Biobased Business Brainport -B3Verwaarden van agrofood reststromen in de groene grondstoffen economie van Oost-Brabant -Concept Bedrijfsplan – BSP Biotech Systems Platform avans hogeschool 14-01-2013 6020.e.13010 Jan Westra, SRE MD Paul Gosselink, BOM Ella van Melis, Ontwikkelservice SRE 1 Inhoud 1. 2. Achtergrond ..................................................................................................................................... 3 1.1 De groene grondstoffen economie .......................................................................................... 3 1.2 Positionering in Oost-Brabant ................................................................................................. 3 1.3 Kansen en belemmeringen ..................................................................................................... 4 1.4. Focus regio Oost-Brabant ....................................................................................................... 4 1.5. Een aanpak via drie sporen .................................................................................................... 5 1.6. Bedrijfsplan Ontwikkelservice ................................................................................................. 5 Visie, missie en functies .................................................................................................................. 6 2.1 Visie ......................................................................................................................................... 6 2.2 Missie ...................................................................................................................................... 6 2.3 Voorbeeldproject ..................................................................................................................... 8 2.4 Functies ................................................................................................................................... 9 3. Relatie omgeving .......................................................................................................................... 11 4. Werkstructuur ................................................................................................................................ 12 4.1 Flexibel .................................................................................................................................. 12 4.2 Personele inzet...................................................................................................................... 12 4.3 ‘Programma’ .......................................................................................................................... 12 4.4 Rol in proces ......................................................................................................................... 13 5. Activiteiten en planning ................................................................................................................. 16 6. Verdienmodel ................................................................................................................................ 17 7. Effecten ......................................................................................................................................... 17 8. Begroting opstart 2013 .................................................................................................................. 18 Bijlage 1: Projectformat ........................................................................................................................ 20 Bijlage 2: Effectiviteit en Efficiëncy Ontwikkelservice .......................................................................... 21 Bijlage 3: Voorbeeldprojecten .............................................................................................................. 24 Bijlage 4: Voorbeelden verdienmodellen ............................................................................................. 29 2 1. Achtergrond 1.1 De groene grondstoffen economie In de Biobased economy hebben groene, hernieuwbare grondstoffen de rol van eindige grondstoffen overgenomen. De technologie ontwikkelt zich in sneltreinvaart. Daardoor groeien de mogelijkheden om bijvoorbeeld afvalstoffen en dierlijke reststromen te benutten als grondstof en hoogwaardige energiedrager, waardoor ze nieuwe economische waarde krijgen. Perspectief van deze ontwikkeling is een ‘groene grondstoffen economie’ met gesloten kringlopen en economisch (concurrentie) voordeel voor regio’s en bedrijven die zich hierin weten te onderscheiden. 1.2 Positionering in Oost-Brabant De regio Oost-Brabant heeft een aantal sterke troeven in handen om de kansen voor een Biobased economy te verzilveren. Er liggen in de regio met name mogelijkheden op het raakvlak van: - Agro, Food en Technologie -. De sterk aanwezige AgroFood sector kan als voedingsbodem dienen voor het ontwikkelen van een nieuwe economie die niet alleen voedsel produceert, maar ook grondstoffen levert aan de industrie. Op die manier geeft de ontwikkeling van de Biobased economy de AgroFood sector een kwaliteitsimpuls door het creëren van extra toegevoegde waarde, verduurzaming en versterken van het imago en maatschappelijk draagvlak. In die ontwikkeling kan gebruik gemaakt worden van kennis, kunde, netwerken en technologische innovaties die voortkomen uit de Brainport regio die gecentreerd is rondom Eindhoven. Topsector Agro&Food Biobased Oost-Brabant Brainport ‘’Agro & Food meets Technology’’ Vraaggestuurde biomassa ketens: Aansturing en organisatie: • hoogwaardige toepassing industrie • waardevolle grondstoffen • technieken • logistiek • beschikbaarheid materialen • strategisch: visie • tactisch: Business Centre • operationeel: Business Cases 3 1.3 Kansen en belemmeringen De uitgangspositie om in Oost-Brabant een sterke Biobased sector te ontwikkelen op het raakvlak van Agro, Food en Technologie is uniek. Het economische belang is aanzienlijk. Niet alleen het behouden van de huidige (AgroFood) sector, maar juist in het creëren van een nieuwe economie. Streven is dat in 2020 2.000 nieuwe banen zijn ontstaan en het BNP met 0,5 miljard euro is toegenomen. Op lokaal niveau worden al tal van initiatieven genomen die echter nog nauwelijks in samenhang en gecoördineerd worden uitgevoerd, terwijl het de uitdaging is ze te verbinden en dat ze elkaar gaan versterken. Tegelijkertijd lopen initiatiefnemers met vernieuwende projectideeën in de praktijk tegen uiteenlopende belemmeringen aan van financiële, organisatorische en vergunningtechnische aard waardoor initiatieven niet of vertraagd tot realisatie komen. 1.4. Focus regio Oost-Brabant De focus van de regio Oost-Brabant zal gericht zijn op het verduurzamen van de samenleving. Binnen het kader van biobased zal dit zijn het omzetten van afval in grondstoffen/nutriënten/mineralen. Door specifieke reststromen te benutten als nutriënten/mineralen bron kunnen kwalitatief goede producten geproduceerd worden waardoor een duurzame markt ontstaat. Zo kan de regio reststromen concentreren, opschalen, verwaarden en eventueel exporteren die nu niet of minder nuttig worden gebruikt. Reststromen • Agro • Food • GFT • Water • Mest • …. Nutriënten • Fosfaat • Zwavel • Eiwitten • Vezels • Vetzuren • …….. Markten • Food • Feed • Farma • Chemie • Energie • …. 