1.2 Positionering in Oost-Brabant

advertisement
Biobased Business Brainport -B3Verwaarden van agrofood reststromen in de groene
grondstoffen economie van Oost-Brabant
-Concept Bedrijfsplan –
BSP
Biotech Systems Platform
avans
hogeschool
14-01-2013
6020.e.13010
Jan Westra, SRE MD
Paul Gosselink, BOM
Ella van Melis, Ontwikkelservice SRE
1
Inhoud
1.
2.
Achtergrond ..................................................................................................................................... 3
1.1
De groene grondstoffen economie .......................................................................................... 3
1.2
Positionering in Oost-Brabant ................................................................................................. 3
1.3
Kansen en belemmeringen ..................................................................................................... 4
1.4.
Focus regio Oost-Brabant ....................................................................................................... 4
1.5.
Een aanpak via drie sporen .................................................................................................... 5
1.6.
Bedrijfsplan Ontwikkelservice ................................................................................................. 5
Visie, missie en functies .................................................................................................................. 6
2.1
Visie ......................................................................................................................................... 6
2.2
Missie ...................................................................................................................................... 6
2.3
Voorbeeldproject ..................................................................................................................... 8
2.4
Functies ................................................................................................................................... 9
3.
Relatie omgeving .......................................................................................................................... 11
4.
Werkstructuur ................................................................................................................................ 12
4.1
Flexibel .................................................................................................................................. 12
4.2
Personele inzet...................................................................................................................... 12
4.3
‘Programma’ .......................................................................................................................... 12
4.4
Rol in proces ......................................................................................................................... 13
5.
Activiteiten en planning ................................................................................................................. 16
6.
Verdienmodel ................................................................................................................................ 17
7.
Effecten ......................................................................................................................................... 17
8.
Begroting opstart 2013 .................................................................................................................. 18
Bijlage 1: Projectformat ........................................................................................................................ 20
Bijlage 2: Effectiviteit en Efficiëncy Ontwikkelservice .......................................................................... 21
Bijlage 3: Voorbeeldprojecten .............................................................................................................. 24
Bijlage 4: Voorbeelden verdienmodellen ............................................................................................. 29
2
1. Achtergrond
1.1
De groene grondstoffen economie
In de Biobased economy hebben groene, hernieuwbare grondstoffen de rol van eindige
grondstoffen overgenomen. De technologie ontwikkelt zich in sneltreinvaart. Daardoor
groeien de mogelijkheden om bijvoorbeeld afvalstoffen en dierlijke reststromen te
benutten als grondstof en hoogwaardige energiedrager, waardoor ze nieuwe economische
waarde krijgen. Perspectief van deze ontwikkeling is een ‘groene grondstoffen economie’
met gesloten kringlopen en economisch (concurrentie) voordeel voor regio’s en bedrijven
die zich hierin weten te onderscheiden.
1.2
Positionering in Oost-Brabant
De regio Oost-Brabant heeft een aantal sterke troeven in handen om de kansen voor een
Biobased economy te verzilveren. Er liggen in de regio met name mogelijkheden op het
raakvlak van: - Agro, Food en Technologie -. De sterk aanwezige AgroFood sector kan als
voedingsbodem dienen voor het ontwikkelen van een nieuwe economie die niet alleen
voedsel produceert, maar ook grondstoffen levert aan de industrie. Op die manier geeft de
ontwikkeling van de Biobased economy de AgroFood sector een kwaliteitsimpuls door het
creëren van extra toegevoegde waarde, verduurzaming en versterken van het imago en
maatschappelijk draagvlak. In die ontwikkeling kan gebruik gemaakt worden van kennis,
kunde, netwerken en technologische innovaties die voortkomen uit de Brainport regio die
gecentreerd is rondom Eindhoven.
Topsector Agro&Food
Biobased Oost-Brabant
Brainport
‘’Agro & Food meets
Technology’’
Vraaggestuurde biomassa ketens:
Aansturing en organisatie:
• hoogwaardige toepassing industrie
• waardevolle grondstoffen
• technieken
• logistiek
• beschikbaarheid materialen
• strategisch: visie
• tactisch: Business Centre
• operationeel: Business Cases
3
1.3
Kansen en belemmeringen
De uitgangspositie om in Oost-Brabant een sterke Biobased sector te ontwikkelen op het
raakvlak van Agro, Food en Technologie is uniek. Het economische belang is aanzienlijk. Niet
alleen het behouden van de huidige (AgroFood) sector, maar juist in het creëren van een
nieuwe economie. Streven is dat in 2020 2.000 nieuwe banen zijn ontstaan en het BNP met
0,5 miljard euro is toegenomen. Op lokaal niveau worden al tal van initiatieven genomen die
echter nog nauwelijks in samenhang en gecoördineerd worden uitgevoerd, terwijl het de
uitdaging is ze te verbinden en dat ze elkaar gaan versterken. Tegelijkertijd lopen
initiatiefnemers met vernieuwende projectideeën in de praktijk tegen uiteenlopende
belemmeringen aan van financiële, organisatorische en vergunningtechnische aard
waardoor initiatieven niet of vertraagd tot realisatie komen.
1.4.
Focus regio Oost-Brabant
De focus van de regio Oost-Brabant zal gericht zijn op het verduurzamen van de samenleving.
Binnen het kader van biobased zal dit zijn het omzetten van afval in
grondstoffen/nutriënten/mineralen. Door specifieke reststromen te benutten als
nutriënten/mineralen bron kunnen kwalitatief goede producten geproduceerd worden waardoor
een duurzame markt ontstaat. Zo kan de regio reststromen concentreren, opschalen, verwaarden
en eventueel exporteren die nu niet of minder nuttig worden gebruikt.
Reststromen
• Agro
• Food
• GFT
• Water
• Mest
• ….
Nutriënten
• Fosfaat
• Zwavel
• Eiwitten
• Vezels
• Vetzuren
• ……..
Markten
• Food
• Feed
• Farma
• Chemie
• Energie
• ….
4
1.5.
Een aanpak via drie sporen
Op drie niveaus worden acties ondernomen om de ontwikkeling van de Biobased economy
in Oost-Brabant te versnellen:
 het opstellen van een strategische agenda Biobased economy Oost-Nederland met
vertegenwoordigers van bedrijfsleven, onderwijs/onderzoek en overheden (eerste
aanzet startnotitie in bijlage 1);
 het organiseren van een Ontwikkelservice om initiatiefnemers te ondersteunen bij
kennisuitwisseling, samenwerking en projectontwikkeling (bedrijfsplan Ontwikkelservice
ligt nu voor u);
 het uitvoeren van voorbeeldprojecten (in bijlage 2).
1.6.
Bedrijfsplan Ontwikkelservice
In de afgelopen maanden is duidelijk geworden dat marktpartijen binnen en buiten de
landbouw behoefte hebben aan praktische ondersteuning bij het ontwikkelen van hun
uiteenlopende Biobased initiatieven. Er blijkt vraag te zijn naar bijvoorbeeld:
 het uitwisselen van kennis;
 introductie van nieuwe partijen (cross sectorale samenwerking);
 sturing van initiatieven;
 regie op vraag en aanbod van biomassa;
 ondersteuning van initiatieven;
 financial engineering;
 ondersteunende regelgeving.
Op basis van de behoefte aan ondersteuning vanuit de markt is besloten samen met de
belangrijkste stakeholders een bedrijfsplan voor een ontwikkelservice op te stellen. Gekozen
is voor een bedrijfsplan omdat de dienstverlening echt een toegevoegde waarde moet
hebben en aan een reële behoefte in de markt moet voldoen. Het bedrijfsplan dat nu voor u
ligt bestaat uit de volgende onderdelen die hierna per hoofdstuk worden beschreven:
 hoofdstuk 2: missie, visie en uitgangspunten;
 hoofdstuk 3: organisatie;
 hoofdstuk 4: activiteiten;
 hoofdstuk 5: verdienmodel;
 hoofdstuk 6: begroting opstart 2012-2013.
5
2.
2.1
Visie, missie en functies
Visie
De Ontwikkelservice Biobased Business Brainport B3 heeft als visie:
‘’Het ondersteunen van marktpartijen bij nieuwe bedrijvigheid in de Biobased economy
gericht op het economisch hoogwaardig toepassen van AgroFood reststromen en het sluiten
van stofkringlopen dicht bij de bron.’’
