Het ontstaan van West-Europa: Duitsland in vogelvlucht van ong. 400 – 1000 (en daarna) Vroege geschiedenis In de prehistorie werd het gebied dat we nu als Duitsland kennen bewoond door Germaanse en Keltische stammen. Germaanse stammen waren vanuit Scandinavië in Duitsland aanbeland, en werden tijdens de Grote Volksverhuizing naar het zuiden en westen gedrukt. De Romeinen trokken uit het zuiden op, en legden hun grens langs de Rijn en de Donau. Een poging nog verder noordwaarts op te rukken mislukte, bovendien waren de rivieren veel makkelijker te verdedigen. Een groot aantal van hen probeerde het Romeinse Rijk binnen te komen om zich daar te vestigen. Tenslotte trokken de Romeinen zich terug. Voor alle kaarten: http://cartografie.startpagina.nl/ http://geschiedenis-in-kaart.startpagina.nl/ Midden-Europa in de Romeinse tijd: Europo anno 400 Merovingen De Merovingen waren een dynastie van Frankische koningen, die een regelmatig veranderend gebied in delen van het huidige Frankrijk en Duitsland regeerden van de 5e tot de 8e eeuw. Inhoud 1 Geschiedenis 2 Lijst Merovingische koningen 3 Chronologie en territoriale verdelingen Geschiedenis De Merovingische dynastie dankt zijn naam aan Merovech, koning van de Salische Franken van 447 tot 457. Zijn kleinzoon, Clovis, kon het grootste deel van Gallië ten noorden van de Loire verenigen. Hij is ook verantwoordelijk voor het verspreiden van het katholicisme in Frankrijk en omstreken, toen hij zich in 496 liet dopen. Clovis verdeelde zijn rijk na zijn dood over zijn vier zonen naar Frankische gewoonte. De Merovingen zijn ook verantwoordelijk voor het ontstaan van het feodalisme, toen deze koningen hertogen verantwoordelijk stelden voor het regeren, verdedigen en rechtspreken in kleine delen van hun koninkrijk. Tegen de 7e eeuw hadden de koningen weinig feitelijke macht meer, en waren vooral symbolische figuren. Ze begonnen zichzelf steeds meer toe te leggen op wereldlijke geneugten, en lieten het regeren van hun koninkrijk over aan hofmeiers (major domo in het Latijn). Het ambt van hofmeier werd erfelijk vanaf de Karolingen. (Zie: Karel Martel) De Karolingen onttroonden de Merovingen in 751, toen Pepijn de Korte de Frankische edelen achter zich kreeg en de laatste Merovingische koning, Childerik III, afzette. Lijst Merovingische koningen 447 - 458: Merovech munt uit 1720 Merovech was hoogst waarschijnlijk koning van de Salische Franken (447-458) na Chlodio. Hij is de naamgever van de zogenaamde Merovingen, onder welke het Frankische rijk tot bloei kwam. Volgens Emil Rückert [1] zou de naam Merovingen als volgt tot stand gekomen zijn: het heersende geslacht van de Franken woonde aan de Merwede of Merowe, bij Slot Loevestein, waar deze samenvloeit met de Maas. Merovech zou hieraan zijn naam ontleend hebben. Legendarische koning Over Merovech zelf is weinig bekend, en hij geldt daarom als een half-mythische figuur. Hij was waarschijnlijk de zoon van Chlodio. Volgens de legende werd hij verwekt toen zijn moeder bij het baden een zeemonster tegenkwam. Vandaar de uitspraak dat iemand van (Europese) adel "blauw bloed" zou hebben, zoals de zeewezens. Omstreeks 450 verkeerde de Salische Franken op goede voet met de Romeinse Generaal Aetius. Als bondgenoten hebben zij, en daarmee ook vermoedelijk Merovech in 451 meegestreden aan de zijde van Aetius tegen de Hunnen. Merovech werd opgevolgd door zijn zoon Childerik I. Europa anno 500 458 - 482: Childerik I Childerik I (ca. 436-481 of 482) was een koning (hertog) van de Salische Franken. Hij volgde zijn vader Merovech op als heerser van de Saliërs in de omgeving van Doornik. Childerik diende vermoedelijk als generaal onder de Romeinse keizer Majorianus en in die hoedanigheid ook onder de Gallo-Romeinse heersers Aegidius en Paulus. Geschiedenis Childerik verkreeg het leiderschap bij de dood van zijn vader omstreeks 458. Hij had zijn machtsbasis rond om de stad Doornik, en beheerste mogelijk de Romeinse provincie Belgica. Childerik vocht enkele malen aan de zijde van de Romeinen, onder meer met Aegidius tegen de Visigoten bij Orleans in 463 en met comes Paulus tegen de Angelsaksen in Angers in 464. Volgens de overlevering sloot hij later een verdrag met Odoaker tegen de Alemannen die Italië waren binnengevallen. Odoaker was mogelijk in Angers nog Childeriks tegenstander, al zijn er sterke vermoedens dat het om twee verschillende personen met dezelfde of op elkaar lijkende namen gaat. Odoaker Theodorik Childerik zou op een zeker moment door zijn volk zijn verstoten wegens buitensporig seksueel gedrag en 8 jaar in ballingschap in Thüringen hebben geleefd voordat hij kon terugkeren en het koningschap kon aanvaarden. Het is echter niet duidelijk of dit meer is dan een legende. Er zijn aanwijzingen dat het Gallo-Romeinse Rijk van Syagrius er voor verantwoordelijk was dat de macht Childerik geleidelijk afbrokkelde en wel zodanig dat deze bij zijn dood weinig meer bezat dan het gebied rond Doornik en ten noorden daarvan. Childerik had vier kinderen, zijn zoon Chlodovech en zijn dochters Lantechilde, Audoflede (gehuwd met Theodorik de Grote, koning van de Ostrogoten) en Abboflede. Childerik stierf in 481 of 482 en werd opgevolgd door zijn zoon Chlodovech. http://gilles.maillet.free.fr/plan_du_site.htm Overige Het graf van Childerik in Doornik werd in 1653 ontdekt, en geldt als het rijkste Frankische koningsgraf dat ooit is gevonden. Het grootste deel van de schat werd in 1831 gestolen, maar we hebben nog wel de oorspronkelijke beschrijvingen van de voorwerpen. 482 - 511: Clovis I Clovis of Chlodovech I (Doornik - 465 - Parijs - 511) was koning der Franken. Hij was zoon van Childeric I, een generaal van de Salische Franken die vermoedelijk diende onder de Romeinse legeraanvoerder Aegidius en de West-Romeinse keizer Marcianus. Inhoud 1 Verovering van Gallië o 1.1 Syagrius o 1.2 De Alemannen o 1.3 De bekering van Clovis o 1.4 De Visigoten 2 Koning van alle Franken 3 Overige Verovering van Gallië Syagrius veldslagen van Chlodovech Slag bij Soissons - slag bij Tolbiac - slag bij Dijon - Slag van Vouillé Op 16 jarige leeftijd, in 481 volgde Chlodovech zijn vader op als koning van de Salische Franken in Doornik. In het begin was zijn grondgebied nog bescheiden. Hij werd bestreden door andere, deels aan hem verwante hertogen, leiders van naburige Salische stamgroepen. Bekend zijn Chararik en Ragnachar, welke laatste in Kamerijk resideerde. Chlodovech slaagde erin de omringende Saliërs aan zich te binden en keerde zich tegen het GalloRomeinse rijk en versloeg in 486 Syagrius bij Soissons. Hierdoor breidde hij zijn grondgebied uit tot aan de Loire. De Alemannen Aangemoedigd door dat succes bevecht hij vanaf nu ook zijn mede-strijders, de Alemannen, die hij in 496 bij Tolbiac nu Zülpich definitief verslaat. Hij laat van alle veroverde gebieden de hele mannelijke lijn aan heersers uitroeien, teneinde een onbetwiste heerschappij te verkrijgen. In datzelfde jaar bekeert hij zich uit zuiver opportunistische motieven tot het christendom, zodat zijn brutale optreden de gedoogsteun van de kerk verkrijgt. De Alemannen rukten vanuit hun thuisbasis Worms naar de Rijn en bedreigden de koning van Keulen, van de Ripuarische Franken. De Keulse koning roept de hulp in van de Salische Franken en Clovis vertrekt met een leger van Doornik, over de heerbaan Bavay - Tongeren - Keulen. Aan het kruispunt van de heerbanen Bavay - Keulen, en Straatsburg - Keulen, komt het nabij Tolbiac, nu Zülpich, tot een treffen. De Alemannen vallen de Franken massaal hevig aan. De Franken die wat moe waren van de lange dagmarsen, begonnen hier en daar te verliezen. Zijn vrouw Clothilde was voor hem al een christen, en volgens de legende is het als volgt gegaan: toen hij bij de Slag bij Tolbiac, tegen de middag aan het verliezen was, riep hij tot Wodan om een overwinning. Maar de Frankische verliezen bleven doorgaan. Toen dacht hij aan zijn christelijke echtgenote Clothilde, en zei hij het volgende: "God van mijn vrouw: als gij echt zo sterk zijt, als mijn vrouw beweert, kom mij dan helpen en laat mij winnen. Dan zal ik mij tot het christendom bekeren." Het tij keerde als bij wonder. De Franken herpakten zich en sloegen de overmoedige Alemannen terug de Rijn over, waar ze verder werden nagezeten, tot ver voorbij het oosten van de Rijn. En aangezien hij won, bekeerde hij zich. De doop van Clovis, van de Franse schilder Saint-Gilles De bekering van Clovis Een andere verklaring voor de bekering van Clovis is deze. De Elzas, het gebied op de grens van Frankrijk met Duitsland, was eigendom van de Kerk van Rome. Clovis wilde de ariaanse Teutonen (de "Duitsers") bestrijden, maar had niet genoeg manschappen en moest over grondgebied dat niet van hem was. Daarom vroeg hij toestemming en militaire steun aan de bisschop van Rome (de Paus), die toen nog een eigen militaire macht had. De paus stemde toe, op voorwaarde dat Clovis zich tot zijn geloof zou bekeren. Dit gebeurde ook op Kerstdag 496 te Reims. De heilige Remigius of St. Remi, en tevens zijn vriend, doopte hem. Zijn twee zusters, Abboflede en Lantechilde, en 3000 van zijn krijgers volgden zijn voorbeeld. Een leger van bisschoppen en priesters doopten hen allen. Onder het goedkeurend oog van de kerkelijke macht in Rome, dat door de Visigoten ernstig bedreigd wordt, vergroot hij nu ook zijn rijk in zuidelijke richting. De Visigoten In 500 versloeg Clovis de Bourgondiërs en in 507 de Visigotische koning Alarik II in de Slag bij Vouillé. Daarmee bracht hij heel Gallië onder zijn gezag. Clovis drong verder door tot in Bordeaux en wilde de Middellandse Zee bereiken, doch allerlei moeilijkheden beletten hem dat. Septimanië bleef in Gotische handen. Zijn status werd verder vergroot doordat hij van keizer Anastasius, die Clovis als bondgenoot aan zich wilde binden in de strijd tegen de Ostrogothen, een diadeem en mantel geschonken kreeg, hetgeen hem ook in