TG Vagevuur speelt CEL LESMAP Beste Leerkracht, Binnenkort komt u met uw klas naar de voorstelling CEL van TG Vagevuur. CEL is een pittige voorstelling die zich buigt over de zeer actuele, maar alles behalve eenvoudige, thematiek van radicalisering en gewelddadig extremisme. Het is in een theatervoorstelling niet mogelijk om alle aspecten van deze zeer complexe thematiek op een genuanceerde manier aan te raken. We hebben er voor gekozen om een specifiek aspect centraal te stellen: ‘(ver)oordelen’ versus ‘begrijpen’ versus ‘goed praten’ (zie verder bij thematieken) én de omkeerbaarheid van het pad naar radicaal geweld – eens we het kunnen begrijpen. Daarom brengen we de personages zo dicht mogelijk bij voor ons herkenbare figuren te brengen. In deze voorstelling gaat het dan ook niet over moslimterrorisme, al zijn er uiteraard verbanden te leggen met hetgeen we vandaag geconfronteerd worden. De voorstelling kan een aanleiding zijn in de klas om een aantal gesprekskanalen te openen rond dit thema en het is niet onbelangrijk om de leerlingen achteraf te laten ventileren over wat ze in de voorstelling hebben meegemaakt. Een goede omkadering is erg belangrijk om deze voorstelling maximaal zinvol te laten zijn voor uw leerlingen. Daarom ontwikkelde TG Vagevuur deze lesmap met daarin een aantal concrete aanzetten voor voor- en nawerking in de klas. Tot in de voorstelling! Koen TG Vagevuur INHOUDSTAFEL 1234 Over de voorstelling & het maken ervan Vooraf in de klas Achteraf in de klas Media 1 1 - Over de voorstelling & het maken ervan De Voorstelling In de voorstelling CEL krijgt u het verhaal te zien van 2 meisjes die in een periode van 3 jaar radicaliseren en uiteindelijk over gaan tot gewelddadig terrorisme. Het verhaal volgt de stappen in zo’n radicaliseringproces en springt daarvoor van tijdsgewricht naar tijdsgewricht. Dat gebeurt achterwaarts. We beginnen bij minuut 0 (de aanslag) en we eindigen drie jaar vooraf, het moment waarop de meisjes elkaar voor het eerst ontmoeten. De actrices / personages (de twee liggen in deze voorstelling dicht bij elkaar) maken zelf een soort reconstructie van hun traject in een poging om hun eigen handelen te begrijpen. Ze maken op die manier een ontwikkeling door van ‘het was onvermijdelijk’ naar ‘het was een keuze en we hadden andere keuzes kunnen maken’. De voorstelling wordt muzikaal ondersteund door drums, klanken en percussie. De muziek vertelt mee de psychologische ontwikkeling en stuwt de dynamiek van de vertelling. Het Gezelschap TG Vagevuur staat voor een theatraal onderzoek naar de afstand tussen hemel en hel. Ergens tussen het goed en het kwaad. Ergens waar de brute waarheid in de lach overvloeit. Een plek die niet echt bestaat, slechts ontsproten aan de fantasie van de mens, en toch de moeite om te onderzoeken. Dat is het vagevuur, daar maakt TG Vagevuur theater. Met een scherpe blik, een vormelijke theatertaal en sappige personages. Verhalen gedrenkt in de modder van het Vlaamse achterland. In die schone vuile taal met zijn schone vuile geschiedenis. Van het schone, lichte dromen van verre landen tot de duistere krochten van de menselijke geest zoekt TG Vagevuur naar de aard van onze ziel. TG Vagevuur maakte en speelde eerder Vadermoord, Celibaat, De Ambassadeur, De Naamlozen, … Meer info op www.tgvagevuur.be De Thematiek Radicalisering is een zeer complexe problematiek. Over wat kan je het hebben in een theaterstuk? Zeker niet over alles in één keer. De politieke context van internationaal terrorisme hebben we voor deze voorstelling even links laten liggen. Ook op het specifieke van religieus terrorisme (er bestaat naast moslimterrorisme natuurlijk ook christelijk terrorisme en er zijn zelfs boeddhistische terroristen) gaan we niet in. 2 Belangrijk voor ons was hoe wij als maatschappij omgaan met terroristen. We krijgen natuurlijk in eerste instantie de gruwel gepresenteerd via de media en de neiging om dan in eerste instantie te oordelen en te veroordelen is begrijpelijk. Maar