Interne richtlijnen Uitvoeringsvoorschrift wijkactiviteiten en participatie

advertisement
Interne richtlijnen Uitvoeringsvoorschrift wijkactiviteiten en participatie
Inleiding
Deze interne richtlijnen worden door de afdeling wijkmanagement toegepast op subsidieverzoeken
voor wijkactiviteiten en participatie. De richtlijnen weerspiegelen jarenlange ervaring met de praktijk
van de wijk. Wijken, buurten, straten en activiteiten verschillen van elkaar. De ene situatie is de andere
niet. Hiermee moet voldoende rekening gehouden kunnen worden. Aan de andere kant is het nodig
enig houvast te hebben in de afwegingen. Te grote verschillen tussen subsidietoekenningen voor
gelijke activiteiten zijn incidenteel verdedigbaar, maar moeten uitzondering blijven. Daarom gelden de
richtlijnen als intern – maar wel openbaar - richtsnoer waar beargumenteerd van kan worden
afgeweken. Aan deze richtlijnen kunnen op zichzelf geen rechten worden ontleend. Aan een
gemotiveerde beschikking natuurlijk wel.
Ruimte voor experiment
In de nieuwe verhoudingen tussen bewoners, ondernemers en overheid moet er ruimte zijn voor
experimenten. Bijvoorbeeld een experiment waarbij bewoners meer zeggenschap krijgen over het
voor hun wijk beschikbare budget. Of meer zeggenschap willen over beschikbare voorzieningen. Je
moet dan niet de verantwoordelijkheid van bewoners en ondernemers bij voorbaat zo in te perken, dat
alsnog een goedkeuringsprocedure, met aan het einde een overheidsfunctionaris, nodig is. De enige
voorwaarde die in zo’n geval opgelegd zou moeten worden is de anti-discriminatiebepaling in artikel 7
van het Uitvoeringsvoorschrift.
Algemene richtlijnen
1. Projecten/ activiteiten die voor financiële ondersteuning in aanmerking komen dienen een
breed sociaal of maatschappelijk belang in de wijk.
2. Activiteiten met een overwegend consumptief karakter komen niet in aanmerking voor
subsidiering. Het accent ligt op initiatieven die activerend werken naar andere wijkbewoners
om méé te doen.
3. Een project/activiteit voldoet in het algemeen aan de volgende voorwaarden:
De activiteit is wijkgericht.
De activiteit heeft voldoende draagvlak en is relevant voor een groot deel van de wijk.
De activiteit heeft meerwaarde voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk, buurt of
straat. De activiteit bevordert de samenwerking tussen de bewoners, gebruikers en
organisaties in de betreffende straat, buurt of wijk.
Kosten van consumpties komen niet in aanmerking voor subsidie.
Minimaal 30% van de subsidiabele kosten wordt gedekt door sponsoring en eigen
bijdrage deelnemers.
Subsidiëring van jaarlijks terugkerende activiteiten is niet vanzelfsprekend.
Een subsidieaanvraag bevat een inhoudelijke omschrijving van de activiteit (wat, waar,
wanneer, waarom, voor wie) en een financiële onderbouwing (een overzicht van de
totale geschatte kosten en verwachte inkomsten).
De activiteit wordt georganiseerd voor bewoners, door bewoners, in eigen wijk.
4. Vermogensvorming ten laste van gemeentesubsidie wijkactiviteiten en participatie is niet
toegestaan. Subsidieoverschotten worden teruggevorderd.
Richtlijnen wijkbladen/ wijkwebsites
Wijkbladen en wijkwebsites zijn in beginsel selfsupporting. In beoordeling van de mogelijkheden tot
het verwerven van eigen inkomsten spelen de omstandigheden in de betreffende wijk mee.
Een tijdelijke subsidie is mogelijk, bij wijze van vangnet of aanjaagsubsidie. Deze subsidie is
gebonden aan een einddatum.
De periode en de hoogte van de tijdelijke subsidie voor wijkbladen en wijkwebsites is mede
afhankelijk van de omstandigheden in de betreffende wijk.
Wjikbladen en wijkwebsites streven naar financiering via overige inkomsten zoals sponsoring
en advertentieverkoop.