de ogen van zijn Gallo-Romeinse onderdanen een zekere mate van legitimiteit verschafte. Merovingische en Bourgondische verbanden Koning van alle Franken Na zijn verovering van het Gallo-Romeinse Rijk ruimde Clovis alle Salische vorsten uit de weg die hem niet gesteund hadden tegen Syagrius, o.a. Chararik. Ook zijn bloedverwanten Ragnachar, Ricchar en Rignomer moesten het ontgelden. Daarna richtte hij zich op de Ripuarische Franken. Uiteindelijk valt in 510 ook het laatste onafhankelijke Ripuarische vorstenhuis, dat van Keulen, in zijn handen, nadat hij door intriges een opstand weet te ontketenen, waarin de oude koning door diens zoon wordt vermoord. Overige Na zijn dood wordt het Frankische Rijk, naar Salisch recht, verdeeld onder zijn mannelijke nakomelingen Theuderik I van Austrasië (Reims), Childebert I (Parijs), Chlodomer (Orléans) en Chlotarius I (Soissons). Salische Wet De Salische Wet (in het Latijn Lex Salica) dateert uit het begin van de zesde eeuw, uit de tijd van de Merovingische koning Clovis, die tot de stam van de Salische Franken behoorde. In zijn rijk leefden verschillende stammen samen en hij liet een geschreven wet optekenen om de orde te kunnen handhaven. Het woord 'Salisch' komt nog terug in het Nederlandse Salland. Inhoud 1 De Franken 2 Oudnederlands 3 De Honderdjarige Oorlog 4 Moderne betekenis De Franken De Salische Wet was de eerste geschreven wet sinds de Romeinen. De wetteksten gingen vooral over erfeniskwesties, diefstal, moord en geweldplegingen. De straffen waren bijna allemaal geldstraffen. Openbare aanklagers bestonden niet, enkel benadeelden of hun familie (bij bijvoorbeeld moord) konden een klacht indienen. De doodstraf kwam slechts voor in drie gevallen: indien men een moord pleegde zonder enige aanleiding, als men iemand verkrachtte, of als men de vrouw van zijn vader huwde. Zo was de boete voor een moord 200 solidi. Indien de beklaagde deze som niet kon betalen aan de familie, moest zijn familie hem helpen aan deze som te komen. Lukte dit niet, dan werd de beklaagde verbannen of werd hij een slaaf van de familie van de vermoorde. De Salische Wet was een hele verbetering als geschreven wet vergeleken met voormalige ongeschreven wetten. Voorheen gold ook het personaliteitsbeginsel, dat wil zeggen dat elke misdaad werd berecht door de regels van de eigen stam door de eigen stam, ook al was de daad elders gepleegd. De Salische Wet zorgde voor een meer uniforme rechtspraak. Geleidelijk aan werd de Salische Wet echter vervangen door modernere rechtssystemen en was in de latere Middeleeuwen zo goed als in de vergetelheid geraakt. Opvallend is wel dat de Franken nog lang bij de dood van de koning zijn rijk gelijkelijk bleven verdelen onder diens zoons. Dit zou eeuwenlang tot beurtelings versnippering en weer hereniging van het Frankenrijk leiden. Pas nadat de Karolingers voorgoed uit de politiek verdwenen waren ging men over op erfrecht voor alleen de oudste zoon (primogenituur). Oudnederlands In de Lex Salica komen Frankische woorden voor en zelfs een enkel volledig zinnetje dat als oudste zin in het Oudnederlands beschouwd wordt: "Maltho thi afrio lito" ('Ik zeg (maltho) je (thi): ik maak (je) vrij (afrio), halfvrije (lito)') Deze formule werd gebruikt bij de vrijlating van lijfeigenen. Taalkundig zijn deze restjes van de Frankische taal bijzonder belangrijk omdat de schrijftaal onder de Franken namelijk vrijwel uitsluitend Latijn was. Met volle steun van de Frankische koningen werd in de Karolingische tijd zelfs een oudere vorm van het Latijn aan de vergetelheid ontrukt en tot (broodnodig) bindend element van het Frankische Rijk gemaakt. Lange tijd is gedacht dat het omstreden zinnetje hebban olla vogala uit de elfde eeuw het oudste overblijfsel is van de taalkundige voorouder van het Nederlands, maar de geschiedenis van het geschreven 'Nederlands' gaat dus zeker nog een eeuw of vijf verder terug. Dat het bovenstaande zinnetje werkelijk Nederlands is, wordt overigens niet langer unaniem aangenomen. Frankisch Geschiedenis Germaanse talen: http://tea.fernuni-hagen.de/Iglo/Install/kurs/text_without_exercises_44665.htm#west Oud Laag Duits Het Oud Laag Duits bestaat uit twee West Germaanse talen, de aan de kust van de Noordzee gesproken werden, nl. het Oud Saxisch en het Oud Frankisch. Het Oud Saxisch was de voorvader van het Middel Laag Duits en het Modern Laag Duits. Het Oud Frankisch was de voorvader van het Middel Nederlands en Nederlands/Vlaams. Frankische talen en dialecten Frankisch in het Nederduitse taalgebied Nederlands, soms ook Nederfrankisch genoemd (Nederland, België, Frankrijk en Noord-Rijnland-Westfalen) o Fries-Hollandse dialecten, mengdialecten van Westfries en Nederlandse dialecten (Nederland) o Hollandse dialecten (Nederland) o Vlaamse dialecten (België, Frankrijk, Zeeland) o Brabantse dialecten (België en Nederland) o Zuidnederfrankisch (Nederland, Noordoost België, Verenigde Staten, NoordRijnland-Westfalen) Zuid-Gelders (Kleverlands; Nederland, Noordrijn-Wesfalen) Pella-Nederlands (Iowa, V.S.) Limburgs (Belgisch-Limburg; Nederlands-Limburg; Noord-RijnlandWestfalen (in de omgeving van Düsseldorf en Duisburg)) Afrikaans (Zuid-Afrika, Namibië; immigrantentaal in Australië, Canada, de V.S., Nieuw-Zeeland en Madeira) Frankisch in het Westmiddelduitse taalgebied Middelfrankisch o Ripuarisch, ook Ripuarisch-Frankisch genoemd (Noordrijn-Wesfalen, Rijnland-Palts en België) Rijnfrankisch o Moselfrankisch (Noord-Rijnland-Westfalen, Rijnland-Palts en Saarland) Luxemburgs (Luxemburg, België en Frankrijk) Lotaringisch (Frankrijk) o Paltisch Wespaltisch (Rijnland-Palts en Saarland) Voorpaltisch (Rijnland-Palts en Frankrijk) Keurpaltisch (Baden-Württemberg) o Hessies-Nassous (Hessen en Rijnland-Palts) o Nederhessisch (Hessen en Thüringen) Frankisch in het overgangsgebied tussen Middel- en Opperduits Oostfrankisch (Beieren, Baden-Württemberg, Hessen, Thüringen en Saksen) o Mainfrankisch (Beieren en Thüringen, zuidelijk van de Rennsteig) Zuidfrankisch (Baden-Württemberg (Karlsruhe, Pforzheim, Heilbronn) en Hessen (in het oostelijke Odenwald) Huidige Duitse dialecten De Honderdjarige Oorlog Hoewel de Salische Wet in de latere Middeleeuwen zo goed als vergeten was, heeft het onderdeel over de mannelijke opvolging een opmerkelijke herleving ondergaan ten gevolge van de Honderdjarige Oorlog. Achter elkaar stierven in Frankrijk de drie broers Lodewijk X (1316), daarna Filips V (1322) en tenslotte Karel IV (1 februari 1328) en daarmee kon de koning van Engeland, die een zoon was van hun zuster, aanspraken maken op de troon. In alle Franse lenen was erfopvolging door vrouwen heel gewoon en het trouwen met een erfdochter was een belangrijk middel om de huismacht uit te breiden. Lodewijk X had een dochter, maar haar voogd had in haar naam afstand gedaan – van rechten die dus wel degelijk bestonden – om de opvolging van Filips V mogelijk te maken. De Franse adel zag in 1328 echter liever niet de Engelse en Franse kroon verenigd in één persoon, en zo ging de kroon naar een neef, die daarmee het huis van Valois op de troon van Frankrijk bracht. Aanvankelijk erkende Edward III van Engeland zijn Franse neef op de troon, maar enige jaren later probeerde deze zijn Franse bezittingen vervallen te verklaren. Dit conflict was de aanleiding tot de Honderdjarige Oorlog, waarin Edward zich alsnog tot koning van Frankrijk uitriep. In latere jaren doken juristen van het Franse hof de Salische Wet uit de oude doos om de aanspraken van Valois en de gebeurtenissen van 1328 te rechtvaardigen. De Salische erfopvolgingswet werd daardoor een hoeksteen van het Franse koninkrijk en later ook van andere hoven. Moderne betekenis België heeft het onderdeel over de erfopvolging van de Salische Wet als een van de laatste landen in Europa pas afgeschaft in 1991. Hierdoor kunnen nu ook vrouwen koning van België worden. In andere landen, zoals Nederland en het Verenigd Koninkrijk, is de wet al veel langer afgeschaft en zijn er dus al verschillende vrouwelijke koningen geweest. Zweden was ook vrij laat: 1979. Soms leidde de afschaffing van de Salische Wet tot heel wat controverse en zelfs tot verscheidene burgeroorlogen, zoals in Spanje. Daar werd de afschaffing ervan door Ferdinand VII betwist, wat leidde tot het ontstaan van het Carlisme en tot vier burgeroorlogen. Ook nu nog is de Salische Wet in beperkte mate in Spanje van kracht; alleen als een monarch geen zonen heeft kan zijn dochter erven. De Salische Wet werd ook gebruikt door het groothertogdom Luxemburg om uit het Koninkrijk der Nederlanden te stappen. Koning Willem III had immers geen mannelijke erfgenamen, en Luxemburg beriep zich op de Salische Wet om een mannelijke opvolger te eisen, zodat het uit de personele unie met Nederland kon stappen. In Nederland werd Wilhelmina koningin. Deze gelegenheid werd aangegrepen om een andere tak van de familie Nassau op de troon te brengen in Luxemburg, namelijk Nassau-Weilburg. Japan nam in 1889 in navolging van de grondwet van het Koninkrijk Pruisen de Salische erfopvolging op in de grondwet. Eerder waren er acht vrouwelijke keizers. De grondwet van 1947 verwijst naar de Wet op het Keizerlijk Huis, die nu de Salische Wet bevat. De regering van Japan overweegt om deze wet te amenderen. Een uitgebreid uittreksel in het Engels is te vinden op wikisource. