militair én humanitair?

advertisement
Vierde
vredesconferentie
Interventies:
militair én humanitair?
Zaterdag
23 februari 2008
10u tot 17u
Gemeenschapscentrum De Markten - Oude Graanmarkt - 1000 Brussel
Een initiatief van het Vredesnetwerk
militair én humanitair?
Veertig jaar geleden plaatste de oorlog in Biafra (1967 – 70), die vele honderdduizenden slachtoffers maakte, de
discussie op de agenda over de noodzaak
om te interveniëren om humanitaire redenen. Naast het principe uit het VN-Handvest dat naties soeverein zijn en een ander
land zich niet mag mengen in de binnenlandse aangelegenheden, klonk de roep
steeds luider om mensen te beschermen
tegen het brute geweld van dictators en
gewapende groeperingen. Het concept van
de humanitaire interventie was geboren.
Op deze vierde vredesconferentie analyseren en bediscussiëren we de verschillende
facetten van het begrip interventie met:
Rik Coolsaet, Francine Mestrum, Jean
Bricmont, Dirk Barrez, John Vandaele,
Pol De Vos, Jan Weuts, Wouter
Devriendt, Hans Lammerant, Tim
Bogaert, Ludo De Brabander, Wim
Benda, Maggie Poppe, Jan Dreezen, Raf
Custers, Kris Berwouts, Jim Lobe, e.a.
Ò
Ook de Europese Unie tekende een veiligheids- en defensiebeleid uit dat er moet
voor zorgen dat op korte termijn militair
kan worden ingegrepen met een vredesmacht via ontwapeningsacties tot het
dwangmatig opleggen van vrede. Maar de
kritiek bleef niet lang uit. Gaat het enkel
om militaire interventie om humanitaire
redenen? Of draait het ook en vooral om
militaire interventies met een belangenagenda die achter een humanitaire façade
wordt weggestopt? Wie garandeert immers
dat het economische blok Europa geen
militaire arm nodig heeft om andere dan
humanitaire belangen te verdedigen?
Vrede
Interventies:
2
Vierde desconferentie
Vre
Interventies: militair én humanitair?
Humanitaire interventies,
zo oud als de straat
De zware mensenrechtenschendingen in
Darfur voeden voor de zoveelste keer het
debat over het recht op humanitaire interventie. Somalië, Rwanda, de Iraakse
Koerden, Oost-Timor,… de lijst met conflicten waar de roep om te interveniëren
telkens luid weerklonk is ellenlang. Mark
Eyskens, een voormalige minister van
Buitenlandse Zaken, stelde het op het
ogenblik van de Rwandese genocide zo:
“We moeten de humanitaire hulp terug op
gang brengen door gebruik te maken van
de NGO’s en de missionarissen. In landen
met een hoog risico zoals Rwanda,
Burundi en Zaïre, moet er een militaire
omkadering komen.”
Het aanhalen van humanitaire redenen om
militair ingrijpen te rechtvaardigen, het
zogenaamde Ius ad Bellum, is niet nieuw.
Zo waren er regelmatig westerse interventies tegen het Ottomaanse rijk om christelijke minderheden te beschermen. Zelfs
het kolonialisme werd een dekmantel om,
dixit Leopold II, “(…) de vlag van de
beschaving te planten op CentraalAfrikaanse bodem en te strijden tegen de
slavenhandel… Dat zijn onze
humanitaire plichten”. De
gruwelijke oorlog om Biafra (1967 tot
1970) met talrijke slachtoffers en claims
dat er een genocide plaatsvond, vormde
het startschot voor de moderne versie van
de humanitaire interventie. Bernard
Kouchner richtte ‘Artsen zonder Grenzen’
op en zou van dan af een hevig pleitbezorger worden van de idee dat het principe
van de soevereiniteit van naties niet kon
gehandhaafd worden bij humanitaire crisissen. Desnoods moest het militair apparaat ter hulp worden geroepen om mensenlevens te redden, zo klonk het. Het VNHandvest staat evenwel het gebruik van
geweld alleen toe in geval van zelfverdediging of na toestemming van de VNVeiligheidsraad. In de praktijk staan heel
wat landen afkerig tegenover humanitaire
interventies omdat ze vrezen voor misbruik door machtige staten of omdat het
de eigen interne machtspositie in gevaar
kan brengen.