4 1.5. Een aanpak via drie sporen Op drie niveaus worden acties ondernomen om de ontwikkeling van de Biobased economy in Oost-Brabant te versnellen: het opstellen van een strategische agenda Biobased economy Oost-Nederland met vertegenwoordigers van bedrijfsleven, onderwijs/onderzoek en overheden (eerste aanzet startnotitie in bijlage 1); het organiseren van een Ontwikkelservice om initiatiefnemers te ondersteunen bij kennisuitwisseling, samenwerking en projectontwikkeling (bedrijfsplan Ontwikkelservice ligt nu voor u); het uitvoeren van voorbeeldprojecten (in bijlage 2). 1.6. Bedrijfsplan Ontwikkelservice In de afgelopen maanden is duidelijk geworden dat marktpartijen binnen en buiten de landbouw behoefte hebben aan praktische ondersteuning bij het ontwikkelen van hun uiteenlopende Biobased initiatieven. Er blijkt vraag te zijn naar bijvoorbeeld: het uitwisselen van kennis; introductie van nieuwe partijen (cross sectorale samenwerking); sturing van initiatieven; regie op vraag en aanbod van biomassa; ondersteuning van initiatieven; financial engineering; ondersteunende regelgeving. Op basis van de behoefte aan ondersteuning vanuit de markt is besloten samen met de belangrijkste stakeholders een bedrijfsplan voor een ontwikkelservice op te stellen. Gekozen is voor een bedrijfsplan omdat de dienstverlening echt een toegevoegde waarde moet hebben en aan een reële behoefte in de markt moet voldoen. Het bedrijfsplan dat nu voor u ligt bestaat uit de volgende onderdelen die hierna per hoofdstuk worden beschreven: hoofdstuk 2: missie, visie en uitgangspunten; hoofdstuk 3: organisatie; hoofdstuk 4: activiteiten; hoofdstuk 5: verdienmodel; hoofdstuk 6: begroting opstart 2012-2013. 5 2. 2.1 Visie, missie en functies Visie De Ontwikkelservice Biobased Business Brainport B3 heeft als visie: ‘’Het ondersteunen van marktpartijen bij nieuwe bedrijvigheid in de Biobased economy gericht op het economisch hoogwaardig toepassen van AgroFood reststromen en het sluiten van stofkringlopen dicht bij de bron.’’ 2.2 Missie De ontwikkelservice hanteert daarbij de volgende missie, kernwaarden: A. Markt leidend Marktpartijen zijn leidend in het nemen van initiatieven, projectontwikkeling en realisatie. De ontwikkelservice biedt ondersteuning, verbindt en zorgt voor randvoorwaarden. B. Praktisch Marktpartijen lopen in de praktijk tegen concrete belemmeringen op. Daardoor lopen projecten vertraging op, stranden projecten en komen nieuwe initiatieven niet tot ontwikkeling. De ontwikkelservice zal afhankelijk van de behoefte ondersteuning bieden om gericht praktische problemen op te lossen, zodat initiatieven van innovatie tot realisatie komen. C. Bedrijfsmatig De ontwikkelservice werkt bedrijfsmatig. Dat betekent dat voor ondersteuning en dienstverlening wordt betaald. Ondersteuning voorziet in een toegevoegde waarde en een behoefte in de markt. De ontwikkelservice is vanaf 2013 financieel onafhankelijk van subsidies en bijdragen van overheden. D. Samen De ontwikkelservice werkt via een netwerkstructuur, waarbij een consortium van partijen de aansturing voert. Bij de ontwikkelservice, dat werkt als een knooppunt, komen: vragen, aanbiedingen, kansen en problemen samen, die door de ontwikkelservice worden verbonden. In de ontwikkelservice werken kennisinstellingen, overheid en bedrijfsleven samen. De ontwikkelservice brengt diverse stakeholders samen, waarbij ze kunnen leren van elkaar en krachten kunnen bundelen. Door het faciliteren van kennis en informatieuitwisseling, oplossen van knelpunten in regelgeving, organiseren van financiering, bevorderen van samenwerking en technologische innovatie maakt de ontwikkelservice echt het verschil. 6 E. Voortborduren op het bestaande De ontwikkelservice zal als netwerkorganisatie zoveel mogelijk aanhaken op initiatieven die reeds in gang zijn gezet, deze kennis gebruiken en toepassen in en vertalen naar OostBrabant. Daarbij wordt uitgegaan van en samengewerkt met bestaande initiatiefnemers, locaties voor onderzoek en innovatie, kennisinstellingen en Biobased centra. Bestaande structuren Initiatiefnemers EcoEnergy Oirschot, EcoSon Son & Breugel, waterschappen Aa en Maas en De Dommel, Attero wastemanagement, Ingenia/Carbiogas Nuenen, …. Locaties onderzoek en Innovatie Eindhoven Food en Technology, Helmond Food productie, Den Bosch Food en Health, Veghel Food Processing,Varkens Innovatie Centrum Sterksel …. Kennisinstellingen TU/e Eindhoven, TNO Eindhoven, HAS Den Bosch, Avans, …. Biobased centra Green Chemistry Campus West-Brabant, Centre for Biobased Economy Wageningen, …. Programmabasis Oost-Brabant markten food feed farma (Fijn)chemie energie Ondernemers met markttoegang Speciale stoffen eiwitten vezels vetzuren energie Intermediaire producten indirect Smartscale Technieken op bedrijf toegepast Agro reststroom land Agro reststroom vee/stal Food reststroom Zuivel 50% reststromen Food reststroom Groente/fruit 10% Food reststroom Granen …% Food reststroom …. ….% Food reststroom Vlees/vis 85% nu al verwerkt 7 2.3 Voorbeeldproject In de bijlage is een lijst opgenomen van projecten die al eerder zijn opgestart c.q in ontwikkeling zijn. Gaandeweg de voorbereidingen voor het verder opzetten van de ontwikkelservice komen er steeds meer projecten uit de regio naar boven. Steeds meer projecten zullen zich richten op de top van piramide waarbij de toegevoegde waarde het grootst is. Een van de projecten die hier met name aan voldoet is het project Eindeloos. Een project dat gericht is op het inrichten van een proeffabriek voor de verwerking van plantaardig reststromen. Deze fabriek zal een groot scala aan (milde) scheidings- extractie, drogings technologiën huisvesten, die gebruikt kunnen gaan worden door aanbieders van reststromen om: mogelijkheden van reststromen te onderzoeken kleine proefproducties te doen ten behoeve van marktverkenning en - introductie het bepalen van kostprijzen van producten uit reststromen Inmiddels is een consortium van bedrijven gevormd, die bereid zijn hierin mee te investeren. Voor aanvullend onderzoek is een PPS aanvraag binnen het TKI Agri&Food aangevraagd en goedgekeurd. Het consortium bestaat uit o.a.: 8 technologiebedrijven bedrijven, in de afzet van inhoudsstoffen Aanbieders van reststromen zijn niet in eerste instantie in het consortium opgenomen, omdat hieraan geen gebrek blijkt te zijn. 2.4 Functies De ontwikkelservice vervult de volgende hoofdfuncties/hoofdactiviteiten: A. Ontwikkelservice Het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden zien steeds meer de kansen die duurzame productie, verwerking en gebruik van biomassa bieden. In de biobased economy vervagen de grenzen tussen sectoren. Maar ketenpartners vinden elkaar niet altijd. En stakeholders zijn soms niet bekend met beschikbare technologieën. De ontwikkelservice fungeert hier als een matchmaker en katalysator, een platform dat kennis daadwerkelijk naar de markt brengt. De ontwikkelservice is daarom te betitelen als een front office activiteit. De front office activiteiten vergen creativiteit, vaardige pen, organisatievermogen en netwerk. Voor veel initiatiefnemers blijft het, zeker waar het gaat om complexe trajecten, lastig om de juiste projectregisseurs te vinden. Dit leidt ook tot onvoldoende gebruik van de verschillende financieringsmogelijkheden die binnen de regio aanwezig zijn. De redenen waarom projectontwikkeling al in een vroegtijdig stadium vastloopt, kan gelegen zijn in een viertal hoofdoorzaken: te weinig capaciteit binnen de eigen organisatie; gebrek aan kennis van de (financierings)mogelijkheden; slechte verwoording van het gestelde doel; te weinig draagvlak. De begeleiding van projecten kan variëren van een kort advies tot het volledig begeleiden van het traject van idee naar uitvoering. Met het oog op bovenstaande problematiek worden de volgende activiteiten voorgesteld: 1. 