Aanvullingen / wijzigingen / errata bij Standaard Elektrische Schema’s BJ 2005 Opm. nr. 1 2 3 4 5 6 7 Standaard schema Blz. Omschrijving E-31101 E-31102 E-31103 E-31302 E-31303 E-31401 Dompelpomp/ mixer/voortstuwer E-31801 E-31802 Fijnrooster E-31803 E-31804 Roostergoedpers E-32202 Rakelbrug 2, 3 In geval van dompelpompen vervalt de noodstop. In geval van mixers en voortstuwers wordt een noodstop geplaatst. E-36201 E-36202 E-36203 E-36204 Indiktafel E-20401 E-20700 E-20300 E-20401 E-20410 Laatste bijwerking: 23 dec ‘11 Datum wijz. 24/10/’05 3 NC-contact van noodstop 2S3 is in te lezen in PLC. PLC adres: eerstvolgende digitale ingang na inlezen contact van “Lokaal stop” 2S7.4 24/10/’05 3 NC-contact van noodstop 2S3 is in te lezen in PLC. PLC adres: eerstvolgende digitale ingang na inlezen contact van “Lokaal stop” 2S7.3 24/10/’05 Het NC-contact van noodstop 2S4 (op brug) in stroombaan 8, blz. 3 mag niet rechtstreeks als digitale ingang in de PLC ingelezen worden (24Vdc!) . Het dient via sleepringen over gebracht te worden op een 230 Vac interface relais, te tekenen op blz. 2. Een NC-contact van deze interfacerelais wordt ingelezen in de PLC op blz. 3, stroombaan 8. Het betreft elektrische schema’s voor de sturing van een door Aquafin aangekochte indiktafel. Deze schema’s horen steeds samen en mogen niet apart als standaard schema gebruikt worden. 24/10/’05 Per toestel dienen beide CEE stopcontacten gevoed te worden door spanning afkomstig van het hoofdbarenstel, zie schema E-10000, blz. 4. Als beveiliging is per toestel een 16 A automaat met regelbare differentieel 0,03 – 3 A te plaatsen. Doorhalingen : 07/05/’08 - Zie ook punt 21. Aansluiting zuurstof-, turbiditeits- en slibconcentratietoestellen gebeurt via 13-polige stekker, te leveren door aannemer elektriciteitswerken. Pinconfiguratie zie schema’s en verder in dit document. Het betreft 1 vrouwelijke 13-polige schaltbau stekker bestaande uit : 1 x 1-1440-496569 (SAC-0,50-Au) 10 x 1-1440-474569 (BAC-0,50-Au) 1 x 1-1402-981567 (M33) 1 x 1-1402-908095 (M3E-12S+PE) 1 x 1-1402-981545 (M3D) 24/10/’05 2, 3 1 1 Blz. 1/13 24/10/’05 24/10/’05 14/05/’09 8 9 E-20700 10 11 E-30106 E-30902 E-31401 E-31701 E-30401 E-32202 12 E-32202 13 netwerken 14 E-31603 1 1 2 1 2 1 2 3 15 E-31701 2 4 4 16 E-20201 1 Laatste bijwerking: 23 dec ‘11 Aansluiting monsternametoestel gebeurt via een 7-polige stekker, te leveren door aannemer elektriciteitswerken. Pinconfiguratie zie schema. Het betreft een vrouwelijke 7-polige schaltbau-stekker (type M13sw + M1 E-6S+PE + M1Dsw) (ingang voor zowel mA als passieve pulsen en als uitgang voor alarmsignalen naar de PLC). Blz. 1, stroompad 1: de contacten, na 1F1, zijn van contactor “2K1” (i.p.v. 2K7). Blz. 1: “3PTC indien 5 kW <= Pm” (i.p.v. “3PTC indien 5 kW <= Pm < 30 kW”) Blz. 2, stroompad 1: Bij contactor 2K1 hoort de tekst “Werkschakelaar + spanning op regelaar” 24/10/’05 Blz. 1: “3PTC indien 5 kW <= Pm” (i.p.v. “3PTC indien 5 kW <= Pm < 30 kW”) NC contact van 1Q1 in stroompad 6 vervangen door NC contact van 2K3. NC contact van 1Q1 toevoegen in stroompad 1 tussen 2Q1 en 2S2. Stroompad 7: Bedrading van lokale Start / Stop drukknoppen 2S7.2 en 2S7.3 wordt niet over sleepringen gevoerd maar rechtstreeks bekabeld op de JB klemmen. Dubbele