Het einde van de Koude oorlog en het
wegvallen van de rivaliteiten tussen twee
blokken opende de deur voor wat president Bush senior de ‘Nieuwe Wereldorde’
Vierde desconferentie
Vre
3
noemde. Het aantal interventies op humanitaire gronden steeg, maar tegelijk bleek
ook hoe het machts- en belangenspel op
de achtergrond meespeelde. Bovendien
werd al gauw duidelijk dat interventies
konden ontaarden in nog meer instabiliteit en geweld. Om de Koerden in NoordIrak tegen Saddam Hoessein te beschermen werd op Brits-Amerikaans initiatief
een veilige zone (‘No-Fly-zone’) afgekondigd, terwijl de Koerden in Turkije aan hun
lot werden overgelaten. NAVO-bondgenoten van Turkije zagen er geen graten in om
het land massa’s wapens toe te stoppen.
Aan het hele Irak-verhaal hangt tot vandaag ook een petroleumgeurtje. In
Somalië werden de Amerikaanse militairen
al gauw gezien als vreemde indringers, ook
al ging de interventie gepaard met een
resolutie van de VN. De humanitaire interventie mondde uit in een oorlog die nog
meer instabiliteit bracht. Hoewel succesvolle interventies op één hand te tellen
4
Vierde desconferentie
Vre
zijn, werd het interventiemechanisme
structureel ingebed. Geïnspireerd door de
crisis rond Kosovo, kondigde de NAVO een
Nieuw Strategisch Concept af, waardoor
het transatlantische bondgenootschap
voortaan ook buiten het NAVO-grondgebied kon opereren. De Europese Unie heeft
de jongste jaren veel werk gemaakt van
een Europees Veiligheids- en Defensiebeleid dat in staat moet zijn om een hele
reeks interventieopdrachten (van ontwapeningsacties tot peace enforcement) uit
te voeren. Het resultaat is dat in de meeste westerse landen het militaire apparaat
wordt omgeturnd van een louter defensieapparaat, naar een modern en mobiel
interventieleger. Daarbij hoort ook een
efficiënte defensie-industrie die zich
middels het Europees Defensie-agentschap
verzekerd heeft van een stevig politiek en
financieel kader.
Het succes van een interventie
Weinigen zullen betwisten dat er bij
humanitaire interventies meestal ook
belangen meespelen die van economische
of geopolitieke aard zijn. Maar stel dat er
redelijkerwijs kan worden aangenomen dat
een interventie inderdaad legitiem is, om
bijvoorbeeld mensenlevens te beschermen, dan is er nog een tweede aspect dat
aandacht verdient, namelijk wanneer kunnen we spreken van een geslaagde interventie? Militairen en ook veel politici neigen ertoe om het objectief van een interventie zo eng mogelijk te definiëren, zoals
‘regimewissel’ (Afghanistan), het beveiligen van een gebied of stad (Bosnië) of het
openen van een ‘humanitair corridor’
(Somalië). Als de focus van een interventie militair is, dan is er ook gemakkelijker
sprake van succes. Het militair optreden
heeft de Taliban van de macht verdreven
en in Irak kwam er een einde aan het
regime van Saddam Hoessein, maar in beide gevallen begonnen de problemen pas
toen er verzet rees tegen de aanwezigheid
van de buitenlandse troepen. De vele
doden zorgen er voor dat men zelfs louter
militair op langere termijn bezwaarlijk van
een succes kan spreken. De
UNMIL-missie in Liberia of de
UNAMSIL-missie in Sierra Leone zijn militair gesproken wel een succes geworden,
maar hier ging het dan ook om door de VNvoorbereide en gemandateerde missies,
die niet alleen de burgerbevolking moesten beschermen, maar bovenal maar konden slagen omdat er een vredesakkoord
was overeengekomen. Dat was bijvoorbeeld niet het geval bij de UNOSOM II operatie (1993 tot 1995) in Somalië die
bekendheid zou verwerven als de ‘Battle of
Mogadishu’. De internationale troepenmacht werd mede door haar gewelddadig
en onhandig optreden partij in het conflict en kreeg na verloop van tijd alle
Somaliërs tegen zich. De interventie had
de situatie verergerd.