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 511 - 558: Childebert I Standbeeld van Childebert Childebert I (Reims, 496 - 13 december 558) was de Frankische koning van Parijs. Hij was de zoon van Clovis I, regeerde in Parijs, waar hij verbleef, en de streek van Seine en Somme tot tegen Bretagne en het Kanaal, van 511 tot 558. Hij trok na de oorlog in Thuringen naar Spanje, waar zijn zus Clothilde met Amalarik heerste. Amalarik vernederde zijn vrouw voortdurend, besmeurde haar met mest en uitwerpselen en sloeg haar tot bloedens toe. Toen Amalarik vernam dat Childebert I op komst was om hem mores te leren, wou hij over zee de vlucht nemen. Hij bracht al zijn schatten aan boord, maar Childeberts leger kon nog net de afvaart beletten. Amalarik wou in een kerk gaan schuilen maar een soldaat bracht hem onderweg een dodelijke slag toe. Met edelstenen an andere kostbaarheden bracht Childebert I zijn zus naar Parijs. Door een tragisch ongeval is zij onderweg overleden. Childebert I was gehuwd met Vultrogotha en had twee dochters. Beseffend dat hij zonder mannelijke nakomeling zijn rijk ooit zal moeten afstaan, en jaloers op zijn broer Clotarius I, die bij verschillende vrouwen zeven zonen had, zocht hij toenadering tot zijn neef Theudebert I. Terwijl Chlotarius I tegen de Saksen vocht en het gerucht verspreid werd dat hij gesneuveld was, meende Childebert I nu de alleenheerser te zijn. Hij trok het gebied van Clotarius I binnen, bezette Reims en sloeg alles kapot en klein. Nog voor hij, na een langdurige ziekte, in 558 stierf, stichtte hij een klooster in SaintGermains-des-Prés, waar hij begraven werd. Chlotarius I, alleenheerser geworden, stuurde de weduwe Vultrogotha en haar twee dochters in ballingschap. Zij was een vrome, edelmoedige vrouw en werd als een heilige aanzien. Charibert I, opvolger van Chlotarius I, bracht haar later terug naar Parijs. 558 - 562: Chlothar I Chlotarius I (497-561) was een zoon van Clovis I en Clothilde. Na de dood van zijn vader werd het rijk opgesplitst tussen Chlotarius I en zijn drie broers, die elk een koningstitel kregen. Chlotarius I vestigde zich in Soissons en werd in 558, na de dood van zijn 3 broers, alleen koning over het hele Frankische rijk. In 523 / 524 viel hij met zijn broers Chlodomer en Childebert I Bourgondië binnen. Chlodomer sneuvelde bij een volgende veldtocht en zijn weduwe Chrodigilde huwde met Chlotarius I. Chlotarius I liet vervolgens twee kinderen van Chlodomer vermoorden, het derde werd priester. Childebert I en Chlotarius I - die vreesden dat de zonen van hun overleden broer Chlodomer hun vader zouden opvolgen, lokten de neven weg van hun moeder Chrodigilde. Clovis' zonen hadden besproken of ze hen zouden doden of scheren "zoals het overige volk", maar ze lieten de keuze uiteindelijk over aan Chrodigilde. Ze zonden haar een bode, voorzien van schaar en zwaard, met de volgende vraag: "...of zij wenste dat haar kinderen met geschoren haar het leven behouden bleef of, dat zij zouden worden gedood." In haar verslagenheid antwoordde ze, dat - als ze dan toch de troon niet zouden bestijgen - zij hen liever dood zag dan geschoren. Twee van de zonen werden omgebracht en een derde wist te ontkomen, maar ontdeed zichzelf van zijn haartooi en werd geestelijke. Hij liet ook zijn eigen zoon Chramn wegens opstandigheid executeren. In 541 viel hij met zijn broer Childebert Spanje binnen, een veldtocht die mislukte. In 561 overlijdt hij en wordt het rijk verdeeld tussen zijn vier zoons, Sigebert I, Chilperik I, Charibert I en Guntramnus. 562 - 566: Charibert Charibert I (517 - november of december 567) was Frankisch koning van Parijs. Hij regeerde van 561 tot 567 over het gebied van zijn oom Childebert I, dat zich uitstrekt van Parijs tot Poitiers. Hij huwde met Ingoberga van wie hij reeds een dochter had, Bertha, die later met koning Ethelbert van Kent trouwde. Charibert I was verliefd op twee dienstmeisjes van zijn vrouw, waarvan de oudste nonnenkleren droeg. Hij liet Ingoberga in de steek en trouwde met Merofledis, één van beide meisjes. Hun dochter, Berthefledis, werd kloosterlinge in Tours, maar hield meer van lekker eten en lang slapen dan van de dienst des Heren. Niet veel later trouwde Charibert I met Theudichildis, dochter van een schaapherder, van wie hij een dochter, Chlotilde, kreeg. Deze Chlotilde was later als religieuze betrokken bij de opstand der nonnen in Poitiers. Tenslotte trouwde Charibert I nog een laatste keer met dat tweede dienstmeisje van zijn eerste vrouw, Marcofleva, zus van Merofledis. Al deze huwelijksperikelen brachten mee dat een Gallische bisschop hen in de ban van de heilige Kerk sloeg. Ze stierven beiden in 567. Daarop trok Theudechildis met al haar schatten naar koning Gunthram in Bourgondië en wou met hem in het huwelijk treden. Gunthram hield de schatten, weigerde het huwelijk en stak haar in een klooster in Arles. Na een mislukte ontsnappingspoging liet de abdis haar geselen en folteren in een cel tot aan haar dood. De eerste vrouw van Charibert I, Ingoberga, was van een ander allooi. Zij leefde eenentwintig jaar langer dan haar man. In 588 overleed zij in Tours op zeventigjarige leeftijd. Zij was vroom, vol wijsheid en leefde in een geur van heiligheid door gebed, vasten en aalmoezen. Bij testament schonk zij al haar bezittingen aan de kerken van Tours en van Le Mans. 562 - 575: Sigebert I Sigebert I of Sigibert, koning van Austrasië (535-575), huwde met Brunhilde, dochter van de Visigotische koning Athanagildo. Brunhilde huwde na de dood van haar gemaal met de zoon van Chilperic I van Neustrië, deze wist het paar echter te scheiden. Ook de Austrasische autocratie was tegen dit huwelijk. Sigebert I werd rond 535 geboren en werd koning over het rijk van zijn oom Theoderik I van 561 tot 575. Austrasië was het gebied in het noordoostelijk deel van Gallië, de Elzas, de Ardennen, de Maas- en de Rijnvallei tot Thuringen en Beieren. Hij regeerde vanuit Reims. Hij vocht en versloeg de Hunnen terwijl zijn halfbroer Chilperik I hem enkele steden ontfuntselde. In Soissons nam hij Chilperiks zoon, Theodebert, gevangen maar stuurde hem later naar zijn vader terug. Hij trouwde met Brunhilde van Austrasië, de jongste dochter van de Visigotische koning Athanagildo in Spanje. Ze was een mooie, verstandige vrouw en had een sterk karakter. Haar moeder, Goisvintha, was de tweede vrouw van haar vader. Toen deze Goisvintha weduwe was geworden, trouwde zij met haar stiefzoon Leuvigild, die zijn vader Athanagildo was opgevolgd. Sigebert I had vooral last van het agressieve gedrag van zijn halfbroer Chilperik I, vooral omdat hij na het overlijden van zijn broer Charibert I, een groot deel van diens gebied had overgenomen. Hij rekruteerde krijgshaftige soldaten van over de Rijn om tegen zijn broer Chilperik I op te trekken. Gunthram, de wijfelaar, liep over van het ene kamp naar het andere om zoveel mogelijk broedertwist te voorkomen. Chilperik I gaf zich over. Sigeberts soldaten sloegen aan het plunderen en staken enkele dorpen rond Parijs in brand. Een jaar later sneuvelde Chilperiks zoon Theodebert, en, ziende dat Gunthram afzijdig bleef, trok Chilperik I zich in Doornik terug. Terwijl Sigebert I in Vitry was en een leger naar Doornik wou zenden, stuurde Fredegonde, de vrouw van Chilperik I, twee huurmoordenaars die Sigebert I met giftige messen om het leven brachten. Hij liet drie kinderen na, Ingundis, Clodosinde en Childebert II. Ingundis trouwde met Hermangild, zoon van de Spaanse koning Leuvegild, die met Goisvintha was hertrouwd. Goisvintha, moeder van Brunhilde, was dus stiefmoeder van haar man Hermangild, en tevens haar eigen grootmoeder. Europa anno 600 566 - 584: Chilperik I Chilperik I (539 - september 584) was de koning van Neustrië (of Soissons) vanaf 561 tot zijn dood. Hij was de jongste zoon van Chlotarius I. Hij regeerde vanuit Soissons van 561 tot 584 over Picardië, Vlaanderen en Henegouwen. Van zijn broer Charibert I erfde hij Parijs en Normandië met de steden Maine, Anjou en Rennes. Heel dit gebied noemde men Neustrië. Daarenboven veroverde hij enkele steden in het zuiden (Toulouse, Bordeaux) en was de meest gewetenloze van de vier broers, waarvan hij halfbroer was. De grenzen van zijn rijk poogde hij voortdurend te verleggen. Samen met zijn zonen voerde hij oorlog tegen de legers van zijn broers. Van zijn eerste vrouw Audovera kreeg hij vijf kinderen: Theodebert, Merovech, Clovis, Basina en Childeswindis. Hoewel hij ook met zijn bijzit Fredegonde leefde - zij was van lagere afkomst en tevens zijn boze geest - wou hij, zoals zijn broer Sigebert I, ook met een prinses trouwen. Het werd Galswintha, de oudere halfzus van Brunhilde van Austrasië. Toen deze zag dat haar man Fredegonde niet kon loslaten, wou zij haar man verlaten en naar haar vaderland Spanje terugkeren. De bruidschat mocht hij behouden. Op een morgen vond men Galswintha gewurgd in bed. Wie was de dader? Volgens Brunhilde was het Fredegonde, en vanaf dat moment ontstond tussen beiden een onverzoenlijke haat, die ruim veertig jaar zou aanslepen. De oudste zoon Theodebert sneuvelde in de strijd tegen het leger van Sigebert I. Merovech werd in Austrasië (575) om het leven gebracht. Twee zoontjes van Fredegonde waren reeds in de kinderjaren gestorven. Basina ging naar het klooster in Poitiers en was betrokken in de opstand der nonnen aldaar. Chilperik I, opgestookt door Fredegonde, liet Clovis gevangen nemen. Clovis werd zonder wapens en kleren aan Fredegondes trawanten overgeleverd, die hem met messteken om het leven brachten. Na Childeswindis doopsel verstootte Chilperik I zijn vrouw Audovera en trouwde met Fredegonde. Uit dit huwelijk werden vier jongens geboren die nog kind zijnde stierven. Hun dochter, Rigundis, werd door haar moeder vermoord na Chilperiks dood. Chilperik werd na een jachtpartij met messteken omgebracht in hetzelfde jaar waarin zijn laatste zoon en erfgenaam, Chlotharius II, geboren werd (584). Kasteel Groenhoven, Belgie, oud-merovingische estate 584 - 628: Chlothar II Chlotarius II (584 - 629) was een zoon van Chilperik en Fredegonde en kleinzoon van Chlotarius I. Hij werd geboren in het voorjaar van 584 en was enkele maanden oud toen zijn vader Chilperik stierf. Hij werd de Neustrische koning met zijn moeder Fredegonde als regentes. Toen hij drie maanden oud was, werd zijn vader vermoord waardoor hij als baby al koning van Neustrië werd. Zijn heerschappij werd vrijwel meteen bedreigd door de koning van Austrasië Childebert II. Alleen door de steun van zijn oom Gunthram (koning van Bourgondië) was hij in staat zijn troon te behouden. Toen Gunthram in 592 overleed kon Chlotarius II nog enkele jaren zijn koninkrijk behouden. Rond het jaar 600 werd hij echter toch verslagen door de zonen van Childebert II: Theuderik II (koning van Bourgondië) en Theudebert II (koning van Austrasië). Zijn rijk schrompelde ineen tot een klein gebied tussen de Seine, Oise en de zee. Door de broederoorlog tussen Theuderik II en Theudebert II in 612 en de dood van beiden in 612 en 613 wordt Chlotarius II met hulp van Pepijn van Landen en Arnulf van Metz koning van het gehele Merovingische rijk. tombe Pepijn Zijn tweede vrouw Berthetrude krijgt rond 608 een zoon (Dagobert I) die hij in 623 benoemt tot onderkoning van Austrasië. Chlotarius II overlijdt eind 629 in Parijs. 