is that “ought” implies “can”. That is
to say, if a person ought to do something, this implies they have some kind of control over and/or ability to do
that thing. When we consider the idea that people ought to believe certain things under certain circumstances,
in combination with the idea that people do not normally have control over what they believe in the relevant
sort of way, a puzzle arises. This project would examine recent responses to this puzzle and defend a considered
view.
- The aim of belief: a popular idea in contemporary epistemology is that belief “aims at the truth”. But what does
this metaphor amount to? And what conclusions can/should we draw from it about the nature of epistemic
normativity, and evaluations of belief? This project would defend a view about the aim of belief and investigate
its consequences.
Dr. F. BroncanoBroncano-Berrocal
Areas of specialization: Epistemology; the philosophy of luck
Concrete research projects::
- the concept of luck and its role in epistemology/the free will debate
- modal theories of knowledge (safety/sensitivity)
- virtue epistemology (responsibilist vs. reliabilist virtue epistemology; performance epistemology; bi-level virtue
epistemology, etc.)
- externalism vs. internalism in epistemology
- the Gettier problem (solutions; diagnosis of concrete cases; meta-epistemological considerations, etc.)
- Epistemic Frankfurt cases
- the role of thought experiments in epistemology/philosophy; methodology in general in
epistemology/philosophy
- the definition of lying
- peer disagreement (stedfast theories vs. conciliationism; uniqueness vs. permissivism, etc.)
- collective epistemology (group knowledge/belief/justification; institutional virtues; the plural subject account
and its rivals; collective intentionality, etc.)
- reflective knowledge
- inferential knowledge; knowledge from falsehood
8
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
-
-
the notion of reliability in epistemology
attention and consciousness (e.g., is attention necessary for consciousness or the other way around?); their role
in epistemology (e.g., has attention any effect on the justification of beliefs? are conscious beliefs better
candidates for justification than implicit ones?)
rule-following; Kripkenstein's skeptic
knowledge-how (intellectualism vs. anti-intellectualism)
the notion of ability (in general and in epistemology)
the notions of risk and control and their role in different areas of philosophy (e.g., epistemology; philosophy of
action)
dispositions (analyses of dispositions; finkish, masked and mimicked dispositions; objections to / new defenses
of the conditional analysis, etc.)
epistemic situationism
doxastic voluntarism
the extended mind hypothesis, cognitive integration and their role in epistemology
Moore's proof, epistemic circularity (bootstrapping)
Cartesian vs. Humean skepticism
Metacognition, dual processes, noetic feelings and their role in epistemology
The list is a sample of the topics that students may choose. But I am willing to supervise theses on any topic in
epistemology and/or the philosophy of luck. In this sense, proposals by students are encouraged. I am also very
interested in the free will debate, so I will be happy to supervise theses in that area as well.
Prof. dr. F. Buekens
Specialisatie: taalfilosofie (breed genomen), filosofie van de geest
Huidig onderzoek: normen voor beweringen, implicaturen (Grice), Searle’s theorie over institutionele feiten en
toepassingen, argumentatiestrategieën in evolutionaire psychologie
Onderwerpen:
− Taalfilosofie (eng genomen)
- Grice’s theorie over implicaturen
- Het fenomeen van ‘fautloos meningsverschil’ en smaakoordelen. Expressivitische theorieën over
smaakoordelen.
- Pinker over implicaturen en hun sociale psychologie
- Waarheidstheorieën
- Normativiteit en waarheid.
− Handelingsfilosofie en filosofie van de geest, epistemologie
- Accuraatheid: accurate vs. ware overtuigingen.
- Inzicht en illusies van inzicht: Dennett over de Intentional Stance
− Searle’s theorie over institutionele feiten
- Searles theorie van institutionele feiten
- Institutionele feiten en hun evolutionaire voorgeschiedenis
- Institutionele feiten: ontologie en epistemologie
− Geschiedenis van de filosofie
- Alle taalfilosofen (met mogelijkheid tot vergelijking tussen ‘continentale’ en ‘analytische’ aanpak)
− Varia
- Sociologie van de filosofie. Geschiedenis van het postmoderne denken
- Inzicht en illusie: filosofie van de geest en empirische psychologie van ‘begrip’ en ‘begrijpen’
- Evolutionaire psychologie en normatieve epistemologie
Concrete onderwerpen voor BA of MA/Mphil scripties: de kritiek van Pinker op Grice’s model van implicaturen,
uitgelegd vanuit speltheoretisch perspectief. Speltheorie en de equilibrium-gebaseerde theorie van instituties, De
relevantie van Dual Processing Theory in de epistemologie en de ethiek.
Prof. dr. S. Cuypers
Specialisatie:
- Wijsgerige psychologie (philosophy of mind)
9
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
-
Wijsgerige pedagogiek (philosophy of education and teaching)
Thema’s waarover u thans onderzoek verricht:
- probleem van wilsvrijheid en morele verantwoordelijkheid
- het probleem van de persoonsidentiteit
- Richard Peters and Paul Hirst over opvoeding en onderwijs
Concrete onderwerpen waarover u een verhandeling zou willen begeleiden:
De Masterproef wordt begeleid binnen het kader van de analytische wijsbegeerte en deze begeleiding vereist dat de
student, afhankelijk van de keuze van het onderwerp, de colleges Philosophy of Mind of Filosofie van de opvoeding
en het onderwijs reeds gevolgd heeft.
-
-
-
-
thema’s uit de geest-lichaam theorieën van Donald Davidson, Jaegwon Kim: wat zijn de objecties tegen
Davidsons stelling dat redenen ook oorzaken zijn? wat is Davidsons anomaal monisme precies? is Kims
meesteragument tegen superveniënte, mentale causaliteit solide? is Kims argument tegen het dualisme solide?
thema’s uit de theorieën over de persoonsidentiteit van Sydney Shoemaker, Derek Parfit, Eric Olson, Paul
Snowdon: wat zijn de objecties tegen het Brein Transfer Argument? zijn personen lichamen/biologische
organismes? leidt de mentale-continuïteitstheorie noodzakelijk tot een onpersoonlijke theorie van de
persoonsidentiteit? is persoonsidentiteit belangrijk voor het overleven?
thema’s uit theorieën over wilsvrijheid en morele verantwoordelijkheid van Harry G. Frankfurt, John Martin
Fischer, Ishtiyaque Haji: wat is de relatie tussen morele verantwoordelijkheid en legale aansprakelijkheid? wat
zijn de objecties tegen Frankfurts hiërarchische theorie? wat is Fischers semicompatibilisme precies? zijn Haji’s
argumenten tegen het incompatibilisme solide?
thema’s uit de filosofie van de opvoeding en het onderwijs van Richard Peters, Paul Hirst, Wolfgang Brezinka:
wat is liberal education precies? wat zijn de filosofische vooronderstellingen van een morele opvoeding (in de
Piaget-Kohlberg traditie en/of in de traditie van de deugdenethiek)? wat is de relatie precies tussen
opvoedingswetenschap, filosofie van de opvoeding en praktische pedagogiek?
Prof. dr. A. De Block
Domeinen van specialisatie: Wijsgerige psychologie, filosofie van de geneeskunde, filosofie van de psychiatrie, filosofie
van de biologie en filosofie van de sport.
Huidig onderzoek: culturele evolutie, seksuele oriëntatie (dierlijke homoseksualiteit, parafilieën, evolutie van
homoseksualiteit), obesitas, evolutie van moraliteit.
Concrete onderzoeksprojecten: Ik wil masterproeven begeleiden over verschillende thema’s die in mijn
competentiedomein liggen. Hier volgen enkele voorbeelden:
- Culturele evolutie: kunnen we de modellen en andere theoretische instrumenten van evolutiebiologie
gebruiken om culturele veranderingen te begrijpen? De verschillende pogingen om dat te doen hebben redelijk
wat kritiek gekregen vanuit filosofische hoek. Zijn die kritieken terecht?
- Menselijke universalia: sommige eigenschappen lijken niet alleen typisch menselijk te zijn, maar ook in alle
culturen voor te komen. Zijn deze universalia echter echt universeel? Zijn er met andere woorden echte
menselijke universalia?
- Gewichtsproblemen zijn vandaag een belangrijk aandachtspunt voor overheid en medici. Obesitas wordt gezien
als een van de belangrijkste medische uitdagingen voor de volgende decennia. Een bepaalde discipline, ‘Fat
studies’, gaat hier echter tegenin. De argumenten binnen deze discipline tegen de medicalisering van
overgewicht vormen een uitgelezen kans om kwesties rond medicalisering filosofisch te verkennen.
- De afname van biodiversiteit is dramatisch. Tegelijk lijkt het alsof ‘biodiversiteit’ niet altijd even duidelijk
gedefinieerd en geoperationaliseerd wordt. Kan de filosofie helpen om deze problemen op te lossen?
- Het experimenteerders effect in de studie van psychotherapie. Studies geleid door psychoanalytici geven
steevast aan dat psychoanalyse beter resultaten boekt dan andere vormen van psychotherapie, terwijl de
studies van cognitieve gedragstherapeuten aantonen dat cognitieve gedragstherapie superieur is. Is dit een
voorbeeld van het experimenteerders effect of spelen andere factoren een rol? En wat betekent dat voor de
meta-analyses van therapeutisch succes?
- Is het verbod op doping in sport verantwoord?
10
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
Dr. L. Demey
Specialisatie: filosofische logica, formele epistemologie en taalfilosofie, filosofie van de wiskunde, geschiedenis van
de logica.
Huidig onderzoek: logische geometrie, epistemische logica, logica als knooppunt van verschillende disciplines (bvb.
filosofie, psychologie, taalkunde, informatica, economie).
Concrete onderwerpen:
- het gebruik van Aristotelische diagrammen in hedendaagse logica’s (modale logica, epistemische logica, etc.):
studenten zouden binnen dit onderwerp de kans kunnen grijpen om eerst grondig vertrouwd te raken met een
specifiek deelgebied van de logica, vervolgens adhv. een grondige literatuurstudie na te gaan in welke mate er
Aristotelische diagrammen gebruikt in dit deelgebied, en tot slot ook zelf nieuwe diagrammen te definiëren en
(hun onderlinge samenhang) te bestuderen
- gegradeerde Aristotelische relaties en diagrammen (probabilistisch, fuzzy, absoluut-Booleaans): Aristotelische
relaties (bvb. contrariëteit) worden klassiek als absolute noties gedefinieerd: twee formules zijn contrair, of ze
zijn het niet; omwille van een aantal (logische, filosofische… ) redenen lijkt het echter ook zinvol om gegradeerde
definities te introduceren, waardoor men bvb. betekenisvol zou kunnen zeggen dat de formules A en B “in
sterkere mate” contrair zijn aan elkaar dan de formules C en D; er zijn verschillende mogelijkheden om deze
ideeën concreet the formaliseren, en de student zou de voor- en nadelen van deze verschillende manieren van
aanpakken met elkaar kunnen vergelijken
- historische studie van Aristotelische diagrammen bij/in een specifiek auteur/tijdsperiode/deeldiscipline (bvb.
Johannes Buridanus, katholieke logici in de jaren ’50 van de 20e eeuw, pre-20e-eeuwse deontische logica, etc.)
