Scheikunde met beide voeten aan de grond! Scheikunde is best wel aard-ig een chemische benadering van bodemverontreiniging In 2011 probeerde een werknemer van Chemiepack een bevroren pomp te ontdooien met een snijbrander. Bij de zeer grote brand die daarbij ontstond zijn veel chemicalien in het bluswater terecht gekomen zoals je aan de paarse kleur van het water op de rechter foto kan zien. Een groot deel van dit bluswater is de bodem in getrokken samen met de chemicalien. Dit gebied is nu ongeschikt om in te werken of te wonen. Er zijn gelukkig technieken om de grond weer schoon te maken en bruikbaar voor de mens. vooraf achteraf De brand bij Chemiepack is een spectaculair voorbeeld van bodemverontreiniging. Meestal komt bij het ontstaan van bodemverontreiniging geen explosies aan te pas en is er sprake van lekkage of slordig werken. Zo kan er ongemerkt een grote vervuiling ontstaan zoals in het plaatje hiernaast. Op het kaartje hiernaast zie je waar de ongeveer 400000 plekken met bodemverontreiniging in Nederland voorkomen. Je ziet dat bodemverontreiniging een wijd verbreidt probleem is. De verontreiniging is schadelijk voor de mens en het ecosysteem. Het is een directe bedreiging voor onze drinkwater voorziening die in ons land vooral op grondwater is gebaseerd. Omdat er niet mag worden gebouwd op verontreinigde grond houdt bodemverontreiniging veel bouwprojecten tegen wat de economische groei remt. Het blijkt dat de verontreiniging niet op dezelfde plek in de bodem blijft zitten maar zich langzaam verspreid. Het probleem wordt dus steeds groter! Verpreiding van vuiling door de bodem ontvanger/receptor pad bron Wat kan er gedaan worden om deze vervuiling op te ruimen? Om deze vraag te beantwoorden moeten eerst meer weten over de soorten verontreinigingen en hun eigenschappen. Soorten vervuiling Er zijn vele soorten vervuiling van de bodem. De chemische en natuurkundige eigenschappen zijn van belang om de beste methode van opruimen te kiezen. Je kan de verontreiniging in 3 grote groepen indelen; Zware metalen. Zouten waarin giftige ionen (bv Zn2+, Cd2+, enz.) zitten van zware metalen. Organische verbindingen zoals de koolwaterstoffen diesel en benzeen. Organische verbindingen met een halogeenatoom zoals trichlooretheen. Dit soort verbindingen werd onder andere gebruikt om te ontvetten. Soorten sanering Het schoon maken van de bodem wordt saneren genoemd. Welke saneringstechniek wordt gekozen hangt af van de stofeigenschappen van de verontreiniging en van factoren zoals de snelheid waarmee er moet worden opgeruimd en de kosten die daaraan zijn verbonden. De volgende technieken worden veel gebruikt; Afgraven en de vervuilde grond verwerken in een fabriek. Bodem op zijn plaatst houden en de verontreiniging extraheren Bodem op zijn plaatst houden en de verontreiniging in de bodem omzetten in onschadelijke stof. (In-situ afbraaktechnieken) Vraag: Het afgraven van grond en daarna verhitten tot 800 graden Celsius waardoor de verontreiniging verbrandt is een lang bestaande techniek. Leg met chemische argumenten uit voor welk van de 3 typen verontreiniging deze techniek niet geschikt is. Vraag: Tegenwoordig wordt er bij voorkeur niet afgegraven omdat dit minder duurzaam is. Geef een argument waarom afgraven minder duurzaam dan in-situ afbraak? In-situ afbraaktechnieken In-situ afbraaktechnieken zijn technieken die de verontreinigingen terplekke in de bodem afbreken. Je laat de bodemstructuur intact. Onder in-situ afbraaktechnieken vallen de volgende technieken: Chemische reductie (met ijzer) Chemische oxidatie (ISCO) met verschillende soorten oxidatoren Versnelde natuurlijke afbraak Je ziet aan de woorden reductie en oxidatie dat reacties met elektronen overdracht een belangrijke rol spelen bij het afbreken van verontreinigingen. De zo worden (gechloreerde) koolwaterstoffen omgezet onschadelijke stoffen zoals etheen. Deze stof komt van nature in de bodem voor. Vraag: Stel de halfreactie op van de omzetting van benzine (octaan (C8H18) in etheen (C2H4), water, H+ en elektronen spelen ook een rol in deze halfreactie. Vraag: Leg met chemische argument uit of het zin heeft fijn verdeeld ijzer toe te voegen aan de bodem om een verontreiniging met benzine op te ruimen. In het algemeen hebben koolwaterstoffen een lage redoxpotentiaal en kunnen reageren als een reductor. Gechloreerde koolwaterstoffen hebben een iets hogere rodoxpotentiaal en kunnen daardoor zowel reductor als oxidator zijn. Je kan dus heel veel verschillende stoffen in de vervuilde bodem brengen die met de verontreiniging zullen reageren mits ze de juiste redoxpotentiaal hebben. In-situ chemische oxidatie Bij een bodemsanering door in-situ chemische oxidatie (ISCO) wordt een sterk oxidatiemiddel in de bodem gebracht. Hierdoor wordt de verontreiniging langs chemische weg afgebroken (geoxideerd), waarbij onschadelijke verbindingen worden gevormd. Met deze techniek is een grote hoeveelheid aan verontreiniging in een korte periode te verwijderen uit de bodem en blijft er vergeleken met andere in-situ technieken slechts een kleine restverontreiniging achter. Het belangrijkste aspect bij een ISCO-sanering is dat het oxidatiemiddel voldoende in contact moet komen met de verontreiniging. Daarom is een goede bodemdoorlatendheid bepalend voor de effectiviteit en het succes van de sanering. Ook een niet te lage grondwaterstand is een belangrijke voorwaarde voor het slagen van de sanering, alsmede een niet te hoog gehalte aan organisch materiaal (planten resten) in de grond. Vraag: Geef een chemisch argument waarom teveel plantenresten (bv veen) in de bodem de afbraak van de verontreiniging verstoord. Een oplossing van het oxidatiemiddel wordt de grond in gebracht met een injectiesysteem dat is afgestemd op de omstandigheden ter plaatse. Vraag: Geef een technisch argument waarom de waterstand in de bodem hoog moet zijn voor een effectiever omzetting van de verontreiniging. Veel gebruikte oxidatoren voor ISCO Oplossingen van de volgende stoffen worden veel gebruikt om verontreiningen te oxideren. waterstofperoxide (H2O2),( natrium)permanganaat (Na+ MnO4-) en (natrium)persulfaat (Na+2S2O82-). Dit zijn sterke oxidatoren die met veel verontreinigen kunnen reageren en geen giftige restproducten achterlaten. Ook zijn deze stoffen relatief goedkoop wat voor de economische haalbaarheid van een sanering van belang is. De stoffen verschillen onder andere in de tijd dat ze actief blijven in de bodem. De werkzaamheid van H2O2 is maar 1 a 2 dagen, permanganaat (MnO4-) werkt een paar maanden en persulfaat (S2O82-) werkt tot een jaar in de bodem. Injectie voor oxidator in de grond Vraag: Hoe bereken je hoeveel moet je de grond in pompen? Je krijgt als consultant het volgende probleem. Uit een ondergrondse tank van een benzinestation is 200L diesel gelekt. Je gaat natriumpersulfaat gebruiken om de verontreiniging te saneren. Het persulfaat reageert maar voor 20% met de diesel, de rest reageert met andere (niet schadelijke) stoffen in bodem. Hoeveel kg van deze oxidator moet je bestellen om het benzine station te saneren? Gebruik de volgende gegevens; De chemische formule voor diesel is bij benadering C13H28 De dichtheid van diesel is 0,84 kg L-1 De halfreactie van diesel is : C13H28 + 26H2O 13CO2 + 80H+ + 80eDe halfreactie van persulfaat is : S2O82- +2e- 2SO42We gaan in stapjes naar het antwoord werken Bereken het aantal mol diesel in de 200 L Stel m.b.v. de halfreacties de totaal reactie tussen persulfaat en diesel op en bereken het aantal mol natriumpersulfaat dat je bij 100% effectiviteit nodig hebt. Corrigeer voor de 20% effectiviteit en bereken het aantal kilogram natriumpersulfaat wat je nodig hebt. Invloed van ICSO op de bodem Omdat de verontreiniging bij een ISCO-sanering wordt geoxideerd, worden de omstandigheden in de bodem zuurstofrijker. In sommige gevallen heeft dit een positief effect