628 - 637: Dagobert I Dagobert I (603 - 639) was koning der Franken van 629 tot 639. Tussen 623 en 632 was hij koning van Austrasië. In 629 volgde hij zijn vader Chlotharius II op als koning der Franken samen met zijn broer Charibert II, die in 632 overlijdt. Tijdens zijn koningschap maakt hij Parijs hoofdstad van het Frankische rijk. Pepijn van Landen was de eerste hofmeier van betekenis. Hij was raadgever van Dagobert I, samen met de heilige Eloi of Eligius en de heilige Ouen. In 623 komt de adel van Austrasië in opstand en moet hij zijn dan nog driejarige zoon Sigibert III koning van Austrasië maken. Zijn zonen zullen, mede door hun schijnkoningschap, bekend worden als de vadsige koningen. Dagobert I zelf zal de geschiedenis in gaan als de goede koning. Vadsige koningen is de benaming voor de Merovingische koningen in de periode van de Hofmeiers (634 -751). Oorspronkelijk de bestuurders van de Merovingische hoven, gaan de Hofmeiers steeds meer politieke macht naar zich toetrekken totdat ze uiteindelijk de feitelijke politieke macht hebben. De koningen worden steeds meer gemarginaliseerd en spelen alleen nog een rol als officiële stukken ondertekend moeten worden. De latere Karolingen schilderen hen af als les rois fainéants, 'de vadsige koningen': koningen die een luxeleven leiden zonder enige maatschappelijke verantwoordelijkheid te hebben. 637 - 655: Clovis II Clovis II (27 november 637 - 655 of 658) is de zoon van de Merovingische koning Dagobert I en zijn tweede echtgenote Nanthilde. Na het overlijden van zijn vader op 16 januari 638 of 639 (het exacte jaartal is niet bekend), wordt Clovis in oktober 640 koning van Neustrië en Bourgondië. Austrasië ging al eerder naar zijn halfbroer Sigibert III. Clovis is op dat moment nog te jong om zelf te regeren. In de periode tussen het overlijden van zijn vader en zijn troonsbestijging treedt zijn moeder Nanthilde op als regentes, hierin bijgestaan door Aiga, de hofmeier van het paleis. Aiga wordt opgevolgd door Erchinoald (een neef van de moederszijde van Dagobert). Deze heeft in Neustrië al snel de touwtjes stevig in handen. Teneinde zijn machtige positie te kunnen consolideren, zorgt hij ervoor dat Clovis trouwt met de Angelsaksische slavin Bathildis. Bathildis was weliswaar een slavin, maar, voor zij gevangen werd genomen, een vooraanstaand aristocrate. Zij werd na haar dood heilig verklaard (feestdag 26 januari). Clovis sterft in november van het jaar 657, een vroegtijdige dood. Hij is dan pas 24 jaar oud. Volgens de geschriften was Clovis II een liefhebber van drank en vrouwen. Dat is hem waarschijnlijk noodlottig geworden. Clovis II is begraven te Saint-Denis. Hij wordt opgevolgd door zijn zonen Chlothar III (koning van Neustrië en Bourgondië), en Childerik II (koning van Austrasië). 655 - 668: Chlothar III Koning Chlothar III (652 - 673) ook Chlothaire of Chlotharius was de zoon van koning Clovis II en koningin Bathildis. Hij werd koning van Neustrië en Bourgondië vanaf 657 tot 673. Zijn broer Theuderik III volgde hem op. 668 - 674: Childerik II Koning Childerik II (circa 653 - 675), zoon van Clovis II, werd koning na de dood van Childebert de Geadopteerde, de zoon van hofmeier Grimoald I. Hij was koning van 662 tot 675 over Austrasië. Toen hofmeier Ebroin door de stadsgraven van Autun, Parijs en Lyon gevangen genomen werd, kreeg Childeric II er Neustrië en Bourgondië bij. In 675 kwam Ebroin vrij en werd Childeric II met zijn zwangere vrouw Blichildis in een bos nabij Chelles vermoord door opstandige edelen. 674 - 678: Dagobert II Dagobert II (ca. 652 - 679), bijgenaamd de Jonge, was van 676 tot 679 koning van Austrasië. Hij werd in 872 heilig verklaard. Zijn feestdag is 23 december. Dagoberts vader Sigibert III stierf in 656, toen Dagobert nog maar een jongen was. De hofmeester van het paleis Grimoald I verbande Dagobert naar Ierland en later Engeland, waar hij werd opgevangen door Dido, de bisschop van Poitiers. Grimoald I zette zijn eigen zoon Childerik II (later De Geadopteerde genoemd) op de troon. Al vrij snel werd Austrasië echter veroverd door Clovis II van Frankrijk, die Childerik II afzette en het gebied aan zijn eigen rijk toevoegde. In 674 kwam Dagobert II terug uit ballingschap en hij herkreeg (in 675) een deel van zijn erfgronden. Al vier jaar later overleed hij bij Stenay; een van zijn eigen bediendes stak (in opdracht van hofmeester Ebroin van Neustrië en Bourgondië, die jaloers was op Dagobert) de jonge koning met een mes in het oog toen deze bij een bron in het bos van Woëvre lag te slapen tijdens een jachtpartij. Dagobert II ligt begraven in de kerk van Stenay. Volgens geruchten is deze moord beraamd door het Vaticaan, samen met Pepijn van Herstal. De dood van Dagobert II betekende tevens het einde van het koninkrijk Austrasië. Dagobert II was tijdens zijn ballingschap getrouwd met de Saksische prinses Mathilde, maar had met haar alleen dochters gekregen, o.m. Adela, Irmina en Plectrudis. Omdat dochters volgens het Salische recht niet konden erven, werd het koninkrijk overgedragen aan de afstammelingen van Clovis II. Volgens een legende had Dagobert wél een zoon, Sigebert IV, die na zijn vader's dood naar Zuid-Frankrijk vluchtte (naar het gebied dat bekend staat als de Razès) en daar in Rennes le Chateau de rest van zijn leven doorbracht. Als heilige wordt Dagobert gevierd op 23 december. 674 - 691: Theuderik III Theuderik III (Frans: Thierry III ) (654 - 691) was koning van Neustrië in 673 en weer van 675 tot 691. Hij was ook koning van Austrasië van 679 tot zijn dood in 691. Theuderik III volgde zijn oudere broer Chlothar III op als koning van Neustrië in 673, onder supervisie van hofmeier Ebroin. Als snel kwam de stadsgraven van Autun, Parijs en Lyon in opstand en namen Ebroin gevangen. Theuderic III werd onttroond en in een klooster gestopt, en Childeric II volde hem op. Na het overlijden van Childeric II in 675 werd Theuderik weer op de troon gezet in Neustrië en Bourgondië. In 679 werd hij ook koning van Austrasië, en regeerde daarmee over alle Franken. De hofmeier van Austrasië, Pepijn van Herstal, versloeg hem in 687 bij Tertry en werd hofmeier van heel Frankrijk, hoewel Theuderik mocht aanblijven als koning. Theuderik was gehuwd met Clothildis van Herstal, dochter van Ansegisel en Begga. Hij was de vader van de koningen Clovis IV en Childebert III en mogelijk ook de vader van de Austrasische koningen Clovis III en Chlotharius IV. 691 - 695: Clovis III Koning Clovis III (koning vanaf 675 - 676) was één jaar koning van Austrasië. Hij wordt later ook nog Clovis IV genoemd. 695 - 711: Childebert II Childebert II (570-595) was de Merovingiaanse koning van Austrasië van 575 tot aan zijn dood in 595, de oudste en opvolgende zoon van Sigebert I en de Koning van Bourgondië vanaf 592 tot aan zijn dood als de geadopteerde en opvolgende zoon van zijn oom Gunthram. Hij was vijf jaar toen hij zijn vader Sigebert I moest opvolgen. Het was zijn kranige moeder Brunhilde van Austrasië die de handen uit de mouwen stak, en met de Austrasische edelen het rijk voorlopig bestuurde. Maar Chilperik I stak stokken in de wielen. Hij nam Brunhilde gevangen en verbande haar naar Rouen. Het zoontje Childebert kon ontsnappen en vond bescherming bij Austrasische edelen. Merovech, zoon van Chilperik I, ging stiekem naar Rouen en trouwde met zijn tante Brunhilde. Chilperik I veinsde zich met dit huwelijk te verzoenen, maar nam zijn zoon mee, stelde hem in zekere bewaring, liet zijn hoofdhaar knippen en zond hem naar een klooster in Le Mans. Hij ontsnapte en vluchtte naar Austrasië, waar men hem in een val lokte en vermoordde. Zijn moordenaars werden op verschillende manieren afgrijselijk om het leven gebracht. Childebert II resideerde in Metz. Van een maitresse had hij een zoon, Theudebert II, die hem later heeft opgevolgd. Hij wou trouwen met Theodelindis, een Beierse prinses, maar zijn moeder verzette zich ertegen. Van zijn vrouw Faileuba kreeg hij vier kinderen, waaronder Theuderik II. Ziende dat zijn ooms geen zonen-opvolgers meer hadden, tenzij de jongste zoon van Chilperik I, pleegde hij nog een mislukte aanslag op dat kind. Toen Guinnthram 593 stierf kreeg Childebert II Bourgondië toegewezen, maar twee jaar later overleed hijzelf en zijn twee zonen verdeelden zijn erfenis. Later trad Brunhilde nogmaals op als voogdes voor haar achterkleinzoon, Sigebert II, maar onder druk van zijn hofmeiers nam Chlotharius II de zeventigjarige Brunhilde en vier van haar achterkleinkinderen gevangen en doodde hen. Brunhilde werd drie dagen lang gefolterd, naakt op een kameel gebonden en door op hol geslaagde paarden over de grond rond gesleurd tot ze stierf. 