2. 3. 4. Projectdetectie Begeleiden van projecten Zoeken van financiering Implementeren van projecten Ad 1. Projectdetectie In verschillende platforms en workshops zijn bedrijven, kennisinstellingen, projectontwikkelaars, streekmanagers, programmamanagers etc. betrokken bij het initiëren en ontwikkelen van projecten. Bundeling van deze informatie vindt door een centraal 9 intakepunt bij de Ontwikkelservice plaats. Per project wordt bekeken welke vorm van dienstverlening wordt aangeboden om een project tot ontwikkeling c.q realisatie te brengen. Het scouten van trends, marktvragen, businessinitiatieven en technologiekennis en het bepalen van de relevantie of haalbaarheid daarvan vindt binnen de Ontwikkelservice plaats. Participanten/partners kunnen zelf of via relaties vindingen en marktvragen aandragen. Deze worden via het netwerk uitgezet in de vorm van themabijeenkomsten, biobased café etc.. Ad 2. Begeleiding van projecten Uit ervaring is gebleken dat het voor initiatiefnemers met een goed basisidee niet altijd mogelijk is om dit idee om te zetten in een goed projectvoorstel dat ook aansluit bij de verschillende financieringsbronnen. De werkzaamheden bij dit onderdeel van de Ontwikkelservice zijn vooral gericht op: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Overleggen met betrokken partijen Creëren draagvlak Schrijven van notities en projectvoorstellen Op gang houden ontwikkelingsproces; regie en procesbegeleiding Oplossen knelpunten Advies over ruimtelijke inpassing; vergunningtrajecten en regelen experimenteerruimte Overleg financieringsinstanties Ad 3. Zoeken van financiering In een aantal gevallen zullen projecten dermate omvangrijk of complex zijn dat verschillende bronnen van financiering aangeboord moeten worden. Het zoeken naar deze bronnen en het voeren van de daarvoor noodzakelijke besprekingen kan onderdeel van de activiteiten zijn. Bij de eerste sortering van projecten onder ad 1. kan het zijn dat bij de dan beschikbare informatie gekeken wordt naar een bepaalde financieringsbron. Naarmate een project meer gedetailleerd wordt is het zoeken naar meer specifieke financiering wenselijk. Ad 4. Implementeren van projecten De Ontwikkelservice is partner van overheden en intermediairs in het ontwikkelen en implementeren van regionale ketenprojecten en kan daarin het procesmanagement op zich nemen. Instrumenten als projectdetectie, themabijeenkomsten en de financial engineering kunnen worden ingezet om lokale en regionale potenties te vertalen in projecten, bijvoorbeeld door regionale marktpartijen te verbinden met nationale spelers als technologiebedrijven en kennisinstellingen. B. Platform Uitwisselen van kennis en ervaring. Bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Afzet geproduceerde grondstoffen in de industrie. Aanbod biomassa. Bewerkers, verwerkers en logistiek. C. Netwerken en samenwerking 10 Ontwikkelen sectoroverstijgende netwerken en samenwerking. D. Communicatie Projectoverstijgende communicatie gericht op het ontwikkelen van draagvlak voor vernieuwende initiatieven. 3. Relatie omgeving De ontwikkeling van biobased projecten is een lijn die opgenomen gaat worden in het Agro& Food programma van de provincie. Deze wordt opgesteld door de heer Warmerdam. Er zit daarin uiteraard een sterke link naar de Agro&Food activiteiten van de BOM. Er zijn al diverse gesprekken gevoerd met de heer Warmerdam om de lijn zoals we die in OostBrabant voorstaan bij de ontwikkeling van biobased projecten opgenomen te krijgen in het bredere Agro & Food programma. Vooruitlopend daarop worden de projecten ontwikkeld om ook als bewijs te kunnen dienen dat biobased in Oost-Brabant volop in ontwikkeling is. De provincie en BOM maken ook deel uit van de werkgroep biobased Oost-Brabant. Tevens lopen er diverse lijnen ook naar de biobased projecten en organisatie in West-Brabant om de juiste afstemming tussen organisaties en projecten te realiseren. Het kenniscentrum biobased van Avans zit om die reden ook bij de werkgroep. 11 4. Werkstructuur 4.1 Flexibel Het streven naar flexibiliteit, samenwerking en een smalle structuur vraagt om een ‘’organisatie’’ die kan meebewegen. Niet om een vastomlijnd model dat jarenlang volgens dezelfde principe opereert. Een kleine flexibele ontwikkelservice, die opereert vanuit een rol als aanjager en/ of ondersteuner en die initiatiefnemers van idee tot project kan brengen. Een loket dat op verzoek van een (potentiële) initiatiefnemer beschikbaar is, een aanspreekpunt dat kansen in de markt signaleert en deze verder brengt tot een innovatie én een condensatiepunt van relevante kennis en informatie. 4.2 Personele inzet Het succes van werken met allianties/netwerken hangt uiteindelijk in grote mate af van de vaardigheden van de mensen binnen de samenwerkende organisaties. Het is dus de uitdaging om samen met partners te werken en tegelijkertijd een verbinding te leggen met de doelen. Dat vraagt om andere rollen, competenties, vaardigheden en tools. Deze zullen moeten worden beschreven en afgesproken. De kunst is om een goede balans te vinden tussen het hebben van vertrouwen en de mate van controle die men uit kan oefenen. Idealiter zou gekozen moeten worden voor een zo klein mogelijke kern van (flexibele) medewerkers, mits deze in staat zijn het omliggende en wisselende netwerk ook efficiënt kunnen inzetten. Voordelen: kleine compacte organisatie (virtuele); aanspreekpunt; relatief lage vaste kosten; variabel budget in te zetten in netwerk; gericht op realisatie en niet op in stand houden; meer controle op kwaliteit; gerichte communicatie. 4.3 ‘Programma’ De organisatie is gebaseerd op een werkprogramma, waarin door een beperkt aantal stakeholders de strategische agenda wordt bepaald. Door de ontwikkelservice wordt dit programma uitgevoerd. De bezetting van de ontwikkelservice zal een flexibele moeten zijn en zal worden gevoed vanuit de deelnemende samenwerkende partijen, met een aanspreekpunt. Van daar uit zullen projecten worden aangejaagd, ondersteund en gefaciliteerd. De uitvoering zal vooral worden gedaan door de verschillende partijen, waarbij de samenwerkingsverbanden per project kunnen verschillen. Tegelijkertijd kent de organisatie een aantal partners die deelnemen in de uitvoering van het programma. Om deel te kunnen nemen dragen partners bij in de kosten. Deels om de basis kosten te dekken en deels om businesscases te kunnen voorleggen en gebruik te kunnen maken van bovenstaande dienstverlening van de Ontwikkelservice. 