Maar een militair succes is eigenlijk nog
maar de prelude van het moeilijker deel,
namelijk de opbouw tot een stabiele politieke, economische en juridische staat. De
oorlog om Kosovo mag dan militair wel
een succes worden genoemd (als we de
500 doden als gevolg van de bombardementen buiten beschouwing laten), maar
heeft een politieke oplossing niet echt
Vierde desconferentie
Vre
5
dichterbij gebracht, noch voor de deels
gevluchte Servische minderheid in deze
provincie, noch in de ogen van de Serviërs
in het algemeen die zich tot vandaag massaal kanten tegen een afscheiding van
Kosovo.
De meeste humanitaire interventies spelen
zich af in gebieden die op economisch
en/of politiek vlak in elkaar zijn gestuikt,
de zogenaamde ‘mislukte staten’. Een militair optreden zal aan die grondoorzaken
weinig kunnen veranderen. Het is dus
nodig dat de politieke en economische
context verandert. En dan zitten we al
gauw in de discussie over eerlijke handelsrelaties, stabiele grondstoffenprijzen,
schuldenlast of wapenhandel.
We zouden kunnen samenvatten dat
robuustere militaire interventies weinig
kans maken op succes, omdat het daarmee
gepaard gaande geweld, vernietiging van
infrastructuur of burgerslachtoffers, de
bevolking in het verzet duwt. Als de missie
voorzichtig wordt opgebouwd, met minstens een vredesakkoord of een breed
gesteund politiek proces en een terughoudend militair optreden dan stijgen ook de
6
Vierde desconferentie
Vre
kansen op succes. Het verschil wordt
gemaakt in de steun die de bevolking in
meer of mindere mate geeft aan een militaire missie. De ontmijningsoperaties in
Libanon in het kader van UNIFIL kunnen
om evidente redenen rekenen op de steun
van de bevolking. Ook het Europese EUFOR
RD Congo dat tijdelijk de VN-operatie
MONUC in Congo ging ondersteunen tijdens de verkiezingen kon rekenen op de
steun van de bevolking. Sommige van die
operaties (ontmijning in Libanon) kunnen
evenwel net zo goed door civiele hulpverleners worden uitgevoerd.
Interventie: Pro en contra
Pro: Democratische parlementaire partijen over interventie (*)
CD&V
Open-VLD
Een doeltreffend Europees buitenlands
beleid is maar mogelijk wanneer dit
gepaard gaat met een geloofwaardige
Europese defensiecapaciteit. Deze
Europese defensie moet de EU in staat
stellen tot snelle en effectieve interventies in de eerste plaats op het gebied
van humanitaire bijstand, vredeshandhaving en crisisbeheer, maar ook – op
termijn – op het gebied van de verdediging van het eigen grondgebied tegen
dreigingen en aanvallen van buitenaf.
En verder: de internationale rol van
België “moet de rode draad zijn door de
hele structuur van de krijgsmacht.”
Enerzijds draagt de uitbreiding van de
NAVO-opdrachten naar crisismanagement en vredesoperaties bij tot het
behoud van de wereldvrede, (met een
mandaat van de Verenigde Naties) en
anderzijds verhoogt de synergie van de
NAVO- en de EU-capaciteit (met inbegrip van de NATO Response Force en de
Rapid Reaction Force van de EU) de
efficiëntie. De globalisering van de rol
van het bondgenootschap kenmerkt
zich door meer “out of area”-operaties
(Afghanistan, Darfur) en humanitaire
opdrachten (orkaan Katrina in de VS,
aardbeving Kasjmir).
Groen!
SP.a
Europa mag niet worden uitgebouwd
tot een militaire supermacht; er moet
wel een verantwoorde veiligheidspolitiek uitgewerkt voor een civiele macht
Europa. Dat gebeurt door een versterking van de multilaterale aanpak en het
binden van acties aan de internationale
rechtsorde. Een eigen EU strategisch
veiligheidsconcept definieert dan de
opdrachten en inzetgebieden van de
eigen snelle interventiemacht. Militaire
interventies en inzet van EU-vredestroepen dienen gebonden te zijn aan
een VN-mandaat.
Wezenlijk is dat in de EU-benadering
hulp, handel, diplomatie en militaire
kracht geïntegreerd worden tot een
structurele politiek van preventie en
stabilisatie mondiaal. Europeanen
geven de voorkeur aan internationale
partnerschappen met centraal daarin
de Verenigde Naties. Het gebruik van
geweld is in de goedgekeurde Europese
veiligheidsstrategie het allerlaatste
middel is. Het kan alleen worden
gebruikt met instemming van de VN.
