Konivos Alotossa Irespaseräsä Boek der Irespaanse grammatica – 16-01-2002 © 2001, 2002, Daan Goedkoop Inleiding Irespaserä is de taal die gesproken wordt door de ongeveer 10 miljoen mensen in Irespa. Irespa is één van de modernste landen van het gehele werelddeel. De taal behoort tot de ???-familie. Hij gebruikt veel voor- en achtervoegsels in plaats van losse voorzetsels etc. dat soms lange, betekenisrijke woorden kan opleveren. Een andere belangrijke eigenschap is de klinkerharmonie. Een achtervoegsel dat gebruikt wordt moet uit dezelfde klinkergroep komen als waar het woord zelf uit komt. Gelukkig kunnen de meeste voorzetsels vrij gemakkelijk aangepast worden aan een andere groep door een umlaut te plaatsen of weg te halen. Fonologie Hieronder is een tabel met klinkers en medeklinkers. Vergeet niet om alle klinkers duidelijk uit te spreken; klinkers worden geen schwa als ze geen klemtoon hebben! Achter u oe o oo a aa Voor ä eh ö uh ü uu Midden e ee i ie äy ij bpdtfvszklmnr Net zoals in het Nederlands c ts g een stemhebbende k, als in garçon. y j Klemtoon De klemtoon valt altijd op de eerste lettergreep van het woord, eventueel dus ook op voorvoegsels. De klemtoon heeft geen invloed op de uitspraak van de klinkers en medeklinkers. Alfabet Hier ben ik nog niet uit. Morfologie Klinkerharmonie Dit is erg belangrijk. Alle woorden kunnen in twee categorieën worden ingedeeld, woorden met voor-klinkers en woorden met achter-klinkers. Woorden met alleen maar neutrale klinkers worden tot de voor-woorden gerekend. voor: eküri, nürä, alle andere woorden op –ä. achter: valos, etoli, falos, alle andere woorden op –os. Basiseindes Hetgeen hieronder zijn slechts basiseindes. Er zijn altijd uitzonderingen mogelijk. Met een andere klinker op het eind is er niets aan de hand. Als er een medeklinker op het eind staat, komt er tussen het woord en de vervoeging een ä/a, afhankelijk van de klinkerharmonie. Deze klinker wordt precies zo gebruikt als in de onderstaande tabellen, in het geval van een a zoals in de middelste tabel; dat is de standaard achter-groep. Zelfstandig naamwoord voor fentä zelfstandig naamwoord achter uyos Bijvoeglijk naamwoord Bijvoeglijke naamwoorden gaan mee in het aantal en het geslacht van het zelfstandig naamwoord. Ze staan voor het zelfstandig naamwoord. voor achter bijvoeglijk naamwoord fentä uyos Bijwoorden Bijwoorden vertellen iets over een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord. Het bijwoord staat voor het woord waar het op slaat. voor achter bijvoeglijk naamwoord fentäs uyo Naamwoorden Naamvallen Hieronder staat een tabel met alle naamvallen. Bijvoeglijke naamwoorden moeten ook de goede naamval krijgen: voor achter -os lijdend voorwerp rezä fenta faros onderwerp rezäle fentale farole bezittelijk rezäsä fentasa farossa naartoe (meew. vw.) rezäcü fentacu farocu vandaan rezädes fentades farodes voorbij (ook ‘overheen’) rezäcä fentaca faroca Let hier goed op! Het onderwerp staat in een naamval, maar het lijdend voorwerp niet! Dit komt oorspronkelijk omdat het werkwoord het persoon al aangeeft, en het onderwerp dus minder vaak in een zin voorkomt dan het lijdend voorwerp. Voorzetselvervoegingen in bij op achter rezäm rezävä rezäzän rezänis fentayim fentava fentazan fentanis farim farova farozan faronis Andere vervoegingen Hieronder staan andere vervoegingen van naamwoorden die niet in een van de bovenstaande categorieën te plaatsen zijn. meervoud rezän fentan faran Bijwoorden hebben er geen een groep märezä mafenta mafaros vanwege ~ rezätek fentatek farostek en rezäk fentak farek alle rezäte fentate faroste sommige geen niet rezäväy pärezä nirezä fentaväy pafenta nifenta faroväy pafaros nifaros Werkwoorden Hieronder is het schema van de tijden van Irespaserä: bezig In het verleden werkte In het heden werkt In de toekomst van het heden zal werken van het verleden zou werken afgelopen had gewerkt heeft gewerkt zal gewerkt hebben zou gewerkt hebben Gebiedende wijs De gebiedende wijs eindigt meestal op –mi en kan naar elk persoon vervoegd worden. De betekenis wordt dan ongeveer als volgt: Enkelvoud 1e persoon laat 2e persoon werk! 3e persoon Meervoud 1e persoon laten we werken! 