12 Werkstructuur “Programma” Biobased Oost-Brabant Allianties/ projecten Triple Helix Agro Food Technology Kennis Overheden 4.4 SRE RNOB BOM FTPB Avans De Groene Campus ZLTO BSP Andere partners…….. Ontwikkelservice B3 Rol in proces SRE is de coördinator van het geheel. Zij voert de regie, maar de kar wordt getrokken door de betrokken triple helix partijen, bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden. Als voorwaarde voor ondersteuning van de Ontwikkelservice is gesteld dat bij elk project het bedrijfsleven als trekker moet kunnen worden aangemerkt, tenzij een project zich nog in de initiatieffase bevindt, waarbij ook kennisinstellingen of overheden tijdelijk de kar kunnen trekken. Er zullen dan wel binnen afzienbare tijd een of meerdere bedrijven in beeld moeten komen, anders wordt het project als niet realistische van de lijst afgevoerd. Als kennisinstellingen zijn Avans en De Groene Campus betrokken (ze bijlage intentieverklaring). Projecten en initiatieven moeten worden getrokken door het bedrijfsleven. De rol van het ontwikkelservice is faciliterend. Voorkomen moet worden dat het initiatief vanuit de ontwikkelservice komt en daardoor de daadwerkelijk urgentie vanuit de markt verschuift 13 naar de urgentie van een instituut. Kern van alle inzet van de ontwikkelservice is business development in de breedste zin. De activiteiten moeten bestaande bedrijven ondersteunen, deze toekomstbestendig maken, nieuwe bedrijvigheid aantrekken en uiteindelijk geld opleveren, geen geld (blijven) kosten. Taken: • • • • • • Ontwikkelen/uitwerken projectideeën Creëren van draagvlak Smeden van partnerschappen en samenwerkingsverbanden Uitschrijven van projectplannen, startnotities, intentieovereenkomsten, opdrachtformuleringen Zoeken naar en combineren van financiering; Tijdelijke coördinatie en regie van complexe projecten Resultaat: • Project- en/of conceptdefinitie • Commitment • Draagvlak voor realisatie • Projectplannen, overeenkomsten • businesscases • Financiering • Regie • Maatwerk Voor alle projecten zal een format worden ingevuld om zo te bepalen of er verantwoord sprake is van ondersteuning door een van de partners in de ontwikkelservice . Zie bijlage 1. Regie/faciliteren Ontwikkelservice Kennisontwikkeling •productie •Restmateriaal Primair •Technologie •testfase •Pilots •Toepassing Productie •Business Verwaarding •Vermarkten •Communicatie Verkopen Bedrijfsleven leading 14 Criteria voor het al dan niet ondersteunen van projecten zijn in onderstaand schema aangegeven. Stroomschema ontwikkelservice B3 Aanvraag ondersteuning Energie Chemie Farma Feed nee Food Archief ja ja nee Archief Economische bijdrage ja nee Innovatief Archief ja nee Triple helix Archief ja nee nee Uitrol of pilot Bovenlokaal Archief ja ja nee Niet regulier ja Projecttrekker nee Niet regulier Archief ja nee Archief Projecttrekker Archief nee Archief ja ja ondersteuning 15 5. Activiteiten en planning Activiteitenschema B3 2012 2013 4e kww 1e kw 2e kw 2014 3e kw 4e kw 2015 2016 Strategische positionering Inventariseren krachten regio Nader onderzoek economische kansen Opstellen businessplan Werven middelen Opstellen werkprogramma Businesscases BIOenNW: 5 Businesscases B4: 7 Nieuwe casussen: 5 Ontwikkelservice Projectdetectie Begeleiden van projecten Zoeken van financiering Platvorm Draagvlak Bijeenkomsten Netwerken en samenwerking Makelen en schakelen Communicatie Publiceren successen Website groepen x x x x x x x x x x x x x x 16 6. Verdienmodel Een toekomstbestendige organisatiestructuur is er een die voldoet aan de vraag van de markt. Spelers in het werkveld van de Biobased Economy moeten meerwaarde zien in de ontwikkelservice en er vertrouwen in hebben dat deze een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van hun initiatief. Dat vertrouwen kan geuit worden in het betalen van een bijdrage aan de organisatie of aan de oplossing van hun specifieke probleem. Deze bijdrage zorgt ervoor dat de Ontwikkelservice en totale organisatie B3 zelfvoorzienend kan gaan functioneren. Er zijn verschillende manieren om inkomsten te genereren door de B3 Ontwikkelservice net zoveel als er verschillende potentiële betalende / financierende partijen zijn. Algemene ondersteuning zal op een andere manier gefinancierd moeten worden dan de kosten voor de organisatie van een netwerkbijeenkomst enz. Er is dan ook niet één specifiek verdienmodel te benoemen dat past bij iedere activiteit of waarmee voldoende geld gegenereerd wordt het totaal aan doelen zoals beschreven in deze notitie van te bereiken. Juist een combinatie van verdienmodellen wordt nagestreefd waarbij het uiteindelijke doel is de ontwikkelservice binnen twee jaar na aanvang financieel onafhankelijk te laten zijn. Voorbeelden zie bijlage 3. 7. Effecten In de bijlage is overzicht opgenomen van de effectiviteit en efficiency van de Ontwikkelservice in het verleden. De bijdrage van REAP wordt met name gevraagd voor de fase waarin projecten moeten worden aangejaagd en tot ontwikkeling moeten worden gebracht. Vaak is dat de moeilijkste fase aangezien er dan nog vaak sprake is van onzekerheden en risico’s. De taak van de Ontwikkelservice is om een aantal van die onzekerheden en risico’s weg te nemen door de initiatiefnemers te ondersteunen bij het verwoorden van het plan, het zoeken van partners, creëren van draagvlak zoeken van aanvullende financiering etc. Indien er sprake is van businesscases die realistisch zijn moeten projecten op eigen kracht verder. De te verwachten effecten voor 2013 zijn: Soort verwacht effect Aantal ondersteunde biobased projecten Aantal businessplannen als voorbeeld voor de regio Aantal spinoff bedrijven in de regio Aantal 25 15 8 17 8. Begroting opstart 2013 In onderstaand overzicht is aangegeven welke kosten (ca.) op relatief korte termijn worden voorzien om een en ander te kunnen realiseren. 2013 Activiteit Aantal uren Tarief Kosten Kosten 2013 out of pocket 1. Opstellen werkprogramma en kwartiermaken Totaal 2013 € - SRE ontwikkelservice 20 € 110 € 2.200 € 2.200 SRE milieudienst(via Energietransitieprogr RNOB 20 € 96 € 1.920 € 1.920 20 € 110 € 2.200 € 2.200 FTPB 20 € 110 € 2.200 € 2.200 ZLTO 8 € 110 € 880 € 880 Avans 8 € 110 € 880 € 880 BOM 8 € 110 € 880 € 880 € 11.160 € - Subtotaal 11160 € 104 - 2 Ontwikkelservice; projectdetectie, begeleiden projecten, zoeken financiering SRE ontwikkelservice 144 € 110 € 15.840 € 15.840 SRE milieudienst(via Energietransitieprogr RNOB 520 € 96 € 49.920 € 49.920 144 € 110 € 15.840 € 15.840 FTPB 144 € 110 € 15.840 € 15.840 ZLTO 48 € 110 € 5.280 € 5.280 Avans 72 € 110 € 7.920 € 7.920 BOM 72 € 110 € 7.920 € 7.920 € 215.560 € - € inhuur derden € Overige kosten Subtotaal 3. communicatie en netwerken SRE ontwikkelservice 118560 € 1144 80.000 17.000 97.000 16 € 110 € 1.760 € 1.760 SRE milieudienst(via Energietransitieprogr RNOB 20 € 96 € 1.920 € 1.920 16 € 110 € 1.760 € 1.760 FTPB 16 € 110 € 1.760 € 1.760 ZLTO 8 € 110 € 880 € 880 Avans 8 € 110 € 880 € 880 BOM 8 € 110 € 880 € 880 € 34.840 € 4.400 € 265.960 € Inhuur derden € Overige kosten Subtotaal 9840 € 92 15.000 10.000 25.000 4. Projectmanagement SRE ontwikkelservice Totale kosten 40 € 1380 110 € 4.400 € 143.960 € 122.000 18 Financiering jaar 2012 2013 € 5.280,00 € 24.200,00 SRE milieudienst via energietransitie programma€ 4.400,00 € 53.760,00 RNOB in uren € 2.640,00 € 19.800,00 FTPB uren € 2.640,00 € 19.800,00 Avans uren € 1.320,00 € 9.680,00 ZLTO uren € 1.320,00 € 7.040,00 BOM uren € SRE ontwikkelservice uren 2.200,00 € 9.680,00 REAP € 30.000,00 SRE aanjaagfonds € 15.000,00 Bedrijven € 12.000,00 € 15.000,00 Gemeente Helmond Provincie € *5NOB Totaal € 10.000,00 € - € 50.000,00 29.800,00 € 265.960,00 Continuïteit Om de continuïteit te kunnen waarborgen zal in de loop van 2013 gewerkt worden aan het opzetten van een financieringsstructuur, waarbij het bedrijfsleven de ontwikkelservice zelf in stand zal houden. Door de inzet van overheidsmiddelen in 2013 kan bewezen worden dat deze vorm van business development loont en resulteert in uitvoeringsplannen die leiden tot nieuwe bedrijvigheid, investeringen en werkgelegenheid. Gedacht wordt aan een coöperatieve vorm van samenwerking, waarin partijen participeren en een deel van de revenuen uit eerdere projecten of via een nog op te zetten afdrachtsysteem kunnen worden gebruikt om nieuwe projecten te ontwikkelen. 