rakelbruggen met 2 aandrijvingen: Per aandrijving wordt bijkomend (naast slipbewaking) een vermogen bewaking voorzien. De vermogen bewakingen worden hardwarematig bekabeld in de gemeenschappelijke stuurkring van beide aandrijvingen zodat beide aandrijvingen uitvallen zodra één vermogen bewaking in alarm gaat. Communicatielijnen die gevoelig zijn voor blikseminslag moeten voorzien worden van overspanningsbeveiligingen. Het gaat hier onder meer over inkomende telefoonlijnen en netwerkcommunicatiekabels tussen verschillende gebouwen (PC / PLC, PLC / PLC, PC / PC). Conform tabel “temperatuur en beveiliging motoren 13/07/’05” van onderhavige standaard schema’s is het volgende te schrappen: “1 PTC indien Pm < 5kW; 3PTC indien 5kW <= Pm < 30 kW”. Toe te voegen: “3PTC indien Pm >= 30 kW”. Toe te voegen (zoals bij E-31601, E-31602 en E-31701): relais “overdruk persleiding”. NO-contact hardwarematig op te nemen in stuurkring na NO-contact 1Q1. NO-contact 2U7 hardwarematig toe te voegen in stuurkring na NO-contact 1Q1. NO-contact relais “overdruk persleiding” toevoegen als DI op PLC tussen “droogloop beveiliging” en “noodbedrijf”. NO-contacten 2U3 en 2U4 “hoge temperatuur” mogen niet hardwarematig in stuurkring. Temperatuurmodule PT100: 2U4 i.p.v. 2U3. Volgens tabel “temperatuur en beveiliging motoren 13/07/’05” van onderhavige standaard schema’s is het volgende te schrappen: “Stroommeting voor vermogen < 30 kW; Vermogenmeting voor vermogen = 30kW”. Toe te voegen: “Pm < 30 kW: stroom – of vermogenmeting; Pm >= 30 kW: vermogenmeting”. Schema pH (redox) meting is verkeerdelijk getekend zonder stekker. De aansluiting is te voorzien naar analogie met zuurstofmeter (E-20401, TB EM deel C 3.1) via 13-polige vrouwelijke Schaltbaustekker (volgens punt 7 van dit document), te leveren en aan te sluiten door aannemer elektriciteitswerken. Grenswaardedetecties : * pH = 0 stemt overeen met 4 mA, pH = 14 stemt overeen met 20 mA * 0°C stemt overeen met 4 mA, 40°C stemt overeen met 20 mA 22/11/’05 24/03/’06 Blz. 2/13 14/05/’09 22/11/’05 05/09/’06 24/03/’06 11/09/’06 11/09/’06 18/03/’08 17 E-32202 1 18 1,2,3,(4) 20 E-31103 E-31303 E-30602 E-30801 E-30902 E-20700 21 E-20401 /E-20700 1 22 23 E-20401 /E-20410 E-20401 E-20410 E-20500 E-20800 E-20900 E-10000 2 1 E-31801 E-31802 E-31803 E-31804 E-10200 E-10201 2 27 E-20410 1 28 E-20300 1 19 24 25 26 Laatste bijwerking: 23 dec ‘11 1,2,3,(4) 1 1 2 Volgende tekst : “Stopcontact CEE 230Vac/10A indien vermeld in het bijzonder bestek” is te schrappen en te lezen als: “Stopcontact CEE 230Vac/10A dient steeds voorzien op de brug” Schema uit te breiden met elektrische aansluiting van de vochtdetectie in de statorruimte van de motor (zie TB EM deel A 1.0.6.). Wijze van opname is identiek aan schema E-31101. Ingeval van dompelbeluchters dienen deze schema’s te worden uitgebreid met elektrische aansluiting van de vochtdetectie in de statorruimte van de motor (zie TB EM deel A 1.0.6.). Wijze van opname is identiek aan schema dompelpomp/mixer/voortstuwer E-31101. Per toestel dienen beide CEE stopcontacten gevoed te worden door spanning afkomstig van het hoofdbarenstel, zie schema E-10000, blz. 4. Als beveiliging per toestel een 16 A automaat. Wijziging op punt 6. van deze lijst: Een differentieelautomaat