Binnen het programma Wijken vindt afstemming plaats over de hoogte van de voor wijkbladen
en wijkwebsites te verstrekken subsidies. De hoogte van deze subsidies wordt bepaald op
basis van deze afstemming.
Om in aanmerking te komen voor subsidie moeten wijkbladen samenwerken met een
wijkwebsite en v.v..
Richtlijnen organisatiekosten
Organisatiekosten betreffen kosten inzake o.a. huur activiteitenruimte (in wijkcentra geldt een nultarief), publiciteit en vergaderkosten. Ook een subsidie voor organisatiekosten is voortaan tijdelijk. Om
voor subsidie in aanmerking te komen moeten organisatiekosten daarom rechtstreeks verband
houden met een of meer activiteiten.
De volgende richtbedragen (gebaseerd op een kalenderjaar) gelden voor tijdelijke subsidies ten
behoeve van organisatiekosten:
straat/complex niveau
€ 100,buurtniveau
€ 250,wijkplatforms/wijkraden
€ 1.200,Richtlijnen straat/buurtfeesten/ straatspeeldagen
Deze activiteiten blijven van belang als smeermiddel in ontmoeting. Ontmoeting moet dan gezien
worden als middel om bewoners te enthousiasmeren actief te worden voor de wijk, voor anderen in de
buurt. De volgende richtlijnen gelden voor straat/buurtfeesten.
Richtbedrag voor straat en buurtfeesten is € 250,- en voor wijkfeesten is dit € 1.000,-(uitzondering hierop is mogelijk wanneer het gaat om een grootschalig wijkevenement, zoals
Dukenburg Presenteert, bij een speciale viering of in een jubileumjaar).
De activiteit wordt georganiseerd door bewoners en voor bewoners in de eigen wijk
Een activiteit komt op jaarbasis één keer voor subsidie in aanmerking.
Er wordt een redelijke eigen bijdrage betaald.
Eten, drank en snoep zijn niet subsidiabel.
Attenties en cadeautjes zijn niet subsidiabel.
Richtlijnen overige Ontmoetingsactiviteiten
De kosten van recreatieve uitstapjes, waaronder busreisjes, zijn in geen enkel geval meer
subsidiabel.
De kosten van recreatieve- en ontspanningsactiviteiten, zoals knutsel-,biljart- en kaartclubs
zijn incidenteel voor maximaal € 300,-- subsidiabel.
De kosten voor seizoensactiviteiten (bijvoorbeeld Sinterklaas- en Kerstviering) zijn incidenteel
voor maximaal € 300,-- subsidiabel.
Bingo’s komen niet voor een subsidiebijdrage in aanmerking.
In verband met de tijdelijkheid van subsidies en de doelgerichtheid (op een activerend, dus
niet op een consumptief karakter van het initiatief) is een aantal praktijkvoorbeelden te geven
waarvan de kosten NIET of niet meer voor subsidie in aanmerking komen. Het gaat veelal om
roerende zaken:Inrichting van kantoorruimte, zaalhuur en/of sportkleding voetbalteams,
aanschaf grote materialen zoals laptop, I-pad/ I-phoneAED kast, audio- visuele apparatuur,
partytenten. e.d..
Overige richtlijnen
Bij de organisatie van activiteiten kunnen bewoners, indien noodzakelijk, ondersteund worden
door externen. De kosten van deze inzet maken deel uit van de begroting voor deze activiteit
en worden met de rekening en verantwoording van de activiteit tegelijk verantwoord.
Vrijwilligerswerk is maatschappelijke inzet, zonder dat daar een vergoeding tegenover staat.
Niettemin wordt de algemene waardering voor vrijwilligersinzet op verschillende manieren
geuit. Soms met een “bestuursvergoeding”, soms in de vorm van een etentje of een
vrijwilligersfeest. Of met een cadeau-, boeken- of eetbon, een flesje wijn. Een materiele
waardering voor vrijwilligers is géén recht. Het gaat om een gift, waarvan de omvang in
redelijke relatie tot de inzet/ waardering moet staan. Zo nodig heeft wijkmanagement contact
met de Vrijwilligerscentrale om tot een oordeel te komen.
Download