BOEKRECENSIE POLITIEKE FILOSOFIE IN EEN ONzEKERE

advertisement
47
Bibliografische gegevens
Door Coen Brummer
Raymond Geuss (2008)
Philosophy and real politics
Princeton University Press
ISBN: 978-0-691-13788-9
Het is een paradox waar weinig filosofen
zich aan wagen. In een complexe en onzekere
wereld, waarin succes of mislukking bepaald
worden door ontelbare factoren, is de politieke filosofie doorgaans gestoeld op uniforme
concepten. Vrijheid, individuele rechten, gelijkheid, rechtvaardigheid, et cetera. Sterker nog,
het lijkt haast een meerwaarde te zijn als een
normatieve theorie over hoe mensen zouden
moeten samenleven, zo weinig mogelijk met
de daadwerkelijke samenleving van doen
heeft. Dit begint al bij Plato. In De Staat
schetst hij een samenleving waarin eugenetische praktijken aan de orde van de dag zijn
en waar de Koning-Filosoof over de stadsstaat
heerst. Dat er nogal wat ruimte zit tussen
Plato’s politieke filosofie en de context van
het Athene van de vierde eeuw voor Christus
waarin hij deze formuleerde, behoeft weinig
betoog. Maar ook in de hedendaagse politieke
Maar leiden dit soort gedachtenexperimenten
tot goede en bruikbare politieke filosofie?
Zijn we wel in staat de complexiteit en diversiteit van de wereld te vatten in dat soort denkkaders? Verre van dat, meent Raymond Geuss,
filosoof aan de Universiteit van Cambridge. In
Philosophy and real politics bekritiseert hij dit
soort ethics first benaderingen van de politiek.
Anders dan de filosofen die over politiek nadenken door middel van pogingen een universele ethische theorie te ontwikkelen, betoogt
Geuss dat realisme voorop moet staan in onze
overdenkingen over het politieke bedrijf.
Oneens met Kant
Geuss kiest het Kantianisme als voornaamste
tegenstander. Wie bekend is met Kantiaanse
concepten als de categorische imperatief ziet
al snel in waarom. Het idee dat de mens zijn
moraliteit niet alleen baseert op zijn eigen
belang en de praktijk, maar ook op hogere
ethische principes is universeel toepasbaar
voor alle actoren in alle historische situaties.
Hiermee staat de Kantiaanse ethiek model
voor veel moderne politieke theorieën,
waaronder de contracttheorie. Hiertegenover
plaatst Geuss zijn eigen agenda op basis van
vier stellingen. (1) Politieke filosofie moet
realistisch zijn: het gaat om hoe mensen zijn,
niet om hoe zij zouden moeten zijn. (2) Politieke filosofie zou zich ervan bewust moeten
zijn dat politiek draait om handelingen en
de context van deze handelingen, in plaats
van om overtuigingen en stellingnames.
(3) Politieke filosofie zou meer oog moeten
hebben voor de historische omstandigheden
die een samenleving gevormd hebben.
(4) De politiek filosoof zou de politiek meer
moeten benaderen als een vak of een kunst.
Anders dan de wiskundige of de natuurkundige (die theorieën toepast), is de politiek
denker of de politicus dus als een wapensmid
of houtbewerker: op basis van ervaring en
kennis bewerkt hij zijn materiaal.
‘Maar ook in
de hedendaagse
politieke filosofie
is een zekere
afstand tot de
context van de
samenleving tot
norm verheven’
Ogenschijnlijk vervaagt zo het onderscheid
tussen politieke filosofie en politicologie.
Dit baart Guess geen zorgen. Vragen die denkers over politiek stellen kunnen gerust onderverdeeld worden in normatieve of analytische
vragen, maar dit onderscheid vindt altijd plaats
op basis van context. Een absoluut onderscheid
tussen politieke filosofie en politieke theorie
Coen Brummer Politieke filosofie in een onzekere wereld
In ons politiek denken moet realisme
voorop staan, meent filosoof Raymond Geuss.
De politieke werkelijkheid is te complex om
in universele concepten te worden gevat.
filosofie is een zekere afstand tot de context
van de samenleving tot norm verheven. Het
is zelfs zo dat het meest invloedrijke politiekfilosofische werk van de laatste decennia,
A theory of justice van de Amerikaanse Harvardfilosoof John Rawls, hier het meest ver in gaat.