711 - 716: Dagobert III Koning Dagobert III (699 - 715) was een Merovingische koning van de Franken tussen 711 en 715. Dagobert III was de zoon van Childebert III en Edonne. In 711 volgede hij zijn vader op als koning van Austrasië, Neustrië en Bourgondië. Omdat hij toen slechts 12 jaar oud was, berustte de echte leiding bij zijn hofmeier Pepijn van Herstal tot deze in 714 overleed. Diens vrouw, Plectrude, wilde vermijden dat de koning zelf enige macht verwierf, en nam dus de rol van haar overleden echtgenoot als hofmeier over. Daarna regeerde de buitenechtelijke zoon van Pepijn van Herstal, Karel Martel. Als koning werd Dagobert III in 715 opgevolgd door Chilperik II. 716 - 721: Chilperik II Chilperik II (670 - 721) was koning van Neustrië. Hij was de zoon Childerik II, koning van Neustrië. Hij werd overwonnen door de hofmeier Karel Martel. Deze bracht in 719 een deel van Friesland weer onder zijn macht. Karel Martel regeerde net als zijn voorganger en vader, Pepijn van Herstal over Austrasië. Over Neustrië regeerde hij in Chilperiks' naam. 721 - 737: Theuderik IV Theuderik IV (Frans: Thierry IV ) (? - 737) was koning van de Franken van 721 tot 737. Theuderik, zoon van koning Dagobert III, werd koning van de Frankische koninkrijken Austrasië, Neustrië en Bourgondië in 720. Hij werd door hofmeier Karel Martel, de eigenlijke heerser, op de troon gezet na het overlijden van koning Chilperic II. Na Theuderiks dood in 737 bleef de Neustrische troon zeven jaar onbezet, totdat de hofmeiers Carloman en Pepijn de Korte in 743 besloten om Childerik III als koning te erkennen. Childerik was de laatste koning van de Merovingische dynastie. 743 - 751: Childerik III Childerik III (ook wel geschreven als Childeric) geboren in 693, gestorven rond 754, was de zoon van de Frankisch koning Chilperik II. De langste tijd van zijn leven spendeert hij als kloosterbroeder. Hij werd Frankische koning, de laatste koning van de Merovingische dynastie. De troon was zeven jaar leeg, totdat de hofmeiers, Carloman en Pepijn de Korte, in 743 besloten om Childerik als koning te erkennen. Het is niet bekend wiens zoon hij was en wat zijn relatie was met de Merovingische familie. Carloman Na het overlijden van Theuderik IV achten Karel Martel's zonen Carloman en Pepijn de Korte het wijzer om toch nogmaals een Merovingische koning als een soort marionet het land te laten besturen, te weten Childerik III. Childerik wordt in 743 uit het klooster gehaald en is koning tot 751. In dat jaar zet Pepijn de Korte hem af, om zichzelf vervolgens tot koning te kronen. Hiermee komt een einde aan het tijdperk van de Merovingers. Childerik nam geen deel aan het openbare leven, dat net als in de jaren daarvoor door de hofmeiers werd bestuurd. Toen Carloman zich in 747 terugtrok in een klooster, nam Pepijn zich voor zichzelf tot koning te kronen. Dit deed hij uiteindelijk in 751 nadat Paus Zacharias hem meedeelde dat het beter was om hem koning te maken die de macht heeft, dan hem die dit niet heeft. Childerik werd onttroond en samen met zijn zoon Theuderik (V) in het klooster van SaintBertin gevangen gezet, hoewel ook beweerd wordt dat hij in Saint-Omer en Theuderik in Saint-Wandrille werd gezet. Hij stierf een paar jaar later. Chronologie en territoriale verdelingen 481-511 Periode 511-524 524-534 534-548 548-555 555-558 558-561 Periode 561-567 567-575 575-584 584-592 592-595 595-612 612-613 613 613-629 Periode 629-632 632 632-639 Periode 639-656 656-657 657-662 662-673 673 673-675 675-676 676-679 679-691 691-695 695-711 711-715 715-717 717-719 719-721 721-737 Clovis I (Chlodovech) Soissons Parijs Chlotharius I Childebert I Orléans Chlodomer Reims Theuderic I Theudebert I Theudowald Neustrië(Soissons) Parijs Chilperic I Charibert I Bourgondië(Orléans Austrasië(Reims) Guntram Sigibert I Childebert II Chlotar II Theuderic II Theudebert II Sigibert II Neustrië + Bourgondië + Austrasië Dagobert I Neustrië + Bourgondië Clovis II (Aquitanië) (Charibert II) (Chilperic) Austrasië Sigibert III Childebert de Geadopteerde Chlothar III Childeric II Theuderic III Theuderic III Clovis (III) Dagobert II Clovis IV (III Childebert III Dagobert III Chilperic II Chlothar IV Theuderic IV 737-742 742-751 Interregnum Childeric III Hofmeier Hofmeier is een titel die vooral in de vroege middeleeuwen belangrijk was. Een andere naam is Majordomo. Deze titel werd het meest gebruikt in de Frankische koninkrijken van de 7e en 8ste eeuw. De hofmeier was aanvankelijk degene die de hofhouding van de Merovingische vorsten beheerde. Door het stijgend aantal zwakke en jeugdige vorsten op de troon aan het einde van de Merovingische periode, zagen de hofmeiers kans hun macht te vergroten. Ze namen deze geleidelijk over, waardoor er verschillende conflicten ontstonden. Het was uiteindelijk een familie van hofmeiers van Pippiniden (latere Karolingers) die de macht van de Merovingers overnam. Daarop volgde de definitieve machtsovername van Pepijn de Korte in 751 met goedkeuring van de paus. Lijst van Hofmeiers van Austrasië, Neustrië en Bourgondië (548-751) Austrasië Parthenius ?-548 Neustrië Bourgondië Servilio 565? Florentianus 570?-590? Rado 613-617? Chuc 617?-623? Pepijn van Landen 623-639 Otto 640 Audegisl 561?-567? Badegisl 581? Waddo 584 Landericus 584-604 Gundeland 613-639 Aega 640-642 Warnachar I 596-599 Bertoald 599-605 Protadius 605-606 Claudius 606-613 Warnachar II 613-626 Flaochad 642 Flaochad was de laatste hofmeier in Bourgondie. Na hem viel Bourgondie onder Neustrië Pepijn van Landen met dochter, schilderij van Rubens Austrasië Grimoald I 641-657 Wulfoald 662-675 Pepijn van Herstal 675-714 Neustrië Erchinoald 642-657 Ebroin 657-673 en 675-680 Leudesius 673-675 Waratto 680-681 en 684-686 Ghislemar 681-684 Berchar 686-687 Nordebert 687-696 Grimoald II 696-714 Na Theuoald was er nog maar één hofmeier voor het Merovingische rijk. Ragamfred 714-717 Karel Martel 717-741 Karel Martel De stamvader van het karolingische huis is Karel Martel. Hij werd waarschijnlijk omstreeks 688 geboren als onwettige zoon van Pippijn van Herstal en een vrouw die Chalpaida heette. Hij was een telg uit de Pepinisch dynastie van Hofmeiers (Eerste Ministers) van de nietsdoende Merovingische "vadsige koningen". Ook al is hij dus formeel geen koning, hij is wel de enige die de macht in handen heeft. Karel heeft zelfs een aantal jaren zonder Merovingische koning geregeerd. Als zijn vader in 714 overlijdt laat diens weduwe Plectrudis Karel opsluiten. Hij weet echter een jaar later te ontsnappen en wordt dan door Austrasiers uitgeroepen tot hofmeijer. Er volgt een oorlog tussen de Austrasiërs en het Frankische koninkrijk Neustrië (deel van het huidige Frankrijk). Karel overwint echter, en wordt de onbetwiste machthebber van het Frankische rijk. Zijn militaire kracht heeft hem in de geschiedenisboeken de bijnaam 'De hamer' ofwel 'Martel' opgeleverd. Karel Martel volgt de traditionele politiek die gericht is op verspreiding van Christendom. Hij stuurt zendelingen naar de nieuw veroverde gebieden, waaronder Friesland. Die eerste zendelingen zijn Engelsen, omdat zij Saksisch spreken en derhalve geen taalproblemen ondervinden. Eerst zijn zij in het zuiden actief. De IJsselstreek komt pas met Bonifatius, Willibrord, Lebuïnis en Liudger aan bod. De oorzaak van deze late bekering is dat de zendelingen met de Franken optrekken en derhalve door de Saksen die hier wonen, niet met veel vertrouwen tegemoet worden gezien. Zij heulen immers met de vijand. Maken de zendelingen op religieus gebied een einde aan de Saksische zelfstandigheid, Karel Martel doet dat op politiek terrein. Karel Martel heeft met de veroveringen van Friesland, Hessen en Thüringen de Saksen omsingeld, zodat zij teruggedreven worden. Hierdoor raken de bewoners van deze streek betrokken bij een reeks veranderingen. Iedere bewoner wordt onderdaan van een gouw en gelovige van een kerk. Tevens worden zij hierdoor deelgenoot van de agrarische revolutie. Karel Martel heeft ook een belangrijke rol gespeeld bij de bestrijding van de Islam. In 732 vallen de Moslims Spanje binnen. Hij verslaat ze in datzelfde jaar bij Poitiers in een grote veldslag waarbij de moslim leider Abd-ar-Rahman, emir van Spanje, wordt gedood. Hiermee wordt de opmars van de Islam tot staan gebracht. In 739 zijn de Moslims Frankrijk binnengevallen en opgerukt tot aan Lyon. Karel verdrijft ze uit de Rhône valley en dringt ze terug tot het zuiden van de Pyreneeën. Ondanks het feit dat hij flink heeft bijgedragen aan de bescherming en verspreiding van het Katholieke geloof, is Karel Martel niet bepaald geliefd bij de kerkelijke historici. Hij heeft namelijk veel kerkelijk bezit in beslag genomen om de oorlogen tegen de moslims te financieren. Ook weigerde hij de paus te steunen die zijn wereldlijke invloed in midden Italië bedreigd zag door de Longobarden. De Longobarden hadden Karel Martel gesteund in zijn strijd tegen de moslims en hij had weinig zin om deze bondgenoot daarna aan te vallen. Karel Martel sterft in 741 te Quierzy en wordt opgevolgd door zijn twee zoons, Karloman en Pippijn III "de Korte". Zij zijn nu beide hofmeier. Pepijn de Korte 741-751 met naast zich Carloman 741-747 Pippijn III 'de Korte' wordt omstreeks 715 geboren als zoon van Karel Martel en Rotrudis (Chrotrud) van Trier. Pippijn en zijn oudere broer Carloman worden opgeleid door de monikken van Saint Denis. Deze kerkelijke opvoeding zal bepalend blijken te zijn voor hun latere houding ten opzichte van de Katholieke kerk. Wanneer in 741 hun vader sterft, volgen de twee prinsen hem gezamenlijk op als hofmeijer van de Merovingische koning. Echter niet zonder felle weerstand. Ten eerste eist hun halfbroer Griffon (zoon van Karel Martel en de Beierse Sonnichilde) zijn aandeel op. Daarnaast zien de Hertogen van Acquitanië en de Alamannen hierin een mooie gelegenheid om de macht van de Franken te breken. Pippijn en zijn broer zijn dan ook voortdurend verwikkeld in oorlogen. Zij weten echter al hun tegenstanders, waaronder de Beieren en de Saksen, te verslaan en de eenheid binnen het koninkrijk te bewaren. Omdat Carloman van mening is dat de eenheid nauw verbonden is met de persoon van de koning, helpt hij in 743 Childerik, de laatste Merovingische koning op de troon. In 747 treedt hij in het klooster in. Daarmee wordt