(*) syntheses uit partijprogramma’s of parlementaire verslagen
Vierde desconferentie
Vre
7
Contra: het standpunt van Vrede vzw
Vrede heeft op zich geen problemen met
defensie. Een land, een volk mag en moet
zich kunnen verdedigen als het wordt aangevallen. Maar het westerse defensiebeleid is de afgelopen jaren omgevormd tot
een interventiebeleid, zonder dat er bij
stilgestaan wordt of interventies wel efficiënt zijn. Daarenboven koesteren we ook
een enorm wantrouwen. Veel interventies
worden ondernomen omdat er belangen
moeten worden verdedigd.
Het VS-optreden in Irak was er heus niet
voor de mooie ogen van de Irakezen. De
roep in bepaalde kringen om militair te
interveniëren in Darfour heeft wellicht
meer te maken met petroleum en grootmachtenrivaliteit (China) dan met humanitaire overwegingen. Hoe stevig staan we
in onze schoenen als diezelfde landen die
wereldwijd stabiliteit en orde willen uitdragen, tegelijk de belangrijkste wapenleveranciers zijn, of via internationale
instellingen een handelspolitiek voeren
met catastrofale gevolgen voor de armste
lagen van de bevolking? De wereld geeft
nota bene nog geen tien procent van de
militaire bestedingen uit aan ontwikkelingssamenwerking. Als humanitair statement, mag dat wel tellen.
8
Vierde desconferentie
Vre
«De strijd tegen het terrorisme is een
oorlog zonder afgelijnde vijand, zonder
afgelijnde doelwitten, zonder begin en
zonder einde. Soms openlijk te zien, soms
totaal niet te bespeuren voor de buitenwereld. Hij zal omvattender zijn dan de
koude oorlog», dixit Rumsfeld eind 2001.
Het antiterrorisme is dus eigenlijk een
concept van oorlog. Wanneer de staat van
oorlog uitgroeit tot een toestand waaraan
geen einde meer komt, wordt de traditionele scheidingslijn tussen oorlog en politiek alsmaar vager.
Er wordt door beleidsmensen steeds minder
over defensie gesproken, en steeds meer
over veiligheid. De soevereiniteit van een
staat wordt fundamenteel in vraag gesteld,
het recht op militaire interventie is een feit
geworden. «Interventie om stabiliteit te
brengen» zeggen de NAVO-teksten. In de
praktijk wordt dat al gauw een stabiliteit in
functie van de marktglobalisering.
De militaire interventie is vooral een verlengstuk van de al jarenlange economische en politieke interventie vanuit de
internationale instellingen ter meerdere
eer en winst van de transnationale ondernemingen.
Humanitaire interventie kort
Een humanitaire interventie kan omwille
van verschillende redenen opgezet worden. Het kan gaan om de verdediging
en/of evacuatie van landgenoten en/of
andere buitenlanders, het beëindigen van
duidelijke en langdurige schendingen van
mensenrechten, de bescherming van de
burgerbevolking tegen de gevolgen van
burgeroorlog of om humanitaire bijstand
mogelijk te maken en tenslotte ter begeleiding van een politiek proces en stabilisering na een conflict.
Volgens het Verdrag van Lissabon kan een
Europese interventie opgezet worden voor
gezamenlijke ontwapeningsacties, humanitaire en reddingsmissies, advies en bijstand op militair gebied, conflictpreventie
en vredeshandhaving, crisisbeheersing
met inbegrip van vredestichting en stabilisering na afloop van conflict
Bij een humanitaire interventie ontstaat een conflict tussen twee beginselen: enerzijds dienen staten elkaars soevereiniteit
te respecteren, maar anderzijds dienen
staten fundamentele mensenrechten te
beschermen.
Binnen kringen van de Verenigde Naties is
er daarom geprobeerd om beide principes
met elkaar te verzoenen via het concept
van de ‘Responsability to protect’ (R2P).
Op elk land rust de verantwoordelijkheid
om onderdanen te beschermen.
Bij falen is het aan de ‘internationale
gemeenschap’ om op te treden. Basistoetssteen is dat de dreiging ernstig
genoeg moet zijn en dat de interventie
belangenvrij en dus gebaseerd is op de
juiste doelstelling, waarbij alle andere
middelen zijn uitgeput en het gebruikte
geweld proportioneel en de balans van
consequenties positief is.
