De Standaard Doo-wop MariaVan-doo-Dam FESTIVAL donderdag 08 juli 2010 Auteur: Eva Berghmans ANTWERPEN - Zo swingend als in ‘Dwaallicht' van Braakland/ ZheBilding zagen we Willem Elsschot nog nooit. Van onze redactrice Een wandeling onder aanvoeren van Warre Borgmans, een streep ouderwetse muziek, een speelplek met plantsoen, bar en terras: ziedaar de ingrediënten van de perfecte zomervoorstelling die Braakland/ ZheBilding met Dwaallicht brengt. Even dacht ik zelfs dat de jonge negerin die haar lange benen en soepele heupen op een paar hangjochies uitprobeerde, bij de cast hoorde. Niet dus, al had het gekund: regisseur Adriaan Van Aken wou zijn Dwaallicht per se in de Sint-Andrieswijk brengen, een wijk die zowel dure antiekwinkels als sociale woonblokken huisvest. Een wijk waar, zo mag men aannemen, de botte behandeling die Elsschots Afghanen in Antwerpen te beurt valt, tot de orde van de dag hoort. Plaats van afspraak is de Kloosterstraat 15, waar de drie Afghaanse scheepslui uit Het dwaallicht Maria Van Dam hopen te treffen. Frans Laarmans biedt, aangevuurd door de gedachte aan een gewillig vrouwtje, aan om hun op hun zoektocht te begeleiden. Een vrolijke Frans is die Laarmans niet. Hij dwaalt zonder enthousiasme door zijn burgerlijke leven, maar is te tam om zich eraan te onttrekken. Donkerte troef dus, maar dat is buiten Adriaan Van Aken gerekend. De regisseur besloot om zijn volle aandacht op Elsschots humor te richten. Laarmans mag voor één keer de frivoliteit de vrije loop laten die hij anders onderdrukt. Enter Warre Borgmans, die een mooie balans vindt tussen Laarmans' kleinburgerlijkheid en de ironie die hem boven water houdt. Bij momenten komt daar slapstick van, bijvoorbeeld wanneer Borgmans een dikke politieagent met vet Antwerps accent en boertig gevoel voor humor imiteert. Hij waagt zich ook met overtuiging aan hilarische danspassen wanneer hij het woord aan de vijfkoppige muziekband afstaat. Die band, in outfits die niet zouden misstaan in een film noir, trekt voluit de kaart van de doowop, prettig in het oor liggende samenzang met Amerikaanse roots. En nee, dat is geen van de pot gerukte keuze. Het treurige liedje waarmee Het dwaallicht eindigt, blijkt in werkelijkheid, zo viste de regisseur uit, geen afscheids- maar een drinklied. De beslissing om er amusementsmuziek bij te maken, is tekenend voor de hele aanpak van Braakland/ZheBilding. Het gezelschap legt een verfrissend gebrek aan respect voor Elsschots tekst aan de dag. Geen woord te veel in een boek van Elsschot? Braakland/ZheBilding gooit er nochtans forse lappen uit, zonder dat de kern verloren gaat. Met de muziek legt het gezelschap er zelfs een laag bovenop, de laag van het heimelijke vertier waar Laarmans van droomt. Dit is muziektheater op zijn best: de muziek dient niet als illustratie of sfeerschepper, maar vormt een verhaal op zichzelf. Leuke vondsten zijn er ook op dit niveau. Zo dient een vogelkooi als percussie-instrument wanneer Kloosterstraat 15 geen Maria maar een vogelkooienwinkel blijkt te huisvesten, en speelt de band een uitstekende cover van ‘Der Mussolini' van DAF, wanneer Laarmans en zijn Afghanen hun levensbeschouwelijke visies naast elkaar leggen. De inventiviteit houdt zelfs niet op bij de laatste noten van het drinklied waarmee de voorstelling eindigt. Als afscheid krijg je een stukje papier met een adres, waar je om een presentje mag gaan. Eén goede raad op deze wandeling: blijf beleefd tegen de Afghanen van de dag. De voorstellingen tijdens de Zomer van Antwerpen zijn uitverkocht. Voorjaar 2011 gaat ‘Dwaallicht' op tournee in Vlaanderen.