de grootste bedreiging van de eenheid binnen het koninkrijk (de gedeelde macht van hem en zijn broer) weggenomen. Bovendien wordt hiermee de weg geëffend voor de uiteindelijke kroning van Pippijn tot koning der Franken. Pippijn heeft er ondertussen, met hulp van zijn halfbroer Griffon, voor gezorgd dat de Frankische grenzen volledig zijn hersteld. Nadat hij dit voor elkaar heeft gekregen wendt hij zich tot de paus met de vraag of het eigenlijk redelijk is dat een figuur die geen feitelijke macht bezit (de Merovingische koning Childerik), de titel Koning der Franken kan dragen. De paus, die op zoek was naar een sterke bondgenoot in zijn strijd tegen de Lombarden, laat weten dat hij deze situatie inderdaad onacceptabel vindt en dat hij Pippijn beschouwt als de rechtmatige Koning der Franken. Pippijn krijgt zijn kroon echter niet van de paus maar van de Franken. In 751 wordt hij tot koning gekozen en vervolgens door Aartsbisschop Bonifatius in Soissons gezalfd. Door deze ceremonie wordt de macht van Frankrijk en Rome verenigd. In 754 wordt Pippijn tot koning gekroond door de Paus in Saint Denis. Pippijn steunt de paus in zijn strijd tegen de Lombarden. Hij overwint en schenkt een deel van centraal Italië aan de kerk (Donatio Pepini). Hierdoor wordt de paus in feite een regerend machthebber die, door trouw te zweren aan Pippijn, zichzelf onder de bescherming van de Franken heeft geplaatst. De samenvoeging van de wereldlijke en kerkelijke macht heeft grote gevolgen en leidt onder meer tot de grootscheepse bekering van heidense Germaanse stammen tot het Christelijke geloof. Als gevolg van zijn banden met Rome, is Pippijn in de jaren 754 tot 756 in oorlog met de Lombarden die het gebied dat Pippijn aan de kerk had geschonken, terug wilden hebben. Tevens krijgt hij te maken met een opstand in Acquitanië die hij echter de kop in weet te drukken. Minder fortuinlijk waren zijn veldtochten tegen de Saksen en Beieren. Hij weet weliswaar de grenzen te beschermen maar ziet geen kans zijn gebied uit te breiden. Naast de oorlogen wordt zijn aandacht opgeëist door de interne zaken van het rijk. Hij voert, samen met Bonifatius, kerkelijke hervormingen door die leiden tot meer eenheid in de kerk. Hierdoor wordt de greep van Rome op de Frankische kerk sterker dan ooit tevoren. De wisselwerking tussen de wereldlijke macht (Pippijn) en de geestelijke macht (de paus) heeft ervoor gezorgd dat beide partijen hun macht hebben kunnen uitbreiden. Pippijn had de kerkelijke macht nodig om zijn rechten op de troon te steunen, de kerk had Pippijn nodig als bescherming tegen de Lombarden. Pippijn was gehuwd met Bertrada de Laon (bijgenaamd 'Berta met de grote voet' omdat haar ene voet opmerkelijk veel groter was dan de andere). Ze kregen vier kinderen Carloman, Karel, Gisela en Pepijn. Als Pippijn 'de Korte' op 24 september 768 te Saint Denis overlijdt (aan waterzucht), wordt hij opgevolgd door zijn zoons Carloman en Karel (de Grote). Hij wordt, net als de Merovingische koningen, begraven in de basiliek van Saint Denis. Europa anno 800 Middeleeuwen 700 Vroege Middeleeuwen De Franken vormden een Frankisch rijk dat gekerstend werd en steeds verder groeide, tot het ten tijde van Karel de Grote heel Frankrijk, Duitsland, de Lage Landen, Noord-Italië en Noord-Spanje omvatte. In 800 werd Karel de Grote tot keizer gekroond. In zijn visie was er immers een nieuw West-Romeins Rijk ontstaan. De Byzantijnen wezen de claim van deze "barbaren" echter minachtend van de hand. Na de dood van zijn zoon brak echter onenigheid uit tussen zijn kleinzonen, en bij het verdrag van Verdun werd het rijk gesplitst in West, Midden- en Oost-Francië. Het Middenrijk (Lotharius) kreeg ook de keizerskroon; later gingen het gebied en ook de keizerskroon over naar het Oosten. Terwijl het Westen zich tot het latere Frankrijk ontwikkelde, ontwikkelden het Oosten en het Midden zich tot het Heilige Roomse Rijk. Ook het woord Rooms refereert aan de Romeinen. Het Karolingische Rijk Inhoud 1 De overname van het Merovingische rijk 2 Gevolgen van het verbond tussen Pepijn de Korte en de paus 3 Karel de Grote o 3.1 Het politiek beleid van Karel de Grote o 3.2 De feodaliteit o 3.3 Het cultureel beleid van Karel De Grote De overname van het Merovingische rijk Het begon allemaal met Pepijn III De Korte die de macht overnam in Austrasië, doordat hij zich liet erkennen als enige hofmeier van het land. Zijn vader Karel Martel, de stichter van de Karolingen (omdat hij als bastaardzoon niet door de Pepiniden werd aanvaard), verwierf nog meer aanzien doordat hij in 732 een Moors leger tussen Tours en Poitiers versloeg: de islamitische ruiterij reed zich te pletter tegen de zwaarbewapende Frankische infanterie. Daarmee maakte hij verleden van één van de talrijke Arabische strooptochten vanuit Spanje naar Frankrijk. Pepijn de Korte, de zoon van Karel Martel, stootte de laatste Merovingische koning, Childerik III, van de troon en nam de macht over, mede door de steun van de toenmalige paus. Gevolgen van het verbond tussen Pepijn de Korte en de paus 1. De Karolingische dynastie kwam aan de macht 2. De pauselijke staten ontstonden doordat Pepijns vader, Karel Martel, het vroegere exarchaat van Ravenna (gebied tussen Ravenna en Rome) aan de paus schonk. 3. De goede betrekkingen tussen Kerk en Staat werden hersteld. Karel Martel, 737-741 De stamvader van het karolingische huis is Karel Martel. Ook al beschouwd hij zichzelf niet als koning over het Merovingische Rijk, hij is wel de enige die de macht in handen heeft. Geboren als bastaardzoon van Pippijn II "de Middelste" (kleinzoon van Pippijn I) maakt hij het werk van zijn voorvaderen af. Hij stuurt zendelingen naar de nieuw veroverde gebieden, waaronder Friesland. Die eerste zendelingen zijn Engelsen, omdat zij Saksisch spreken en derhalve geen taalproblemen ondervinden. Eerst zijn zij in het zuiden actief. De IJsselstreek komt pas met Bonifatius, Willibrord, Lebuïnis en Liudger aan bod. De oorzaak van deze late bekering is dat de zendelingen met de Franken optrekken en derhalve door de Saksen die hier wonen, niet met veel vertrouwen tegemoet worden gezien. Zij heulen immers met de vijand. Maken de zendelingen op religieus gebied een einde aan de Saksische zelfstandigheid, Karel Martel doet dat op politiek terrein. Karel Martel heeft met de veroveringen van Friesland, Hessen en Thüringen de Saksen omsingeld, zodat zij teruggedreven worden. Hierdoor raken de bewoners van deze streek betrokken bij een reeks veranderingen. Iedere bewoner wordt onderdaan van een gouw en gelovige van een kerk. Tevens worden zij hierdoor deelgenoot van de agrarische revolutie. Niettemin is de strijd tussen de Saksen en Franken hiermee niet beslist. In 741 verdeelt Karel Martel zijn rijk onder zijn twee zonen, Karlman en Pippin (III). Vlak daarna sterft hij en breekt er een opstand uit. Pippin III 'de Korte', 741-768 Karlman en Pippin III 'de Korte' vinden het verstandig een Merovingische koning, Childerik III, aan te stellen zonder macht. Aan de gebroederlijke regering komt in 747 aan een eind doordat Karlman het klooster ingaat. Pas in 751 zet Pippin III de laatste Merovingische koning af om zichzelf tot koning uit te roepen. In datzelfde jaar helpt Pippin III paus Stephanus II de Longobarden te bestrijden, die Rome belegeren. Pippin III verslaat in opeenvolgende expedities in 754 en 756 de Longobarden en verwerft de titel Patricius Romanorum, beschermheer van Rome. Wanneer Pippin III de paus grond schenkt rondom Rome ontstaat Kerkelijke Staat. In 753 en 758 onderneemt Pippin III veldtochten tegen de Saksen en in 759 tegen Septimanië. Hij onderwerpt in 768 het zelfstandig geworden hertogdom Aquitanië. Door al deze veldtochten groeit het Frankische rijk enorm in oppervlak. Het hoogtepunt is nog niet bereikt, dat gebeurt pas wanneer Pippin III's zoon Karel I 'de Grote' aan de macht komt. Karel I 'de Grote', 768-814 Na Pippijn III nemen in 768 zijn zonen Karel I en Karlman het bewind over. Karlman sterft al na drie jaar, waardoor Karel I alleen aan de macht komt. Hij maakt een einde aan de Longobardische staat en kroont zich in 774 met hun ijzeren kroon te Pavia. Karel I bevestigd de schenking van zijn vader aan de paus, zodat de Kerkelijke Staat zijn definitieve vorm krijgt. Tevens ontstaat er een alliantie tussen de paus en de Frankische koning, gericht tegen de Byzantijnen en Longobarden. Hierna richt Karel I 'de Grote' gedurende 32 jaar zijn aandacht op de Saksen. Uiteindelijk onderwerpen de Saksische aanvoerders Alboin en Widukind zich en laten zij zich dopen. De daaropvolgende overwinningen op Beieren en de Avaren, maken Karel I's rijk zo groot als West-Europa. Voordat de strijd tussen de Saksen en Franken door Karel I 'de Grote' beslecht wordt loopt de grens tussen het Frankische Rijk en Saksen ten oosten van de IJssel dwars door de Achterhoek. Mogelijk behoort het latere deel van het bisdom Munster dan tot Saksen. Natuurlijke obstakels, zoals rivieren en moerassen, spelen als grensafbakening een voorname rol. Pas onder Karel I 'de Grote' wordt Saksen definitief aan het Frankische Rijk toegevoegd en daarmee ook de Achterhoek en de Liemers. Karel I is niet wraakzuchtig, want hij tekent de bestaande Saksische wetten op en waar deze in gebreke blijven vult hij ze aan met Frankische wetten. Bovendien laat hij plaatselijke machthebbers in hun waarde, maar hij legt hun wel de machtstructuur van de Franken op. Het veroverde gebied wordt onderverdeeld in gouwen, waarin de plaatselijke machthebbers worden aangesteld als "comes" (graaf), die namens Karel I een of meer graafschappen besturen. Deze heersende klasse zal middels huwelijken spoedig versmelten met de bestaande Frankische adel. Zonder problemen verloopt dit proces niet, want na Karel I valt het karolingische Rijk al uiteen in meerdere rijken. Aan het hof te Aken komt de Latijnse literatuur tot grote bloei. De in Engeland