Vierde desconferentie
Vre
9
Nieuwe crisissen ondermijnen
anti-terreuroorlog van G.W.Bush
Jim Lobe
Nu het Witte Huis verkondigt dat de nieuwe
aanpak in Irak vruchten afwerpt tracht
Washington hopeloos andere vuurhaarden
in te dijken.
De situatie in Pakistan, de aanhoudende
dreiging van een Turkse invasie in Iraaks
Koerdistan en het gevaar voor een nieuwe
oorlog in de Hoorn van Afrika tussen VSbondgenoot Ethiopië en Eritrea doen veronderstellen dat Washington steeds meer
de gijzelaar wordt van krachten en personen die aan zijn controle ontsnappen.
Dit alles terwijl er geen beweging zit in
het Israël-Palestina vredesproces, de
impasse in Libanon voortduurt, en de
Iraans-Amerikaanse betrekkingen onder
hoogspanning blijven.
De situatie aan de grens tussen Turkije en
Iraaks Koerdistan heeft onmiddellijke
gevolgen voor wat de regering Bush in
Irak wil bereiken. Het gevaar is niet denkbeeldig dat een aanval op TurksKoerdische stellingen in Irak zou leiden
tot een rechtstreekse confrontatie met de
Iraakse Koerden, die een belangrijke pijler
10
Vierde desconferentie
Vre
vormen voor de stabiliteit in Noord-Irak,
en het meeste personeel leveren voor het
nieuwe Iraakse leger dat de VS aan het
opleiden is.
Wat in Pakistan gebeurt dreigt alle
Amerikaans vertrouwen in Musharraf weg
te nemen, en de ontwikkelingen kunnen
de positie van radicale islamisten versterken in deze kernwapenstaat. Dat zal zeker
afstralen op Afghanistan.
In de Hoorn van Afrika treedt Ethiopië op
als regionaal verlengstuk van de Verenigde
Staten. De Ethiopische militaire bezetting
van Somalië, en Eritrea’s steun aan de
Islamitische Rechtbanken daar, neigen
naar een nieuwe directe oorlog tussen
Eritrea en Ethiopië. Dergelijke oorlog zal
niet snel een militaire overwinnaar opleveren: nog verdere destabilisatie van de
regio en een nieuwe humanitaire catastrofe dienen zich aan.
(8 november 2007)
Jim Lobe, hoofd van het Washington
Bureau van Inter Press Service (IPS), is de
slotspreker op de vredesconferentie.
NAVO-oorlog tegen Joegoslavië,
het kantelmoment
Algemeen worden de NAVO-bombardementen op Joegoslavië en de daaraan gekoppelde militaire interventie in Kosovo
(maart-juni 1999) gezien als het scharnierpunt in de discussie over militaire
humanitaire interventies. Deze oorlog
werd gestart zonder mandaat van de
Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
In juni 1999, kort na de NAVO bombardementen op Joegoslavië, verdedigde toenmalig Brits eerste minister Tony Blair in
Newsweek dat er een “nieuwe morele
kruistocht” moest komen. “We hebben nu
een kans om een nieuw internationalisme
te bouwen”, zei hij. George Robertson,
toenmalig Brits minister van Defensie (en
enkele maanden later Secretaris-Generaal
van de NAVO) voegde eraan toe dat het VN
Charter dat de soevereiniteit van de naties
verdedigt, moest overboord gegooid worden, en bedreigde “regeringen die geweld
gebruikten tegen hun eigen bevolking”.
Maar die bedreigingen gelden niet voor
Turkije, NAVO-lid, dat in de jaren ’90 strijd
voerde tegen de Koerdische rebellen en
daarbij zowat 3000 Koerdische dorpen vernietigde, met 30.000 doden en 3 miljoen
vluchtelingen als gevolg. Ook de wandaden van de autoriteiten in Indonesië,
Israël en Colombia, om maar enkele landen te noemen waar de westerse belangen
gediend worden, worden buiten beschouwing gelaten.
Humanitaire interventies volgens
de Verenigde Staten
Onder de titel “Humanitaire en vroege preventieve maatregelen” schrijft het
Amerikaanse Ministerie van Defensie in
haar ‘Quadrennial Defense Review’ van
februari 2006:
“De VS-krachten gaan verder met het verzekeren van humanitaire bijstand en urgentie-operaties bij rampen overal in de
Vierde desconferentie
Vre
11
wereld. Het voorkomen dat crisissen erger
worden en het lijden verlichten zijn doelstellingen in overeenstemming met de
Amerikaanse waarden. Ze zijn ook in het
belang van de Verenigde Staten. (…) Deze
interventies tonen ook de goodwill en het
medelijden van de Verenigde Staten.