dient niet geplaatst op voorwaarde dat bij de stopcontacten (waaronder 1 reserve) volgende vermelding wordt aangebracht: “Voeding enkel voor lokaal opgesteld meetinstrument” Bij punt Industrieel stopcontact staat verkeerdelijk 400 V. Dit moet 230 V zijn. De 230Vac voeding voor deze kringen dient afgetakt van E-10200 / E-10201, blad 2, 11L - 11N ‘voeding instrumenten’ in plaats van 12L - 12N ‘voeding stuurkringen’ 18/03/’08 4-polige vermogenschakelaar in ALSB ipv 3-polige op aankomst transfo tgv van het volledig uitvoeren van de installatie in een TNS-netsysteem vanaf de transformator en niet in een gecombineerd TNC / TNS-systeem noodstoppen fijnrooster en roostergoedpers: geen individuele NS’n maar gecombineerde/collectieve werking + voorziening voor globale NS dwz. NS fijnrooster schakelt ook roostergoedpers uit en vice versa 29/01/’09 Vanaf RWZI’s > 2200 IE54, scheidingstrafo ontdubbelen: 1 voor stuurkringen ; 1 voor metingen De reden hiervan is dat de PO4- en NH4 instrumentatie toestellen veel stroom verbruiken wegens verwarmingselementen, 1000 VA per toestel. Turbiditeitsmeting: Bij het analoge signaal ‘1’ dient de term ‘temperatuur’ geschrapt en vervangen door ‘tweede sonde/meting’. De tekst bij de digitale uitgang van de meetomvormer bedraad op de klemmen 7-8 van de stekker dient gewijzigd naar: “stoormeldingscontact tweede sonde/meting”. Evenals de klemmen 1,2 en 5,6 dienen de klemmen 3, 4 en 7, 8 van de schaltbaustekker bekabeld te worden tussen het instrumentatiebordje en het ALSB Slibconcentratiemeting: Hierbij dient een bijkomende analoge uitgang van de meetomvormer bedraad te worden op de schaltbau-stekker klemmen 3(+) – 4(-) met de tekst “4-20 mA tweede sonde/meting”. Tevens dient een bijkomende digitale uitgang van de meetomvormer bedraad te worden op de schaltbau-stekker klmemen 7-8 met de tekst “stoormeldingscontact tweede sonde/meting”. 17/03/’09 Blz. 3/13 18/03/’08 18/03/’08 07/05/’08 07/05/’08 07/05/’08 07/05/’08 29/01/’09 17/03/’09 17/03/’09 29 30 31 32 Laatste bijwerking: 23 dec ‘11 Nitraatmeting Elektrisch schema is te voorzien naar analogie met E-20410 (turbiditeitsmeting) Een interfacekastje dient te worden voorzien op een standzuil met hierop aanwezig: 1 CEE stopcontact (230 VAC/50Hz, 16A), 1 vrouwelijke 13-polige schaltbau stekker (volgens punt 7 van dit document), te leveren en aan te sluiten door aannemer elektriciteitswerken.met volgende aansluiting: 1(+) – 2(-) : mA signaal Nitraat 3(+) – 4(-) : mA-signaal (tweede sonde/meting) 5 – 6 : digitaal stoormeldingscontact 7 – 8 : digitaal stoormeldingscontact (tweede sonde/meting) 9 – 12 : reserve 13 : afscherming (niet gebruikt) Droge stof meting Elektrisch schema is te voorzien naar analogie met E-20410 (turbiditeitsmeting) Een interfacekastje dient te worden voorzien op een standzuil met hierop aanwezig: 1 CEE stopcontact (230 VAC/50Hz, 16A), 1 vrouwelijke 13-polige schaltbau stekker (volgens punt 7 van dit document), te leveren en aan te sluiten door aannemer elektriciteitswerken.met volgende aansluiting: 1(+) – 2(-) : mA signaal droge stofwaarde 3(+) – 4(-) : mA-signaal (tweede sonde/meting) 5 – 6 : digitaal stoormeldingscontact 7 – 8 : digitaal stoormeldingscontact (tweede sonde/meting) 9 – 12 : reserve 13 : afscherming (niet gebruikt) In het ALSB dient ruimte voorzien te worden voor een omvormer. 