- het probleem van logische alwetendheid: de meeste epistemische logica’s hebben als uiterst problematische
eigenschap dat het beschreven subject “logisch alwetend” is: het kent alle logische tautologieën, en het kent ook
alle logische gevolgen van de kennis die het bezit; studenten zouden kunnen onderzoeken wat de verschillende
voorstellen zijn om dit probleem op te lossen, en wat hun voor- en nadelen zijn
- epistemische logica en kanstheorie: epistemische logica biedt een kwalitatief perspectief op propositionele
attitudes zoals kennis en overtuiging, terwijl kanstheorie vanuit een kwantitatief perspectief werkt; wat kunnen
we op logisch en filosofisch vlak zeggen over de interactie tussen deze twee perspectieven?
- dynamische epistemische logica: epistemische logica focust meestal op de kennis van één of meerdere
subjecten op één concreet moment; in de dynamische epistemische logica kan men echter ook epistemische
processen doorheen de tijd (bvb. leren, vergeten…) logisch modelleren; dit logisch systeem is een erg krachtig
instrument bij het bestuderen en analyseren van allerlei logische puzzels, zoals bvb. het “Cheryl birthday”
probleem dat recent wereldwijd de media haalde!
De meeste van deze onderwerpen kunnen in een meer technische (logische, wiskundige) richting of in een meer
filosofische (conceptuele, historische) richting gestuurd worden, in functie van de interesses, ambities en
vooropleiding van de student.
Studenten kunnen ook eigen onderwerpen voorstellen; we zullen dan samen de haalbaarheid van het voorstel
bespreken. Deze mogelijkheid is in het bijzonder interessant voor studenten die — bvb. via het major/minorsysteem in de bachelor — reeds een uitgebreide ervaring in andere discipline dan de filosofie (bvb. psychologie,
taalkunde) opgebouwd hebben, en in hun masterscriptie graag de brug zouden slaan tussen de filosofische logica en
die andere discipline
Dr. M. Eronen
Specialisatie: philosophy of mind, filosofie van de psychologie, filosofie van de neurowetenschappen,
wetenschapsfilosofie
Huidig onderzoek: Dennett’s filosofie van de psychologie, validiteit van psychologische metingen, levels of
organization, mentale veroorzaking en de interventionistische theorie van causaliteit, robuustheid en
wetenschappelijke realisme, fenomenale bewustzijn, reductie en eliminatie van wetenschappelijke theorieën
Concrete onderwerpen: Studenten mogen ook zelf onderwerpen voorstellen binnen de philosophy of mind en de
filosofie van de psychologie; hier enkele suggesties:
11
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
-
-
-
-
Pluralisme vs. reductionisme in psychologie. Wat is de unieke waarde van psychologische verklaringen en
theorieën? Kunnen die door neurowetenschappelijke theorieën vervangen worden? Of is pluralisme meer
plausibel in deze context?
Qualia als breintoestand. Zijn qualia, of subjectieve ervaringen, niets meer dan breintoestanden? Is het idee van
qualia of fenomenale eigenschappen überhaupt zinvol en consistent? Wat is de rol en significantie van
neurowetenschappen in deze context?
Daniel Dennett’s theorie van psychologische verklaring (the intentional stance) en bewustzijn (the multiple
drafts model)
Problemen met meten in de psychologie. Kunnen wij psychologische eigenschappen als intelligentie of
karaktereigenschappen meten? Zijn zulke metingen vergelijkbaar met metingen in de natuurwetenschappen?
Mentale veroorzaking. Hoe is het mogelijk dat onze mentale toestanden ons gedrag beïnvloeden? Of is alles
volledig door ons brein bepaald? Kunnen nieuwe theorieën van causaliteit, bijv. de interventionistische theorie,
een oplossing bieden?
Extended cognition. Gebeurt het denken en andere geestelijke activiteiten altijd binnen het hoofd, of is het
mogelijk dat de geest “verlengd” wordt door smart phones, internet, enz.? Wat zijn de definiërende
eigenschappen van het denken en cognitie?
Prof. dr. J. Heylen
Specialisatie: filosofische logica, formele epistemologie, wetenschapsfilosofie, filosofie van de wiskunde, taalfilosofie
Huidig onderzoek: Het onderwerp van mijn huidige onderzoeksproject (BOF) is het belang, de omvang en de grenzen
van a priori kennis. De achtergrond voor mijn project wordt gevormd door nieuwe algemene theorieën over kennis.
Deze theorieën voegen een zogenaamde 'subjunctieve' voorwaarde aan kennis toe. Bijvoorbeeld, om in een bepaalde
situatie te weten of het regent moet men in alle situaties die sterk gelijken op de gegeven situatie en waarin men
gelooft dat het regent het ook effectief regenen. Een verrassend gevolg van de subjunctivistische theorieën is dat
kennis misschien niet meer gesloten is onder bepaalde logische inferenties, bijvoorbeeld modus ponens. Een
interessante vaststelling is dat de subjunctivistische theorieën over kennis gebruikt zijn om het belang van het
onderscheid tussen a priori en a posteriori kennis in twijfel te trekken. Eén onderzoeksdoelstelling is te onderzoeken
hoe nadenken over paradigmatische voorbeelden van a priori kennis de subjunctivistische theorieën over kennis zou
kunnen beïnvloeden of zelfs ten goede komen. Een andere onderzoeksdoelstelling is te onderzoeken of en, zo ja, hoe
het belang van a priori kennis een plaats kan vinden binnen de subjunctivistische theorieën over kennis. Het falen van
de geslotenheid van kennis onder logische inferenties, een gevolg van de subjunctivistische theorieën over kennis,
staat in scherp contrast met de gemene opvatting wiskundige kennis gesloten is onder logische inferenties. Mijn
laatste onderzoeksdoelstelling is dit probleem te onderzoeken. Indien je meer wilt weten over dit project, kijk dan
naar deze video: https://vimeo.com/130074225.
Concrete onderzoeksprojecten: Ik ben bereid om thesissen over een wijde selectie van onderwerpen uit mijn
specialisatiegebieden te begeleiden, maar hier zijn meer concrete voorbeelden van onderwerpen waarover ik graag
thesissen zou begeleiden:
- Het belang, de omvang en de grenzen van a priori kennis (cfr. supra).
- Mogelijke kennis, potentiële kennis, kennis waarvoor men zich in positie bevindt. De vermelde concepten zijn van
groot belang voor de hedendaagse epistemologie, hoewel ze nog niet erg goed begrepen zijn. Voorbeelden van
debatten waarin die concepten figureren zijn de volgende: geslotenheid van kennis onder deductie, de ChurchFitch paradox van kenbaarheid, agnosticisme als een derde standpunt en de Implicatiehypothese in de filosofie
van perceptie. Er zijn vele open vragen over die concepten. Bijvoorbeeld: Hoe moet men de notie van kennis
waarvoor men zich in positie bevindt analyseren? Wat is de relatie tussen potentiële kennis en kennis waarvoor
men zich in positie bevindt? Welk concept is het best voor het formuleren van geslotenheidsprincipes en/of
agnosticisme?
- Index-woorden en kennis. Index-woorden zijn contextgevoelige uitdrukkingen. Voorbeelden zijn: ik, jij, hier, daar,
vandaag, gisteren, morgen, actueel. Index-woorden vormen een probleem niet alleen voor de subjunctivistische
theorieën over kennis maar voor een brede klasse van theorieën over kennis. Een bondige uitleg over één van die
problemen vind je hier: https://vimeo.com/130074225.
Prof. dr. C. Kelp
Specialisatie: Epistemologie
12
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
Huidig onderzoek: ‘Kennis eerst epistemologie’; deugdenepistemologie; epistemische normativiteit; epistemische
waarde; epistemische doelen.
Concrete onderzoeksprojecten: Ik wil masterproeven begeleiden over onderwerpen op alle gebieden van de
hedendaagse analytische filosofie. Dat gezegd zijnde, zijn hier enkele voorbeelden van onderzoeksprojecten die ik,
gegeven mijn huidige onderzoeksinteresses bijzonder graag wil begeleiden: :
De analyse van de kennis: Het project van de analyse van de kennis richt zich op de vraag wat kennis is. Recent
onderzoek is gericht op de vraag of het begrip kennis kan worden gedefinieerd op dezelfde wijze als bijvoorbeeld
het begrip vrijgezel. Het was ooit algemeen aangenomen dat het antwoord op deze vraag ja is. In het bijzonder,
werd aangenomen dat kennis gerechtvaardigde en ware overtuiging is. In 1963 heeft Gettier aangetoond dat
gerechtvaardigde, ware overtuiging niet genoeg is om te spreken van kennis. Gettiers paper leidde tot een
levendig debat over wat er nodig is voor kennis naast gerechtvaardigde en ware overtuiging. Een mogelijke
onderzoeksproject is gericht op deze vraag.
- De waarde van kennis: Intuïtief is kennis beter dan alleen maar ware overtuiging. Een centrale vraag in de
epistemologie is waarom dit zo zou zijn. Het project om een goed antwoord te vinden op deze vraag wordt
gecompliceerd door het feit dat ware overtuiging en kennis van gelijke praktische waarde lijken te zijn. Een ware
overtuiging dat dit de weg naar Larissa is zal even praktisch bruikbaar zijn als de kennis dat dit de weg naar
Larissa is. Een ander potentiele onderzoeksvraag is de vraag of kennis echt waardevoller is dan louter ware
overtuiging en zo ja, waarin deze meerwaarde bestaat.
- Deugdenepistemologie: Een belangrijke stelling van hedendaagse deugdenepistemologie is dat overtuiging een
soort prestatie (performance) is en dus dat de normativiteit van prestaties op overtuiging kan toegepast worden.
Deugdenepistemologen hebben een theorie van de normativiteit van de prestaties ontwikkeld waarna prestaties
op drie manieren kunnen worden beoordeeld: succes, competentie en ‘aptness’. Vervolgens hebben ze
geargumenteerd dat, in het geval van overtuiging, succes met waarheid overeenkomt, rechtvaardigding met
competentie en kennis met ‘aptness’. Een onderzoeksproject over deugdenepistemologie zou kunnen gaan over
de vraag of de toepassing van de normatieve theorie van prestaties op overtuiging aanvaardbaar is.
- Normen van bewering: Beweringen spelen een belangrijke rol in ons intellectueel leven. We gebruiken ze om
anderen te informeren en om informatie van anderen te krijgen. Bovendien worden beweringen bepaald door
een reeks van normen. Er is zo iets als een goede bewering en een slechte bewering. Het lijkt er ook op dat er
regels zijn die beweringenleiden. Net als bij schaken, waar bepaalde zetten worden toegestaan door de regels
van het schaakspel, lijkt het erop dat sommige beweringen zijn toegestaan door de regels van bewering.
Tegelijkertijd zijn andere zetten en beweringen verboden. Een potentieel onderzoeksproject gaat na wat precies
de regel of regels van bewering zijn, dat wil zeggen aan welke voorwaarden een spreker moet voldoen om een
bepaalde bewering te mogen maken.
Scepticisme: Wat kunnen we eigenlijk weten? Sceptische argumenten dreigen aan te tonen dat het antwoord op
deze vraag is: niet erg veel. Beroemde sceptische argumenten zijn Agrippa's trilemma en het zogenaamde argument
van onwetendheid, dat zijn oorsprong heeft bij Descartes. Agrippa's trilemma gaat van de veronderstelling uit dat
een gerechtvaardigde overtuiging op een goede reden moet gebaseerd zijn. Tegelijkertijd moet de structuur van
redenen of oneindig verdergaan of rondgaan in een cirkel of eindigen zonder verdere reden. Aangezien geen van
deze mogelijkheden geschikt lijkt om een rechtvaardiging te verlenen aan een bepaalde overtuiging , kan men zich
moeilijk voorstellen hoe een overtuiging ooit gerechtvaardigd zou kunnen zijn. Een centrale premisse van het
argument van onwetendheid is dat we niet weten dat we niet radicaal worden misleid. Bijvoorbeeld, we weten niet
dat we momenteel niet in de Matrix zijn. Als we niet weten dat we niet radicaal worden misleid, dan weten we in
het algemeen niet veel, en kunnen we alleen maar scepticisme concluderenDe hedendaagse literatuur over
scepticisme biedt een breed scala van antwoorden op deze argumenten. Een masterproefproject zou deze kunnen
onderzoeken.