Om tot een onbevooroordeelde opvatting van
rechtvaardigheid te komen, moeten actoren
zich volgens Rawls afscheiden van elke vorm
van context: het land waarin ze leven, hun
geslacht, intelligentie, afkomst, rijkdom en
armoede, alles moeten ze achter de beroemde
veil of ignorance laten. Daar, achter deze sluier
van onwetendheid kan pas een echt oordeel
geveld worden over de vraag wat een rechtvaardige ordening van de samenleving is.
idee februari 2013 De complexe samenleving
46
Boekrecensie
Politieke
filosofie
in een
onzekere
wereld
Is het korte – en soms vileine – Philosophy
and real politics overtuigend? Ja en nee. In zijn
kritiek op de uniformistische politieke filosofie
is Geuss vlijmscherp. Hij lijkt het gelijk aan zijn
zijde te hebben. Samenlevingen verschillen
dermate in historisch en sociaal opzicht dat
het van weinig realiteitszin getuigt om uniforme concepten als vrijheid en gelijkheid
overal toe te passen. Men kan zich zelfs afvragen of een concept als vrijheid niet te erg
wordt beïnvloedt door allerlei factoren om
nog wel van een uniform concept te spreken.
Veel van Geuss’ argumenten snijden dus hout
en vormen serieuze uitdagingen voor hen die
de politiek nog steeds benaderen als een vorm
van toegepaste ethiek, al moeten we oppassen
dat dit filosofisch relativisme niet doorschiet in
een politiek relativisme, waarin tal van onwenselijke situaties onbesproken blijven.
Het alternatief dat Geuss presenteert is helaas
minder degelijk. Daarvoor is het te bondig geformuleerd en te weinig uitgewerkt. De auteur
is de eerste om dat toe te geven door in zijn
conclusie te stellen dat het bekritiseren van
een filosofische theorie zonder een uitgewerkt
Welleman
Deze invalshoeken zijn niet nieuw, maar wel
een waardevolle aanvulling op de doorgaans
meer geaccepteerde vormen van politieke filosofie. Zodat we in een complexe wereld als de
onze niet alleen nadenken over hoe de wereld
zou kunnen zijn, maar ook over hoe deze is.
Coen Brummer is historicus en werkt voor de Tweede
Kamerfractie van D66. Daarnaast studeert hij geschiedenis en filosofie van de natuurwetenschappen.
idee December 2012 Civic activism in the Arab world
Alternatief
alternatief te bieden an sich niet zinloos hoeft
te zijn. Toch is het jammer dat Geuss’ boek
niet vijftig pagina’s langer is. Aan de hand van
Lenin, Nietzsche en Weber geeft hij namelijk
een interessante voorzet van invalshoeken die
nuttig zijn voor de politieke filosofie. Een centraal concept hierin zou macht moeten zijn.
Van Lenin leert Geuss dat politiek draait om
de vraag ‘who does what to whom for whose
benefit?’. Hierdoor wordt het duidelijk dat
politiek niet draait om het bediscussiëren van
abstracties, maar om belangen. Nietzsche inspireert Geuss tot de aanvullende stelling dat
politiek altijd draait om prioritering van voorkeuren: een politieke actor verkiest niet A.
Hij verkiest A boven B. De politiek filosoof
moet zich er dus van bewust zijn dat politiek
een spel is tussen actoren die begrensd zijn in
hun kunnen. Webers idee over politiek als de
collectieve legitimering van handelen brengt
Geuss tot het inzicht dat het vraagstuk van
legitimering belangrijk is om de politiek te
begrijpen.
49
48
is niet mogelijk. Een voorbeeld dat Guess
gebruikt is het recht op wapenbezit, een
onderwerp dat door de recente Newtownshooting actueler is dan toen Geuss zijn boek
publiceerde. Europeanen zien een verbod op
vuurwapens niet als grove beknotting van hun
vrijheid, terwijl volgens een recente GALLUPpoll 74% van de Amerikanen dit wel zo ervaart.
Wat valt daar uit af te leiden over de notie van
vrijheid? Is het voor een filosoof mogelijk om
hier heldere uitspraken over te doen, zonder
de historische verschillen tussen de Verenigde
Staten en Europa in ogenschouw te nemen en
actief te betrekken in zijn politieke filosofie?
Een analytische en een normatieve rol gaan
dus altijd hand in hand in de wereld van Guess.
Download