2.2
Missie
De ontwikkelservice hanteert daarbij de volgende missie, kernwaarden:
A. Markt leidend
Marktpartijen zijn leidend in het nemen van initiatieven, projectontwikkeling en realisatie.
De ontwikkelservice biedt ondersteuning, verbindt en zorgt voor randvoorwaarden.
B. Praktisch
Marktpartijen lopen in de praktijk tegen concrete belemmeringen op. Daardoor lopen
projecten vertraging op, stranden projecten en komen nieuwe initiatieven niet tot
ontwikkeling. De ontwikkelservice zal afhankelijk van de behoefte ondersteuning bieden om
gericht praktische problemen op te lossen, zodat initiatieven van innovatie tot realisatie
komen.
C. Bedrijfsmatig
De ontwikkelservice werkt bedrijfsmatig. Dat betekent dat voor ondersteuning en
dienstverlening wordt betaald. Ondersteuning voorziet in een toegevoegde waarde en een
behoefte in de markt. De ontwikkelservice is vanaf 2013 financieel onafhankelijk van
subsidies en bijdragen van overheden.
D. Samen
De ontwikkelservice werkt via een netwerkstructuur, waarbij een consortium van partijen
de aansturing voert. Bij de ontwikkelservice, dat werkt als een knooppunt, komen: vragen,
aanbiedingen, kansen en problemen samen, die door de ontwikkelservice worden
verbonden. In de ontwikkelservice werken kennisinstellingen, overheid en bedrijfsleven
samen. De ontwikkelservice brengt diverse stakeholders samen, waarbij ze kunnen leren
van elkaar en krachten kunnen bundelen. Door het faciliteren van kennis en informatieuitwisseling, oplossen van knelpunten in regelgeving, organiseren van financiering,
bevorderen van samenwerking en technologische innovatie maakt de ontwikkelservice echt
het verschil.
6
E. Voortborduren op het bestaande
De ontwikkelservice zal als netwerkorganisatie zoveel mogelijk aanhaken op initiatieven die
reeds in gang zijn gezet, deze kennis gebruiken en toepassen in en vertalen naar OostBrabant. Daarbij wordt uitgegaan van en samengewerkt met bestaande initiatiefnemers,
locaties voor onderzoek en innovatie, kennisinstellingen en Biobased centra.
Bestaande structuren
 Initiatiefnemers
EcoEnergy Oirschot, EcoSon Son & Breugel, waterschappen Aa en Maas en De Dommel, Attero
wastemanagement, Ingenia/Carbiogas Nuenen, ….
 Locaties onderzoek en Innovatie
Eindhoven Food en Technology, Helmond Food productie, Den Bosch Food en Health, Veghel Food
Processing,Varkens Innovatie Centrum Sterksel ….
 Kennisinstellingen
TU/e Eindhoven, TNO Eindhoven, HAS Den Bosch, Avans, ….
 Biobased centra
Green Chemistry Campus West-Brabant, Centre for Biobased Economy Wageningen, ….
Programmabasis Oost-Brabant
markten
food
feed
farma
(Fijn)chemie
energie
Ondernemers met markttoegang
Speciale
stoffen
eiwitten
vezels
vetzuren
energie
Intermediaire
producten
indirect
Smartscale Technieken op bedrijf toegepast
Agro
reststroom
land
Agro
reststroom
vee/stal
Food reststroom
Zuivel
50%
reststromen
Food reststroom
Groente/fruit
10%
Food reststroom
Granen
…%
Food reststroom
….
….%
Food reststroom
Vlees/vis
85% nu al verwerkt
7
2.3
Voorbeeldproject
In de bijlage is een lijst opgenomen van projecten die al eerder zijn opgestart c.q in
ontwikkeling zijn. Gaandeweg de voorbereidingen voor het verder opzetten van de
ontwikkelservice komen er steeds meer projecten uit de regio naar boven. Steeds meer
projecten zullen zich richten op de top van piramide waarbij de toegevoegde waarde het
grootst is.
Een van de projecten die hier met name aan voldoet is het project Eindeloos. Een project
dat gericht is op het inrichten van een proeffabriek voor de verwerking van plantaardig
reststromen. Deze fabriek zal een groot scala aan (milde) scheidings- extractie, drogings
technologiën huisvesten, die gebruikt kunnen gaan worden door aanbieders van
reststromen om:
 mogelijkheden van reststromen te onderzoeken
 kleine proefproducties te doen ten behoeve van marktverkenning en - introductie
 het bepalen van kostprijzen van producten uit reststromen
Inmiddels is een consortium van bedrijven gevormd, die bereid zijn hierin mee te
investeren. Voor aanvullend onderzoek is een PPS aanvraag binnen het TKI Agri&Food
aangevraagd en goedgekeurd.
Het consortium bestaat uit o.a.:
8
 technologiebedrijven
 bedrijven, in de afzet van inhoudsstoffen
Aanbieders van reststromen zijn niet in eerste instantie in het consortium opgenomen,
omdat hieraan geen gebrek blijkt te zijn.
2.4
Functies
De ontwikkelservice vervult de volgende hoofdfuncties/hoofdactiviteiten:
A. Ontwikkelservice
Het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden zien steeds meer de kansen die
duurzame productie, verwerking en gebruik van biomassa bieden. In de biobased economy
vervagen de grenzen tussen sectoren. Maar ketenpartners vinden elkaar niet altijd. En
stakeholders zijn soms niet bekend met beschikbare technologieën. De ontwikkelservice
fungeert hier als een matchmaker en katalysator, een platform dat kennis daadwerkelijk
naar de markt brengt.
De ontwikkelservice is daarom te betitelen als een front office activiteit. De front office
activiteiten vergen creativiteit, vaardige pen, organisatievermogen en netwerk. Voor veel
initiatiefnemers blijft het, zeker waar het gaat om complexe trajecten, lastig om de juiste
projectregisseurs te vinden. Dit leidt ook tot onvoldoende gebruik van de verschillende
financieringsmogelijkheden die binnen de regio aanwezig zijn. De redenen waarom
projectontwikkeling al in een vroegtijdig stadium vastloopt, kan gelegen zijn in een viertal
hoofdoorzaken:
 te weinig capaciteit binnen de eigen organisatie;
 gebrek aan kennis van de (financierings)mogelijkheden;
 slechte verwoording van het gestelde doel;
 te weinig draagvlak.
De begeleiding van projecten kan variëren van een kort advies tot het volledig begeleiden
van het traject van idee naar uitvoering. Met het oog op bovenstaande problematiek worden de
volgende activiteiten voorgesteld:
1.
2.
3.
4.
Projectdetectie
Begeleiden van projecten
Zoeken van financiering
Implementeren van projecten
Ad 1. Projectdetectie
In verschillende platforms en workshops zijn bedrijven, kennisinstellingen,
projectontwikkelaars, streekmanagers, programmamanagers etc. betrokken bij het initiëren
en ontwikkelen van projecten. Bundeling van deze informatie vindt door een centraal
9
intakepunt bij de Ontwikkelservice plaats. Per project wordt bekeken welke vorm van
dienstverlening wordt aangeboden om een project tot ontwikkeling c.q realisatie te
brengen. Het scouten van trends, marktvragen, businessinitiatieven en technologiekennis
en het bepalen van de relevantie of haalbaarheid daarvan vindt binnen de Ontwikkelservice
plaats. Participanten/partners kunnen zelf of via relaties vindingen en marktvragen
aandragen. Deze worden via het netwerk uitgezet in de vorm van themabijeenkomsten,
biobased café etc..