-
Dr. J. Sholl
Areas of specialization: philosophy and sociology of medicine, historical epistemology (Bachelard, Canguilhem,
Foucault), and philosophy of biology.
Areas of current research: philosophical issues in medicine (concepts of health, normality, and disease); the
naturalization of scientific concepts; links between medicine and biology (function debate, evolutionary medicine,
systems biology, plasticity, allostasis, robustness, antifragility); historical epistemology (from Bachelard, Canguilhem,
and Foucault to Hacking, Daston, and Galison); the sociology and anthropology of medicalization and
pathologization; the social determinants of and social construction of health and disease; the philosophy of Georges
13
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
Canguilhem; the phenomenology of medicine; general issues in philosophy of science (realism/anti-realism debate,
historicity of knowledge, naturalism).
Concrete research projects: I am open to projects dealing with a broad range of topics in philosophy of medicine,
philosophy of biology and historical epistemology. Here are some general questions that could be explored in these
areas.
-
-
-
-
-
The debate over whether health and disease are scientific concepts or social constructs (naturalism-normativism
debate) seems to have come to a stalemate. What are some ways in which this debate could be reconfigured?
Can these concepts (health, disease) be placed within a broader explanatory theory that could naturalize them,
as has happened in other areas of science?
If there are theories to help explain what is specific about health or disease, how can biology or physiology (the
life sciences generally) be used to develop these theories? Can there be a naturalistic way to understand or
explain the ways in which health and disease are environmentally (or socially) relative? Should we have two
distinct concepts of disease, one for physical and one for mental diseases?
Phenomenologists of medicine claim that the experience of illness should take center stage when theorizing
about medical concepts. What role does/should this experience play in how these concepts are defined? Can
phenomenology provide anything beyond what can already be found in psychology or even literature?
How should we understand the basic practices of medicalization and pathologization? Can a distinction be made
between them? Under what circumstances are such practices problematic and when are they liberating?
To what degree can recent concepts within biology clarify/challenge debates about human nature or even
‘normality’, e.g. plasticity, allostasis, robustness, antifragility? If there is something fundamentally alterable or
malleable about human biology, does this imply that there is no such thing as human nature, that there is no
‘normal’ human biology? What can be concluded from the findings that our normal development depends on
social-environmental conditions?
Is historical epistemology a distinct field of inquiry, or just another form of history or philosophy of science?
What role can historical epistemology play in the philosophy of medicine? Can historical epistemology help to
clarify health, normality, and disease or even what we consider to be ‘medicine’? Here I am generally interested
in the work of the French school or historical epistemology (Bachelard, Canguilhem, Foucault) or more recent
philosophers associated with this tradition (e.g. Hacking, Daston, Galison).
How can the philosophy of Georges Canguilhem be better understood in relation to its various historical
roots, e.g. Spinoza, Kant, Nietzsche, Bergson, Bachelard, Goldstein, Merleau-Ponty, theories in biology,
etc.?
Prof. dr. R. Vergauwen
Specialisatie : Filosofische logica, Taalfilosofie, Philosophy of Mind, Filosofie van de Artificiële Intelligentie, Russische
Filosofie.
Huidig Onderzoek : Het probleem van de Explanatory Gap in de Bewustzijnsfilosofie en de Philosophy of Mind en de
reductie van het bewustzijn tot zijn neurale correlaten; Formele logica en Taalfilosofie, modeltheoretische
technieken in de semantiek van de natuurlijke taal; filosofische implicaties van metalogische stellingen, meer
bepaald Gödels Onvolledigheidstellingen. Russische Filosofie en de ontwikkeling van de logica in Rusland; Metaontologie en meta-metafysica in de analytische filosofie.
Concrete onderwerpen : Hierna volgen een aantal voorbeelden van concrete onderzoeksvoorstellen.
Het blijft evenwel voor de student mogelijk binnen de voormelde onderzoeksdomeinen alternatieve
onderzoeksvoorstellen te formuleren die in gezamenlijk overleg kunnen worden besproken.
- Gödels beruchte Onvolledigheidstelingen zijn een bron van heel wat filosofische discussies zowel in het
domein van de Philosophy of Mind als in de filosofie van de wiskunde. Meer bepaald kan in dit verband
onderzocht worden in hoeverre de menselijke kennis berekenbaar en dus simuleerbaar is, naast de
problematiek van het realisme in de filosofie van de wiskunde waarin het onderscheid tussen Waarheid en
Bewijsbaarheid een rol spelen.
- In de philosophy of mind en de bewustzijnsfilosofie is de studie van zgn. Qualia (kwalitatieve
eigenschappen van ervaringen) een bijzonder discussiepunt dat eveneens verbonden is met de causale
aard van het bewustzijn. Kunnen Qualia in dit verband mede verantwoordelijk geacht worden voor deze
14
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
-
-
-
causaliteit en op welke manier werpt dit een licht op de Explanatory Gap in de verklaring van het
bewustzijn?
Logisch-modeltheoretische technieken vormen een vast onderdeel van de meeste discussies in de
analytische filosofie en meer bepaald de analytische taalfilosofie. Het gebruik en de aanname van deze
technieken impliceert evenwel ook een bepaalde opvatting over de aard van taal en betekenis.
Betekenissen zijn hier entiteiten die behoren tot modellen en mogelijke werelden. In hoeverre is deze
opvatting in staat het onderscheid te maken tussen betekenis en verwijzing of referentie ?
Recentelijk is de Quiniaanse Meta-ontologie (omtrent de aard van ‘wat er is’ ) bekritiseerd vanuit een
aantal perspectieven waarvan er een aantal teruggaan op R. Carnaps opvattingen omtrent meta-ontologie.
Carnap (1891-1970) meende dat vragen omtrent de aard van wat er is alleen maar zinvol zijn op de
achtergrond van een conceptueel en talig kader. Verschillende opvattingen, zoals Meinongianisme,
Fictionalisme e.a. omtrent de aard van abstracte en andere entiteiten kunnen in dit kader worden
geanalyseerd en vergeleken.
De Russische Filosofie is een veelzijdige onderneming met raakpunten met andere disciplines zoals bijv.
theologie en literatuur. Mogelijke onderwerpen hier zijn de ontwikkeling van de logica in Rusland ( N.
Vasiliev’s (1880-1940) zgn. Ingebeelde Logica ) en de filosofie van het Russische Cosmisme van N. Fjodorov
(1829-1903) en zijn relatie tot de moderne Transhumanistische Filosofie. Eveneens kan onderzocht worden
wat de aard van Vrijheid en het Kwade is in de filosofie van V. Solovjov (1853-1900) en N. Berdjajev (18741948).
Prof. dr. S. Wenmackers
Specialisatie: Wetenschapsfilosofie en Formele Epistemologie (ook computersimulaties).
Huidig onderzoek: Grondslagen van de Fysica (klassieke fysica en kwantummechanica), Filosofie van de Wiskunde
(Oneindig en Infinitesimalen, Geschiedenis van de Calculus) en Filosofie van de Kansrekening (paradoxen,
Bayesianisme, infinitesimale kansen).
Concrete onderwerpen:
- Wat is tijd? Wat is de oorsprong van ‘de pijl van de tijd’? Zijn tijdreizen mogelijk? Wat vertellen diverse fysische
theorieën (thermodynamica en statistische mechanica, kwantummechanica, relativiteitstheory en
cosmologische modellen) ons over de aard van de tijd? Je mag ook een andere vraag uit Filosofie van de Tijd als
onderwerp kiezen.
- Is het mogelijk om het verleden te beïnvloeden? Evalueer wat recente resultaten uit de kwantummechanica ons
vertellen over ‘retrocausatie’.
- Wat vertelt kwantummechanica over de aard van de wereld? Bespreek één interpretatie van
kwantummechanica in detail of vergelijk meerdere interpretaties, waaronder: de veel-werelden-interpretatie,
Bohmse mechanica, modale interpretaties, stochastische collapse-interpretaties, and QBism (quantum
Bayesianism).
- Wat is waarschijnlijkheid? Bespreek meerdere interpretaties van de waarschijnlijkheidsrekening, gaande van
objectief tot subjectief.
- De relatie tussen waarschijnlijkheid en rechspraak. Vanuit een historisch perspectief zijn waarschijnlijkheid en
rechtspraak nauw verwant (Leibniz). In dit project bestudeer je een recente Nederlandse casus, die van Lucia de
B., waarbij er onder meer betwisting was over de presentatie van het statistische bewijs (bronmateriaal is in het
Nederlands).
- Wat is the rol van anthropisch redeneren in de natuurwetenschappen? In het bijzonder, in de cosmologie en bij
de bepaling van waarschijnlijkheden. Dit is ook verwant aan het probleem van de Schone Slaapster uit de
Bayesiaanse epistemologie.
- Wat is het verband tussen kleine kansen en (on-)mogelijkheid?
- Welke rol spelen oneindig kleine grootheden in wetenschappelijke theorieën en in de relatie tussen theorie en
experiment?
- Is (in-)determinisme een eigenschap van de wereld of van onze beschrijving ervan? Onderzoek het verband
tussen causaliteit en onze wiskundige beschrijving van de wereld.
- Waarom is klassieke mechanica gebaseerd op versnelling? Newtons tweede bewegingswet (in hedendaagse
notatie F=m.a) verbindt kracht met versnelling: wat is het belang van de tweede afgeleide van de positie naar de
tijd? Zijn er alternatieve formuleringen van de natuurkunde waarin versnelling niet zo’n centrale rol speelt?
- Oneindig is niet-eindig. Daarmee is de kous af, of toch niet? Aanbevolen boek: Graham Oppy “Philosophical
Perspectives on Infinity” (2008).
15
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
Studenten zijn steeds welkom om een eigen onderwerp binnen de wetenschapsfilosofie voor te stellen; de
onderzoeksvraag wordt dan in onderling overleg bepaald.