(…) De VS was in de voorhoede van de
internationale hulp aan de slachtoffers van
de tsunami van 2004. (…) In de voorbije
vier jaar hebben VS strijdkrachten ook een
essentiële rol gespeeld in het verhinderen
dat crisissen ernstige conflicten werden.
In Liberia (2003), in Haiti (2004), in de
bestrijding van het terrorisme en de drugsmaffia in Colombia.”
De ‘responsibility to protect’
De NAVO is sterke voorstander van het
verschuiven van de discussie over het
recht op interventie, naar de ‘responsibility to protect’.
Met deze stelling schuift de NAVO het internationaal recht onder de mat, of geeft er
een eigen interpretatie aan. Daarbij komt de
hele nadruk te liggen op de slachtoffers, en
blijven de belangen van de interveniërende
partij compleet buiten beeld.
12
Vierde desconferentie
Vre
Het Europees interventieleger…
humanitair?
Het Lissabon-verdrag, getekend in december
2007, is het verdrag dat de Europese grondwet vervangt, maar grotendeels dezelfde
inhoud behoudt.
De lidstaten van de EU verbinden zich tot
militarisering, bewapening en wereldwijde
militaire interventie ( art. 27-3). Daarbij
wordt een Europees interventieleger opgezet
dat buiten de unie opdrachten moet kunnen
uitvoeren van ontwapening van conflictpartijen, en van het militair optreden in kader
van de zogenoemde crisisbeheersing.
Europarlementair Tobias Pflüger beschouwt
deze tekst als een blauwdruk voor wereldwijde EU-oorlogen tegen het “terrorisme”. Niet
onbelangrijk daarbij is dat de hele militaire
EU politiek zich volgens de ontwerptekst
inschrijft in de NAVO strategie (art.27-7).
Opinies over interventie
“Nationale soevereiniteit was
nooit absoluut”
“Interventie in andermans zaken is zo oud
als de wereldpolitiek. Machtige mogendheden zijn steeds tussenbeide gekomen in
de binnenlandse aangelegenheden van
andere landen – en zwakkere mogendheden hadden geen andere keuze dan de
bemoeizucht van de grote mogendheden
te ondergaan. Nationale soevereiniteit
was nooit absoluut, tenzij op papier – van
de Vrede van Westfalen in 1648, over de
Volkenbond in 1919, tot en met de
Verenigde Naties in 1945. In 2005 onderschreven alle lidstaten van de Verenigde
Naties het recht, zelfs de verplichting, tot
interventie in geval van grove inbreuken
tegen de menselijkheid. Nieuw label voor
interventie door de rijken en machtigen –
of reële humanitaire bekommernis ? Eerder
het tweede, al is het eerste nooit ver weg.
Maar nu de wereldpolitiek afstevent op
een machtstrijd tussen de bestaande
grootmachten en de groeilanden riskeert
‘de verantwoordelijkheid om te beschermen’ de inzet te worden van een politieke
strijd, waarbij de slachtoffers opnieuw
dezelfden zullen zijn: de weerlozen.”
Rik Coolsaet (Voorzitter Vakgroep Politieke
Wetenschappen, Universiteit Gent)
“Zijn arme landen altijd falende
staten?”
“Ontwikkeling, armoede, falende staten,
het recht op bescherming, humanitaire en
militaire interventies ... Het zijn begrippen die in de hedendaagse vertogen als
vanzelfsprekendheden bij elkaar horen.
Maar welke logica gaat er achter schuil? En
horen die termen wel echt bij elkaar? Zijn
“arme landen” altijd “falende staten”? En
zeker, mensen hebben recht op bescherming, maar wie moet die bescherming bieden? Moet het sociale bescherming zijn of
politiebescherming? Deze grote begripsverwarring heeft alles te maken met het
moeilijke tijdsgewricht waarin we leven en
dat nog altijd niet afdoende is geanalyseerd. De gevolgen van de neoliberale
mondialisering zijn nog niet allemaal in
kaart gebracht: de vervaging van de grenzen tussen binnenlands en buitenlands
beleid, de nieuwe betekenis van “ontwikkeling”, “risico” en “bescherming”,
Vierde desconferentie
Vre
13
de nieuwe inhoud van “soevereiniteit” en
“staat”. We moeten ons afvragen of onze
oude en bekende begrippen, van kapitalisme tot imperialisme, voldoende analytisch
inzicht kunnen verschaffen. Want ondanks
de schuchter opduikende tegenvertogen
en ondanks de dreigende crises, is er voorlopig geen einde van deze neoliberale
mondialisering in zicht.”