Ad 2. Begeleiding van projecten
Uit ervaring is gebleken dat het voor initiatiefnemers met een goed basisidee niet altijd mogelijk
is om dit idee om te zetten in een goed projectvoorstel dat ook aansluit bij de verschillende
financieringsbronnen. De werkzaamheden bij dit onderdeel van de Ontwikkelservice zijn vooral
gericht op:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Overleggen met betrokken partijen
Creëren draagvlak
Schrijven van notities en projectvoorstellen
Op gang houden ontwikkelingsproces; regie en procesbegeleiding
Oplossen knelpunten
Advies over ruimtelijke inpassing; vergunningtrajecten en regelen experimenteerruimte
Overleg financieringsinstanties
Ad 3. Zoeken van financiering
In een aantal gevallen zullen projecten dermate omvangrijk of complex zijn dat verschillende
bronnen van financiering aangeboord moeten worden. Het zoeken naar deze bronnen en het
voeren van de daarvoor noodzakelijke besprekingen kan onderdeel van de activiteiten zijn. Bij de
eerste sortering van projecten onder ad 1. kan het zijn dat bij de dan beschikbare informatie
gekeken wordt naar een bepaalde financieringsbron. Naarmate een project meer gedetailleerd
wordt is het zoeken naar meer specifieke financiering wenselijk.
Ad 4. Implementeren van projecten
De Ontwikkelservice is partner van overheden en intermediairs in het ontwikkelen en
implementeren van regionale ketenprojecten en kan daarin het procesmanagement
op zich nemen. Instrumenten als projectdetectie, themabijeenkomsten en de financial
engineering kunnen worden ingezet om lokale en regionale potenties te vertalen in
projecten, bijvoorbeeld door regionale marktpartijen te verbinden met nationale spelers als
technologiebedrijven en kennisinstellingen.
B. Platform
Uitwisselen van kennis en ervaring. Bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Afzet
geproduceerde grondstoffen in de industrie. Aanbod biomassa. Bewerkers, verwerkers en
logistiek.
C. Netwerken en samenwerking
10
Ontwikkelen sectoroverstijgende netwerken en samenwerking.
D. Communicatie
Projectoverstijgende communicatie gericht op het ontwikkelen van draagvlak voor
vernieuwende initiatieven.
3. Relatie omgeving
De ontwikkeling van biobased projecten is een lijn die opgenomen gaat worden in het
Agro& Food programma van de provincie. Deze wordt opgesteld door de heer Warmerdam.
Er zit daarin uiteraard een sterke link naar de Agro&Food activiteiten van de BOM. Er zijn al
diverse gesprekken gevoerd met de heer Warmerdam om de lijn zoals we die in OostBrabant voorstaan bij de ontwikkeling van biobased projecten opgenomen te krijgen in het
bredere Agro & Food programma. Vooruitlopend daarop worden de projecten ontwikkeld
om ook als bewijs te kunnen dienen dat biobased in Oost-Brabant volop in ontwikkeling is.
De provincie en BOM maken ook deel uit van de werkgroep biobased Oost-Brabant. Tevens
lopen er diverse lijnen ook naar de biobased projecten en organisatie in West-Brabant om
de juiste afstemming tussen organisaties en projecten te realiseren. Het kenniscentrum
biobased van Avans zit om die reden ook bij de werkgroep.
11
4. Werkstructuur
4.1
Flexibel
Het streven naar flexibiliteit, samenwerking en een smalle structuur vraagt om een
‘’organisatie’’ die kan meebewegen. Niet om een vastomlijnd model dat jarenlang volgens
dezelfde principe opereert. Een kleine flexibele ontwikkelservice, die opereert vanuit een rol
als aanjager en/ of ondersteuner en die initiatiefnemers van idee tot project kan brengen.
Een loket dat op verzoek van een (potentiële) initiatiefnemer beschikbaar is, een
aanspreekpunt dat kansen in de markt signaleert en deze verder brengt tot een innovatie én
een condensatiepunt van relevante kennis en informatie.
4.2
Personele inzet
Het succes van werken met allianties/netwerken hangt uiteindelijk in grote mate af van de
vaardigheden van de mensen binnen de samenwerkende organisaties. Het is dus de
uitdaging om samen met partners te werken en tegelijkertijd een verbinding te leggen met
de doelen. Dat vraagt om andere rollen, competenties, vaardigheden en tools. Deze zullen
moeten worden beschreven en afgesproken. De kunst is om een goede balans te vinden
tussen het hebben van vertrouwen en de mate van controle die men uit kan oefenen.
Idealiter zou gekozen moeten worden voor een zo klein mogelijke kern van (flexibele)
medewerkers, mits deze in staat zijn het omliggende en wisselende netwerk ook efficiënt
kunnen inzetten.
Voordelen:

kleine compacte organisatie (virtuele);

aanspreekpunt;

relatief lage vaste kosten;

variabel budget in te zetten in netwerk;

gericht op realisatie en niet op in stand houden;

meer controle op kwaliteit;

gerichte communicatie.
4.3
‘Programma’
De organisatie is gebaseerd op een werkprogramma, waarin door een beperkt aantal
stakeholders de strategische agenda wordt bepaald. Door de ontwikkelservice wordt dit
programma uitgevoerd. De bezetting van de ontwikkelservice zal een flexibele moeten zijn
en zal worden gevoed vanuit de deelnemende samenwerkende partijen, met een
aanspreekpunt. Van daar uit zullen projecten worden aangejaagd, ondersteund en
gefaciliteerd. De uitvoering zal vooral worden gedaan door de verschillende partijen,
waarbij de samenwerkingsverbanden per project kunnen verschillen. Tegelijkertijd kent de
organisatie een aantal partners die deelnemen in de uitvoering van het programma. Om
deel te kunnen nemen dragen partners bij in de kosten. Deels om de basis kosten te dekken
en deels om businesscases te kunnen voorleggen en gebruik te kunnen maken van
bovenstaande dienstverlening van de Ontwikkelservice.
12
Werkstructuur
“Programma”
Biobased
Oost-Brabant
Allianties/
projecten
Triple Helix
Agro
Food
Technology
Kennis
Overheden
4.4
SRE
RNOB
BOM
FTPB
Avans
De Groene Campus
ZLTO
BSP
Andere partners……..
Ontwikkelservice
B3
Rol in proces
SRE is de coördinator van het geheel. Zij voert de regie, maar de kar wordt getrokken door
de betrokken triple helix partijen, bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden. Als
voorwaarde voor ondersteuning van de Ontwikkelservice is gesteld dat bij elk project het
bedrijfsleven als trekker moet kunnen worden aangemerkt, tenzij een project zich nog in de
initiatieffase bevindt, waarbij ook kennisinstellingen of overheden tijdelijk de kar kunnen
trekken. Er zullen dan wel binnen afzienbare tijd een of meerdere bedrijven in beeld moeten
komen, anders wordt het project als niet realistische van de lijst afgevoerd. Als
kennisinstellingen zijn Avans en De Groene Campus betrokken (ze bijlage intentieverklaring).
Projecten en initiatieven moeten worden getrokken door het bedrijfsleven. De rol van het
ontwikkelservice is faciliterend. Voorkomen moet worden dat het initiatief vanuit de
ontwikkelservice komt en daardoor de daadwerkelijk urgentie vanuit de markt verschuift
13
naar de urgentie van een instituut. Kern van alle inzet van de ontwikkelservice is business
development in de breedste zin. De activiteiten moeten bestaande bedrijven ondersteunen,
deze toekomstbestendig maken, nieuwe bedrijvigheid aantrekken en uiteindelijk geld
opleveren, geen geld (blijven) kosten.
Taken:
•
•
•
•
•
•
Ontwikkelen/uitwerken projectideeën
Creëren van draagvlak
Smeden van partnerschappen en samenwerkingsverbanden
Uitschrijven van projectplannen, startnotities, intentieovereenkomsten,
opdrachtformuleringen
Zoeken naar en combineren van financiering;
Tijdelijke coördinatie en regie van complexe projecten
Resultaat:
• Project- en/of conceptdefinitie
• Commitment
• Draagvlak voor realisatie
• Projectplannen, overeenkomsten
• businesscases
• Financiering
• Regie
• Maatwerk
Voor alle projecten zal een format worden ingevuld om zo te bepalen of er verantwoord
sprake is van ondersteuning door een van de partners in de ontwikkelservice . Zie bijlage 1.
Regie/faciliteren Ontwikkelservice
Kennisontwikkeling
•productie
•Restmateriaal
Primair
•Technologie
•testfase
•Pilots
•Toepassing
Productie
•Business
Verwaarding
•Vermarkten
•Communicatie
Verkopen
Bedrijfsleven leading
14
Criteria voor het al dan niet ondersteunen van projecten zijn in onderstaand schema aangegeven.