Centrum voor Metafysica, Godsdienst - en Cultuurfilosofie (CMGC)
Prof. dr. K. de Boer
Specialisatie:
- Metafysica
- Geschiedenis van de moderne wijsbegeerte
- Kants theoretische filosofie
- Duits Idealisme (m.n. Hegel)
- Continentale filosofie
Huidig onderzoek:
- Kants Kritiek van de zuivere rede in het licht van zijn hervorming van de Wolffiaanse metafysica
- Hegels Grundlinien der Philosophie des Rechts
Concrete onderwerpen:
Studenten zijn welkom om onderwerpen voor te stellen die betrekking hebben op een of meerdere van
bovenstaande domeinen. Meer concreet kan het onderzoek gaan over Kants Kritiek van de zuivere rede, de vroege
receptie van Kant (Jacobi t/m Hegel), Hegels filosofie, waaronder zijn Rechtsfilosofie, Heideggers vroege werk
(inclusief Sein und Zeit), en Heideggers interpretatie van Kant. Voorstellen die betrekking hebben op aanpalende
domeinen, zoals bijvoorbeeld het werk van Nietzsche, zijn ook welkom. Hieronder volgen een aantal mogelijke
thema’s (het spreekt vanzelf dat dit nog geen onderzoeksvragen zijn):
- Kants relatie tot Hume
- Kants relatie tot Leibniz
- Kants relatie tot Newton
- Kants theorie van de verbeeldingskracht
- Kants leer van het schematisme
- Kants opvatting omtrent metafysica
- Kants visie op de verhouding tussen metafysica en natuurwetenschap
- Jacobis receptie van Kant
- Fichtes receptie van Kant
- Hegels visie op Kant
- Hegels visie op de verhouding tussen metafysica en natuurwetenschap
- Hegels Rechtsfilosofie in het licht van de historische context
- De eventuele actualiteit van Hegels Rechtsfilosofie
- Hegels visie op de wereldgeschiedenis
- Hegels visie op (een deel van) de geschiedenis van de filosofie
- Marx’ receptie van Hegel
- Heideggers opvatting omtrent metafysica
- Heideggers interpretatie van Kant in het licht van zijn kritiek op het neokantianisme (Cohen)
- Kant en Heidegger over de rol van de verbeeldingskracht
Prof. dr. W. Desmond
Specialisatie:
- German idealism, Kant, primarily Hegel; Left-Hegelianism, post-Hegelianism: Feuerbach, Marx, Bauer, Stirner,
Kierkegaard, Schopenhauer, Nietzsche.
- Themes in aesthetics: the relation of philosophy and art after Kant; the relation of mimesis and originality;
Romanticism, originality and its cultural democratization; the re-appearance of Platonic themes like eros and
mania; genius; the sublime; the dark origin; the migration of transcendence from religion to art; art and the
sacred and the issue of myth
- Themes in philosophy of religion: post-Hegelian atheism; post-atheistic religiousness; addressing God from the
between; post-secular porosity of philosophy and religion
16
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
-
Themes in metaphysics: dialectical and post-dialectical thought and the problems of identity and difference, the
self and the other; the problem of transcendence as more than human self-transcendence
Themes in ethics: valueless being; the issue of intrinsic good (in an ontological sense as well as an ethical); the
limits of autonomy; the problem of the nihilism of modernity; will to power and the instrumentalizing of being;
the relation between being and the good; ethical service beyond sovereignty and servility
Huidig onderzoek:
Thinking the intimate universal (with a bow to some of the issues of political theology): the intimate universal beyond
the abstract universal, the concrete universal of Hegel, as well as other than the post-Hegelian, post-modern singular
that poses itself over against the universal. The intimate universal as relevantly manifested in art, religion, philosophy
and politics.
Concrete onderwerpen:
In addition to projects drawing from the areas and figures above, some of the following might be of interest to
students:
- Existential thinkers such as Marcel, Shestov, Dostoevski in connection with some of the themes mentioned
above in relation to ethics, metaphysics and philosophy of religion
- American philosophers such as Peirce, Dewey, James, Paul Weiss and other non-analytic American philosophers
(for example, Robert Neville, Brian Martine, David Weissman...). American philosophers beyond the analytic
versus Continental divide (Stanley Cavell, for instance, or Joseph Margolis).
Dr. E. Meganck
Specialisatie: metafysicakritiek, hedendaagse Franse filosofie, hedendaagse godsdienstfilosofie
Huidig onderzoek: Nietzsche, Heidegger, Derrida, Levinas, Nancy, Vattimo, Caputo, Kearney, Hart ...
Concrete onderwerpen:
- Deconstructie als/en (ethische, politieke, religieuze ...) praxis. Deconstructie is de ‘staat’ van de hedendaagse
metafysica, van het actuele denken, van de huidige cultuur. Dat betekent dat zij voelbaar is op en binnen elk vlak
van die cultuur en van dat denken. Elk onderzoek dat is gebaseerd op deconstructie van ethische, politieke of
religieuze systemen, vertogen edm. komt in aanmerking.
- Differentiedenken en theologie. De filosofie van de differentie (Derrida, Deleuze, Nancy) komt in haar
godsdienstfilosofisch onderzoek termen als monotheïsme, atheïsme, theïsme, polytheïsme tegen. In die termen
verbindt dat differentiedenken, als metafysicakritiek, soms expliciet met de theologie. Het project van Nancy (in
Leuven op 16 en 17 oktober), de deconstructie van het christendom, sluit hier perfect bij aan. Tevens biedt dit
denken een heel nieuw perspectief op de relatie tussen filosofie en theologie.
- Het filosofische probleem van (religieuze) identiteit. Bestaat er zoiets als een christelijke identiteit? Welke
hermeneutiek is in staat dergelijke identiteit of non-identiteit te articuleren? Kan het christelijke geloof
filosofisch herschreven worden als een hermeneutiek?
- Caritas, hoop en geloof in de filosofie. Op de hem typisch provocerende wijze haalt Nietzsche in het voorwoord
van zijn Vrolijke wetenschap, waarin de dolle mens God dood verklaart, de drie theologale deugden aan als
figuren van het denken dat zich van de metafysica heeft bevrijd. Hoe kan een denken hoop, geloof en liefde
worden? Dat laatste is sterk aan de orde in de hedendaagse continentale filosofie.
- God als Naam in de filosofie (en het probleem van de ontotheologie). Vele filosofen hebben ‘God’ een invulling
gegeven. Heidegger noemde deze pogingen onto-theologie. Hedendaagse godsdienstfilosofen (Derrida,
Kearney, Caputo, Marion, enz.) proberen dat te omzeilen door God aan andere attribuut dan ‘zijn’ toe te
schrijven. Wat we hoe dan ook constateren, is dat de naam ‘God’ persisteert, circuleert, publiceert of publiek
maakt (openbaring). Vandaaruit vertrekkend, wat kan de filosofie méér zeggen over God? Hoe ver kan filosofie
hier gaan zonder helemaal op te gaan in de theologie?
- andere onderwerpen binnen het kader van bovenstaande specialisatie en onderzoeksdomeinen
Prof. dr. S. Symons
Specialisatie: negentiende-en twintigste eeuwse filosofie van de kunst en kunstkritiek, vooral Duitse en Franse.
Concrete onderwerpen:
17
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
Gesuggereerde auteurs (over kunst): Benjamin, Adorno, Rilke, Canetti, Kracauer, Simmel, Worringer, Warburg, Riegl,
Wölfflin, Heidegger, Hausenstein, Taubes, en Merleau Ponty, Focillon, Barthes, Dufrenne, Deleuze, Lyotard, Derrida,
Rancière, Maldiney, Nancy, Badiou
Gesuggereerde thema's/debatten:
- filosofie van de literatuur, schilderkunst, fotografie, film
- interpretaties van Walter Benjamin (Friedlander, Weber, Butler, Weigel, Hamacher, Bratu Hansen)
- Miriam Bratu Hansen over Kracauer, Adorno en Benjamin over cinema
- de lach bij Benjamin en Adorno
- Secret societies bij Simmel
- de massa bij Simmel, Canetti, Deleuze, Freud, Baudrillard, Sartre
- post-medium condition (Krauss, Jameson, Steinberg, Deleuze)
- "visual" culture en negentiende eeuwse voorlopers (Debord, Berger, Crary, Vattimo, Nancy)
- einde van de kunst (Hegel, Danto, Belting)
- representeerbaarheid van historische trauma's (James E. Young, Ernst van Alphen, Georges Didi-Huberman, Eric
Santner, Giorgio Agamben)
Concrete onderwerpen: Hausensteins boek over Breugel, Simmels boek over Goethe, de relatie tussen Simmel en
Rilke, Victor Shklovsky theorie van de avant-garde, het concept ‘face’ bij Deleuze en Guattari, de discussie tussen
Bachelard en Bergson over ritme, de relatie Maldiney- Deleuze
De student mag zelf ook suggesties doen in de lijn van de hierboven opgegeven thema’s.
Prof.
Prof. dr. H. Tegtmeyer
Areas of specialisation: Ontology, Natural Theology, Phenomenology and its roots, Aesthetics
Areas of current research: The epistemic grounds of ontology, logicism and ontology, Hegel and Husserl on
grounding logic, Divine attributes as a topic of natural theology
Suggestions for research projects:
- The relation between logic and epistemology in Aristotle. According to a standard reading of Aristotle, logic
provides us with a universal method for gaining and ordering knowledge in a systematic, truly scientific way;
hence logic is the organon, the universal tool for scientific research. At the same time, Aristotle hold that
scientific knowledge is essentially based on experience and ultimately involves perception. The theory of
perception, however, is not a proper part of Aristotelian logic but belongs to the philosophy of nature. This
establishes a complex inter-relation between logic and philosophy of nature which needs further elucidation.
- The role of the categories in logic and ontology. It is commonly agreed that categories play a vital role in logic
and ontology, i.e. as giving content and meaning to propositions and logical inferences and as providing us with a
conceptual framework for ordering the entities that we represent in scientific discourse. But not only the precise
list of logical and ontological categories is a contested issue. There is also disagreement about how we come to
know them: Basically, there are three models of category derivation: 1. Empiricism holds that categories are
abstract terms that are the product of empirical generalisations. 2. By contrast, Kant and, following him, Fichte
and Hegel believe that categories are a priori forms of thought that cannot have any empirical grounding
whatsoever. 3. Husserl thinks that categorical abstraction necessarily starts from experience but that it is a
peculiar intellectual operation that does not resemble those other forms of abstraction which have been
analysed by empiricists. He calls this operation ‘ideation’. These three rivalling models of category derivation
deserve both further internal and comparative analysis.
- Heidegger's notion of ontology. Heidegger’s project of renewing ontology by bringing back the question of being
to the philosophical agenda is marked by a complicated relation to the tradition of metaphysical thinking. On the
one hand, Heidegger takes up the question of Aristotelian metaphysics, i.e. what is being as such? On the other
hand, he blames this tradition for confusing being with beings, for grounding ontology in onto-theology, i.e. in
the existence of a Divine being, and ultimately for promoting oblivion with respect to the question of being. In
order to have a better understanding of Heidegger’s ambiguous attitude towards tradition it is particularly
helpful to study closely and interpret the many passages in Heidegger’s work in which he admits his deep
indebtedness to traditional metaphysics.
- Heidegger’s idea of phenomenology. In the 1920s, Heidegger claims to have discovered the original idea of
phenomenology as the true method of philosophy, of which Husserl’s phenomenological project, according to
Heidegger, is just a derivation. Later, though, the idea of a phenomenological project does not figure as
18
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
-
-
prominently in Heidegger’s texts as it did before. Given this, there is need to compare Husserl’s and Heidegger’s
respective accounts of phenomenological method and their rivalling accounts of phenomenology as a
grounding-project.
Anselm and Plantinga on the ontological argument. The well-known ‘ontological argument’ for the existence of
God was first explicitly stated by Anselm of Canterbury. It is usually taken to say that God necessarily exists
because his unsurpassable perfection involves existence. However, there are many possible and partly
incompatible readings of this argument. One powerful interpretation has been put forward by Alvin Plantinga,
who reconstructs the argument in terms of possible-world semantics. However, critics have objected that
Plantinga’s reconstruction misses Anselm’s point more or less entirely. So what is needed is a systematic
comparison of the two versions of the ontological argument and an assessment of their respective merits and
shortcomings.
Aquinas and Swinburne on the cosmological argument. The overall claim of Aquinas’ ‘five ways’ to argue that
God exists is that the world as we experience it to be provides us with powerful reasons to think that there must
be a first mover, i.e. God. However, commentators disagree about how strong this claim is really meant to be.