2e persoon werkt! 3e persoon Tegenwoordige tijd De bezige wijs van de tegenwoordige tijd wordt gebruikt voor alles dat zich in het heden afspeelt, dus ook gewoontes etc. De afgelopen wijs wordt gebruikt voor een actie die in het heden al afgelopen is. De gebiedende wijs in de afgelopen wijs kan worden gebruikt als in Nederlandse zinnen als “had dan gewerkt!”. De bezige wijs bestaat uit de standaardvervoegingen, en is geheel regelmatig. In de afgelopen wijs is meteen een voorbeeld van het weglaten van de e in het –ez-achtervoegsel te zien (behalve in de gebiedende wijs, waar juist de z verdwijnt). Verder is hier te zien dat de –ezek-combinatie samengesmolten is tot -esk: BEZIG AFGELOPEN voor achter voor achter Enkelvoud 1e persoon ekürök volok ekürzök volzok 2e persoon ekürü volu ekürzü volzu 3e persoon eküris volis ekürzis volzis Meervoud 1e persoon ekürekön volekon eküreskön voleskon 2e persoon ekürecön volecon ekürzecön volzecon 3e persoon eküresi volesi ekürzesi volzesi geb. wijs ekürmi volmi eküremi volemi De afgelopen tijd levert hier natuurlijk een probleem op als de stam van het werkwoord op s of z eindigt. In dat geval wordt de sez/zez vervangen door st. Bij stammen op –m wordt een speciale gebiedende wijs gebruikt: BEZIG AFGELOPEN voor achter voor achter Enkelvoud 1e persoon vistök lastok 2e persoon vistü lastu 3e persoon vistis lastis Meervoud 1e persoon vistekön lastekon 2e persoon vistecön lastecon 3e persoon vistesi lastesi geb. wijs emmi ammi Verleden tijd De bezige wijs van de verleden tijd wordt gebruikt voor zaken die op het moment waarover gepraat wordt, bezig waren. Hij is weer geheel regelmatig. De afgelopen wijs wordt gebruikt voor zaken die op dat moment al afgelopen waren. Bij deze is weer het weglaten van de e te zien, waarbij de tz in –atz samengesmolten is tot een c: BEZIG AFGELOPEN voor achter voor achter Enkelvoud 1e persoon ekürätök volatok eküräcök volacok 2e persoon ekürätü volatu eküräcü volacu 3e persoon ekürätis volatis eküräcis volacis Meervoud 1e persoon ekürätekön volatekon eküräcekön volacekon 2e persoon ekürätecön volatecon eküräzecön volazecon 3e persoon ekürätesi volatesi eküräcesi volacesi Toekomstige tijd Deze tijd wordt gebruikt voor dingen die in de toekomst gebeuren. Hij heeft ook een gebiedende wijs, die wordt gebruikt als iemand in de toekomst iets moet doen, zoals in “Neem het morgen mee!”. De toekomstige tijd lijkt op het eerste gezicht geheel regelmatig, maar let op! Aangezien de n oorspronkelijk van en –on-achtervoegsel komt, heeft de gebiedende wijs daarvan niet de n maar juist de o overgehouden! Verder is ook hier de –ezek/-esk-wisseling te zien: BEZIG AFGELOPEN voor achter voor achter Enkelvoud 1e persoon ekürnök volnok ekürnezök volnezok 2e persoon ekürnü volnu ekürnezü volnezu 3e persoon ekürnis volnis ekürnezis volnezis Meervoud 1e persoon ekürnekön volnekon ekürneskön volneskon 2e persoon ekürnecön volnecon ekürnezecön volnezecon 3e persoon ekürnesi volnesi ekürnezesi volnezesi geb. wijs ekürömi volomi Toekomst van het verleden Van de toekomst van het verleden komt de bezige wijs overeen met de Nederlandse voorwaardelijke wijs, als in “ik zou reizen”. De afgelopen wijs betekent dus iets in de trend van “ik zou gereisd hebben”. Hier zien we dat de n van de toekomst-vervoeging in het enkelvoud van de bezig-wijs nog bestaat. Bij alle andere vervoegingen van de toekomst van het verleden verdwijnt die n. Ook hier