19 Bijlage 1: Projectformat Projectnummer: Projectnaam: Ontwikkelaar: Thema project : Energie: Chemie: Farma: Feed: Food: Doelstelling project: Ontwikkelvraag: Idee uitwerking Draagvlak creëren Schrijfhulp Businessplan opstellen Haalbaarheidsonderzoek Deelname werk/stuurgroep Trekkersrol Projectleiderschap Financial engineering Anders, namelijk: Inzet Omschrijving: Aantal dagen : Stand van zaken / status: 20 Bijlage 2: Effectiviteit en Efficiëncy Ontwikkelservice SRE heeft in de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met de gerichte inzet van ontwikkelaars op voorbeeldprojecten. In onderstaande zal kort worden aangegeven wat het “rendement” van deze inzet is geweest en kan zijn. Hierbij is vooral gekeken naar de effectiviteit en efficiëntie van ingezette middelen. 1. Effectiviteit De effectiviteit van de inzet richt zich op de vraag of de beschikbare middelen zo optimaal mogelijk zijn ingezet (doeltreffendheid). Het is de verhouding tussen de input en de daarmee bereikte output en resultaat. Effectiviteit is met name kwantitatief meetbaar; hoeveel inzet is er gepleegd en welke resultaten zijn met deze inzet bereikt. Het aantal projecten dat in behandeling is genomen over 4 jaar was begroot op ca 100. Totaal zijn ruim 125 projecten begeleid. Figuur 1. Begroot aantal projecten versus in behandeling genomen projecten 125 120 115 110 105 100 95 90 Doelstelling aantal projecten Projecten in behandeling Totaal Figuur 2. Spin-off Spin-off projecten Subsidie 19% Investeringsniveau 81% 21 Bovenstaande figuur geeft aan dat het zoeken naar financiering voor een groot aantal projecten in de regio leidt tot aanzienlijke investeringen. Een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden is de financial engineering van projecten. Voor een 50-tal projecten die in de afgelopen twee jaar ondersteuning hebben gehad is berekend dat het totale investeringsvolume op € 57 mln lag met daarin een aandeel van ca. € 13 mln subsidie. 2. Efficiëntie De efficiëntie (doelmatigheid) van de ontwikkelwerkzaamheden kan worden bepaald door de inzet van mensen (gekapitaliseerd ) af te zetten tegen de gerealiseerde investeringen binnen de ondersteunde projecten. Figuur 3. Inzet mensen versus investeringen 18.000.000 16.000.000 14.000.000 12.000.000 10.000.000 Inzet mensen 8.000.000 Investeringen 6.000.000 4.000.000 2.000.000 0 2008 2009 2010 2011 3. Conclusies Kost gaat voor de baat. Er worden meer projecten in behandeling genomen dan begroot. Door het maken van afspraken over inzet van aantal dagen zijn initiatiefnemers op de hoogte van de beschikbare tijd die kan worden ingezet. De projectgerichte invulling van de ontwikkelaars is doel- en projectgericht. De beschikbare tijd kan efficiënt worden ingezet voor concrete vragen en ondersteuningsbehoefte die initiatiefnemers hebben. Een groot deel van de projecten verkeert in de ontwikkelingsfase. Niet alle projecten zullen leiden tot realisatie omdat ze in een aantal gevallen te ambitieus zijn of omdat er onvoldoende cofinanciering voorhanden is of omdat ze financieel niet haalbaar zijn. Bij de begeleiding wordt wel steeds een afweging gemaakt of de kans op uitvoering reëel is en begeleiding zinvol is. 22 Een deel van de werkzaamheden is gericht op het zoeken naar financiering. Daarnaast wordt een groot deel van de tijd besteed aan het ontwikkelen van projecten, het zoeken naar draagvlak, opstellen van businessplannen en het verzorgen van de subsidieaanvragen. Via periodiek intake overleg worden de projecten gevolgd en besluiten genomen over inzet van mensen en middelen. Aanbevelingen Meer aandacht voor het communiceren van de activiteiten om nog meer bekend te maken c.q. uit te dragen dat er een mogelijkheid om initiatiefnemers te ondersteunen bij het realiseren van ideeën en projecten. Inzet van de ontwikkelaars meer richten op gemeentegrensoverstijgende projecten met een voorbeeldfunctie. Meer aandacht voor pilots die uitgerold kunnen worden bij de andere gemeenten. Per project beter vastleggen van inzet van mensen en middelen. Financial enigineering eerder in het proces van projectontwikkeling opstarten 23 Bijlage 3: Voorbeeldprojecten 1. Groene grondstoffen uit mest Achtergrond Een brede coalitie van partijen (landbouwbedrijfsleven, overheid, kennisinstellingen, ontwikkelbedrijven) heeft een marktverkenning uitgevoerd naar nieuwe business mogelijkheden voor groene grondstoffen uit agrarische reststromen (mest) in Oost-Brabant. Bij de verkenning zijn de volgende partijen actief betrokken geweest: Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) Innovatienetwerk Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) Landbouw Innovatie Brabant (LIB) ZLTO AVANS Hogeschool Technische Universiteit Eindhoven Agro & Co Kamer van Koophandel (REAP) RMB: samenwerkingsverband Noordoost Brabant De volgende concrete business cases worden op dit moment uitgewerkt en uitgevoerd. 1.1 Producten van vezels Doelstelling van deze business case is om vezels uit mest te winnen en toepassingsmogelijkheden van deze mestvezels in producten met een hoge toegevoegde waarde te vinden. Rondom de producten worden coalities van marktpartijen gevormd. Het beoogde resultaat is een aantal concrete producten als tastbaar bewijs. Deze business case is gericht op het concreet uitproberen op praktijkschaal. Omdat er ten aanzien van de kwaliteit en daarmee de bruikbaarheid van vezels uit mest nog onvoldoende kennis beschikbaar is, wordt in een 1e stap gekeken naar hoe de vezel het gemakkelijkst uit de mest kan worden vrij gemaakt. Vervolgens wordt in een 2e stap middels een aantal pretesten bekeken wat de toepassingsmogelijkheden kunnen zijn. In deze pretesten wordt onderzocht in hoeverre er door persen en spuitgieten met deze vezels vormen kunnen worden gemaakt. Afhankelijk van het resultaat in stap 2, wordt in een 3 e stap met producenten bekeken of en hoe de vezel in producten kunnen worden verwerkt. Voor de uitvoering van stap 2 en mogelijk ook stap 1, vindt momenteel afstemming plaats Ingenia uit Eindhoven. Dit ingenieursbureau heeft ruime ervaring met het opwerken van organische (rest)stromen en mest in het algemeen en de opwerking van vezels in het bijzonder. Voor een concrete toepassing van de vezel in bestaande producten, is er reeds een toezegging van een papierproducent om dit nader uit te werken. Ook zijn er contacten met een partij die mestvezels zou kunnen verwerken in bloempotten. Ingeval in stap 2 bruikbare vormen kunnen worden gemaakt, worden de gemaakte prototypen als tastbaar bewijs gebruikt in het communicatietraject rondom de toepassingsmogelijkheden van mestvezels. Mogelijk dat in het creatieve proces van productontwikkeling en communicatie en wordt 24 samengewerkt met het ontwerpbureau VerdraaidGoed, dat duurzame producten ontwerpt en maakt vanuit reststromen. De business case richt zich op paarden-, runder- en varkensmest, vanwege de te verwachten vezelkwaliteit, toepassingsmogelijkheden en communicatieaspecten. 