Europa in een notendop Een korte folder over Europa en de Europese Unie voor kinderen van 10 tot 15 jaar Docentenhandleiding De folder "Europa in een notendop" schetst een breed beeld van Europa en combineert aardrijkskundige, geschiedkundige en politieke perspectieven, die elk op één bladzijde worden gepresenteerd. U kunt het gehele document of individuele bladzijden afdrukken en als hand-out voor uw leerlingen gebruiken. U kunt natuurlijk ook de inhoud van het Worddocument aan uw specifieke onderwijsbehoeften aanpassen. I. DOELSTELLINGEN Een eerste inzicht in de gemeenschappelijke geschiedenis en cultuur van Europa bieden. Basisinformatie over de oprichting van de EU, haar activiteiten en instellingen en de rol van de lidstaten bieden. De verbanden (niet de losstaande feiten) benadrukken tussen: o het verleden en het heden van Europa, o de EU-lidstaten, de burgers, de instellingen en de activiteiten van de EU, o de verschillende onderwerpen (aardrijkskunde, geschiedenis, politiek en cultuur). II. THEMA'S VOOR DE LESSTOF Aardrijkskunde: de grenzen van Europa; een onderscheid tussen Europa en de Europese Unie; het aantal werelddelen. Geschiedenis: historische gebeurtenissen in een bredere context; begrip van de manier waarop het verleden van invloed is op het heden; lessen uit de geschiedenis. Sociale wetenschappen: landen in hun Europese context; democratie en communisme; oorlog en vrede; voorbereiding op een actieve rol als burger. Moderne vreemde talen: lees-, schrijf-, spreek- en luistervaardigheid. III. VOORBEELDEN VAN KLASSIKALE ACTIVITEITEN Aardrijkskunde (blz. 1 en 6) Vraag welke Europese landen de scholieren hebben bezocht en of ze grote verschillen in geografie, landschap, klimaat enz. hebben opgemerkt. 1 Geschiedenis (blz. 2 en 3) Bespreek: hoe traden de Europese landen vroeger met elkaar in contact? (d.m.v. handel, verdragen en politieke samenwerking, maar ook via oorlogen en conflicten) Bespreek: hoe hebben de Europese landen elkaar in de loop van de geschiedenis geïnspireerd? (b.v. op het gebied van wetenschap, uitvindingen, kunst, religie en filosofie) De Tweede Wereldoorlog: bespreek hoe jullie overgrootouders WOII hebben beleefd. Denk je dat ze na de oorlog vrienden konden worden met de mensen met wie ze in oorlog waren? Sociale wetenschappen (blz. 3 t/m 5) Bespreek: wat betekent het voor uw leerlingen om Europeaan te zijn of in Europa te wonen? Bespreek: waarom is de EU opgericht? Waarom wilden zo veel landen lid worden van de EU? "Wat doet de Europese Unie vandaag" (blz. 4): waarom hebben de EU-landen besloten deze zaken op Europees niveau te regelen? Zou je zelf op bepaalde gebieden anders hebben besloten? Moderne vreemde talen (blz. 1 t/m 6) Lees "Europa in een notendop" in een andere taal die je aan het leren bent ("Europa in een notendop" is beschikbaar in 23 taalversies, die allemaal via de site te vinden zijn). Bespreek (een of meer) bovenstaande vragen in de klas en laat de leerlingen antwoord geven. Laat uw leerlingen een lijst opstellen van woorden die in ten minste twee Europese talen worden gebruikt (inclusief hun moedertaal). Stimuleer uw leerlingen om het Ontdek Europa!-spel (beschikbaar in 22 talen) te doen in de vreemde taal die ze aan het leren zijn. IV. MEER INFORMATIE EN MATERIAAL Europa – ons werelddeel (blz. 1) Meer informatie over Europa: aardrijkskunde, vervoer, talen, klimaat, landbouw en de zee: "Ontdek Europa!" (brochure voor kinderen van 9 tot 12), blz. 3-18. Europa – onze geschiedenis (blz. 2) Meer materiaal over de Europese geschiedenis tot aan WOII: "Ontdek Europa!", blz. 19-29. 2 De oprichting van de Europese Unie (blz. 3) Meer materiaal over de oprichting en de ontwikkeling van de Europese Unie en de voorgangers ervan: Brochure: "Ontdek Europa!", blz. 30-33. Website met nadere achtergrondinformatie: De geschiedenis van de Europese Unie Wat doet de Europese Unie vandaag (blz. 4) De EU beschikt alleen over de bevoegdheden die haar door alle lidstaten uitdrukkelijk zijn toegedeeld (beginsel van bevoegdheidstoedeling). Hierbij drie voorbeelden (die verwijzen naar enkele van de kopjes op blz. 4): Vrijheid voor iedereen: Het vrije verkeer van werknemers is gegarandeerd bij het Verdrag van Rome tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (1957). Bij het Verdrag van Maastricht (1992) is dit recht uitgebreid tot iedere EU-burger, ongeacht zijn/haar economische activiteit. Geld: De euro is bij het Verdrag van Maastricht in 1992 aangenomen. De euro is in 1999 als "virtuele" munt ingevoerd en in 2002 met bankbiljetten en munten tastbaar geworden. Hulp aan armere gebieden: Het regionale beleid is oorspronkelijk in het Verdrag van Rome (1957) opgenomen en rechtsgrondslag is in de Europese Akte (1986) vastgesteld. Voor een toelichting op de wijze waarop de verantwoordelijkheden tussen de EU en de lidstaten zijn verdeeld, zie: "Europa in 12 lessen", blz. 20. Meer voorbeelden van beleidsterreinen van de EU: Europa, Het kennismagazine voor jongeren (brochure voor leerlingen van 13 jaar en ouder), blz. 24-33. Hoe de Europese Unie besluiten neemt (blz. 5) Meer informatie over de EU-instellingen, hoe zij samenwerken en hoe besluiten worden genomen, zie: Europa, Het kennismagazine voor jongeren, blz. 16-23. Hoe werkt de Europese Unie? (nadere achtergrondinformatie). De lidstaten van de Europese Unie (blz. 6) Meer informatie over de individuele EU-lidstaten: Basisinformatie over het politieke stelsel, de geschiedenis, de economie, de geografie, de cultuur en het traditionele voedsel van ieder EU-land. Interactieve kaart die leerlingen kunnen gebruiken om meer over de EU-landen te ontdekken. Europese Commissie Directoraat-generaal Communicatie, juli 2015 Reproductie toegestaan. 3