Controle buiten de auto

Samenvatting
Script 1
Module 1 Voertuigbediening en -controle
Script 1 Controle buiten de auto
 Onder
 Tegen verkeer in
 Banden en carrosserie
 Hendel motorkap
 Vloeistoffen
 Motorkap sluiten
 Goed zicht
Controle onder de auto
 vloeistoffen (natte plekken onder de auto)
 levende wezens (dieren of kinderen)
 voorwerpen (glas, stenen)
Controle op beschadiging, toestand
 banden (kapot of lek, wielen recht?)
 spiegels (kapot of ingeklapt)
 portier (open)
 lampen buitenkant
Controle op goed zicht: “zien en gezien worden”
 ruiten schoon (voor, achter, opzij)
 spiegels schoon (binnen- en buitenspiegels)
 verlichting schoon (bijv. geen sneeuw op de lampen)
Plaats van de vloeistoffen onder de motorkap
 koelvloeistof
 ruitenwisservloeistof
 motorolie (met pijlstok controleren)
 remvloeistof (belangrijkste vloeistof)
 vloeistof in accu
Banden
Profiel
 grip bij slecht weer (bijv. sneeuw)
 profieldiepte minimaal 1,6 mm
 controleren blokjes in de hoofdgroef
Spanning
 voorband 2,4 bar; achterband 2.2 bar
 slappe band (wegligging, verbruik en milieu)
 informatie hierover in instructieboekje van de auto
 elke maand controle op bandenspanning
Ventieldopje
 houdt het vuil tegen, anders komt er vuil in het ventielsysteem
Controle buiten de auto
- Autorijschool “Cadans” -
Pagina 1