geboren Alcuïn is hiervoor verantwoordelijk. Hij sticht tevens diverse scholen in alle grote steden van het rijk. Met Kerstmis 800 wordt Karel I tot keizer gekroond door paus Leo III. Deze historische gebeurtenis is van groot belang, omdat in de beleefwereld van de middeleeuwse mens er slechts één keizerrijk is. Het zegel van Karel I is voorzien van de tekst Renovatio Romani Imperii, vernieuwing van het Romeinse rijk. Na zijn kroning tot keizer wordt dit het Heilige Romeinse Rijk, de voertaal is Latijn en tot in de negentiende eeuw zullen de heersers zich tooien met Imp. Rom. (Imperator Romanorum). In 808 breekt een oorlog uit met de Deense koning Godfried I van Westfold, die de Saksen steunt tijdens hun opstand, zodat Noord-Europa ook op de kaart staat. Van de toekomstige invallen der Noormannen zullen de Franken veel last krijgen. Pas in 811 wordt de vrede met Hemming, opvolger en neef van Godfried I, gesloten. De noordgrens van het Frankische rijk wordt vastgelegd bij de rivier de Eider. Wichman I, grootvader van graaf Wichman (II) van Hamaland, treedt hierbij op als afgezant van Karel I. In de afbeelding hieronder is het Frankische rijk van Karel I 'de Grote' blauw en zijn de onrustige gebieden paars. Karel I 'de Grote' trouwt tijdens zijn leven enkele malen en hij heeft bij bijna al zijn echtgenotes kinderen gekregen. Zijn huwelijk met Hildegard, dochter van graaf Gerold I van Kraichgouw en Imma van Lahngouw brengt de oudste zonen en erfgenamen voort. In 814 overlijdt Karel I, waarna zijn zoon Lodewijk (I) hem als keizer opvolgt. rond 800 Het politiek beleid van Karel de Grote Op het toppunt van zijn macht regeerde Karel over een rijk dat zich uitstrekte van Elbe/Oder tot aan de Pyreneeën. Zo veroverde hij: 1. Lombardije 2. Het gebied van de Saksen 3. De Spaanse mark 4. De inlijving van Beieren 5. Het rijk der Avaren (Kroatië, Tsjechië, Slowakije en Hongarije) Om zijn rijk makkelijker te kunnen besturen voerde Karel de Grote een centralisatiepolitiek die tot uiting kwam in: 1. Het aanstellen van rondreizende ambtenaren, missi dominici of zendgraven, om de controle uit te oefenen op het grafelijk bestuur 2. Het uitvaardigen van algemene wetten, de capitularia, voor alle onderdanen van het Frankische rijk 3. Het aannemen van de keizerstitel in 800 4. Door de veralgemening van de vazaliteit, waarbij een vazal zijn diensten aanbood in ruil voor grond 5. De ontwikkeling van een soort eenheidscultuur om de banden tussen zijn onderdanen te vestigen via missioneringswerk 6. Het ontwikkelen van een hofcultuur: de Karolingische Renaissance Kroning Karel de Grote, 15e eeuws De feodaliteit Karel maakte in zijn politiek systeem gebruik van de feodaliteit. Daarbij krijgt de koning bijstand van de kroonvazallen, de achtervazallen en de achter-achtervazallen in ruil voor onderhoud en bescherming. De kroonvazallen zijn de enige die rechtstreeks in dienst van de koning staan. Feodaal komt van feodum wat leengoed betekent. De leeneed is een eed van trouw tussen leenheer (koning) en leenman (vazal). Een vazal is een trouwe dienaar of gwas in het Germaans. De koning wilde de vazallen aan zich binden, indien hij hulp nodig had tijdens het voeren van een oorlog. Het cultureel beleid van Karel De Grote Karel de Grote wilde de cultuur van zijn land verbeteren. Maar hij wilde zelf ook geleerd worden. Karel was bedreven in de rekenkunde, talen, sterrenkunde en het leren schrijven. Hij lag ook aan de basis van de schoolcultuur, omdat hij scholen oprichte (hij verplichte de kloosters) en iedereen verplichte hun zonen naar school te sturen, zodat ze kunnen worden opgeleid voor staatsdienst. De vereenvoudiging van het Merovingische schrift zorgde voor de basis van de Germaanse en Romaanse taal en hun schrift. De Codex Aureus was een godsdienstig boek dat hij in kloosters liet maken. Lodewijk I 'de Vrome', 814-840 Keizer Ludovicus of Louis, beter bekend als Lodewijk (I) 'de Vrome', volgt Karel I de "Grote" op. Hij trouwt twee maal. Eerst in 794 met Irmingard van Haspengouw bij wie hij drie zonen krijgt. Op een rijksdag in Aken in 817 verdeelt hij onder zijn zonen het immense Frankische rijk in drie gelijkwaardige selen. Zijn jongste zoon , Lodewijk (II) (Ludwig of Louis), krijgt Beieren. Vandaar zijn, later toegekende, bijnaam: Lodewijk II 'de Duitser'. De middelste, Pippin krijgt Aquitanië. De oudste zoon, Lothar (I) (Lotharius), wordt mederegent en medekeizer over het gehele rijk. Deze regeling valt niet bij iedereen in goede aarde. Bernard, zoon van Lodewijk I's broer Pippin van Italië en koning van de Italiaanse provincies, komt in opstand en wordt verslagen. Lothar I krijgt Italië erbij. Het Frankische rijk wordt er niet overzichtelijker op. De tweede maal trouwt Lodewijk I in 819 op latere leeftijd met Judith, dochter van Welf van Argengouw, bij wie hij nog een zoon verwekt, Karel (II), die bekend zal worden als 'de Kale'. In 829 creëert keizer Lodewijk I een nieuw koninkrijk, Alemannië, voor zijn dan zesjarige zoontje. Pippin van Aquitanië en Lothar I worden boos op deze inbreuk op hun eerste geboorterecht en rukken met hun legers op tegen hun vader. Deze wordt gesteund door zijn zoon Lodewijk II 'de Duitser'. De keizer wint en Lothar I is medekeizer af. Hij blijft wel koning van Italië. Enkele jaren later worden de geschillen tussen de drie oudste zonen bijgelegd. Samen voeren ze oorlog tegen hun vader en jongere halfbroertje. Paus Gregorius treedt op als bemiddelaar, maar zijn gedrag doet de edelen overlopen naar de drie broers, hetgeen ook de bedoeling van de paus is. In de veldslag die volgt, wordt keizer Lodewijk I verslagen en afgezet. Niet voor lang, want de broers zijn het al snel weer oneens en enkele jaren later komt Lodewijk I wederom op de troon. Pippin van Aquitanië sterft intussen en zijn beide zoons erven niets. Het koninkrijk van Lodewijk II 'de Duitser' wordt ingekrompen tot Beieren. De rest van het Frankische rijk wordt verdeeld tussen Lothar I en Karel II. In 837 worden onderhandelingen begonnen om het rijksgebied in drie zelfstandige koninkrijken op te delen: West-Franken, Oost-Franken en het Middenrijk. Voordat het akkoord definitief tot een goed einde wordt gebracht overlijdt in 840 na een turbulent familieleven keizer Lodewijk I 'de Vrome'. Lodewijk II 'de Duitser', 840-876 De karolingische draad wordt gevolgd naar Oost-Franken, omdat De Graafschap volgens het verdrag van Verdun uit 843 bij dit koninkrijk hoort. Verdrag van Verdun Na de dood van Lodewijk de Vrome in 840 probeert keizer Lotharius I de gedachte van de Ordinatio Imperii te realiseren. Zijn broer Lodewijk de Duitser en Karel de Kale sluiten echter een verbond tegen Lotharius om zo hun onafhankelijkheid te bevechten. 25 06 841 Zegel Lodewijk worden Lotharius en Pepijn II vernietigend verslagen bij Fontenay, bij Auxerre. Lodewijk de Duitser en Karel de Kale bevestigen in 842 hun verbond met de "eed van Straatsburg". Bijzonder aan deze ceremonie is dat die tweetalig is. Lodewijk de Duitser spreekt "Frans" zodat de mannen van Karel hem Lotharius I kunnen verstaan, en omgekeerd spreekt Karel in het "Duits". Voor Lotharius betekent deze eed dat er geen kans meer is om zijn doel te verwezenlijken. Onderhandelingen beginnen en in 843 leidt dit tot het verdrag van Verdun. Er ontstaan 3 aparte staten: - Lotharius houdt de keizerstitel, het koninkrijk Italië en de kerngebieden van de keizerlijke autoriteit (de Moezelgouw, de Maasgouw, Aken), afgerond met Friuli, Bourgondië, de Provence, het westelijk deel van Allemanië (de Elzas) en Friesland. Lodewijk II, de oudste zoon, wordt koning van Italië onder zijn vader. - Lodewijk de Duitser krijgt alle oostelijke gebieden en de dominantie positie over de aangrenzende Slavische volken. - Karel krijgt alle westelijke gebieden. Lotharius proclameert in 844 te Thionville, dat hij "in fraternitas" met zijn broers zal regeren. Deze broederlijkheid wordt al snel op de proef gesteld als in 846 zijn graaf Giselbert van de Maasgouw, zijn dochter Ermentrude schaakt. Het tweetal vlucht naar Karel (die ongetwijfeld denkt voordeel te kunnen behalen in het grensgebied) en trouwt in dat jaar nog, ergens in Aquitanië. Er ontbrandt uiteindelijk een oorlog tussen de twee verse heersers die pas in 849 wordt beëindigd. Giselbert verzoent zich met Lotharius en wordt in zijn functie hersteld. Lotharius Weerstand in West-Francië Bernard van Septimanië erkent Karel de Kale in 841 als heer en stuurt zijn zoon Willem als gijzelaar naar zijn hof. Naar aanleiding hiervan schrijft Dhuoda, Bernards vrouw en Willems moeder, haar beroemd geworden "Handboek" over de opvoeding van de christelijke edelman. Na het verdrag van Verdun verbindt Bernard zich met Robert de Sterke, de legeraanvoerder van WestFrancië, de grote tegenstander van Karel en de overgrootvader van Hugo Capet, en probeert in 844 de macht te grijpen in het graafschap Barcelona (de oude Spaanse Mark). De coup Verdrag van Verdun (843) en deling van het Middenrijk mislukt en Bernard en Willem worden datzelfde jaar onthoofd in Toulouse. Nominoé, hertog van Bretagne, was een trouwe vazal van Lodewijk de Vrome maar hij weigert trouw te zweren aan Karel. Hij roept zich uit tot koning van een onafhankelijk Bretagne. In 846 verslaat Nominoé Karel in de slag bij Ballon. Hij verovert ook nog de graafschappen Maine en Anjou. Karel moet op deze manier veel weerstand overwinnen van de hoge adel, met name in het zuiden van West-Francië. Pas in 848 wordt hij tot koning gezalfd in Orléans. Door de invallen van de Noormannen duurt het dan nog tot rond 860 dat Karel zijn gezag ook in heel zijn koninkrijk heeft gevestigd. Ontwikkeling in Oost-Francië Lodewijk de Duitser steunt een staatsgreep in Moravië waardoor de christelijke vorst Ratislav aan de macht komt. Ratislav nodigt de paus uit een bisschop aan te stellen maar als die niet snel genoeg reageert wendt hij zich tot de keizer in