1.2 Eiwitten Eind 2011 vorig jaar heeft het streekhuis Noordoost Brabant samen met het SRE en het RMB een groot aantal partijen bij elkaar gebracht met als doel de mogelijkheden om mest met insecten te verwerken te onderzoeken. Gezien de positieve ervaringen met de Black Soldier Fly (zwarte soldatenvlieg) in de V.S. en China werd besloten de kwaliteiten van deze vliegensoort onder Nederlandse omstandigheden nader te onderzoeken. Het betreft namelijk een tropische vlieg die in ontwikkelingslanden al vaak gebruikt wordt om organisch afval om te zetten in waardevolle poppen die gebruikt worden als voedsel voor kippen en kweekvis. De eerste fase van het project ‘BSF for Bioconversion’ is het ontwikkelen van een micro kweek installatie door Wageningen Universiteit. De micro installatie wordt vervolgens gebruikt om runder, varkens en kippen mest om te zetten in poppen. Kort na de zomer 2012 komen de eerste resultaten beschikbaar. We weten dan hoe effectief de maden de diverse mestsoorten omzetten in poppen en wat de voedingswaarde is van de poppen. De volgende fase is het ontwikkelen van een grotere installatie bijvoorbeeld voor de verwerking van de mest van 5000 vleesvarkens. Deze maken op jaar basis 5000 ton mest. Dat is 500 ton kg drogestof. Het streven is hier 50 ton hoogwaardig eiwitrijk voer uit te maken. 1.3 Zeoliet droging Zeoliet is een soort klei (natuurlijk gewonnen of kunstmatig gemaakt) die in diverse soorten en maten voorkomt. Een belangrijke eigenschap van zeoliet is dat het tijdelijk stoffen aan zich kan binden (adsorberen). Welke stoffen en de wijze waarop dat gebeurt is afhankelijk van het soort zeoliet. Op basis van onderzoek heeft de WUR een zeoliet geselecteerd dat in staat is water (en de daarin opgeloste mineralen) uit mest te adsorberen waarna het zeoliet met het water eenvoudig te scheiden is van de dikke fractie van mest. Tijdens de adsorptie komt relatief veel warmte vrij. Met de vrijkomende warmte kan de mest gehygiëniseerd worden. Het zeoliet en mest zijn door een centrifuge en/of een zeef goed van elkaar te scheiden. Er blijft een mestfractie over van circa 95% droge stof. Dit kan dan direct geëxporteerd worden omdat de mest door de inzet van de warmte gehygiëniseerd is. Het zeoliet wordt vervolgens geregenereerd worden waarna het weer ingezet kan worden als droogstof. Deze techniek is in China al getest op het drogen van slib. De toepassing voor de droging van mest en digestaat (na vergisting) moet nog verder worden uitgewerkt. In september 2011 hebben TNO/WUR en Van Gansewinkel in samenwerking met ZLTO samen een eerste aanzet uitgewerkt dat er toe moet leiden dat de toepassing van zeoliet als droogmethode kan worden toegepast. De eerste berekeningen geven aan dat de hoeveelheid energie nodig is 10 tot 20% lager ligt dan de meest gangbare techniek voor slib drogen, namelijk band drogen. De algemene parameters laten verder zien dat met zeoliet het mest drogingproces efficiënter kan worden uitgevoerd en de emissies naar de omgeving verder beperkt. 25 Het proces moet verder worden opgeschaald. Voor het doorontwerpen naar kleine schaal is door de partners een ‘seed capital’ voorzien van € 300.000,-. Via de kleine schaal toepassing (input: 100.000 m3 drijfmest/jaar, output: 7.000 ton droge mest/jaar, investering: €2 tot €3 miljoen, operationele kosten: circa €5 per ton drijfmest) in 2015 kan daarna verdere opschaling plaatsvinden naar 1.000.000 m3 drijfmest/jaar. Partners hierin zijn TNO/WUR en Van Gansewinkel. 1.4 Aqua farming: algen Op varkens bedrijf van Heijbouw in Berlicum worden plannen gemaakt om een energieneutrale mestverwerkinginstallatie te plaatsen. Door middel van dun/dik scheiding, anaerobe fermentatie en de nitrificatie/de-nitrificatie techniek, wordt de mest tegen lage kosten gezuiverd. Ook wordt de dunne mest verwerkt door, samen met het waswater uit de lucht wasser en condenswater afkomstig uit de vacuümdroger , gevoed te worden aan een algen- en eendenkroos reactor. Na fermentatie wordt de mest gedroogd met behulp van een (innovatieve) vacuüm droog techniek, waarbij een hoogwaardige mest ontstaat. Naast de traditionele zuivering van de dunne mest wordt ook het zuiveren met algen en eendenkroos onderzocht. Hiervoor worden 2 reactors aangelegd van 100 m2, en twee reactors van 1000 m2, waarin een deel van het water gezuiverd wordt. In deze demonstratie reactors, wordt aangetoond dat naast het zuiveren van water, ook nog biomassa geproduceerd kan worden. Deze biomassa zou kunnen dienen als vervanging van veevoer of als energie drager. Het innovatieve van dit concept is het totaal plaatje. Door middel van het aan elkaar schakelen van conventionele en innovatieve technieken kan de boer zijn (tot op heden) afvalstromen omzetten naar hoogwaardige producten. De samenwerking tussen de verschillende technieken zorgt ervoor dat elk onderdeel afzonderlijk beter werkt. 1.5 Eendenkroos Op landgoed Ten Vorsel in Bladel bevindt zich Zorgboerderij Bij de pinken. Op het bedrijf worden 50 koeien gemolken en 45 kalveren grootgebracht. Het bedrijf heeft uitbreidingsplannen. Mest zal dan een probleem worden, maar het biedt tegelijkertijd ook kansen. Samen met Maris Projects en de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij wordt een project ontwikkeld om veevoer te produceren op basis van (de mineralen) uit de dunne fractie van de mest. Ingezet wordt op kweek van eendenkroos. Dit heeft een hogere voedingswaarde dan gras en is makkelijker te oogsten en in te kuilen als bijvoorbeeld algen. Streven is een eerste pilot in 2013 (500 m3) en opschaling in 2014 ( 1 hectare). Het project zal in de visie van het bedrijf zorgvuldig en geleidelijk worden uitgevoerd op basis van een uitvoeringsprotocol voor (telen, oogsten en verwerken) kroos en dataverzameling (WUR). Speciale aandacht zal zijn voor: omgeving (omwonenden), afnemer melk (Campina), reactie op aangepast voedsel koeien, vergunningen (gemeente) en regelgeving (hygiëne). 1.6 Vliegtuigbrandstof Vliegen op mest. Het lijkt een futuristische gedachten, maar dichterbij dan menigeen denkt. Er wordt al gevlogen op frituurvet en andere vormen van biobrandstof. De stap naar biobrandstoffen uit mest is relatief klein. Het bedrijf Renovia uit Overpelt (België) heeft uitgewerkte plannen om in Zuidoost Brabant via pyrolyse kerosine te maken uit de dikke fractie van varkensmest. Eindhoven Airport is geïnteresseerd in nieuwe (bio)brandstoffen voor vliegtuigen. Samen met het Innovatienetwerk en Hogeschool Amsterdam wordt 26 gewerkt aan een projectplan, waarin ook ervaringen in het buitenland worden meegenomen. 2. Nieuwe technologie: bio-energie Achtergrond Gewerkt wordt aan een netwerk van partijen in Noordwest Europa dat de toepassing van moeilijk verwerkbare biomassastromen moet bevorderen door het combineren van verschillende conversietechnieken, bijvoorbeeld vergisten en pyrolyse. Dit interregionale project, waarin de regio Zuidoost-Brabant participeert, ondersteunt lopende initiatieven en resulteert in 5 nieuwe projectplannen. De volgende marktpartijen hebben zich bij het initiatief aangesloten: dragen bij aan het ontwikkelen van de ontwikkelservice B3, verzoeken om ondersteuning bij de ontwikkeling van hun eigen initiatief en geven aan proeven te willen doen met nieuwe combinaties van technieken (zoals vergisting in combinatie van pyrolyse). 2.1 EcoEnergy – Oirschot Sinds 2008 runt varkenshouderij De Heydehoeve in Oirschot een biogasinstallatie die 6.000 gezinnen van groene energie voorziet. Momenteel is EcoEnergy Oirschot bezig met het ontwikkelen van een nieuw project, Landgoed De Logt. Nieuwe natuur, landbouw, recreatie en nieuwe energie zorgen voor het hestel van het evenwicht tussen lokale economie en ecologie. 