Stroomschema ontwikkelservice B3
Aanvraag ondersteuning
Energie
Chemie
Farma
Feed
nee
Food
Archief
ja
ja
nee
Archief
Economische bijdrage
ja
nee
Innovatief
Archief
ja
nee
Triple helix
Archief
ja
nee
nee
Uitrol of pilot
Bovenlokaal
Archief
ja
ja
nee
Niet regulier
ja
Projecttrekker
nee
Niet regulier
Archief
ja
nee
Archief
Projecttrekker
Archief
nee
Archief
ja
ja
ondersteuning
15
5. Activiteiten en planning
Activiteitenschema B3
2012
2013
4e kww 1e kw
2e kw
2014
3e kw
4e kw
2015
2016
Strategische positionering
Inventariseren krachten regio
Nader onderzoek economische kansen
Opstellen businessplan
Werven middelen
Opstellen werkprogramma
Businesscases BIOenNW: 5
Businesscases B4: 7
Nieuwe casussen: 5
Ontwikkelservice
Projectdetectie
Begeleiden van projecten
Zoeken van financiering
Platvorm
Draagvlak
Bijeenkomsten
Netwerken en samenwerking
Makelen en schakelen
Communicatie
Publiceren successen
Website groepen
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
16
6. Verdienmodel
Een toekomstbestendige organisatiestructuur is er een die voldoet aan de vraag van de
markt. Spelers in het werkveld van de Biobased Economy moeten meerwaarde zien in de
ontwikkelservice en er vertrouwen in hebben dat deze een bijdrage kan leveren aan de
ontwikkeling van hun initiatief. Dat vertrouwen kan geuit worden in het betalen van een
bijdrage aan de organisatie of aan de oplossing van hun specifieke probleem. Deze bijdrage
zorgt ervoor dat de Ontwikkelservice en totale organisatie B3 zelfvoorzienend kan gaan
functioneren.
Er zijn verschillende manieren om inkomsten te genereren door de B3 Ontwikkelservice net
zoveel als er verschillende potentiële betalende / financierende partijen zijn. Algemene
ondersteuning zal op een andere manier gefinancierd moeten worden dan de kosten voor
de organisatie van een netwerkbijeenkomst enz. Er is dan ook niet één specifiek
verdienmodel te benoemen dat past bij iedere activiteit of waarmee voldoende geld
gegenereerd wordt het totaal aan doelen zoals beschreven in deze notitie van te bereiken.
Juist een combinatie van verdienmodellen wordt nagestreefd waarbij het uiteindelijke doel
is de ontwikkelservice binnen twee jaar na aanvang financieel onafhankelijk te laten zijn.
Voorbeelden zie bijlage 3.
7. Effecten
In de bijlage is overzicht opgenomen van de effectiviteit en efficiency van de
Ontwikkelservice in het verleden. De bijdrage van REAP wordt met name gevraagd voor de
fase waarin projecten moeten worden aangejaagd en tot ontwikkeling moeten worden
gebracht. Vaak is dat de moeilijkste fase aangezien er dan nog vaak sprake is van
onzekerheden en risico’s. De taak van de Ontwikkelservice is om een aantal van die
onzekerheden en risico’s weg te nemen door de initiatiefnemers te ondersteunen bij het
verwoorden van het plan, het zoeken van partners, creëren van draagvlak zoeken van
aanvullende financiering etc. Indien er sprake is van businesscases die realistisch zijn
moeten projecten op eigen kracht verder. De te verwachten effecten voor 2013 zijn:
Soort verwacht effect
Aantal ondersteunde biobased projecten
Aantal businessplannen als voorbeeld voor de regio
Aantal spinoff bedrijven in de regio
Aantal
25
15
8
17
8. Begroting opstart 2013
In onderstaand overzicht is aangegeven welke kosten (ca.) op relatief korte termijn worden
voorzien om een en ander te kunnen realiseren.
2013
Activiteit
Aantal uren
Tarief
Kosten
Kosten 2013 out
of pocket
1. Opstellen werkprogramma
en kwartiermaken
Totaal 2013
€
-
SRE ontwikkelservice
20 €
110
€
2.200
€
2.200
SRE milieudienst(via
Energietransitieprogr
RNOB
20 €
96
€
1.920
€
1.920
20 €
110
€
2.200
€
2.200
FTPB
20 €
110
€
2.200
€
2.200
ZLTO
8 €
110
€
880
€
880
Avans
8 €
110
€
880
€
880
BOM
8 €
110
€
880
€
880
€
11.160
€
-
Subtotaal
11160 €
104
-
2 Ontwikkelservice;
projectdetectie, begeleiden
projecten, zoeken financiering
SRE ontwikkelservice
144 €
110
€
15.840
€
15.840
SRE milieudienst(via
Energietransitieprogr
RNOB
520 €
96
€
49.920
€
49.920
144 €
110
€
15.840
€
15.840
FTPB
144 €
110
€
15.840
€
15.840
ZLTO
48 €
110
€
5.280
€
5.280
Avans
72 €
110
€
7.920
€
7.920
BOM
72 €
110
€
7.920
€
7.920
€
215.560
€
-
€
inhuur derden
€
Overige kosten
Subtotaal
3. communicatie en
netwerken
SRE ontwikkelservice
118560 €
1144
80.000
17.000
97.000
16 €
110
€
1.760
€
1.760
SRE milieudienst(via
Energietransitieprogr
RNOB
20 €
96
€
1.920
€
1.920
16 €
110
€
1.760
€
1.760
FTPB
16 €
110
€
1.760
€
1.760
ZLTO
8 €
110
€
880
€
880
Avans
8 €
110
€
880
€
880
BOM
8 €
110
€
880
€
880
€
34.840
€
4.400
€
265.960
€
Inhuur derden
€
Overige kosten
Subtotaal
9840 €
92
15.000
10.000
25.000
4. Projectmanagement
SRE ontwikkelservice
Totale kosten
40 €
1380
110
€
4.400
€
143.960
€
122.000
18
Financiering
jaar
2012
2013
€
5.280,00 €
24.200,00
SRE milieudienst via energietransitie programma€
4.400,00 €
53.760,00
RNOB in uren
€
2.640,00 €
19.800,00
FTPB uren
€
2.640,00 €
19.800,00
Avans uren
€
1.320,00 €
9.680,00
ZLTO uren
€
1.320,00 €
7.040,00
BOM uren
€
SRE ontwikkelservice uren
2.200,00 €
9.680,00
REAP
€
30.000,00
SRE aanjaagfonds
€
15.000,00
Bedrijven
€
12.000,00
€
15.000,00
Gemeente Helmond
Provincie
€
*5NOB
Totaal
€
10.000,00 €
-
€
50.000,00
29.800,00 €
265.960,00
Continuïteit
Om de continuïteit te kunnen waarborgen zal in de loop van 2013 gewerkt worden aan het
opzetten van een financieringsstructuur, waarbij het bedrijfsleven de ontwikkelservice zelf
in stand zal houden. Door de inzet van overheidsmiddelen in 2013 kan bewezen worden dat
deze vorm van business development loont en resulteert in uitvoeringsplannen die leiden
tot nieuwe bedrijvigheid, investeringen en werkgelegenheid. Gedacht wordt aan een
coöperatieve vorm van samenwerking, waarin partijen participeren en een deel van de
revenuen uit eerdere projecten of via een nog op te zetten afdrachtsysteem kunnen worden
gebruikt om nieuwe projecten te ontwikkelen.
19
Bijlage 1: Projectformat
Projectnummer:
Projectnaam:
Ontwikkelaar:
Thema project :
Energie:
Chemie:
Farma:
Feed:
Food:
Doelstelling project:
Ontwikkelvraag:
Idee uitwerking
Draagvlak creëren
Schrijfhulp
Businessplan opstellen
Haalbaarheidsonderzoek
Deelname werk/stuurgroep
Trekkersrol
Projectleiderschap
Financial engineering
Anders, namelijk:
Inzet
Omschrijving:
Aantal dagen :
Stand van zaken / status:
20
Bijlage 2: Effectiviteit en Efficiëncy Ontwikkelservice
SRE heeft in de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met de gerichte inzet van ontwikkelaars
op voorbeeldprojecten. In onderstaande zal kort worden aangegeven wat het “rendement” van
deze inzet is geweest en kan zijn. Hierbij is vooral gekeken naar de effectiviteit en efficiëntie van
ingezette middelen.