op biologische afbraakprocessen. Hier staat echter tegenover dat bacteriën (die uit organisch materiaal bestaan) ook geoxideerd worden. Omdat bacteriën in zeer kleine bodemporiën onbereikbaar blijven voor het oxidatiemiddel en kunnen overleven, gaat de bodem door ISCO overigens niet biologisch dood. Verder vindt bij de toepassing van alle oxidatiemiddelen zuurvorming plaats, en kan ook de doorlaatbaarheid van de bodem worden beïnvloed. Afhankelijk van het gebruikte oxidatiemiddel kan deze hoger of juist lager worden. Vraag: De doorlaatbaarheid van een bodem die wordt behandeld met kaliumpermanganaat (KMnO4) neemt in de loop van de tijd af. Leg m.b.v. de halfreactie in de binas uit waarom dit gebeurd. Natuurlijke afbraak Veel soorten bodemverontreiniging kunnen door natuurlijke afbraak langzaam (100 jaar) uit de bodem worden verwijderd. In de meeste gevallen gaat het hierbij om biologische afbraak waarbij micro-organismen zoals bacteriën de verontreiniging afbreken. Welke bacterie aan de slag gaat, en met welk afbraakproces, hangt af van het soort afval en het milieu in de bodem. De belangrijkste randvoorwaarde is dat de omstandigheden in de bodem zodanig zijn dat de micro-organismen er goed kunnen gedijen. Met name het voedsel, ingrediënten voor de ademhaling, de temperatuur, de zuurtegraad, en het voorkomen van toxische verbindingen zijn van belang. Deze bepalen welke micro-organismen voorkomen, en welk afbraakproces mogelijk is. Door de omstandigheden voor de mirco-organismen optimaal te maken kan je het afbraakproces versnellen. Biologische ademhaling van belang voor de afbraak Er komen van nature in de bodem microben voor die verontreinigingen kunnen verteren. Om te begrijpen hoe dat kan moeten wat dieper ingaan op de biologische processen die plaatsvinden in de cel. Alle levende organismen halen adem en verbranden voedsel om energie op te wekken. Soms bestaat dat voedsel uit zelf aangemaakte glucose die is aangemaakt d.m.v. fotosynthese. Deze glucose wordt door dissimilatie met behulp van zuurstof omzet in een energiedrager voor de cel, ATP. Het glucose wordt m.b.v water omgezet in CO2 en H+ en elektronen terwijl de zuurstof met H+ en elektronen wordt omgezet in water Vraag: Stel de halfreacties en de totaal reactie op voor de omzetting van glucose in waterig milieu met zuurstof tot koolstofdioxide en water Voor het aanmaken van ATP zijn altijd redoxreacties van belang omdat die reacties de energie aanleveren. Het voedsel is altijd een reductor en levert elektronen terwijl voor de ‘ademhaling’ een oxidator nodig is om de elektronen kwijt te raken. Het gebruik van zuurstof is een relatief recente evolutionaire ontwikkeling. Wegens de hoge redoxpotentiaal van zuurstof is dit gas erg giftig voor veel organismen. Je eigen lichaam bevat dan ook veel enzymen die je beschermen te gen de giftigheid van zuurstof. De organismen, zoals jezelf, die wel overweg kunnen met zuurstof kunnen veel energie halen uit hun voedsel door het grote potentiaal verschil van de redoxreactie. In de loop van de evolutie zijn er organismen ontstaan met die een veelheid aan reductoren en oxidatoren kunnen gebruiken. Voorbeelden van oxidatoren die door organismen gebruikt worden zijn , in afnemende redoxpotentiaal. O2 Mn4+ NO3Fe3+ SO42CO2 De reactie van sulfaat als oxidator vindt volgens de Binas (tab 49) alleen plaats in warm geconcentreerd zwavelzuur. Een organisme zal dit niet overleven. Door gebruik te maken van katalysatoren kan een cel deze reactie ook in water bij neutrale pH en lage temperatuur laten plaatsvinden. Vraag: Hoe worden de katalysatoren in een cel genoemd? Een op het eerste gezicht vreemde stof om in te ademen is koolstofdioxide. Toch vindt dit veel plaats en de microben die dit kunnen hebben een grote invloed op ons klimaat. Ze maken moerasgas oftewel methaan aan, een sterk broeikasgas. Moerasgas zijn de gasbellen die je soms in modderige sloten omhoog ziet komen. Vraag: Stel de halfreactie van koolstofdioxde als oxidator op. Methaan , H+ en water komen ook voor in de halfreactie. Er zijn zelfs organismen die een metalen oppervlak kunnen gebruiken om hun elektronen rechtstreeks aan kwijt te raken. Deze elektrode fungeert dan als oxidator. Voor het organisme is alleen van belang dat het de elektronen die vrijkomen uit het voedsel kwijt kan. Een voorbeeld Eplant? Oefening concentraties en potentialen verder uitwerken? Samenvattend Organische bodemverontreiniging wordt afgebroken door oxidatieprocessen. Dit betekent dat er elektronen vrijkomen uit de veronteiniging. De reactie kan dus alleen plaatsvinden als zich in de bodem tevens stoffen bevinden zie deze elektronen weer op kunnen nemen, zoals zuurstof, nitraat, ijzer(III)-ionen, sulfaat of koolstofdioxide. Of zo´n gecombineerde reductie-oxidatie (redox)-reactie kan plaatsvinden is de bepalende factor voor de mogelijkheid van natuurlijke afbraak. Vraag: Het gebruik van waterstofperoxide zal in eerste instantie de biologische afbraak nagenoeg stilleggen maar in de periode na het uitwerken van het waterstofperoxide (2 dagen) vindt er juist extra biologische afbraak plaatst. Welk gas dat is ontstaan zorgt voor deze versnelling? uitbreiden? Een voorbeeld, VOCl VOCl zijn Vluchtige OrganoChloor-verbindingen, ofwel vluchtige alifatische chloorkoolwaterstoffen. VOCl worden gebruikt als oplosmiddel en/of ontvettingsmiddel in de metaal- en galvanische-, de elektronische- en de grafische industrie, als reinigingsmiddel bij chemische wasserijen, als bestanddeel van PVC, en als hulpstof in de voedingsmiddelenindustrie. Ook in huis zijn VOCl vaak in omloop, bijvoorbeeld in printerinkt en verfverwijderaar. Omdat ze zo veel gebruikt worden zijn er tot ruim tien jaar geleden veel locaties verontreinigd geraakt met deze stoffen. En dat is vervelend, want VOCl zijn in vergelijking met andere verontreinigingen relatief toxisch (gifitg). Bovendien breken ze langzaam af, verspreiden ze zich gemakkelijk en zakt puur product door het hoge soortelijk gewicht vaak diep de bodem in. De risico's die VOCl met zich meebrengen zijn te onderscheiden in humane-, ecotoxicologische- en verspreidingsrisico's. Afhankelijk van de blootstelling aan VOCl kunnen acute (directe) of chronische (lange termijn) effecten optreden. Bij blootstelling door bodemverontreiniging treden de acute effecten overigens zelden op. Om de risico's terug te dringen wordt een VOCl verontreiniging gesaneerd. Je kan een veel voorkomende verontreiniging als trichlooretheen verwijderen door het te laten reageren met H2O2. Hierbij ontstaan onder andere water, koolstofdioxide, zuurstof en chloride. Vraag: Stel de eerst de halfreactie op van trichlooretheen en zoek daarna de juiste halfreactie van waterstofperoxide op in de binas (tab 49). Combineer deze tot een totaal reactie. Vraag: Welke stof in de vorige vraag is de reductor? Sanering van VOCl + koolwaterstof verontreinigingen Op veel plaatsen is de bodem verontreinigd met een mengsel van stoffen. Dit kan het opruimen bemoeilijken. Soms heeft de natuur een meevaller in petto. Zo blijkt de combinatie van koolwaterstoffen, zoals vet en diesel, en gechloreerde koolwaterstoffen, zoals de vetverwijderaar trichlooretheen, biologisch afbreekbaar. Als eerste stap wordt trichlooretheen omgezet in dichloorethen, andere microben zetten het om in chlooretheen en uiteindelijk in etheen, een stof die van nature voorkomt in de bodem. Ontgraving bij VOCl-verontreinigingen wordt alleen toegepast ten behoeve van bronverwijdering. Hierbij wordt grond met zeer hoge VOCl-gehalten verwijderd. Deze hoge concentraties zijn toxisch voor de micro-organismen. Vraag: Wat is hier het voedsel en welke stof wordt ingeademd? Vraag: Berekening benzeen met PCE? Bv 100 liter Vervuiling bij jouw inde buurt? Zoek op www.soilpedia.nl naar een plek bij jouw in de buurt die wordt gesaneerd. De vervuiling is dichterbij dan je denkt!