2.2 EcoSon – Son & Breugel EcoSon produceert groene stroom, geraffineerd vet en vloeibare biobrandstoffen, waaronder biodiesel uit bijproducten van de vleesverwerkende industrie. In Son & Breugel staat de belangrijkste fabriek waar energie wordt opgewekt in een bio-energiecentrale met aandacht voor restwarmtebenutting in de directe omgeving. Op korte termijn gaat EcoSon starten met de realisatie van een biofosfaatfabriek waarbij mineralen (fosfaat) worden teruggewonnen uit mest. Totale investeringen in duurzame energie komen daarmee op 25 miljoen euro. 2.3 Attero - Deurne Attero verwerkt op 15 locaties in Nederland het huishoudelijk afval van circa 6 miljoen Nederlanders. In Deurne staat een composteerinrichting die op de nominatie staat om omgebouwd te worden naar bio-energiecentrale met aandacht voor restwarmtebenutting in de directe omgeving. 2.4 Brabantse Ontwikkelings Maatschappij De Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) ziet uitstekende economische kansen voor Brabantse bedrijven om zich internationaal te profileren met nieuwe technologie en bedrijvigheid op basis van de groeiende schaarste aan grondstoffen en (fossiele) energiebronnen. Er is grote interesse in de toepassing, verwerking en aanbod van biomassa als brandstof en grondstof in de markt. 2.5 Varkens Innovatie Centrum - Sterksel 27 In Sterksel is het nationale innovatiecentrum van de varkenshouderij gevestigd. Op deze locatie vindt onderzoek en innovatie plaats, is accommodatie beschikbaar en wordt kennis overgedragen. Het zwaartepunt ligt op het (her)winnen van energie, mineralen en materialen uit varkensmest. Naast de bestaande (co-) vergistinginstallatie met mest wordt op dit moment gewerkt aan een tweede (mono-)vergistinginstallatie. 2.6 Ingenia/Carbiogas - Nuenen Ingenia is een innovatief ingenieursbureau gevestigd in Eindhoven. Het bureau is gespecialiseerd in het opwerken van organische reststromen tot energie en nieuwe producten. Momenteel is Ingenia betrokken bij de ontwikkeling van het project ‘Biogashub Zuidoost Brabant’. Streven is vanuit de stortplaats/stortgaswinning Gulbergen een nieuw initiatief te ontwikkelen, waarvoor inmiddels een businessplan is opgesteld. Betrokken partijen zijn: ZLTO, waterschap De Dommel, Carbiogas, provincie Noord-Brabant, E.on, gemeente Nuenen, gemeente Geldrop-Mierlo, Endinet en Heydehoeve. Nog niet geformaliseerd: 2.7 Waterschappen: Aa en Maas – Asten, De Dommel - Aarle Rixtel en Geldrop-Mierlo De waterschappen zijn vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid de uitdaging aangegaan om de energie en de nuttige materialen die zich in het afvalwater bevinden, nuttig te gaan toepassen. Op basis van de bestaande infrastructuur beschikken de waterschappen over 350 potentiële energiefabrieken in Nederland, die niet alleen in hun eigen energiebehoefte kunnen voorzien, maar ook energie kunnen gaan leveren. In het verlengde van deze “waterschapsenergie” van de “energiefabriek” werken de waterschappen aan het terugwinnen van mineralen uit het zuiveringsslib. Vanuit de waterschappen wordt een intentieverklaring innovatie waterketen voorbereid om te komen tot verdergaande waardecreatie uit afvalwater (grondstoffen, energie, water). 28 Bijlage 4: Voorbeelden verdienmodellen Overzicht verdienmodellen B3 Methode Revolving fund Lidmaatschap Toelichting Een Stichting of andere rechtspersoon leent aan een derde partij onder voorwaarde dat deze terugbetaald wordt, al dan niet met rente. De terugbetaling moet plaatsvinden binnen een vooraf gestelde termijn. Voordelen Mogelijkheid om specifieke (regionale) doelen voor investering toe te wijzen Meerdere partijen vullen fonds Inzetten op die plekken waar andere financiering achter blijft (risicovolle projecten of processtappen) Partijen die een relatie hebben met het project qua inhoud, Door financiële participatie binding aan project thema of werkzaamheden kunnen tegen een vergoeding lid Je creërt direct interessant netwerk dat weer worden van het netwerk. Dat abonnementsgeld wordt gebruikt ingezet kan worden om doelen te halen. om activiteiten t.b.v. het behalen van de doelen of specifieke activiteiten als tegensprestatie van lidmaatschap van te financieren. Duurder lidmaatschap kan voor zeggenschap over de activiteiten zorgen. Nadelen Risico of geld terug betaald wordt / kan worden --> (hoe) ga je terugvorderen? Overheid gaat voor bank spelen. Wel alle kennis in huis? Duidelijke, uitgebreide voorwaarden nodig waar verzoek aan moet voldoen Omvangrijke structuur nodig voor beheer fonds Referenties www.svn.nl Het stimuleringsfonds Volkshuisvesting is een onafhankelijke financier (stichting) voor mensen, wonen en wijken. Het treedt op als partner van gemeenten, provincies, woningbouwcoöperaties of een andere partij in de volkshuisvesting. Zij keren tegen lage rente leningen uit. De voorwaarden hiervoor worden door de desbetreffende gemeente, provincie enz. in een verordening vastgelegd. Startbudget nodig, abonnementsgelden zijn niet voldoende Je moet iets terugdoen voor abonnement en dat kost weer geld www.kiemt.nl kiEMT (kennis en innovatie in Energie- en MilieuTechnologie) is een netwerk van EMT-gerelateerde bedrijven, overheden en kennis- instellingen in Oost-Nederland. Via nauwe samenwerking en kennisuitwisseling bevordert kiEMT innovaties en 'new business' inzake energie- en milieutechnologie. Dat doet kiEMT concreet door samen met haar circa 200 Participanten kansrijke innovaties en nieuwe levensvatbare initiatieven in de regio te scouten, screenen en ondersteunen." Kiemt heeft budget om haar activiteiten uit te voeren via subsidies van overheden en banken. Daarnaast via het aangaan van een lidmaatschap door relevante partners. Er zijn twee vormen van participanten (hoofd en normaal) tot max. € 5.000,- bijdragen. In ruil daarvoor krijgen ze zegegnschap in het beleid en mogen ze deelnemen aan activiteiten. www.nationaalrestauratiefonds.nl Het nationaal restuaratiefonds wordt gevuld met budget van het ministerie van OCW. Uit dit budget worden leningen uitgekeerd tegen lage rente. Zowel de lening als de rente vloeien terug in het fonds. Met het budget worden particulieren geholpen om kostbare reparaties aan monumenten uit te voeren. www.biobasedbusinessaccelerator.nl Biobased Business Accelerator is ingericht als landelijk platform om als vliegwiel voor biobased innovaties in Nederland te fungeren. Het gaat om de ontwikkeling van concrete nieuwe commerciële activiteiten op basis van hernieuwbare grondstoffen in nauwe samenhang met duurzame voedselproductie en bio-energie winning in een bioraffinage/cascadering benadering. De jaarlijkse bijdrage voor participatie is afhankelijk van de omvang van uw onderneming of organisatie: Bedrijven vanaf 30 fte: € 5.000,Bedrijven tussen 10 en 30 fte: € 2.500,Bedrijven tussen 3 en 10 fte: € 1.000,Bedrijven van 1 of 2 fte: € 500,Biobased Business Accelerator verzorgt daarvoor scouting & screening van proposities en creëert de omgeving voor meet & match: - toegang tot minimaal 5 platformbijeenkomsten per jaar met 12 tot 15 proposities, zowel van participanten zelf als van interessante niet-participanten; - deelname aan wisselende activiteiten binnen en aansluitend op de platformbijeenkomsten, zoals bedrijfspitches, lezingen van gastsprekers, congressen en themaworkshops die een platform bieden voor uw eigen netwerkinitiatieven, corporate communicatie en partnersearch; Crowdfunding Ondernemers en burgers kunnen direct investeren in een Betrokkenheid vanuit de markt / maatschappij Kan erg lang duren voor benodigde budget project en worden aandeelhouder. De