17/03/’09 Koolstofbron dosering (te voorzien voor alle RWZI’s) Volgende bekabeling is te voorzien en aan te sluiten op klemmen in ALSB + op klemmen in een lokale klemmenkast: - vermogenkabel 3x 2,5 mm² + aarding - analoge kabel: 4 twisted pairs 0,75 mm² - signaalkabel 10 x 1,5 mm² Ammoniumanalyser en fosfaatanalyser (vanaf RWZI groter of gelijk aan 2200 IE54gBZV): Elektrisch schema is te voorzien naar analogie met E-20410 (turbiditeitsmeting). Een interfacekastje dient te worden voorzien met hierop aanwezig: 1 CEE stopcontact (230 VAC/50Hz, 16A), 1 vrouwelijke 13-polige schaltbau stekker (volgens punt 7 van dit document), te leveren en aan te sluiten door aannemer elektriciteitswerken.met volgende aansluiting: 17/03/’09 Blz. 4/13 17/03/’09 17/03/’09 33 34 35 E-10100 E-20401/ E-20410 E-20600 1, 2, 3 2 1 36 E-31302 1-5 37 E-31303 1 38 E-10000 4 39 E-10000 3 1(+) – 2(-) : mA signaal Ammonium / Fosfaat 3(+) – 4(-) : mA-signaal (tweede sonde/meting) 5 – 6 : digitaal stoormeldingscontact 7 – 8 : digitaal stoormeldingscontact (tweede sonde/meting) 9 – 12 : reserve 13 : afscherming (niet gebruikt) Tekst “iXion” ipv “musdo” Hoogte standzuil: 1.450 mm i.p.v. maatgeving: 1.700 mm. Hoog peil vlotterperen in natte kelder van een pompgemaal dienen steeds 3-draads aangesloten te worden tot op de klemmen in het ALSB, ook al worden hiervan slechts 2 draden gebruikt. Titelhoek schema : “stroommeting” ipv “vemogenmet.” Het betreft hier “5kW <= Pm < 30kW”. Conform tabel “temperatuur en beveiliging motoren” van onderhavige standaard schema’s is het volgende te schrappen “Pm >= 30kW” en “PT100: indien Pm >= 200 kW”. Op blz. 1 : PT100 sensoren te schrappen; vocht in motor detectie toevoegen cfr. E31302 Op blz. 2 : 2U4 schrappen; vocht in motor detectie toevoegen cfr. E31302 Op blz. 3 is 3U3 te schrappen. Op blz. 4 : contacten 2U3 en 2U4 schrappen; vocht in motor contact toevoegen cfr. E31302 Op blz. 5 is tekst “vermogenmeting” te vervangen door “stroommeting” bij analoge ingang Het betreft hier het geval “3PTC bij Pm >= 30kW” waarbij 3PTC gevraagd worden per toerental. Bijgevolg is volgende informatie overbodig en te schrappen: “1 PTC indien “5kW <= Pm < 30kW”. Op blz. 1 : vocht in motor detectie toevoegen cfr. E31302 Op blz. 2 : vocht in motor detectie toevoegen cfr. E31302 Op blz. 4 : vocht in motor contact toevoegen cfr. E31302 - tot 9000 IE60g : geen vermogenschakelaars naar afzonderlijke kastelementen B, C, D,… maar 1 ALSB bord met 1 barenstel waarop alle motorvertrekken aangesloten worden, het ALSB wordt opgedeeld in duidelijk gescheiden procesgroepen, de letters A, B, C, D, … worden vermeld op de kastdeuren volgens de aanwezige procesgroepen - vanaf 9.000 IE60g : afzonderlijke kastelementen A, B, C, D, … met in A een vermogenschakelaar per voeding naar kastelement B, C, D,…, elk kastelement wordt opgedeeld in duidelijk gescheiden procesgroepen, de letters A, B, C, D, … worden vermeld op de kastdeuren volgens de aanwezige procesgroepen De automatische condensatorbatterij heeft minstens de volgende twee contactuitgangen om een opgetreden storing te melden: - te hoge temperatuur in de kast (> 40 °C), eventueel via aparte in te bouwen thermostaat - algemene storing (o.a. aanwezigheid teveel aan harmonischen (THD in spanning > 2,5 %), defecte trappen, …) Bovenvermelde contactuitgangen zijn gesloten bij batterij in bedrijf zonder storing. Laatste bijwerking: 23 dec ‘11 Blz. 5/13 07/04/’09 07/04/09 16/04/09 16/04/09 16/04/09 3/3/2011 3/3/2011 40 E-10000 3, 6 41 E-10000 E-10300 1 1 42 E-10000 1.1 43 44 E-20401 E-10000 1 1.2 45 46 E-10401 Algemeen 1, 2 47 48 49 E-30101/E-30102 E-30301/E-30302 E-30401/E-30601 E-30701/E-30702 E-32400 E-31901/E31902 1, 2 3 50 51 E-20401/ E-20410 E-32202 2 2 Laatste bijwerking: 23 dec ‘11 2 De netmeeteenheid beschikt over 2 analoge uitgangen (4-20 mA): - huidig aktief vermogen (kW) - huidige arbeidsfaktor De uitschakelalarmen (wisselcontacten) voor temperatuur, oliedruk transformator, olieniveau transformator, bewaakt door de DMCR-module worden fail-safe in serie geplaatst ter bekrachtiging van de uitschakelkring van de distributietransformator. Zie schetsen in bijlage. Scheidingsschakelaar in plaats van vermogenschakelaar in HS-lokaal op secundaire zijde van de transfo. Schema aan te passen volgens schets uit bijlage. Voor de zuurstofmeter volstaat 1 stopcontact 230 Vac – het 2de stopcontact komt te vervallen. Scheidingsschakelaar toe te voegen voor voeding vanaf noodgroep. Schema aan te passen volgens schets uit bijlage. De aardelektroden zijn minimaal 15 m uit elkaar te plaatsen. Ongeacht het nulleiderstelsel dat wordt toegepast, moet er een differentieellosser met een afschakelwaarde van 300 mA voorzien worden voor de algemene diensten (stopcontacten, verlichting, verwarming, tracing en labo-uitrusting). Als uitzondering wordt voor de sanitaire voorzieningen 30 mA voorzien. Er moet ook een differentieellosser 300 mA voorzien worden per kring van de installatie die over sleepringen gaat (vb. bij ruimerbruggen). Een aparte differentieellosser is te voorzien voor de vermogen- en stuurkring. Bij gebruik van TT-netten is uitschakeling verplicht bij de eerste isolatiefout, geëlimineerd door een differentieellosser, waarbij steeds totale selectiviteit vereist is. Om totale selectiviteit te bekomen in een TT-net worden naast de hoofd differentieellosser, instelbaar tussen 0,5 en 1 A en geïntegreerd in de thermo-magnetische hoofdbeveiliging op de LSaankomst, aparte differentieellossers geplaatst per onderliggende voedingskring naar elk toestel met vaste waarde van 300 mA. Met het contact “?K? zie plan E32300” wordt het contact 1K6 van E32300 bedoeld 3/3/2011 Titel schema "Standmelding afsluiters" is te vervangen door “Aansturing afsluiters”. De werkschakelaar 1S1 dient niet apart teruggemeld te worden naar de PLC wegens terugmeldingen van 2K6, 2Q1 en 2S3. Schemabladzijde wijzigt volgens het schema in bijlage. Betreft relais 2K2 wielslipdetectie rakelbrug (E-32202) die veelvuldig schakelt. Deze is als statisch relais uit te voeren. 23/12/11 23/12/11 Blz. 6/13 23/12/11 23/12/11 23/12/11 23/12/11 23/12/11 23/12/11 23/12/11 23/12/11 13/12/11 Laatste bijwerking: 23 dec ‘11 Blz. 7/13 Laatste bijwerking: 23 dec ‘11 Blz. 8/13 Laatste bijwerking: 23 dec ‘11 Blz. 9/13 Laatste bijwerking: 23 dec ‘11 Blz. 10/13 Laatste bijwerking: 23 dec ‘11 Blz. 11/13 Laatste bijwerking: 23 dec ‘11 Blz. 12/13 Laatste bijwerking: 23 dec ‘11 Blz. 13/13