Some time ago, Richard Swinburne proposed to interpret Aquinas’ arguments as inferences to the best
explanation, and offered a probabilistic reconstruction of the underlying idea. Even though this reading has
attracted a lot of both systematic and historical criticism a systematic comparison is still a desideratum.
Dr.
Dr. Dennis Vanden Auweele
Specialisatie: geschiedenis van de filosofie van de Moderniteit (in het bijzonder: Kant, Schelling, Schopenhauer,
Nietzsche en Dostojewski), godsdienstfilosofie (zowel historisch als thematisch), het probleem van het kwade,
metafysica.
Huidig onderzoek: het probleem van het kwade en pessimisme in Kant; Schopenhauers filosofie in relatie tot Kant;
Nietzsche’s Also sprach Zarathustra; hedendaagse godsdienstfilosofie (John Caputo, Richard Kearney, William
Desmond); Dostoevsky’s filosofie van de verlossing; Schellings theosofie en filosofie van de vrijheid.
Concrete onderwerpen:
- Kants morele filosofie legt de nadruk op autonomie en verantwoordelijkheid. In zijn boek over religie, spreekt hij
evenwel van de goddelijke genade als een noodzakelijke toevoeging aan zijn morele theorie. Hoe vallen deze
twee zaken te rijmen? In het algemeen wil ik ieder onderzoek inzake Kants ethiek en godsdienstfilosofie
begeleiden.
- Schopenhauer spreekt over de esthetische ervaring als een onmiddellijke vatten van de essentie van de
werkelijkheid, dewelke een verlossende uitwerking kan hebben op het lijden van het individu. Wat betekent dit
precies en hoe valt het te rijmen met Schopenhauers pessimistische filosofie? Alle thema’s aangaande
Schopenhauers filosofie mogen voorgesteld worden.
- Nietzsche’s filosofie lijkt twee idealen voor te stellen, namelijk die van de sterke, creatieve Übermensch en het
mystieke, levensminnende amor fati. Zijn deze houdingen met elkaar te verzoenen? Studenten mogen andere
thema’s voorstellen binnen de filosofie van Nietzsche
- Filosofische thema’s met betrekking tot het werk van Fyodor Dostojewski zoals het kwade in De Gebroeders
Karamazov of de verlossing in Misdaad en Straf.
- Het belang van de herkenning (recognition) in hedendaagse godsdienstfilosofie: indien God de Absolute Ander
is, hoe kunnen we Hem dan onderscheiden van het il y a (Levinas) of das man (Heidegger)?
- De evolutie van godsdienstfilosofie na Kant (Schleiermacher, Schelling, Hegel).
De WulfWulf-Mansioncentrum voor Antieke, Middeleeuwse en Renaissancefilosofie (DWMC)
Dr. G. Claessens
Specialisatie: (antieke en vroegmoderne) wetenschapsfilosofie, geschiedenis van de wijsbegeerte, de platoonse
traditie, receptiestudies, hermeneutiek
19
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
Huidig onderzoek:
- Vroegmoderne receptie van het platoonse receptakel
- Vroegmoderne materie- en ruimtetheorieën
- Vroegmoderne receptie van het platonisme
- Hedendaagse beschouwingen over de geschiedenis van de wijsbegeerte
- Methodologie van receptie
Concrete onderwerpen:
- vroegmoderne receptie van Plato’s Timaeus
- Ficino’s commentaar op Plato’s Timaeus
- Receptiestudies en filosofie
- Het begrip ‘verbeelding’ in de oudheid/de vroegmoderne tijd, ...
- De idee ‘Grieks’ in de hedendaagse wijsbegeerte
- De figuur Socrates in de geschiedenis van de wijsbegeerte
- De geschiedenis van de hermeneutiek (Schleiermacher, Dilthey, Gadamer, ....)
- Het lichaam/lichamelijkheid bij Plato/Neoplatonisme/Augustinus, ....
Studenten kunnen zelf voorstellen doen binnen mijn vakgebied
Prof. dr. P. d’Hoine
Specialisatie: antieke filosofie, vnl. Plato, Aristoteles, Neoplatonisme, de commentaren op Plato en Aristoteles uit de
latere oudheid
Huidig onderzoek: neoplatoonse epistemologie, metafysica en natuurfilosofie; de receptie van Plato’s Ideeënleer in
de oudheid; de neoplatoonse commentaren op Plato (Parmenides, Phaedo, Timaeus, etc.); de Griekse commentaren
op Aristoteles’ Metaphysica; Plotinus, Syrianus, Proclus, Damascius, Olympiodorus
Concrete onderwerpen:
Studenten mogen zelf onderwerpen voorstellen die aansluiten bij mijn specialisatie of die in ruimere zin verband
houden met antieke filosofie of haar receptie; in functie van de interesses en vaardigheden (vb. talenkennis) van de
student kunnen de hier voorgestelde onderwerpen verder worden geconcretiseerd:
- Plato’s ‘Ideeënleer’: in welke mate kunnen we hier spreken van een uitgewerkte ‘leer’? Hoe sluit Plato’s
ontwikkeling van de ‘leer’ aan bij Socrates’ onderzoek naar morele definities? Op welk soort problemen wordt
de Ideeënleer geacht een antwoord te bieden? Welk belang heeft Plato’s uitvoerige zelf-kritiek op de Ideeënleer
in de Parmenides (het dilemma van de participatie, het argument van de derde mens, etc.)? Hoe verhouden
Plato’s latere dialogen (Sofist, Theaetetus, etc.) zich tot de ‘Ideeënleer’ uit de middenperiode?
- De receptie van Plato’s Ideeënleer bij latere denkers: Aristoteles’ kritiek op de Ideeënleer (bijvoorbeeld in
Metafysica A, Z, M-N of De Ideis); de midden-platoonse leer van de Ideeën als gedachten van een goddelijk
intellect; het probleem van de participatie bij Plotinus; Ideeën van particuliere dingen bij Plotinus of andere
neoplatonisten; de interpretatie van één van de argumenten uit de Parmenides (de derde mens, Ideeën als
gedachten, etc.) in Proclus’ commentaar op de Parmenides; de neo-kantiaanse interpretatie van de Ideeënleer
(vb. Natorp); etc.
- De ‘harmonie’ van Plato en Aristoteles in de late oudheid. Vanaf de periode van het zogenaamde ‘MiddenPlatonisme’ was er in de oudheid een tendens om, meestal tegen de achtergrond van een platoons denkkader,
de compatibiliteit of ‘harmonie’ van de leer van Plato en Aristoteles te benadrukken. Mogelijke thema’s in dit
verband zijn bijvoorbeeld de relatie tussen (Platoonse) Ideeën en (aristotelische) vormen, Plato’s anamneseleer
en Aristoteles’ meer empirisch georiënteerde kennisopvatting, het gebruik van Aristoteles’ categorieënleer in
een platoonse context, de integratie van Aristoteles’ natuurfilosofie in een platoons metafysisch kader, etc.
Mogelijke auteurs zijn onder andere Alcinous, Plotinus, Porphyrius, Proclus, Simplicius.
- Mythologie, dichtkunst en schoonheid in de Platoonse traditie: Plato’s houding ten aanzien van de traditionele
dichtkunst in dialogen als de Staat, Io, Phaedrus, etc.; Plato’s eigen ‘mythen’ en hun betekenis voor/relatie tot
zijn filosofie (bijvoorbeeld de eschatologische mythen in de Staat, de Phaedo, de Gorgias, etc.; de
anthrolopoligsche mythen in de Protagoras, etc.); Plato’s leer van de schoonheid in het Symposium, de
Phaedrus, etc.; Plotinus’ leer van de schoonheid; dichtkunst en allegorie in het latere platonisme; Proclus’
filosofische verdediging van Homerus; de receptie van Plato’s opvattingen over dichtkunst en schoonheid bij
latere denkers (vb. Ficino, Hegel, Iris Murdoch, Martha Nussbaum, etc.)
- Aristoteles’ Metafysica en het belang daarvan voor de filosofie van de latere oudheid: Aristoteles’ kritiek op de
Ideeënleer of op de mathematische doctrines van de academie; studie van een bepaald concept uit de
20
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
-
Metafysica: vb. substantie (ousia), vorm, act en potentie, etc.; metafysica als leer van het zijnde qua zijnde vs.
metafysica als ‘theologie’; Aristoteles’ leer van het Intellect; de receptie van één van deze thema’s bij de antieke
commentatoren op Aristoteles’ Metafysica (Alexander van Aphrodisias, Syrianus, Asclepius)
Aristoteles’ Nicomachische Ethiek: Aristoteles over eudaimonia; Aristoteles’ kritiek op Plato’s opvatting van het
Goede; Aristoteles’ deugdenethiek; karakterdeugden vs. intellectuele deugden; Aristoteles over morele
verantwoordelijkheid; Aristoteles over vriendschap
Dr. E. De Bom
Specialisatie: Vroegmoderne politieke filosofie en hedendaagse politieke theorie met betrekking tot de Europese Unie
Huidig Onderzoek: Het concept soevereiniteit in het werk van de Spaanse Scholastici en hun directe opvolgers. Het
concept soevereiniteit in hedendaagse politieke filosofie. De Europese Unie en soevereiniteit. Sociale
rechtvaardigheid in de Europese Unie.
Concrete onderwerpen: Ik ben bereid masterproeven te begeleiden over een breed scala aan onderwerpen in het
domein van vroegmoderne politieke filosofie en in het domein van politieke theorie van de Europese Unie. Hierbij
doe ik enkele concretere voorstellen. Houd wel in het achterhoofd dat voor verschillende onderwerpen in het domein
van de vroegmoderne politieke filosofie kennis van het Latijn noodzakelijk is (een groot deel teksten is nog steeds niet
in vertaling beschikbaar).
-
de legitimatie van migratie in het werk van de Spaanse Scholastici
de betekenis van centrale concepten als imperium, maiestas, auctoritas
bespreking van specifieke politieke deugden (rechtvaardigheid, vergevingsgezindheid, edelmoedigheid…)
het artificieel en natuurlijk karakter van politieke gemeenschappen
politieke filosofie aan de Leuvense universiteit in de 16de en 17de eeuw
humanistische en laat-scholastieke elementen in het werk van auteurs als Nicolaus Vernulaeus en Hugo Grotius
politiek aristotelianisme en de relatie met ratio status-literatuur
filosofie van rechtvaardige belastingen
legitimatie van opstand
machiavellisme en anti-machiavellisme
de ideale stad in het werk van Thomas More en andere utopische auteurs als Tommaso Campannella
NB: Tot de Spaanse (of Laat-) Scholasieke auteurs horen figuren als Francisco de Vitoria, Domingo De Soto, Gabriel
Vazquez, Luis de Molina, Leonardus Lessius, Franisco Suarez…
-
de plaats van soevereine lidstaten in een Sociale Europese Unie
zijn er intrinsieke redenen om sociale rechtvaardigheid te organiseren op het niveau van de Europese Unie?
soevereiniteit en de Europese Unie
constitutioneel patrtiottisme en de Europese Unie: een basis voor eenmaking?
het statuut van interne en externe grenzen in de Europese Unie
migratie en de Europese Unie
Prof. dr. P. De Leemans
Specialisatie: receptie van Aristoteles’ natuurfilosofie in de Middeleeuwen
Huidig onderzoek: middeleeuwse vertalingen van en commentaren op Aristoteles’ Parva Naturalia, De motu
animalium en de Problemata Physica
Concrete onderwerpen:
(NB: voor sommige onderwerpen is kennis van Latijn en/of Grieks verplicht)
- Studie van een onderwerp dat aan bod komt in Aristoteles’ Parva Naturalia, De motu animalium en andere
dierenboeken, of de Problemata Physica (bv. [zelf]beweging, zintuiglijke waarneming en kennisverwerving,
perfectie en imperfectie in de biologie, psychologie en moraliteit, melancholie).