bedragen kunnen verworven is variëren van € 20,- tot € X,- en zorgen voor een gezamenlijke financiering (meerdere partijen brengen geld op voor 1 project) of totaalfinanciering door 1 vermogende partij. Terugbetaling door revolverend fonds of winstuitkering. www.mkbcrowdfunding.nl Iedereen kan nu mede-eigenaar worden van een nieuwe start-up of een bestaand bedrijf. Je kan op Symbid al investeren vanaf € 20. Ondernemers kunnen op Symbid financiering vinden voor start- of groeikapitaal voor hun bedrijf. Symbid faciliteert financieringen van € 20.000 tot € 2,5 mln. Bovendien biedt Symbid de inbreng van de 'crowd'. www.kiva.org Op kiva.org kunnen burgers participeren in bedrijven over de hele wereld. (Potentiële) Ondernemers zijn met foto en bedrijfsidee verzameld op één website. De consument kan kiezen in welk projectidee hij wil participeren en legt een geldbedrag in (vanaf $25,-). Per projectidee is een bepaald startkapitaal nodig, als dit bereikt is (ingelegd door meerdere consumenten) wordt de bijdrage als lening uitgekeerd aan ondernemer. De lening wordt uiteindelijk 'fictief' terugbetaald. Deze blijft in het kiva-netwerk en mag door consument aan nieuwe ondernemer uitgekeerd worden. 29 Overzicht verdienmodellen B3, vervolg Methode Dragons den Toelichting Een netwerk van vermogende burgers of ondernemers wordt bij elkaar gebracht in een platform als potentiële financiers. Initiatiefnemers presenteren hun project aan deze groep en hopen investeerders voor hun project te krijgen. Daarnaast kunnen de investeringspartners ook een inhoudelijke rol leveren in het realiseren van dit projectidee. Voordelen De markt geeft vertrouwen aan een initiatief door erin te investeren, projecten bestaan niet bij de gratie van subsidie. Je creëert direct een groot netwerk Nadelen Voorselectie is nodig om financiers niet onnodig lastig te vallen met ieder projectidee Beperkt zeggenschap als overheid welk initiatief esteund wordt en welke niet Partijen moeten gevonden worden en bijeenkomsten moeten georganiseerd worden Referenties www.moneymeetsideas.nl Money Meets Ideas helpt particuliere investeerders en ondernemers om hun ambities op het gebied van investeren en ondernemen invulling te geven. Met het informal investing platform faciliteert Schretlen in het bij elkaar brengen van vraag en aanbod van kapitaal, kennis en expertise. Het biedt investeerders kansen om niet alleen geld beschikbaar te stellen, maar ook om een coachingsrol in het groeiproces te spelen. Tevens wordt met een platform de mogelijkheid geboden om kennis, ervaring en investeringsdoelen uit te wisselen met andere informals. Dit kan nieuwe investeringsmogelijkheden en inzichten bieden op het gebied van informal investing. De hoogte en voorwaarden van de bijdrage worden bepaald door de investeerder. De inbrenger van het projectidee moet een bijdrage van € 500,- betalen om het project voor te mogen leggen aan het platform. Een organisatie doet de voorselectie en faciliteert het samenkomen van geld en projectideeën. Participaties Een partij stelt budget beschikbaar voor de ontwikkeling van een bedrijf, daar waar banken het nalaten. In ruil voor de financiële bijdrage wordt de partij aandeelhouder en toezichthouder in de Raad van Commissarissen van het bedrijf. Gewenste ontwikkelingen die buiten reguliere financiële bijdragen vallen kunnen toch gesteund worden. Belang kan in een later stadium weer verkocht worden en winst opleveren. Bedrijven met onorthodoxe ideeën kunnen gesteund worden. Relatief grote uitkeringen noodzakelijk Risico van terugverdienen bijdrage Duidelijke, uitgebreide voorwaarden nodig bij aangaan participaties Kennis en beschikbaarheid voor deelname aan RvC www.agroenco.nl Agro & Co biedt als participatiemaatschappij innovatieve ondernemers risicodragend kapitaal aan. De ondernemer blijft hierbij aan het roer en Agro & Co kiest ter invulling van de participatie voor een ondersteunende en toezichthoudende rol. Een toegevoegd commissaris met kennis van de markt en branche dient als klankbord en vertrouwenspersoon. Agro & Co biedt een kapitaalinjectie tot maximaal 1,5 miljoen euro per bedrijf. Voor kleinere financieringen in de initiële ontwikkelfase van een bedrijf (max € 50.000) is er de Innovatielening. Duurzaam beleggingsfonds Een bank creëert een fonds met een bepaald doel en keert Organisatie vindt plaats via bank leningen hieruit tegen lage rente uit aan bedrijf. Financieel risico ligt bij bank Burger/Overheid die geld 'stalt' in dat fonds krijgt rentekorting op geld Beperkt zeggenschap als overheid Startkapitaal nodig www.triodos.nl Geld dat Triodos verwerft via beleggingen of spaarrekeningen wordt in Nederland en internationaal geïnvesteerd in duurzame projecten. De investering wordt uitgekeerd in de vorm van een zakelijke lening met rente. De lening moet terugbetaald worden. Om geld te kunnen lenen moeten bedrijven duurzaam ondernemen en bijdragen aan de doelstellingen die door Triodos bepaald zijn. De spaarder merkt beperkt wat van deze investeringen. Voordeel is dat hij weet dat zijn spaargeld 'eerlijk' geïnvesteerd wordt. Gesloten beurzen Diverse partijen met een gemeenschappelijk doel gaan een alliantie aan. Iedereen brengt vanuit de eigen organisatie expertise, menskracht en /of (al gelabeld) budget mee. Iedereen werkt dus met gesloten beurzen, maar werkt samen om doelen versneld te realiseren. Projecteigenaarschap is een risico Vraag is of gesloten beurzen bij projectontwikkeling kan en niet enkel bij lobby (NB provincie of bank moet bijv. partner zijn) www.knooppuntbouwenmetgroen.nl Het Knooppunt Bouwen met Groen is een inspiratie-, kennis- en businessnetwerk voor professionals op beleids-, procesen productniveau, dat innovatief groen in de woon- en werkomgeving bevordert. Het knooppunt werkt aan kennisoverdracht en kennisontwikkeling. Het hart wordt gevormd door het netwerk van kennis- en businesspartners en opdrachtgevers. Het Knooppunt organiseert ontmoetingen tussen hen met als doel ze te inspireren, te informeren, te laten delen, elkaar te ontmoeten, te creeren en/of te praktiseren. Geen nieuw geld nodig, gelabeld geld of menskracht wordt efficiënt ingezet www.innovatienetwerk-rki.nl Vijf organisaties bieden als Innovatienetwerk RKI één samenhangend programma aan de NRK-leden aan: Syntens, Agentschap N, DPI Value Centre, Lectoraat Kunststoftechnologie van de Hogeschool Windesheim en NRK. Doel is kennis en kunde met elkaar te delen en ter beschikking te stellen aan bedrijven in de rubber- en kunststofindustrie, om innovatie in de sector te stimuleren. De invulling van de samenwerking is gebaseerd op de ‘Roadmap Rubber- en Kunststofindustrie 2030’. De partners zetten zich in om bij te dragen aan het vertalen van de thema’s naar concrete doelstellingen, deze te operationaliseren naar activiteiten voor de sector en resultaten te monitoren. De vijf organisaties gaan de bedrijven proactief helpen en indien mogelijk naar elkaar doorverwijzen. Bedrijven krijgen Deelnamefee Partijen betalen voor de diensten die ze afnemen. Dat kan advies zijn of het entreekaartje voor een netwerkbijeenkomst Afname zorgt voor bevestiging nut en noodzaak inzet / activiteit Men krijgt direct wat terug voor bijdrage. Instabiel budget Positie tov concurrentie bewijzen Activiteit betrokkenheid, geen project betrokkenheid Deze variant wordt door diverse commerciële partijen toegepast. Dit betreft het daadwerkelijk betalen van de kosten voor iedere afgenomen product of dienst. 30