1. Effectiviteit
De effectiviteit van de inzet richt zich op de vraag of de beschikbare middelen zo optimaal
mogelijk zijn ingezet (doeltreffendheid). Het is de verhouding tussen de input en de
daarmee bereikte output en resultaat. Effectiviteit is met name kwantitatief meetbaar;
hoeveel inzet is er gepleegd en welke resultaten zijn met deze inzet bereikt.
Het aantal projecten dat in behandeling is genomen over 4 jaar was begroot op ca 100.
Totaal zijn ruim 125 projecten begeleid.
Figuur 1. Begroot aantal projecten versus in behandeling genomen projecten
125
120
115
110
105
100
95
90
Doelstelling aantal projecten
Projecten in behandeling
Totaal
Figuur 2. Spin-off
Spin-off projecten
Subsidie
19%
Investeringsniveau
81%
21
Bovenstaande figuur geeft aan dat het zoeken naar financiering voor een groot aantal
projecten in de regio leidt tot aanzienlijke investeringen. Een belangrijk onderdeel van de
werkzaamheden is de financial engineering van projecten. Voor een 50-tal projecten die in
de afgelopen twee jaar ondersteuning hebben gehad is berekend dat het totale
investeringsvolume op € 57 mln lag met daarin een aandeel van ca. € 13 mln subsidie.
2. Efficiëntie
De efficiëntie (doelmatigheid) van de ontwikkelwerkzaamheden kan worden bepaald door
de inzet van mensen (gekapitaliseerd ) af te zetten tegen de gerealiseerde investeringen
binnen de ondersteunde projecten.
Figuur 3. Inzet mensen versus investeringen
18.000.000
16.000.000
14.000.000
12.000.000
10.000.000
Inzet mensen
8.000.000
Investeringen
6.000.000
4.000.000
2.000.000
0
2008
2009
2010
2011
3. Conclusies





Kost gaat voor de baat.
Er worden meer projecten in behandeling genomen dan begroot.
Door het maken van afspraken over inzet van aantal dagen zijn initiatiefnemers op
de hoogte van de beschikbare tijd die kan worden ingezet.
De projectgerichte invulling van de ontwikkelaars is doel- en projectgericht. De
beschikbare tijd kan efficiënt worden ingezet voor concrete vragen en
ondersteuningsbehoefte die initiatiefnemers hebben.
Een groot deel van de projecten verkeert in de ontwikkelingsfase. Niet alle projecten
zullen leiden tot realisatie omdat ze in een aantal gevallen te ambitieus zijn of omdat
er onvoldoende cofinanciering voorhanden is of omdat ze financieel niet haalbaar
zijn. Bij de begeleiding wordt wel steeds een afweging gemaakt of de kans op
uitvoering reëel is en begeleiding zinvol is.
22


Een deel van de werkzaamheden is gericht op het zoeken naar financiering.
Daarnaast wordt een groot deel van de tijd besteed aan het ontwikkelen van
projecten, het zoeken naar draagvlak, opstellen van businessplannen en het
verzorgen van de subsidieaanvragen.
Via periodiek intake overleg worden de projecten gevolgd en besluiten genomen
over inzet van mensen en middelen.
Aanbevelingen
 Meer aandacht voor het communiceren van de activiteiten om nog meer bekend te
maken c.q. uit te dragen dat er een mogelijkheid om initiatiefnemers te
ondersteunen bij het realiseren van ideeën en projecten.
 Inzet van de ontwikkelaars meer richten op gemeentegrensoverstijgende projecten
met een voorbeeldfunctie.
 Meer aandacht voor pilots die uitgerold kunnen worden bij de andere gemeenten.
 Per project beter vastleggen van inzet van mensen en middelen.
 Financial enigineering eerder in het proces van projectontwikkeling opstarten
23
Bijlage 3: Voorbeeldprojecten
1. Groene grondstoffen uit mest
Achtergrond
Een brede coalitie van partijen (landbouwbedrijfsleven, overheid, kennisinstellingen,
ontwikkelbedrijven) heeft een marktverkenning uitgevoerd naar nieuwe business
mogelijkheden voor groene grondstoffen uit agrarische reststromen (mest) in Oost-Brabant.
Bij de verkenning zijn de volgende partijen actief betrokken geweest:










Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE)
Innovatienetwerk
Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM)
Landbouw Innovatie Brabant (LIB)
ZLTO
AVANS Hogeschool
Technische Universiteit Eindhoven
Agro & Co
Kamer van Koophandel (REAP)
RMB: samenwerkingsverband Noordoost Brabant
De volgende concrete business cases worden op dit moment uitgewerkt en uitgevoerd.
1.1 Producten van vezels
Doelstelling van deze business case is om vezels uit mest te winnen en
toepassingsmogelijkheden van deze mestvezels in producten met een hoge toegevoegde
waarde te vinden. Rondom de producten worden coalities van marktpartijen gevormd. Het
beoogde resultaat is een aantal concrete producten als tastbaar bewijs. Deze business case
is gericht op het concreet uitproberen op praktijkschaal. Omdat er ten aanzien van de
kwaliteit en daarmee de bruikbaarheid van vezels uit mest nog onvoldoende kennis
beschikbaar is, wordt in een 1e stap gekeken naar hoe de vezel het gemakkelijkst uit de mest
kan worden vrij gemaakt. Vervolgens wordt in een 2e stap middels een aantal pretesten
bekeken wat de toepassingsmogelijkheden kunnen zijn. In deze pretesten wordt onderzocht
in hoeverre er door persen en spuitgieten met deze vezels vormen kunnen worden
gemaakt. Afhankelijk van het resultaat in stap 2, wordt in een 3 e stap met producenten
bekeken of en hoe de vezel in producten kunnen worden verwerkt. Voor de uitvoering van
stap 2 en mogelijk ook stap 1, vindt momenteel afstemming plaats Ingenia uit Eindhoven.
Dit ingenieursbureau heeft ruime ervaring met het opwerken van organische (rest)stromen
en mest in het algemeen en de opwerking van vezels in het bijzonder. Voor een concrete
toepassing van de vezel in bestaande producten, is er reeds een toezegging van een
papierproducent om dit nader uit te werken. Ook zijn er contacten met een partij die
mestvezels zou kunnen verwerken in bloempotten. Ingeval in stap 2 bruikbare vormen
kunnen worden gemaakt, worden de gemaakte prototypen als tastbaar bewijs gebruikt in
het communicatietraject rondom de toepassingsmogelijkheden van mestvezels. Mogelijk
dat in het creatieve proces van productontwikkeling en communicatie en wordt
24
samengewerkt met het ontwerpbureau VerdraaidGoed, dat duurzame producten ontwerpt
en maakt vanuit reststromen. De business case richt zich op paarden-, runder- en
varkensmest, vanwege de te verwachten vezelkwaliteit, toepassingsmogelijkheden en
communicatieaspecten.
1.2 Eiwitten
Eind 2011 vorig jaar heeft het streekhuis Noordoost Brabant samen met het SRE en het RMB
een groot aantal partijen bij elkaar gebracht met als doel de mogelijkheden om mest met
insecten te verwerken te onderzoeken. Gezien de positieve ervaringen met de Black Soldier
Fly (zwarte soldatenvlieg) in de V.S. en China werd besloten de kwaliteiten van deze
vliegensoort onder Nederlandse omstandigheden nader te onderzoeken. Het betreft
namelijk een tropische vlieg die in ontwikkelingslanden al vaak gebruikt wordt om organisch
afval om te zetten in waardevolle poppen die gebruikt worden als voedsel voor kippen en
kweekvis. De eerste fase van het project ‘BSF for Bioconversion’ is het ontwikkelen van een
micro kweek installatie door Wageningen Universiteit. De micro installatie wordt vervolgens
gebruikt om runder, varkens en kippen mest om te zetten in poppen. Kort na de zomer 2012
komen de eerste resultaten beschikbaar. We weten dan hoe effectief de maden de diverse
mestsoorten omzetten in poppen en wat de voedingswaarde is van de poppen. De volgende
fase is het ontwikkelen van een grotere installatie bijvoorbeeld voor de verwerking van de
mest van 5000 vleesvarkens. Deze maken op jaar basis 5000 ton mest. Dat is 500 ton kg
drogestof. Het streven is hier 50 ton hoogwaardig eiwitrijk voer uit te maken.