- Filosofisch kader van antieke of middeleeuwse encyclopedieën (bv. Plinius, Naturalis Historia; Alexander
Nequam, De naturis rerum).
- Autoriteit, ervaring en filosofische reflectie (bv. in Albertus Magnus, De animalibus).
21
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
- Editie en analyse van een middeleeuwse filosofische tekst.
Prof. dr. R. Friedman
Areas of specialisation: Medieval Philosophy and Theology
Areas of current research: 13th and 14th century theories of cognition (esp. concept formation) and philosophical
psychology; freedom of the will in the later Middle Ages; causality and creation in later medieval philosophy; later
medieval ideas on the eternity of the world and the nature of the infinite; trinitarian theology, predestination, divine
simplicity in the same period. Literary genres of later medieval philosophy and theology. History of medieval
universities. Critical editions of texts from the medieval period.
Concrete research projects: I'm willing to consider thesis supervision on a broad range of topics in all areas of
(especially later-) medieval philosophy, but here are more concrete examples of areas in which I'm interested in
supervising theses, specific figures to be investigated would depend on the availability of texts in translation or the
student's knowledge of Latin:
- Divine foreknowledge, future contingent events, and theories of human free will from antiquity to early modern
scholasticism: If God knows unerringly a future action of mine, is it in my power to not bring about that action?
This discussion, based in Aristotelian logic, involves philosophical psychology and anthropology.
- Medieval theories of universals, medieval theories of individuation: Are there extra-mental correlates of general
terms and concepts? If there are, then what sort of ontological status do they have? If not, then on what basis
does the human mind form its general concepts? Finally, what makes an individual member of a species that
particular individual, i.e., what is the principle of individuation?
- Medieval theories of cognition: how do human beings perceive and understand the world? What psychic
faculties are involved and how do they function and work together? Are there cognitive mediators? What is the
basis of intentionality? Do we need some form of specific help from God in order to form adequate concepts (i.e.
divine illumination)?
- Medieval theories of the soul: what is the relation between the soul and the body? What is the relation between
a soul and its faculties or powers (e.g., intellect, will)? Must there be multiple souls in any living being (e.g. an
animal soul plus a rational soul)? Proofs for the immortality of the soul.
- Hylomorphism: Aristotelian philosophy says that all material objects are composed of matter and form (=
hylomorphism). But there were widely varying views as to the nature of matter and of form, and hence how the
two work together. Can there be more than one form in any material object? Is matter pure potentiality or does
it have some type of actuality of its own?Does this type of hylomorphism also extend to immaterial objects (e.g.,
angels)?
- Creation and eternity of the world: we know from revelation that God created the world a finite amount of time
ago, but are there any arguments showing that the universe could not be an infinite amount of time old?
Touches on such issues as: what is creation and how does it differ from change? What is the nature of causality?
How must one understand infinity?
- Virtues and virtue ethics in the Later Middle Ages: What are the virtues and how do they fit in a thriving
(eudaimon) human life? How do we classify them? How do they function? How do they interact with one
another (e.g., in order to have one, do you need to have them all?) Does the fact that a virtue disposes you to a
certain kind of action create problems for human free will?
Dr. E.
E. Gielen
Specialisatie: Byzantijnse literatuur en filosofie (receptie van antieke filosofie), antieke en Byzantijnse
geneeskunde/medische antropologie.
Huidig onderzoek: (vroeg-Byzantijnse) traktaten over de menselijke natuur, waarin de fysiologie en anatomie van het
menselijk lichaam in detail wordt uiteengezet, op basis van medische kennis uit de oudheid, antieke filosofische
inzichten over mens en materie en vroegchristelijke theologie.
Concrete onderwerpen:
(N.B.: kennis van het Grieks is in een aantal gevallen aangewezen)
22
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
Terwijl vandaag de dag filosofie en geneeskunde grotendeels gezien worden als volledig onafhankelijke disciplines,
waren zij in de klassieke oudheid en middeleeuwen onlosmakelijk met elkaar verbonden. Thesissen die een bepaald
aspect van deze interactie willen bestuderen, zijn welkom. Een paar concrete voorbeelden zijn:
-
-
-
het vrouwelijke in Aristoteles’ biologie (De generatione animalium, Historia animalium…): vragen die men hierbij
kan stellen zijn: hoe kijkt Aristoteles naar de vrouw in vergelijking tot de man? Welke specifieke rol kent hij haar
al dan niet toe in bv. de voortplanting? Reflecteren zijn biologische inzichten zich ook in zijn politieke visies op de
vrouw en vice versa?
teleologie en biologie/geneeskunde: de leer dat ieder verschijnsel (bv. de opbouw van het menselijk lichaam)
gericht is op of aangepast is aan een doel. Hierbij kan men de focus niet enkel leggen op Aristoteles, maar
bijvoorbeeld ook op Galenus van Pergamon (2de eeuw na Chr.), één van de belangrijkste filosoof-geneesheren uit
de oudheid. Teleologie speelt een cruciale werk in zijn corpus. Op welke manier? In hoeverre laat hij zich hierbij al
dan niet leiden door Aristoteles?
filosofen onder elkaar: de houding van Aristoteles tegenover zijn voorgangers (Democritus, Hippocrates etc.) in
zijn biologische werken; houding van Galenus tegenover Plato, Aristoteles etc.
medische antropologie in Byzantium: analyse van het gebruik van antieke opvattingen over de ziel, menselijke
natuur etc. en antieke medische inzichten bij een (Griekse) kerkvader of Byzantijns filosoof. In hoeverre ook speelt
de Christelijke achtergrond van de auteur in kwestie een rol?
Prof. dr. J. Opsomer
Area of competence: Ancient philosophy
Areas of specialisation: philosophy of nature, ontology, epistemology, Platonism, Skepticism, Stoicism
Areas of current research: (1) philosophy of nature in late Antiquity (commentators on Aristotle, Neoplatonists):
theory of the elements, theory of motion, Proclus, the use of mathematics in the study of nature; (2) Aristotle’s
criticism of Plato and ancient replies; (3) inter- and intra-school polemics, Platonist polemics against Manichaeans,
Gnostics and (other) Christians; (4) methodological issues concerning the study of the history of philosophy,
“philosophy and its history”; (5) epistemic authority in textual traditions.
Concrete research projects: I am willing to consider thesis supervision on almost any feasible topic in ancient
philosophy. Feasibility depends among other things on the availability of reliable translations or the student’s
knowledge of ancient Greek or Latin. At the beginning of each project we will invariably define a manageable corpus
of source texts. Examples of topics:
- epistemic authorities in textual traditions. What are the strategies used by an author to claim and enhance his
(her) authority? how does a commentator (e.g. Proclus, Syrianus, Porphyry, Plutarch) assess the authority of the
source text and other sources, e.g. earlier commentators? are there different types and qualities of epistemic
authority? what are the communicative and rhetorical strategies for communicating authority claims? What is the
role of exegesis? Authority of myths and religious traditions (e.g. in Iamblichus, Plutarch). Topics related to
epistemic authority can also include Plato’s or Aristotle’s use of their predecessors.
- Plato’s theory of motion (different types of motion and change, self-motion, stability and motion, motion of the
soul) and Aristotle’s criticism of self-motion as the origin of motion.
- Aristotle’s criticism of Plato’s psychology (De anima): is the soul extended? is it subject to locomotion? is thinking
without motion possible?
- atomism (Democritus, Epicurus, Lucretius) and its critics: reductionism and supervenience of qualities; Aristotelian
(De caelo) and Platonic (Plutarch) criticism of the idea of supervenience. What is the status of macroscopic objects:
are they just heaps? is a form (an immanent form) necessary to explain their unity?
- Plotinus’ criticism of the Gnostics: who are the Gnostics, what are the similarities with Platonic philosophy, why
are they considered as dangerous opponents?
- Simplicius’ criticism of Manichean dualism and his theory of evil (in Ench. XXXV): comparison with Proclus’ account
of evil
- Iamblichus’ philosophy of religion: significance of Egyptian and other cults for the discovery of philosophical truths;
divination, sacrifices, statues of gods, theurgy.
- Plato’s criticism of Heraclitean flux: comparison of the Theaetetus (first part) with the description of the precosmic
state in the Timaeus. Is a world of absolute flux physically possible? Is some form of cognitive access to it possible?
23
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
Dr. J. Pelletier
Areas/figures of specialization: Medieval Philosophy
Areas/figures of current research in medieval philosophy: metaphysics and various metaphysical themes, theory of
knowledge, cognition and concept formation, philosophical theology, and political philosophy
Concrete research projects:
- People: Thomas Aquinas, Duns Scotus, William of Ockham
- Theories of Universals: do universals (justice, whiteness, humanity) exist outside the mind and if so in what
sense? Or, is everything that exists outside of mind particular (just people or actions, bits of whitenesses, human
beings) and if so, then how do we come think about universals?
- Theories of Categories: can we determine basic, irreducible and mutually exclusive sets into which we can
classify all entities, concepts, or words? What are categories, what do they categorize, where do they come
from?
- Transcendentals: are there properties that all entities have irrespective of what kind of entity they are? What
would these properties be, what science would study them, and could they tell us anything about God?
- Conceptions of Metaphysics: is metaphysics the study of being in general or of the first causes (God in the
Christian tradition)? How would these two be related in one philosophical discipline? Can metaphysics have
multiple subjects?
- The Scientific Status of Theology and Philosophy: is theology a science in the sense that it arrives at conclusions
on the basis of a set of first principles? What is the role of philosophy and natural reason, represented by GrecoArabic texts, in a medieval Christian theological context that takes its departure from revelation and scripture?
- Faith or Belief, Knowledge, and Science: how are belief and knowledge defined? Are they different? Where does
opinion fall? What is a science and how is it related to knowledge?
- Concepts of God: where does our concept of God come from? What can we know about God on the basis of
these concepts? Is there an order to our concepts of God?
- Analogy and Univocity of Being: when we say that God is a being and that a creature is a being, do we mean that
both are beings in the same sense? If not, are two senses of ‘being’ related to one another or completely
unconnected? Perhaps we mean exactly the same sense of ‘being’ but then, do we not jeopardize the radical
alterity that it supposed to exist between God and creatures?
- Relations between Church and State: how separate are the temporal and the spiritual realm supposed to be?
What roles do they play in a Christian society? How and when can the two powers interact or interfere with one
another?
- The Origin of Temporal or Secular Power: what is the source of temporal power, the people, God, or the church?
What effect does its origin have on conceptions of the role and nature of temporal power?
- Heresy: what is a heretic?
Students are welcome to propose other topics that fall under my area of current research
Prof. dr. A. A. Robiglio
Areas of competence:
History of Western Philosophy, with the focus on:
- Medieval, Renaissance, and Early Modern thought;
- History of Philosophical Historiography (from G.B. Vico to the 20th century).
- Early Phenomenology and Existentialism (first half of the 20th century)
- ‘Italian Philosophy’ (e.g., A. Rosmini, B. Croce, G. Gentile, A. Gramsci, L. Pareyson)
Areas of specialization:
- Aquinas and Thomistic Studies ;
- Dante and Dante Studies;
- History of Ethics and of Social Thought (e.g., problems of the will; the problem of testimony; the right to life;
aspects of legal thought);
- History of Metaphysics (e.g., Renaissance commentaries on Aristotle; categories and transcendentals);
- Scholastic sources of the Modern thought (e.g., Leibniz);
- History of Political thought (e.g., Machiavelli);
- Neo-Scholastic Traditions in the 19th and 20th centuries (e.g., De Wulf, Gilson, Fabro).