Francine Mestrum (Attac, doctor in de
sociale wetenschappen)
“Interventiedwang”
Een van de meest opvallende lijnen in het
huidig discours is wat we de interventiedwang zouden kunnen noemen. Anderzijds
zien we dat de vredesbewegingen nog
maar een schaduw zijn van wat ze recent
nog waren ten tijde van de kernrakettencrisis in de jaren 1980.
De combinatie van deze twee vaststellingen
– de verspreidheid van de interventieideologie tegenover de zwakheid van de
14
Vierde desconferentie
Vre
oppositie tegen imperiale oorlogen –
vormt de kern van mijn uiteenzetting. Ik
zal kritisch de kernpunten onderzoeken
die de basis vormen voor de interventieideologie: wat is de ware aard van diegene
die moet interveniëren? In zoverre het een
beleid is van machtige staten, kunnen we
dan de humanitaire verklaringen vertrouwen? Welke zijn de gevolgen op langere
termijn van de westerse interventie in de
derde wereld? Is de traditionele kijk op
internationaal recht dat unilaterale interventies verbiedt, werkelijk een zaak van
het verleden? Ten slotte zal ik proberen
een andere politieke benadering te schetsen, vertrekkend van een radicaal alternatieve visie op de Noord-Zuidrelaties.
Jean Bricmont (professor theoretische
fysica, UCL)
Rik Coolsaet, Francine Mestrum en Jean
Bricmont treden op de Vredesconferentie in
debat met elkaar rond interventie
Deelnemende organisaties van het vredesnetwerk
Attac Vlaanderen is een volksbeweging voor een
wereldwijde belasting op de speculatieve geldstromen
en die zich daarbij verzet tegen het neoliberalisme.
Attac-Vlaanderen doet dat door middel van debatteren,
informatie verspreiden, actie voeren en het mobiliseren
van grote bevolkingsgroepen.
Meer info: http://vl.attac.be/
Het BRussells Tribunal bestaat uit intellectuelen,
artiesten en activisten die de logica van de permanente
oorlog aanklagen. Het BRussells Tribunal organiseerde
een volkstribunaal gericht tegen de neoconservatieven
in de VS en de illegale invasie van Irak. Het probeert
banden te smeden tussen het intellectuele verzet in de
Arabische wereld en de westerse vredesbeweging.
Meer info: [email protected] http://www.brusselstribunal.org
IMAVO vzw (Instituut voor Maatschappijkritische Actie,
Vorming en Onderzoek) is een sociaal-culturele beweging die werkt rond het thema van ‘de noodzaak van
menselijke conflicten’ vanuit het devies: “wie harmonie
idealiseert, veroorzaakt wantoestanden”. IMAVO wil
door het uitdragen van ideeën bijdragen tot de verbetering van het menselijke samenleven en het individuele
menselijke leven.
Meer info: [email protected] - www.imavo.be
KP - Kommunistische Partij
Vlaamse Politieke beweging. Meer info:
[email protected] - www.kp-online.be
LEF (Links Ecologisch Forum) is een Radicaal Groen
Linkse Partijoverstijgende Beweging die wil bijdragen
tot het bundelen en zichtbaar maken van het verzet in
de politieke arena.
Meer info: [email protected] www.lef-online.be
Het Masereelfonds is een actieve en ongebonden vereniging die kritisch en alert het maatschappelijke en
culturele gebeuren bevraagt en volgt. Het
Masereelfonds organiseert een brede waaier van boeiende activiteiten op vele plaatsen in Vlaanderen en
Brussel. Vraag gratis en vrijblijvend aan op de hoogte
gehouden te worden van onze activiteiten en/of een
proefnummer van ons ledenblad. Meer info:
[email protected] - www.masereelfonds.be
Al meer dan 40 jaar werkt Oxfam-Solidariteit aan een
andere wereld waar de basisrechten van iedereen worden gerespecteerd. Samen met partners in ruim 25 landen, met andere organisaties en met honderden vrijwilligers zoeken we duurzame oplossingen voor armoede,
onrecht en uitsluiting.