Constantinopel. Die stuurt twee zendelingen: Cyrillus en Methodius. Omdat Moravië toestemming heeft om de eigen taal voor de liturgie te gebruiken, ontwikkelen zij voor deze Slavische taal het cyrillische schrift. Later zal Ratislav Karloman van Beieren steunen in zijn verzet tegen zijn vader, Lodewijk de Duitser. Verdeling van het Middenrijk In 844 overlijdt paus Gregorius IV. De bevolking komt in opstand en installeert ene Johannes als paus. Dit is niet naar de zin van de Romeinse aristocraten die Johannes verjagen en in zijn plaats Sergius II installeren. Lotharius besluit om in te grijpen en belegert de paus en zijn medestanders. Na onderhandelingen mag Sergius aanblijven. Twee jaar later plunderen de Saracenen Rome. De St. Pieter wordt verwoest. Lodewijk II wordt in 850 tot medekeizer verheven. In 851 leidt hij een veldtocht tegen het sultanaat van Bari, een steunpunt van de Saracenen. In 854 mislukt een overleg van de Frankische koningen omdat Lodewijk de Duitser weigert deel te nemen. In 855 voelt Lotharius zijn einde naderen. Hij treedt in het klooster van Prüm en overlijdt zes dagen later. Het middenrijk wordt tussen zijn drie zoons verdeeld: - Lodewijk II houdt zijn keizerstitel en het koninkrijk Italië. - Lotharius II krijgt de Moezelgouw, de Maasgouw, Aken en omgeving, het westelijk deel van Allemanië (de Elzas) en Friesland. Dit gehele gebied zal voortaan Lotharingen heten. - Karel krijgt Bourgondië en de Provence In 856 houden de broers en hun ooms een bespreking in Orbe (bij Lausanne). Besloten wordt om de situatie niet te veranderen hoewel Lodewijk II enkele gebieden heeft bezet die eigenlijk van zijn broer Karel zijn. Bij de dood van Karel van Bourgondië werd zijn koninkrijk verdeeld tussen Lodewijk II en Lotharius II. Lotharius II krijgt de gebieden ten noorden en ten westen van de Rhône en het gebied rond Vienne, de hoofdstad van Bourgondië. De Provence en de rest van Bourgondië zijn voor Lodewijk II. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Lodewijk II volgt zijn vader Lodewijk I op als koning van Beieren. Hij trouwt met Hemma, een zuster van zijn stiefmoeder Judith. Het paar krijgt zeven kinderen. Drie zonen: Karlman, Lodewijk III 'de Jongere' en Karel III 'de Dikke' en vier dochters. De geschiedenis blijft zich te herhalen. Opnieuw strijden de broers onderling en met hun ooms in het Middenrijk en West-Franken om de zeggenschap. Na de slag bij Fontenoy weet Lodewijk II zijn koninkrijk uit te breiden met Saksen, OostFranken, Alemannië en Thuringen. Een enorme gebiedstoename. In 867 weet hij daar ook nog de Elzas aan toe te voegen in ruil voor de erkenning van Lothar (II)'s bastaardzoon Hugo (II) van Elzas. Daarna profiteert Lodewijk II van de chaos in het Middenrijk, wanneer Lothar (II) van Lotharingen zonder wettige erfgenaam sterft. In 858 valt Lodewijk II onverrichterzake het west-Frankische rijk van Karel II 'de Kale' binnen. Het is de eerste van Duits-Franse oorlogen, die in bijna iedere eeuw zullen opduiken. In 864 weet hij in het zuidoosten van zijn rijk eindelijk de Moraviërs te onderwerpen. In 869 laat Lodewijk II zich als koning van Lotharingen huldigen. De Lotharingse kwestie lijkt opgelost te worden met het verdrag van Meersen in 870. Niets is minder waar. In 876 probeert Karel II 'de Kale' opnieuw Lotharingen aan zijn rijk toe te voegen. Lodewijk II is dan te oud om in het strijdperk te treden en zijn zoon Lodewijk III 'de Jongere' neemt de honneurs waar. Bij Andernach wordt Karel II verpletterend verslagen. Lotharingen wordt definitief aan het oost-Frankische rijk toegevoegd. In datzelfde jaar komt Lodewijk II te overlijden. Het West-Frankische Rijk was voor Karel de Kale. (Charles the bald) Het Midden-Frankische Rijk was voor Lotharius. (Lothair) Het Oost-Frankische Rijk was voor Lodewijk de Duitser. (Louis the German) Verdrag van Meerssen Karel de Kale en Lodewijk de Duitser werken eendrachtig samen om de pogingen van Lotharius II om zijn kinderloze huwelijk met Teutberga te laten ontbinden, te laten mislukken. Na een eventueel overlijden van Lotharius II is er dan namelijk iets te verdelen! Ook de broer van Teutberga, Hubert van Arles (hertog van het noorden van Bourgondië), verzet zich hevig en komt uiteindelijk in opstand. Lotharius II lost dit op door zijn gebied aan Lodewijk de Duitser te geven! Uiteindelijk voor Hubert verslagen door Koenraad II van Auxerre, die daarna zijn positie inneemt. Lotharius II had wel kinderen Verdrag van Meerssen (870) bij zijn minnares Waldrada. Vanaf 855 probeerde hij om zijn huwelijk te laten ontbinden om zo zijn kinderen te kunnen echten, in 862 trouwen ze daadwerkelijk. Onder invloed van Karel de Kale en Lodewijk de Duitser beslist paus Nicolaas I in 865 echter dat hij zijn eerste vrouw moet terugnemen en dat Waldrada in Rome zal moeten leven. De volgende paus, Hadrianus II, lijkt gevoeliger voor de argumenten van Lotharius II. Er volgen besprekingen in het Vaticaan en in Montecassino (07 869). Voordat de besprekingen tot afronding zijn gekomen, overlijdt Lotharius II (08 869). Waldrada treedt in het klooster van Remiremont. Na de dood van Lotharius II wordt Karel de Kale 09 869 in Metz tot koning van Lotharingen gekroond. Lodewijk de Duitser accepteert dat niet en uiteindelijk wordt 08 870 het verdrag van Meerssen gesloten, waarbij ze Lotharingen verdelen. Lodewijk II krijgt niets, mogelijk is hij te druk met zijn veldtochten tegen de Saracenen in zuid Italië. Karel III 'de Dikke', 876-887 De drie zonen van Lodewijk II de Duitser worden in 876 koning. Karlman in Beieren, Lodewijk III in Saksen en Karel III in Zwaben. Karel III 'de Dikke' profiteert vervolgens van het vroege overlijden van beide broers. Karlman van Beieren overlijdt al in 880, waarbij hij een volwassen bastaardzoon, Arnulf geheten, achterlaat. Arnulf krijgt uit de erfenis het markgraafschap Karinthië toebedeeld. Lodewijk III 'de Jongere' overlijdt twee jaar later en laat alleen een dochter na. Karel III heeft het rijk alleen. 880 Verdrag van Ribemont In 880 wordt Karel III tot keizer verheven. Tijdens zijn bewind wordt het grootste deel van het Frankische rijk weer één geheel. Karel III 'de Dikke' komt in de problemen wanneer hij uitzichtsloze veldtochten naar Bohemen en Italië uitvoert, terwijl Vikingen de Rijn, Schelde, Seine en Maas op en afvaren. Er wordt in 885 alleen met Godfried 'de Deen' afgerekend, niet door inzet van het leger, maar door een aanslag. Bovendien heeft Karel III te kampen met een slechte gezondheid. In 887 zijn de keurvorsten zijn bewind zat en wordt Karel III gedwongen zijn keizerskroon af te zetten. Hierna gaan het oost-Frankische, west-Frankische rijk en Italië ieder huns weegs en kiezen een eigen regent. Arnulf van Karinthië wordt in Oost-Franken tot koning verheven. Vlak daarna overlijdt Karel III op 13 januari 888. Ook hij laat alleen een bastaardzoon achter, Bernard geheten. Deze overlijdt al in zijn tienerjaren en kan de dynastie niet voortzetten.. Europa anno 900 Arnulf van Karinthië, 887-899 Arnulf van Karinthië is de zoon van Karlman van Beieren en een neef van Karel III 'de Dikke'. In 887 volgt hij Karel III als koning van Oost-Franken op. Het door Karel III verenigde Frankische rijk valt definitief uiteen. Arnulf heeft geen ambitie (of macht?) om in het gehele Frankische rijk zich als koning te laten erkennen. Arnulf beschouwd zichzelf meer als opvolger van zijn grootvader Lodewijk 'de Duitser'. Arnulfs inmenging in het koninkrijk Lotharingen valt dan ook in dit licht te bezien. In 888 weet hij zijn macht in Lotharingen ten gelde te maken, waar hij in 895 zijn bastaardzoon Zwentibold op de troon zet. In 892 weet Arnulf de Vikingen in Leuven te verslaan, na aanvankelijk een nederlaag bij Meerssen te hebben geleden. De Vikingen opereren hierbij als landleger, mogelijk ten gevolge van de burgenbouw aan de grote rivieren, hebben zij hun boten verlaten. Arnulf weet spoedig de zelfverklaarde koningen Berengar I in Italië, Odo in West-Franken en Rudolf I in Hoog-Bourgondië met een leenverhouding aan zich te binden. Vervolgens weet hij in 894 de Italiaanse troon te veroveren, waarna hij in met een tweede veldtocht in 896 Rome verovert en als keizer wordt erkend. Ook Arnulf kent opvolgingsproblemen. In 889 vraagt hij op een rijkslanddag in Forchheim de verzamelde rijksgroten zijn beide bastaardzonen, Zwentibold en Ratold, als eventuele opvolgers in Oost-Franken te erkennen. Het komt tot een compromis. Er volgt erkenning, maar de verzamelde heren wensen wel mee te regeren. In de vete tussen de Babenbergers en Konradijnen kiest hij partij voor de Konradijnen. Arnulf gaat een huwelijk aan met de achttien jaar jongere Konradijnse Oda, dochter van graaf Berengar van Hessengouw. Bij haar krijgt Arnulf alsnog de vurig gewenste opvolger: Lodewijk (IV) 'het Kind'. Toch komt de dynastie in problemen wanneer Arnulf zes jaar later overlijdt en zijn wettige erfopvolger minderjarig achterblijft. Lodewijk IV 'het Kind', 900-911 Op zesjarige leeftijd wordt Lodewijk IV 'het Kind' op 4 februari 900 tot koning van OostFranken gekroond. In maart wordt hij tot koning van Lotharingen gekroond, ten faveure van de Zwentibold. Het moge duidelijk zijn dat Lodewijk IV een speelbal is van de machtige adellijke families, de Konradijnen voorop. Veel kans om zich als heerser te ontplooien is Lodewijk IV niet vergund. Hij wordt maar achttien jaar oud, zodat zijn bijnaam "het kind' voor de hand ligt. Lodewijk IV is de laatste Duitse koning uit het huis van Karel I 'de Grote'. De Konradijn Koenraad (I) treedt als koning naar voren, maar na hem zal het Saksische huis zijn opwachting maken. Het karolingische rijk is ten einde, het Heilige Rooms Rijk wacht. Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MCM ende XCVIII des Dingxdages op Heilige Lodewijk dach, dat was op ten vijfden ende twintigsten dach der maent van Augusti. Otto I verslaat Berengarius II Europa anno 1000