24
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
Areas of current research:
- The areas of current research generally match the areas of specialization as they are mirrored both by the
publications and by research activities cf. https://lirias.kuleuven.be/cv?u=U0042577
Suggestions for thesis topics:
- on request
HusserlHusserl-Archief: Centrum voor Fenomenologie en Continentale Wijsbegeerte (HUA)
Prof. dr. R. Breeur
Specialisatie: moderne en hedendaagse (Franse) wijsbegeerte
Huidig onderzoek: (Zelf)bewustzijn en singulariteit, Vrijheid en Passies bij Descartes, Malebranche en Spinoza
Concrete onderwerpen:
- Denkers: Franse XXe eeuw: (van Bergson t/m Deleuze), Moderne denkers (Malebranche, Arnauld, Descartes, ...)
- "Antropologische" themas: Herinnering en geschiedenis, Bewustzijn en vrijheid (vanuit continentale traditie),
Herinnering en verbeelding, Cogito en passies, emoties en verantwoordelijkheid.
Dr. Sylvain Camilleri
Areas of specialisation: German and French Phenomenology (from Husserl to Marion) ; Hermeneutics (from
Schleiermacher to Ricoeur); Philosophy of Religion (from Kant to the present); Philosophy of Culture ; Philosophy of
History.
Areas of current research: phenomenology of belief (in Husserl and Merleau-Ponty especially); phenomenology of
emotions (Husserl, Pfänder, Scheler, Heidegger, Strasser, Steinbock); realist phenomenology and religion (Reinach,
Stein, Hering, Walter, Conrad-Martius, Stavenhagen); phenomenological readings of the Bible (Heidegger, Hering,
Levinas, Henry); articulation between philosophical hermeneutics and biblical exegesis; philosophy, psychology and
theology in Germany (1850-1950); neo-kantian philosophy of culture and of history (Baden and Marburg Schools)
Concrete research projects:
- All topics in the phenomenology of religion: religious experience, God, faith, prayer, incarnation, etc.
- Phenomenological description of specific emotions and Stimmungen: anger, anguish, boredom, sadness, joy,
desire, hate, surprise, fear, disgust, admiration, etc.
- Phenomenological and Hermeneutic Readings of Jewish, Christian or Muslim Texts: the Bible, the Qur’an, Church
Fathers, medieval mystics, etc.
- Topics in the history of hermeneutics: Ernesti, Semler, Schleiermacher, Dilthey, etc., relationship between critics
and hermeneutics, textual vs. experiential hermeneutics, etc.
- Wilhelm Windelband’s and/or Paul Natorp’s philosophies of religion, Rickert’s philosophy of history
Prof. dr. N. de Warren
Area of Specialization: European Philosophy
Area of current research: Phenomenology, Neo-Kantianism, Evil, Forgiveness
Concrete research projects: First World War and 20th-century Philosophy, evil and the question of forgiveness,
Schelling, Patocka, Jankelevitch
Prof. dr. J. Jansen
Areas of specialisation: Husserl, Kant, Imagination, Phenomenology and Cognitive Science, Continental Aesthetics
25
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
Areas of current research: Systematic questions in Husserl’s phenomenology; theories of imagination; Husserlian and
Kantian approaches to contemporary debates in philosophy of mind, epistemology and cognitive science; Husserlian
and Kantian contributions to contemporary aesthetics.
Concrete research projects: I'm willing to consider thesis supervision on a broad range of topics in all areas of
(especially Husserlian) phenomenology; imagination research; Kant’s theoretical philosophy; continental aesthetics;
and some questions in feminist philosophy. Here are more concrete examples of areas in which I'm interested in
supervising theses (specific figures to be investigated would depend on the availability of texts in translation or the
student's knowledge of the relevant languages):
- Husserlian Phenomenology: A wide variety of questions could be addressed. Especially on the MA level, a
clarification of any of Husserl’s key notions is a valuable thesis topic. (MPhil or PhD theses require critical
discussion that engages contemporary scholarship and argues for a certain reading or interpretation.) –I am at
the moment less focused on issues of volition, on Husserl’s notion of value, and on Husserlian ethics.
- Eidetics in Phenomenology, and in Philosophy more generally: What kind of knowledge is phenomenological
insight into essences? How does eidetic analysis relate to the historicity of knowledge? Is eidetic insight distinctly
philosophical knowledge, irreducible to empirical knowledge, or logical and conceptual analysis? Is it necessarily
linked to idealism?
- The question of Transcendental Philosophy: What is distinct about transcendental philosophy (and
phenomenology), and is it a viable approach? Is it necessarily linked to transcendental idealism? How does it
relate to other modes of inquiry (including empirical research)? Does it amount to an antirealist position? Is it
stuck in an inevitable correlationism?
- Husserlian and Kantian Contributions to Contemporary Debates in Epistemology and Philosophy of Mind:
Conceptualism vs. Non-Conceptualism; Disjunctivism; Cognitive Phenomenology; Embodied, Enactive,
Embedded, Extended Cognition; Realism, Idealism, Anti-Realism; and related debates.
- Imagination Research: What is imagination? What is its systematic role in cognition and constitution? What does
it contribute to modalities (e.g., to the constitution and apprehension of possibilities)? How is it related to the
question of freedom? Is there something like embodied imagination, or is imagination necessarily
representational? Is there something like (intersubjectively) extended imagination, or is imagination necessarily
subjective?
- Continental Aesthetics: What difference does it make for aesthetics whether we follow a Kantian or Husserl
approach? What is the systematic significance of aesthetics for Kant’s and Husserl’s philosophies? Is
phenomenology a kind of aesthetics? What aesthetics do we get if we take our departure from artworks and
from aesthetic objects/events more generally, rather than from philosophical models? What is the relation
between aesthetics and aisthetics? What is aesthetics beyond philosophy of art?
- Selected feminist issues: I welcome projects (related to research questions mentioned above) that attempt to
include feminist perspectives.
Dr. E. Jolly
Areas of specialisation: Political phenomenology; hermeneutics; German philosophy (19th and 20th Cent.); existential
philosophy (Heidegger and his students); G. Anders; critical theory
Areas of current research: Philosophical anthropology of the First World War; politics and hostility
Concrete research projects:
- Themes found in the work of Hannah Arendt, Günther Anders, Theodor Adorno, Herbert Marcuse, Martin
Heidegger, Karl Löwith, Edmund Husserl, Reiner Schürmann, Alfred Schütz, Jan Patočka
- The analysis of the notions of destruction, nihilism, alienation, threat, violence, revolution, totalitarianism
- Topics related to history of war since 1871
Suggestions of topics: on request
Dr. L. Lauwaert
Specialisatie: Continentale filosofie, psychoanalyse, wijsgerige antropologie
Huidig onderzoek: Wijsgerige antropologie van geweld
26
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
Concrete onderwerpen:
- Woede bij Aristoteles, Thomas van Aquino, Descartes, Nietzsche, etc.
- Geweld in het nature-nurture-debat;
- De receptie van Clausewitz’ On War;
- Geweld bij Sloterdijk, Sartre, Balibar, Virilio, Bataille, Girard, Arendt, Zizek, Freud, Benjamin, etc.
- Freuds cultuurantropologische teksten (‘Onbehagen in de cultuur’, ‘De man Mozes’, etc.)
- Freuds doodsdrift in de continentale filosofie (Zizek, Lacan, Deleuze, Brassier, etc.)
- Speculatief realisme: Meillasoux, Laurelle, Brassier, Harman, etc.
- Techniekfilosofie (Heidegger, Jaspers, Sloterdijk, Stiegler, etc.)
Prof. dr. U. Melle
Specialisatie: Fenomenologie (Husserl, Scheler, Heidegger en Merleau-Ponty), continentale wijsbegeerte,
fenomenologische ethiek, ecofilosofie, eco-ethiek, filosofische antropologie, dierenfilosofie en dierenethiek
Huidig onderzoek: Husserl, Heidegger, ecologische esthetiek, dierenfilosofie en dierenethiek
Algemene onderwerpen:
- Structuren van het bewustzijn
- Fenomenologische methode: eidetiek en fenomenologische reductie
- Fenomenologische wetenschapsleer
- Ecologische esthetiek
- Ecofenomenologie
- Postmoderne ecofilosofie
- Dierenfilosofie
- Dierenethiek
Concrete onderwerpen:
- De intentionaliteit van gevoels- en wilsacten
- Husserls wetenschapsleer en/of wetenschapskritiek
- Leefwereld en wetenschap/technologie
- Heideggers technologiekritiek
- Heideggers ontologie van het dier
- De moraal van dieren
- Het abolitionisme in de dierenrechtenethiek
- Dieren als medeburgers
- Fenomenologie van de relatie(s) tussen mens en dier
Dr. S. Micali
Areas of specialisation: Contemporary European Philosophy; Phenomenology; Philosophical Anthropology;
Psychiatry; Psychoanalysis; Political Philosophy; Philosophy of Religion.
Area of current research:
- normality, abnormality and pathology (Canguilhem, Goldstein, Deleuze, Foucault).
- anxiety (Kierkegaard, Blumenberg, Freud, Laplanche).
- phenomenological method.
- time and subjectivity (Husserl, Derrida, Levinas).
- capitalism and religion (Max Weber, Walter Benjamin)
Concrete research projects:
- the experience of déjà vu (Bergson, Freud).
- sublime in Kant’s Third Critique and in contemporary philosophy (Richir, Lyotard).
- imagination (Husserl, Sartre, Merleau-Ponty, Castoriadis).
- methodological research on phenomenological psychopathology (Blankenburg, Maldiney, Tatossian).
- phenomenology of depression and schizophrenia; the social and economical aspects of depression (Ehrenberg);
burn out.
27
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
-
political theology and secularization (Carl Schmitt, Blumenberg, Taubes)
cultural anthropology and philosophy (Hénaff, Viveiros De Castro)
phenomenology of prayer (Theunissen, Chrétien)
Kierkegaard’s anthropology
Prof. dr. P. Moyaert
Specialisatie: Deleuze, psychoanalyse en hedendaagse Franse filosofen.
Concrete onderwerpen:
-waanzin bij Deleuze, Freud, Schopenhauer, Binswanger, Maldiney en andere auteurs.
-drift en verlangen Deleuze, Freud, Bernet en andere auteurs.
-Haat en schuld bij Nietzsche
Het thema moet op voorhand met de promotor uitgeklaard worden. Naast de vermelde onderzoeksthema’s zijn er
na overleg met de promotor nog veel andere onderzoeksthema’s mogelijk.
Dr. C. Sternad
Areas of specialization: Phenomenology, Hermeneutics, Post-Structuralism/Post-Modernism/Deconstruction, 19th
Century Philosophy, Philosophy of History, Philosophy of Literature
Current research projects: First World War, Phenomenology of Death, Phenomenology of Eternity
Authors: R. Descartes, F. Nietzsche, E. Husserl, M. Heidegger, M. Scheler, D. Mahnke, E. Fink, F. Wiplinger, PL.
Landsberg, J. Patočka, M. Merleau-Ponty, JP. Sartre, M. Foucault, E. Lévinas, M. Blanchot, J. Derrida, JL. Nancy, G.
Deleuze, J. Rancière, JF. Lyotard, M. Halbwachs, C. Schmitt, E. Jünger
Other topics/authors may be suggested by students if they are related to the authors/topics mentioned above.