1.3 Zeoliet droging
Zeoliet is een soort klei (natuurlijk gewonnen of kunstmatig gemaakt) die in diverse soorten
en maten voorkomt. Een belangrijke eigenschap van zeoliet is dat het tijdelijk stoffen aan
zich kan binden (adsorberen). Welke stoffen en de wijze waarop dat gebeurt is afhankelijk
van het soort zeoliet. Op basis van onderzoek heeft de WUR een zeoliet geselecteerd dat in
staat is water (en de daarin opgeloste mineralen) uit mest te adsorberen waarna het zeoliet
met het water eenvoudig te scheiden is van de dikke fractie van mest. Tijdens de adsorptie
komt relatief veel warmte vrij. Met de vrijkomende warmte kan de mest gehygiëniseerd
worden.
Het zeoliet en mest zijn door een centrifuge en/of een zeef goed van elkaar te scheiden. Er
blijft een mestfractie over van circa 95% droge stof. Dit kan dan direct geëxporteerd worden
omdat de mest door de inzet van de warmte gehygiëniseerd is. Het zeoliet wordt vervolgens
geregenereerd worden waarna het weer ingezet kan worden als droogstof. Deze techniek is
in China al getest op het drogen van slib. De toepassing voor de droging van mest en
digestaat (na vergisting) moet nog verder worden uitgewerkt.
In september 2011 hebben TNO/WUR en Van Gansewinkel in samenwerking met ZLTO
samen een eerste aanzet uitgewerkt dat er toe moet leiden dat de toepassing van zeoliet als
droogmethode kan worden toegepast. De eerste berekeningen geven aan dat de
hoeveelheid energie nodig is 10 tot 20% lager ligt dan de meest gangbare techniek voor slib
drogen, namelijk band drogen. De algemene parameters laten verder zien dat met zeoliet
het mest drogingproces efficiënter kan worden uitgevoerd en de emissies naar de omgeving
verder beperkt.
25
Het proces moet verder worden opgeschaald. Voor het doorontwerpen naar kleine schaal is
door de partners een ‘seed capital’ voorzien van € 300.000,-. Via de kleine schaal toepassing
(input: 100.000 m3 drijfmest/jaar, output: 7.000 ton droge mest/jaar, investering: €2 tot €3
miljoen, operationele kosten: circa €5 per ton drijfmest) in 2015 kan daarna verdere
opschaling plaatsvinden naar 1.000.000 m3 drijfmest/jaar. Partners hierin zijn TNO/WUR en
Van Gansewinkel.
1.4 Aqua farming: algen
Op varkens bedrijf van Heijbouw in Berlicum worden plannen gemaakt om een
energieneutrale mestverwerkinginstallatie te plaatsen. Door middel van dun/dik scheiding,
anaerobe fermentatie en de nitrificatie/de-nitrificatie techniek, wordt de mest tegen lage
kosten gezuiverd. Ook wordt de dunne mest verwerkt door, samen met het waswater uit de
lucht wasser en condenswater afkomstig uit de vacuümdroger , gevoed te worden aan een
algen- en eendenkroos reactor. Na fermentatie wordt de mest gedroogd met behulp van
een (innovatieve) vacuüm droog techniek, waarbij een hoogwaardige mest ontstaat. Naast
de traditionele zuivering van de dunne mest wordt ook het zuiveren met algen en
eendenkroos onderzocht. Hiervoor worden 2 reactors aangelegd van 100 m2, en twee
reactors van 1000 m2, waarin een deel van het water gezuiverd wordt. In deze
demonstratie reactors, wordt aangetoond dat naast het zuiveren van water, ook nog
biomassa geproduceerd kan worden. Deze biomassa zou kunnen dienen als vervanging van
veevoer of als energie drager. Het innovatieve van dit concept is het totaal plaatje. Door
middel van het aan elkaar schakelen van conventionele en innovatieve technieken kan de
boer zijn (tot op heden) afvalstromen omzetten naar hoogwaardige producten. De
samenwerking tussen de verschillende technieken zorgt ervoor dat elk onderdeel
afzonderlijk beter werkt.
1.5 Eendenkroos
Op landgoed Ten Vorsel in Bladel bevindt zich Zorgboerderij Bij de pinken. Op het bedrijf
worden 50 koeien gemolken en 45 kalveren grootgebracht. Het bedrijf heeft
uitbreidingsplannen. Mest zal dan een probleem worden, maar het biedt tegelijkertijd ook
kansen. Samen met Maris Projects en de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij wordt een
project ontwikkeld om veevoer te produceren op basis van (de mineralen) uit de dunne
fractie van de mest. Ingezet wordt op kweek van eendenkroos. Dit heeft een hogere
voedingswaarde dan gras en is makkelijker te oogsten en in te kuilen als bijvoorbeeld algen.
Streven is een eerste pilot in 2013 (500 m3) en opschaling in 2014 ( 1 hectare). Het project
zal in de visie van het bedrijf zorgvuldig en geleidelijk worden uitgevoerd op basis van een
uitvoeringsprotocol voor (telen, oogsten en verwerken) kroos en dataverzameling (WUR).
Speciale aandacht zal zijn voor: omgeving (omwonenden), afnemer melk (Campina), reactie
op aangepast voedsel koeien, vergunningen (gemeente) en regelgeving (hygiëne).
1.6 Vliegtuigbrandstof
Vliegen op mest. Het lijkt een futuristische gedachten, maar dichterbij dan menigeen denkt.
Er wordt al gevlogen op frituurvet en andere vormen van biobrandstof. De stap naar
biobrandstoffen uit mest is relatief klein. Het bedrijf Renovia uit Overpelt (België) heeft
uitgewerkte plannen om in Zuidoost Brabant via pyrolyse kerosine te maken uit de dikke
fractie van varkensmest. Eindhoven Airport is geïnteresseerd in nieuwe (bio)brandstoffen
voor vliegtuigen. Samen met het Innovatienetwerk en Hogeschool Amsterdam wordt
26
gewerkt aan een projectplan, waarin ook ervaringen in het buitenland worden
meegenomen.
2. Nieuwe technologie: bio-energie
Achtergrond
Gewerkt wordt aan een netwerk van partijen in Noordwest Europa dat de toepassing van
moeilijk verwerkbare biomassastromen moet bevorderen door het combineren van
verschillende conversietechnieken, bijvoorbeeld vergisten en pyrolyse. Dit interregionale
project, waarin de regio Zuidoost-Brabant participeert, ondersteunt lopende initiatieven en
resulteert in 5 nieuwe projectplannen. De volgende marktpartijen hebben zich bij het
initiatief aangesloten: dragen bij aan het ontwikkelen van de ontwikkelservice B3, verzoeken
om ondersteuning bij de ontwikkeling van hun eigen initiatief en geven aan proeven te
willen doen met nieuwe combinaties van technieken (zoals vergisting in combinatie van
pyrolyse).
2.1 EcoEnergy – Oirschot
Sinds 2008 runt varkenshouderij De Heydehoeve in Oirschot een biogasinstallatie die 6.000
gezinnen van groene energie voorziet. Momenteel is EcoEnergy Oirschot bezig met het
ontwikkelen van een nieuw project, Landgoed De Logt. Nieuwe natuur, landbouw, recreatie
en nieuwe energie zorgen voor het hestel van het evenwicht tussen lokale economie en
ecologie.
2.2 EcoSon – Son & Breugel
EcoSon produceert groene stroom, geraffineerd vet en vloeibare biobrandstoffen,
waaronder biodiesel uit bijproducten van de vleesverwerkende industrie. In Son & Breugel
staat de belangrijkste fabriek waar energie wordt opgewekt in een bio-energiecentrale met
aandacht voor restwarmtebenutting in de directe omgeving. Op korte termijn gaat EcoSon
starten met de realisatie van een biofosfaatfabriek waarbij mineralen (fosfaat) worden
teruggewonnen uit mest. Totale investeringen in duurzame energie komen daarmee op 25
miljoen euro.