Meer info: [email protected] - www.oxfamsol.be
StopUSA, Stop United States of Aggression, is een vredesorganisatie die wil meewerken aan het verzet tegen
de oorlogspolitiek van de Verenigde Staten en haar bondgenoten. We werken aan analyse, informatie en mobilisatie over de oorlog in Irak en Afghanistan, de oorlogsdreiging tegen Iran, de versterking van de NAVO en de uitbouw van een Europese interventiemacht, ... StopUSA is
(samen met Vrede vzw) lid van de Wereld-vredesraad.
Meer info: [email protected] - www.StopUSA.be
Vonk is de naam waarmee militanten uit de arbeidersbeweging en politiek bewuste jongeren een concreet
project voor maatschappijverandering vorm geven.
Vonk ziet in het socialisme een alternatief voor een
nieuwe maatschappijvorm waarbij de opbrengst van de
economie via nationalisatie van de sleutelsectoren
gebruikt kan worden voor allerhande sociale doeleinden. Meer info: www.vonk.org
Vrede vzw werkt rond internationale politiek, ontwikkelingsproblematiek en vredesvraagstukken.
Uitgangspunt is dat een gedegen kennis van het
wereldgebeuren onmisbaar is als fundering voor een
gezonde maatschappelijke actie op dit terrein. De centrale stelling luidt: minder militaire uitgaven, meer
sociale rechtvaardigheid.
Meer info: [email protected] - www.vrede.be
Vierde desconferentie
Vre
15
Interventies: militair én humanitair?
PROGRAMMA
10u Onthaal + koffie
‹ 10u15 Welkom door
Stefaan Declercq (Oxfam-Solidariteit)
‹ 10u30 Openingsdebat: ‘Ingrijpen of niet?’
V.U.: Georges Spriet - F. Bernierstraat, 29 - 1060 Brussel - Opmaak: José Mangano - Foto’s: Tineke D’haese
Rik Coolsaet - professor buitenlandse
betrekkingen Universiteit Gent en Directeur
van het Koninklijk Instituut voor
Internationale Betrekkingen – auteur van
o.a. Macht en waarden in de wereldpolitiek
Jean Bricmont - professor aan de Université
Catholique de Louvain – auteur van o.a.
Impérialisme Humanitaire (binnenkort in
Nederlandse vertaling)
Francine Mestrum – doctor in de sociale
wetenschappen (specialisatie ontwikkelingsproblematiek) – auteur van o.a. Globalisering
en Armoede
Gespreksleider: Dirk Barrez – journalist
en publicist
12u - 13u:
Middagpauze: broodjesmaaltijd is voorzien
‹ Werkgroepen
De werkgroepen worden telkens ingeleid
door één of twee sprekers. We voorzien veel
ruimte voor de deelnemers om te participeren aan de discussie. In elke werkgroep
zetelt een voorzitter en een verslaggever.
13u - 14u15
Eerste reeks werkgroepen
• R2P of de ‘Responsability to Protect’
(John Vandaele, gevraagd – journalist
Mo* Magazine)
• Negen jaar NAVO-interventie
(Pol De Vos - StopUsa)
• Darfour: interveniëren of niet?
(Jan Weuts – Caritas International en
Wouter Devriendt – parlementslid Groen!)
• Mislukte staten (Francine Mestrum – Attac)
• Het debat binnen de vredesbeweging
over interventie (Hans Lammerant –
Vredesactie en Tim Bogaert – Pax Christi)
Pauze
14u30 tot 15u45
Tweede reeks werkgroepen
• Het Europese Veiligheids en
Defensiebeleid (Ludo De Brabander –
Vrede vzw)
• Interventie en de nationale bevrijdingsstrijd (Wim Benda - Vonk)
• Vrouwenrechten, argument voor
interventie? (Maggie Poppe - NVR)
• Alternatieven voor militaire interventie
(Jan Dreezen – Oxfam-Solidariteit)
• Wat doen tegen het geweld in
Centraal-Afrika? (Raf Custers – journalist
en Kris Berwouts - EurAc)
16u
‹ Slottoespraak
De Amerikaanse interventiepolitiek door
Jim Lobe (Journalist in de VS bij Inter
Press Service, IPS)
17u:
Receptie aangeboden door de organisatie
Inkom: 3 Euro - Inschrijving gewenst via [email protected] of 09/233.46.88
16
Vierde desconferentie
Vre
Download