Dr. F. Tava
Areas of specialisation: ethics, phenomenology, political philosophy
Areas of current research: post-Husserlian phenomenology (esp. Patočka, Merleau-Ponty, Paci); the idea of the tragic
in contemporary moral philosophy (esp. Levinas, Jankélévitch); the concept of praxis in Marxist philosophy (esp. Kosík,
Sviták); the philosophical idea of Europe in front of the current political and economic crisis.
Concrete research projects: I'm willing to consider thesis supervision on a range of topics in the area of contemporary
continental philosophy, with special regard to moral and political philosophy. Here are some concrete examples:
- The thought of Jan Patočka, and in particular his interpretation of Czech history and politics, his insight into the
problem of Europe and post-Europe, his analysis of the figure of Comenius.
- The phenomenological school of Milan: Antonio Banfi, Enzo Paci, Guido Davide Neri.
- Philosophy and political dissidence in Central and Eastern Europe: Jan Patočka, Karel Kosík, Leszek Kołakowski.
- Marxist humanism in Czechoslovakia: Karel Kosík, Ivan Sviták, Lubomír Sochor, Robert Kalivoda.
- The problem of rationalization in critical theory: Max Horkheimer, Theodor W. Adorno, Jürgen Habermas.
- The concept of history in the phenomenological tradition: Ludwig Landgrebe, Hans Blumenberg, Enzo Paci.
Dr. M. Ubiali
Areas of specialisation: Husserl's Phenomenology; Husserl's Ethics; Early Phenomenology: Alexander Pfaender, Moritz
Geiger, Edith Stein; French Phenomenology: Maurice Merleau-Ponty, Jean-Paul Sartre; Hannah Arendt.
Areas of current research:
Phenomenology of Will in Husserl, Pfänder, Sartre, Ricœur; Current debate on free will in phenomenology and
neurosciences; Phenomenology of habits; the nature of voluntary and involuntary evil; phenomenological ethics.
28
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
Concrete research projects:
- Husserl’s phenomenology of will.
- Phenomenology of unconscious will.
- Alexander Pfänder’s phenomenology of will.
- Husserl’s pre-war and post-war ethics.
- Choice and project in Sartre’s thought.
- Paul Ricœur’s reflection on voluntary and involuntary.
- Phenomenology of habits.
- Current debate on free will: from phenomenological and psychoanalytic perspectives.
- Arendt’s theory of evil.
- The moral value of thinking in Arendt’s thought
Prof. dr. R. Visker
Specialisatie: posthusserliaanse fenomenologie en hedendaagse Europese wijsbegeerte.
Huidig onderzoen: 1.de rol van de publieke ruimte; 2.de reductie van alles tot de tijd bij Heidegger;
multiculturalisme.
Thesisonderwerpen: Enig onderwerp dat aansluit bij mijn publikaties (Vreemd gaan en vreemd blijven; Lof der
zichtbaarheid; The Inhuman Condition; Truth and SIngularity; Genealogy as Critique)
-
-
een werk van Heidegger (de MA student kan zich daarbij laten leiden door de Nederlandse Heideggerbibliotheek van Lannoo; of een gedeelte van Sein und Zeit etc.)
een tekst van Merleau-Ponty (Fenomenologie van de Waarneming; Le Visible et l’Invisible)
een tekst van Levinas (bv. Totalité et Infini)
een andere auteur binnen de fenomenologie
een van de teksten van Michel Foucault (bv. de vraag naar de archeologie bij M.F.; het probleem van de
genealogie; een van de lessen aan het Collège de France)
het werk van Habermas, bijvoorbeeld een vergelijking van diens taalopvatingen met J. Derrida’s Signature,
Evénement, Contexte
Concretere onderwerpen: Europa; het statuut van de taal bij een auteur naar keuze (Heidegger, Benjamin etc.)
Dr. T. Vongehr
Areas of specialisation: Phenomenology (Husserl, the early Heidegger, Merleau-Ponty); Perception (bodily
experience, the skin-ego), emotion, will and action; History of the Phenomenological Movement (Theodor Lipps,
Franz Brentano, Roman Ingarden, Hedwig Conrad-Martius, Moritz Geiger, Adolf Reinach, Alexander Pfänder,
Johannes Daubert, Edith Stein, Gerda Walther); Interactions between phenomenology and psychology (August
Messer, Karl Bühler, David Katz, Ludwig Binswanger, Kurt Koffka, Narziss Ach); Phenomenology of limit problems
(“Grenzprobleme der Phänomenologie”): death, religion, metaphysics; Phenomenology of movement and space
(sport, dance, kinaesthetics – e.g. phenomena of increased awareness, the will, “flow”-experience, bodily and
psychic injuries, motivational factors of performance).
Areas of current research:
- Husserl’s concrete intentional psychology (intellectual consciousness, emotions, will and action-theory); War and
the experience of space; The process of philosophical writing and the creation of style; Topics on digitization
Research projects and concrete topics for a thesis:
Anything that connects with my areas of specialization. The choice of the topic has to be discussed with the
promotor. Here are some concrete examples:
- Topics on the history of the phenomenological movement (research work about single figures in the movement
and their phenomenological writings/ phenomenology in connection with other scientific disciplines:
mathematics, psychology, anthropology, sociology, …); phenomenology and the neo-kantian philosophy
(Rickert, Natorp)
29
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
-
-
Topics on “classical” Husserlian Phenomenology (e.g. the phenomenological method, epoché and eidetic
reduction, constitution of space, intersubjectivity, genetic and static phenomenology, Noema and Noesis, timeconsciousness, transcendental ego, life-world, objectifying and non-objectifying acts, intentional feelings and
emotions, moods, embodiment, phenomenology of the will, action-theory …)
“Advanced” phenomenological topics (e.g. phenomenology of metaphysics, religion, death, birth, sleep, drives
and instincts …)
Topics on Heidegger, Merleau-Ponty and other “phenomenologists” (Pfänder, Levinas, Sartre, Ricoeur)
Topics on the phenomenology of sport (perception, embodiment, bodily movement, space and body)
Dr. M. Wehrle
Specialisatie:
Fenomenologie (Husserl, Merleau-Ponty), Fenomenologie & Cognitive Sciences,
Wijsgerige Antropologie en historische Antropologie (Plessner, Schütz, Geertz, Bourdieu, Foucault, Butler)
Huidig onderzoek:
Belichaming en gewoonte [embodiment and habituality] in Husserl and Merleau-Ponty, Foucault en Plessner;
Normaliteit en normativiteit in de ervaring: a) de constitutie van normen in en door ervaring (fenomenologie) en b)
de invloed van sociale (culturele) normen op de dagelijkse ervaring (cultuurfilosofie, Gender, social constructivism);
aandacht in Husserl, Merleau-Ponty, Gurwitsch en in het empirische onderzoek van de cognitieve psychologie (1950
tot op heden).
Concrete onderwerpen: Ik zou graag masterscripties uit de volgende domeinen begeleiden a) alle gebieden van
Husserls fenomenologie, maar met een voorkeur voor onderwerpen omtrent de genetische fenomenologie; b)
waarneming en belichaming bij Merleau-Ponty en Plessner; c) De genealogische methode van Foucault (Surveiller et
punir, L’Histoire de la sexualité vol. 1) en late ethiek (L’Histoire de la sexualité, vol. 2/3, L’ herméneutique du sujet)
Hier zijn concrete voorbeelden voor mogelijke onderwerpen, die ik graag zou begeleiden:
- Het concept van het lijf in tegenstelling tot het stoffelijke lichaam in Husserl en/of Merleau-Ponty: Husserl
beschrijft het lijf als veld van gelokaliseerde sensaties en als kinesthetisch vermogen. Waarom is het zo
gedefinieerde lijf en zijn vermogen te bewegen noodzakelijk voor de waarneming (de constitutie van een object
en de ruimte)?
- Belichaming in de context van Wijsgerige Antropologie: Lichaam zijn en een lichaam hebben [Leibsein/Körperhaben]. Ons lichaam stelt ons in staat om te voelen, te bewegen en waar te nemen, dat wil zeggen dat het het
subject van ervaring is. Tegelijk kan ons lichaam worden gezien, gevoeld of bewogen door ons zelf en anderen,
dat wil zeggen dat het het object van ervaring is. Kunnen we dus argumenteren dat de menselijke belichaming
een intern dualisme is? Wat betekent het dat we onszelf kunnen tot onderwerp maken (objectiveren) en door
anderen tot een object gemaakt worden? En wat voor een rol speelt het onderscheid tussenhet lichaam als
subject en het lichaam als object voor de beschrijving en het begrip van fenomenen zoals pijn, marteling of het
gebruik van technische of virtuele toestellen?
- Gewoonte [Habit, Habituality] als een centraal begrip van Husserls genetische fenomenologie en/of MerleauPonty’s fenomenolgie van de waarneming: Hoe werkt gewenning [habituation]? Wat voor niveaus van
gewenning [habitualization] kunnen we identificeren of onderscheiden? Hoe is gewenning gerelateerd aan de
lichamelijkheid?
- Habituality and skillful coping: Moet habituality als skillful coping worden begrepen als mindful of mindless, dat
betekent, als conceptueel of voor-conceptueel [pre-conceptual]? Dat is de vraag die centraal staat in een huidige
debat in de Philosophy of Mind/Cognitive Sciences tussen Dreyfus en McDowell. Kan een fenomenologische
aanzet van gewenning en intentionaliteit (Husserl, Merleau-Ponty) alternatieven bieden, die verder gaan dan
een zulke dichotomie (cf. Zahavi)? Hoe kunnen we ‘concept’ of conceptueel definiëren en wanneer moeten we
een act of activiteit als conceptueel opvatten?
- Normaliteit als concordantie (Einstimmigkeit) en optimaliteit in Husserl: Wat is voor Husserl normaliteit en welke
rol spelt deze in de individuele en intersubjectieve waarneming? Waarom is normaliteit een voorwaarde voor
een coherente waarneming en tegelijk een doel van een (adequate) waarneming? In welke verband staat
normaliteit met het lichaam als lijf? Wat betekent het in deze context als Husserl van een normale
lichamelijkheid spreekt? Dit onderwerp is slechts geschikt voor studenten, die in staat zijn Duitse teksten te lezen,
want vele bronnen, waar Husserl het over normaliteit heeft, zijn nog niet vertaald.
30
Onderwerpen voor de masterproef 2015-2016 – lijst per centrum (alfabetisch)
-
-
Normaliteit als normalisering in Foucault’s genealogie (Surveiller et punir, L’Histoire de la sexualité vol. 1) : Wat
houdt normalisering precies in en hoe is het verbonden met het lichaam/lichamelijkheid ? Op welke manier
produceren de technieken van de discipline normaliteit of genormaliseerde lichamen?
Normativiteit betreffende de waarneming: In welke zin kunnen we zeggen dat waarnemen bepaalde regels
volgt? En welke status hebben deze regels? Waar komen deze regels vandaan, zijn ze bepaald door de natuur,
de wereld of de geest? Dat zijn centrale vragen van een debat in de Philosophy of Mind over de normativiteit
binnen de waarneming (cf. Dretske, McDowell). Zijn er alternatieven tegenover een louter naturalistische
(objectivist) of intellectualistische aanzet? Kunnen deze in de genetische fenomenologie worden gevonden? Dit
onderwerp is slechts geschikt voor studenten met een goede kennis van de kern concepten van de fenomenologie,
zoals intentionaliteit, tijdsbewustzijn, passieve synthesen etc.
31
Download