2.3 Attero - Deurne
Attero verwerkt op 15 locaties in Nederland het huishoudelijk afval van circa 6 miljoen
Nederlanders. In Deurne staat een composteerinrichting die op de nominatie staat om
omgebouwd te worden naar bio-energiecentrale met aandacht voor restwarmtebenutting
in de directe omgeving.
2.4 Brabantse Ontwikkelings Maatschappij
De Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) ziet uitstekende economische kansen voor
Brabantse bedrijven om zich internationaal te profileren met nieuwe technologie en
bedrijvigheid op basis van de groeiende schaarste aan grondstoffen en (fossiele)
energiebronnen. Er is grote interesse in de toepassing, verwerking en aanbod van biomassa
als brandstof en grondstof in de markt.
2.5 Varkens Innovatie Centrum - Sterksel
27
In Sterksel is het nationale innovatiecentrum van de varkenshouderij gevestigd. Op deze
locatie vindt onderzoek en innovatie plaats, is accommodatie beschikbaar en wordt kennis
overgedragen. Het zwaartepunt ligt op het (her)winnen van energie, mineralen en
materialen uit varkensmest. Naast de bestaande (co-) vergistinginstallatie met mest wordt
op dit moment gewerkt aan een tweede
(mono-)vergistinginstallatie.
2.6 Ingenia/Carbiogas - Nuenen
Ingenia is een innovatief ingenieursbureau gevestigd in Eindhoven. Het bureau is
gespecialiseerd in het opwerken van organische reststromen tot energie en nieuwe
producten. Momenteel is Ingenia betrokken bij de ontwikkeling van het project ‘Biogashub
Zuidoost Brabant’. Streven is vanuit de stortplaats/stortgaswinning Gulbergen een nieuw
initiatief te ontwikkelen, waarvoor inmiddels een businessplan is opgesteld. Betrokken
partijen zijn: ZLTO, waterschap De Dommel, Carbiogas, provincie Noord-Brabant, E.on,
gemeente Nuenen, gemeente Geldrop-Mierlo, Endinet en Heydehoeve.
Nog niet geformaliseerd:
2.7 Waterschappen: Aa en Maas – Asten, De Dommel - Aarle Rixtel en Geldrop-Mierlo
De waterschappen zijn vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid de uitdaging
aangegaan om de energie en de nuttige materialen die zich in het afvalwater bevinden,
nuttig te gaan toepassen. Op basis van de bestaande infrastructuur beschikken de
waterschappen over 350 potentiële energiefabrieken in Nederland, die niet alleen in hun
eigen energiebehoefte kunnen voorzien, maar ook energie kunnen gaan leveren. In het
verlengde van deze “waterschapsenergie” van de “energiefabriek” werken de
waterschappen aan het terugwinnen van mineralen uit het zuiveringsslib. Vanuit de
waterschappen wordt een intentieverklaring innovatie waterketen voorbereid om te komen
tot verdergaande waardecreatie uit afvalwater (grondstoffen, energie, water).
28
Bijlage 4: Voorbeelden verdienmodellen
Overzicht verdienmodellen B3
Methode
Revolving fund
Lidmaatschap
Toelichting
Een Stichting of andere rechtspersoon leent aan een derde
partij onder voorwaarde dat deze terugbetaald wordt, al dan
niet met rente. De terugbetaling moet plaatsvinden binnen een
vooraf gestelde termijn.
Voordelen
Mogelijkheid om specifieke (regionale) doelen
voor investering toe te wijzen
Meerdere partijen vullen fonds
Inzetten op die plekken waar andere
financiering achter blijft (risicovolle projecten
of processtappen)
Partijen die een relatie hebben met het project qua inhoud,
Door financiële participatie binding aan project
thema of werkzaamheden kunnen tegen een vergoeding lid
Je creërt direct interessant netwerk dat weer
worden van het netwerk. Dat abonnementsgeld wordt gebruikt ingezet kan worden om doelen te halen.
om activiteiten t.b.v. het behalen van de doelen of specifieke
activiteiten als tegensprestatie van lidmaatschap van te
financieren. Duurder lidmaatschap kan voor zeggenschap over
de activiteiten zorgen.
Nadelen
Risico of geld terug betaald wordt / kan
worden --> (hoe) ga je terugvorderen?
Overheid gaat voor bank spelen. Wel alle
kennis in huis?
Duidelijke, uitgebreide voorwaarden nodig
waar verzoek aan moet voldoen
Omvangrijke structuur nodig voor beheer
fonds
Referenties
www.svn.nl
Het stimuleringsfonds Volkshuisvesting is een onafhankelijke financier (stichting) voor mensen, wonen en wijken. Het
treedt op als partner van gemeenten, provincies, woningbouwcoöperaties of een andere partij in de volkshuisvesting. Zij
keren tegen lage rente leningen uit. De voorwaarden hiervoor worden door de desbetreffende gemeente, provincie enz.
in een verordening vastgelegd.
Startbudget nodig, abonnementsgelden zijn
niet voldoende
Je moet iets terugdoen voor abonnement en
dat kost weer geld
www.kiemt.nl
kiEMT (kennis en innovatie in Energie- en MilieuTechnologie) is een netwerk van EMT-gerelateerde bedrijven, overheden
en kennis- instellingen in Oost-Nederland. Via nauwe samenwerking en kennisuitwisseling bevordert kiEMT innovaties en
'new business' inzake energie- en milieutechnologie. Dat doet kiEMT concreet door samen met haar circa 200
Participanten kansrijke innovaties en nieuwe levensvatbare initiatieven in de regio te scouten, screenen en
ondersteunen." Kiemt heeft budget om haar activiteiten uit te voeren via subsidies van overheden en banken. Daarnaast
via het aangaan van een lidmaatschap door relevante partners. Er zijn twee vormen van participanten (hoofd en normaal)
tot max. € 5.000,- bijdragen. In ruil daarvoor krijgen ze zegegnschap in het beleid en mogen ze deelnemen aan activiteiten.
www.nationaalrestauratiefonds.nl
Het nationaal restuaratiefonds wordt gevuld met budget van het ministerie van OCW. Uit dit budget worden leningen
uitgekeerd tegen lage rente. Zowel de lening als de rente vloeien terug in het fonds. Met het budget worden particulieren
geholpen om kostbare reparaties aan monumenten uit te voeren.
www.biobasedbusinessaccelerator.nl
Biobased Business Accelerator is ingericht als landelijk platform om als vliegwiel voor biobased innovaties in Nederland te
fungeren. Het gaat om de ontwikkeling van concrete nieuwe commerciële activiteiten op basis van hernieuwbare
grondstoffen in nauwe samenhang met duurzame voedselproductie en bio-energie winning in een bioraffinage/cascadering benadering.
De jaarlijkse bijdrage voor participatie is afhankelijk van de omvang van uw onderneming of organisatie:
Bedrijven vanaf 30 fte: € 5.000,Bedrijven tussen 10 en 30 fte: € 2.500,Bedrijven tussen 3 en 10 fte: € 1.000,Bedrijven van 1 of 2 fte: € 500,Biobased Business Accelerator verzorgt daarvoor scouting & screening van proposities en creëert de omgeving voor meet
& match:
- toegang tot minimaal 5 platformbijeenkomsten per jaar met 12 tot 15 proposities, zowel van participanten zelf als van
interessante niet-participanten;
- deelname aan wisselende activiteiten binnen en aansluitend op de platformbijeenkomsten, zoals bedrijfspitches,
lezingen van gastsprekers, congressen en themaworkshops die een platform bieden voor uw eigen netwerkinitiatieven,
corporate communicatie en partnersearch;
Crowdfunding
Ondernemers en burgers kunnen direct investeren in een
Betrokkenheid vanuit de markt / maatschappij Kan erg lang duren voor benodigde budget
project en worden aandeelhouder. De bedragen kunnen
verworven is
variëren van € 20,- tot € X,- en zorgen voor een gezamenlijke
financiering (meerdere partijen brengen geld op voor 1 project)
of totaalfinanciering door 1 vermogende partij. Terugbetaling
door revolverend fonds of winstuitkering.
www.mkbcrowdfunding.nl
Iedereen kan nu mede-eigenaar worden van een nieuwe start-up of een bestaand bedrijf. Je kan op Symbid al investeren
vanaf € 20. Ondernemers kunnen op Symbid financiering vinden voor start- of groeikapitaal voor hun bedrijf. Symbid
faciliteert financieringen van € 20.000 tot € 2,5 mln. Bovendien biedt Symbid de inbreng van de 'crowd'.
www.kiva.org
Op kiva.org kunnen burgers participeren in bedrijven over de hele wereld. (Potentiële) Ondernemers zijn met foto en
bedrijfsidee verzameld op één website. De consument kan kiezen in welk projectidee hij wil participeren en legt een
geldbedrag in (vanaf $25,-). Per projectidee is een bepaald startkapitaal nodig, als dit bereikt is (ingelegd door meerdere
consumenten) wordt de bijdrage als lening uitgekeerd aan ondernemer. De lening wordt uiteindelijk 'fictief' terugbetaald.