is het verdwijnen van de e in – ez goed te zien; evenals dat in de afgelopen wijs de n van –tän verdwijnt door de toegevoegde z: BEZIG AFGELOPEN voor achter voor achter Enkelvoud 1e persotan ekürtänök voltanok ekürtäzök voltazok 2e persotan ekürtänü voltanu ekürtäzü voltazu 3e persotan ekürtänis voltanis ekürtäzis voltazis Meervoud 1e persotan ekürtäkön voltakon ekürtäzekön voltazekon 2e persotan ekürtäcön voltacon ekürtäzecön voltazecon 3e persotan ekürtäsi voltasi ekürtäzesi voltazesi geb. wijs ekürtämi voltami Als de stam van het werkwoord eindigt op een t, dan wordt die niet verdubbeld en vervalt de t van de uitgang dus. Andere vervoegingen Verder zijn er dan nog de volgende vervoegingen van werkwoorden: voor achter infinitief eküri voli causatief (laten) eküremi volomi wie het doet ekürerä volaros (heb zin om het) te ~ eküri voli aan het ~ zijn eküräni volani bevestigend (ik ~ het wel) ekürüti voluti transitief maken eküreki voleki als dan eküri eküri voli voli Voornaamwoorden Persoonlijke voornaamwoorden ik ok jij os hij is wij oken jullie osen zij isen Als er geen nadruk op het persoonlijk voornaamwoord valt, kan het worden weggelaten. Ekurok! Ik doe mee! Echter, om ‘het’ onbenadrukt te zeggen wordt ‘is’ zonder nadruk gebruikt, tegen de regels in. Om ‘het’ mét nadruk te zeggen wordt ‘so’ gebruikt. Is pluyis. ‘t Regent. Andere voornaamwoorden Ding Wat ke dit ste dat so alle tue sommige fue geen nitus wat dit dat alle sommige geen tis fuis nimus iedereen iemand niemand Persoon ki wie Tijd kim stim ekim tui fui näyus wanneer nu dan altijd soms nooit stu esu etu efu nuis hier daar overal ergens nergens Plaats ku waar Manier kesazos hoe stesazos zo Reden kerezä sörezä soki nerzä waarom daarom omdat zomaar Anders käy suy dat (ik zeg dat...) toen, op dat moment Overigens moet het onderscheid tussen persoon en ding wel duidelijk zijn: alles dat leeft wordt tot de personen gerekend, alles dat dood is tot de dingen. Het woord ‘dat’ in ‘Het huis dat Jan heeft gebouwd is mooi.’ wordt gewoon gebruikt en is käy. Afleidingsmorfologie Algemeen tegenovergestelde voor achter -os usrezä usfenta usfaros Werkwoord naar zelfstandig naamwoord hulpmiddel ervoor ekür vol waar men het doet ekür vol werkwoord -> zelfst. ekürä volos hetgeen dat ge... wordt ekürivä volivos Zelfstandig naar bijvoeglijk naamwoord In de normale gevallen wordt geen vervoeging gebruikt. met rezävek fentavek zonder särezä safenta Bijvoeglijk naar zelfstandig naamwoord farovek safaros In de normale gevallen wordt –tä of –ta gebruikt. fen fentä Met de betekenis “degene/hetgeen dat het is” wordt de standaard zelfstandig naamwoordvervoeging gebruikt: fen fenä (de vrije; het vrije) uy uyos (het nieuwe; het nieuwigheidje) Naamwoord naar werkwoord (algemeen) rezi het zijn rezäri het worden rezömi het maken rezfäzi fenti fentari fentomi fentfazi fari farari faromi farofazi Syntaxis Woordvolgorde De algemene woordvolgorde in een zin is SOV. Toch is de woordvolgorde dankzij de naamvallen redelijk vrij: als je ergens de nadruk op wilt leggen zet je dat zinsdeel vooraan de zin. Ontkenning Om een gewoon woord te ontkennen kan de niet-vervoeging worden gebruikt. Om een werkwoord te ontkennen wordt geen vervoeging gebruikt, maar een speciaal werkwoord ‘nici’ dat ‘niet doen’ betekent. Deze wordt vervoegd met de ‘aan het ~’ wijs (‘-ani’). Nicekön cepäni. Wij zijn niet mooi. (Letterlijk: wij zijn niet aan het mooi zijn) Houden van, leuk vinden, ... Hiervoor is een enkel woord. Het is vergelijkbaar met het Engelse like. Hetgeen waarvan je houdt is een lijdend voorwerp en dus een accusatief. Vraagzinnen Deze veranderen de woordvolgorde niet. Er komt wel een vraagteken, ook voor de zin: ¿ke? Woorden De woordenlijst van Irespasera staat in een losse spreadsheet. Deze is nog niet publiek beschikbaar.