De risico’s van risicotaxatie in een behandelsetting Instellingen voor forensische psychiatrie kennen verschillende functies zoals: 1. beveiliging van de maatschappij tegen criminele activiteiten; 2. rapportage aan de rechtbank in het kader van de opname; 3. diagnostiek, behandeling/begeleiding en nazorg van delictplegers; 4. wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van de activiteiten die de instelling verricht. Forensisch psychiatrische instellingen werken met patiënten meestal op basis van een juridische maatregel, waarbij beveiliging van de maatschappij voorop staat. Deze context zorgt ervoor dat de hiervoor genoemde activiteiten gericht zijn op (toekomstige) controle van het delictgedrag van de patiënt. Risicotaxatie en terugvalpreventie zijn een onderdeel van deze controle. Veel patiënten kennen in hun geschiedenis al vele pogingen om hun niet aangepaste (delict)gedrag onder controle te krijgen. Bij patiënten met een Antisociale Persoonlijkheidsstoornis is op controle gerichte behandeling zelfs contraproductief. Als psycholoog/psychotherapeut dien ik vanuit mijn professionele standaard de best mogelijke diagnose en behandeling voor de patiënt na te streven. De betekenis, het begrijpen van zijn gedrag waaronder het delictgedrag staat hierbij primair op de voorgrond en niet de controle. Deze these vraagt om een andere start in een behandelinstelling dan die van risicotaxatie. In plaats van een object zal de patiënt als subject gezien moeten worden. Risicomanagement is dan een geïntegreerd onderdeel van de behandeling al dan niet ondersteunt door daartoe geëigende instrumenten. Anne van den Berg is psycholoog/psychotherapeut, zowel klinisch als poliklinisch werkzaam bij Groot Batelaar, forensische GGZ voor jeugd en volwassenen in Arnhem en Lunteren. In Nederland heeft hij diverse artikelen over o.a. management en forensische psychiatrie gepubliceerd. Vervult diverse bestuurstaken zoals bij de International Association for Forensic Psychotherapy. Die Gefahren der Gefährlichkeitsprognose in einem therapeutische Setting Institutionen für forensische Psychiatrie kennen unterschiedliche Funktionen wie: 1. Schutz der Gesellschaft gegen kriminelle Aktivitäten; 2. Berichterstattung an das Gericht im Zusammenhang mit der Fortschritt der Aufnahme; 3. Diagnostik, Behandlung/Betreuung und Nachsorge der Täter; 4. wissenschaftliche Forschung der Effektivität der Institutionsaktivitäten. Forensisch Psychiatrische Institutionen arbeiten mit Patienten meistens auf der Grundlage einer gerichtlichen Maßname, wobei der Schutz der Gesellschaft an erster Stelle steht. Diese Kontext bewirkt dass die oben genannte Aktivitäten auf (zukünftige) Kontrolle der strafbare Handlungen des Patient bezweckt sein. Gefährlichkeitsprognose und Rückfallprävention sind Teil dieser Kontrolle. Die meiste Patienten haben eine Vergangenheit versucht strafbare Handlungen zu kontrollieren. Für Patienten mit einer Anti-Sozialen Persönlichkeitsstörung ist solch eine kontrollebezweckte Therapie kontraproduktiv. Meine berufliche Maßstab als Psychologe/Psychotherapeut verordnet die best erdenkliche Diagnostik und Therapie für den Patient an zu wenden. Die Bedeutung und das Verstehen des Benehmen, unter anderem die strafbare Handlungen, steht primär im Vordergrund und nicht die Kontrolle. Diese Behauptung braucht ein anderer Startpunkt in einer therapeutische Klinik als Gefährlichkeitsprognose. Statt ein Objekt zu sein soll der Patient ein Subjekt werden. Risikomanagement ist auf diese Weise ein integriertes Teil der Behandlung gestützt oder nicht gestützt mittels dazu geeignete Instrumenten wie PCL-R. Anne van den Berg ist Psychologe/Psychotherapeut, sowohl berufstätig bei einer Klinik als in einer Poliklinik, Groot Batelaar genannt, ein forensische geistige Gesundheitsfürsorge für die Jugend und Erwachsenen in Arnhem und Lunteren. In der Niederlände hat er verschiedene Artikel publiziert unter anderem über Management und forensische Psychiatrie. Er bekleidet verschiedene leitende Funktionen wie in the International Association for Forensic Psychotherapy