Deze blijft in het kiva-netwerk en mag door consument aan nieuwe ondernemer uitgekeerd worden.
29
Overzicht verdienmodellen B3, vervolg
Methode
Dragons den
Toelichting
Een netwerk van vermogende burgers of ondernemers wordt
bij elkaar gebracht in een platform als potentiële financiers.
Initiatiefnemers presenteren hun project aan deze groep en
hopen investeerders voor hun project te krijgen. Daarnaast
kunnen de investeringspartners ook een inhoudelijke rol
leveren in het realiseren van dit projectidee.
Voordelen
De markt geeft vertrouwen aan een initiatief
door erin te investeren, projecten bestaan niet
bij de gratie van subsidie.
Je creëert direct een groot netwerk
Nadelen
Voorselectie is nodig om financiers niet
onnodig lastig te vallen met ieder projectidee
Beperkt zeggenschap als overheid welk
initiatief esteund wordt en welke niet
Partijen moeten gevonden worden en
bijeenkomsten moeten georganiseerd worden
Referenties
www.moneymeetsideas.nl
Money Meets Ideas helpt particuliere investeerders en ondernemers om hun ambities op het gebied van investeren en
ondernemen invulling te geven. Met het informal investing platform faciliteert Schretlen in het bij elkaar brengen van
vraag en aanbod van kapitaal, kennis en expertise. Het biedt investeerders kansen om niet alleen geld beschikbaar te
stellen, maar ook om een coachingsrol in het groeiproces te spelen. Tevens wordt met een platform de mogelijkheid
geboden om kennis, ervaring en investeringsdoelen uit te wisselen met andere informals. Dit kan nieuwe
investeringsmogelijkheden en inzichten bieden op het gebied van informal investing. De hoogte en voorwaarden van de
bijdrage worden bepaald door de investeerder. De inbrenger van het projectidee moet een bijdrage van € 500,- betalen
om het project voor te mogen leggen aan het platform. Een organisatie doet de voorselectie en faciliteert het
samenkomen van geld en projectideeën.
Participaties
Een partij stelt budget beschikbaar voor de ontwikkeling van
een bedrijf, daar waar banken het nalaten. In ruil voor de
financiële bijdrage wordt de partij aandeelhouder en
toezichthouder in de Raad van Commissarissen van het bedrijf.
Gewenste ontwikkelingen die buiten reguliere
financiële bijdragen vallen kunnen toch
gesteund worden.
Belang kan in een later stadium weer verkocht
worden en winst opleveren.
Bedrijven met onorthodoxe ideeën kunnen
gesteund worden.
Relatief grote uitkeringen noodzakelijk
Risico van terugverdienen bijdrage
Duidelijke, uitgebreide voorwaarden nodig bij
aangaan participaties
Kennis en beschikbaarheid voor deelname aan
RvC
www.agroenco.nl
Agro & Co biedt als participatiemaatschappij innovatieve ondernemers risicodragend kapitaal aan. De ondernemer blijft
hierbij aan het roer en Agro & Co kiest ter invulling van de participatie voor een ondersteunende en toezichthoudende rol.
Een toegevoegd commissaris met kennis van de markt en branche dient als klankbord en vertrouwenspersoon. Agro & Co
biedt een kapitaalinjectie tot maximaal 1,5 miljoen euro per bedrijf. Voor kleinere financieringen in de initiële
ontwikkelfase van een bedrijf (max € 50.000) is er de Innovatielening.
Duurzaam
beleggingsfonds
Een bank creëert een fonds met een bepaald doel en keert
Organisatie vindt plaats via bank
leningen hieruit tegen lage rente uit aan bedrijf.
Financieel risico ligt bij bank
Burger/Overheid die geld 'stalt' in dat fonds krijgt rentekorting
op geld
Beperkt zeggenschap als overheid
Startkapitaal nodig
www.triodos.nl
Geld dat Triodos verwerft via beleggingen of spaarrekeningen wordt in Nederland en internationaal geïnvesteerd in
duurzame projecten. De investering wordt uitgekeerd in de vorm van een zakelijke lening met rente. De lening moet
terugbetaald worden. Om geld te kunnen lenen moeten bedrijven duurzaam ondernemen en bijdragen aan de
doelstellingen die door Triodos bepaald zijn. De spaarder merkt beperkt wat van deze investeringen. Voordeel is dat hij
weet dat zijn spaargeld 'eerlijk' geïnvesteerd wordt.
Gesloten beurzen
Diverse partijen met een gemeenschappelijk doel gaan een
alliantie aan. Iedereen brengt vanuit de eigen organisatie
expertise, menskracht en /of (al gelabeld) budget mee.
Iedereen werkt dus met gesloten beurzen, maar werkt samen
om doelen versneld te realiseren.
Projecteigenaarschap is een risico
Vraag is of gesloten beurzen bij
projectontwikkeling kan en niet enkel bij
lobby (NB provincie of bank moet bijv. partner
zijn)
www.knooppuntbouwenmetgroen.nl
Het Knooppunt Bouwen met Groen is een inspiratie-, kennis- en businessnetwerk voor professionals op beleids-, procesen productniveau, dat innovatief groen in de woon- en werkomgeving bevordert. Het knooppunt werkt aan
kennisoverdracht en kennisontwikkeling. Het hart wordt gevormd door het netwerk van kennis- en businesspartners en
opdrachtgevers. Het Knooppunt organiseert ontmoetingen tussen hen met als doel ze te inspireren, te informeren, te
laten delen, elkaar te ontmoeten, te creeren en/of te praktiseren.
Geen nieuw geld nodig, gelabeld geld of
menskracht wordt efficiënt ingezet
www.innovatienetwerk-rki.nl
Vijf organisaties bieden als Innovatienetwerk RKI één samenhangend programma aan de NRK-leden aan: Syntens,
Agentschap N, DPI Value Centre, Lectoraat Kunststoftechnologie van de Hogeschool Windesheim en NRK. Doel is kennis
en kunde met elkaar te delen en ter beschikking te stellen aan bedrijven in de rubber- en kunststofindustrie, om
innovatie in de sector te stimuleren.
De invulling van de samenwerking is gebaseerd op de ‘Roadmap Rubber- en Kunststofindustrie 2030’. De partners zetten
zich in om bij te dragen aan het vertalen van de thema’s naar concrete doelstellingen, deze te operationaliseren naar
activiteiten voor de sector en resultaten te monitoren.
De vijf organisaties gaan de bedrijven proactief helpen en indien mogelijk naar elkaar doorverwijzen. Bedrijven krijgen
Deelnamefee
Partijen betalen voor de diensten die ze afnemen. Dat kan
advies zijn of het entreekaartje voor een netwerkbijeenkomst
Afname zorgt voor bevestiging nut en
noodzaak inzet / activiteit
Men krijgt direct wat terug voor bijdrage.
Instabiel budget
Positie tov concurrentie bewijzen
Activiteit betrokkenheid, geen project
betrokkenheid
Deze variant wordt door diverse commerciële partijen toegepast. Dit betreft het daadwerkelijk betalen van de kosten
voor iedere afgenomen product of dienst.
30
Download