is dat de meest zinvolle reactie? Ook de politieke klasse is er vaak als de eerste bij om gevangenisstraffen en uitzettingen als antwoord aan te dienen. Maar zal dat de volgende tegen houden die een aanslag bedenkt? Of moeten we proberen begrijpen – zonder goed te keuren (!) – hoe iemand in zo’n proces verstrikt geraakt en hoe we dus op voorhand kunnen ingrijpen? Dat vertaalt zich in een aantal centrale keuzes in de voorstelling: - Meisjes van bij ons. Het is geen toeval dat dit verhaal vertrekt vanuit 2 meisjes van bij ons. In de eerste plaats wil de voorstelling daarmee het statement maken dat terrorisme even goed bij ons ontstaat. We willen daarmee een tegengewicht geven voor de stereotypering ‘man’ en ‘moslim’. Verderop in deze lesmap ook enkele voorbeelden van ‘homegrown’ vrouwelijke terroristen. - Achterwaartse vertelvorm. De voorstelling wordt achterwaarts verteld: we beginnen bij de aanslag en draaien de klok dan terug tot waar het allemaal begon. Op die manier willen we de focus gaandeweg verschuiven van ‘oordelen’ en ‘veroordelen’ naar ‘inzicht krijgen’ en ‘proberen begrijpen’ (zonder daarom goed te keuren). Dit vanuit de overtuiging dat pas als we proberen begrijpen waarom iemand tot zo’n daad komt, we andere jongeren in de gevarenzone op andere ideeën kunnen brengen. De achterwaartse vertelling creëert openingen voor hoop: het had anders kunnen lopen! - Gevaarlijke gekken? Onderzoek toont aan dat de meeste terroristen niet kunnen weg gezet worden als gevaarlijke gekken (ondanks het feit dat wat ze gedaan hebben natuurlijk nooit goed te keuren valt). Het is menselijk om mensen die een vreselijke daad stellen als monsters te willen zien. In de psychologie spreekt men van ‘belief in a just world’. Als mens wil je geloven dat de wereld rechtvaardig is. Om dat geloof te beschermen moet je mensen die slechte daden stellen als monsters beschouwen. Toch is het niet zo. In een groot deel van de gevallen gaat het om gewone mensen die een verkeerde afslag nemen en dan de weg kwijt geraken. Aan de goede kant: dat betekent ook dat je het kan tegen gaan, dat je de tekens kan proberen onderkennen en iemand kan proberen tegen houden. Een gevaarlijke gek steek je weg in een instelling, een gewone mens die verloren loopt in zijn gedachten kan geholpen worden! - Radicalisering is een proces. We tonen in de voorstelling een verzonnen, maar op onderzoek en gevalsstudies gebaseerd proces van radicalisering. Door het te beschouwen als een proces, dat meestal jaren duurt, kunnen we ons als mens en maatschappij afvragen waar en wanneer wij anders kunnen handelen om radicalisering te vermijden of terug te draaien. Verder in deze lesmap meer over hoe dit proces verloopt. 3 Maakproces Om de voorstelling CEL te maken heeft het gezelschap een aantal belangrijke stappen doorlopen: 1 – Studiewerk Bij een voorstelling die vertrekt vanuit een thematiek en vanuit de actualiteit begint alles met een onderzoek van het achtergrondmateriaal. De groep ging op zoek naar boeken van en over terrorisme, naar verhalen, naar wetenschappelijke studies, naar videomateriaal zoals interviews en documentaires, enzovoort. Dit achtergrondmateriaal vormt het skelet voor de tekst én wordt tijdens het werkproces regelmatig terug op tafel gelegd om de spelers te voeden en het stuk inhoudelijk de goede richting uit te sturen. 2 – Tekst schrijven & aanscherpen Op basis van het achtergrondmateriaal en de eigen verbeelding werd een eerste versie van de tekst geschreven. Daarbij gaan we niet over één nacht ijs. Personages moeten bedacht worden, een verhaallijn moet uitgetekend worden, een structuur van het geheel, … En dat alles moet vervolgens in mooie woorden gegoten worden. De eerste tekst wordt veel, langdurig en gedetailleerd gelezen met de spelersploeg. Door de teksten in de mond te nemen, ontdekken we wat er te veel is, wat er ontbreekt, wat de spanningsboog van het geheel is en of deze tekst verwoordt wat we over de thematiek te zeggen hebben. 3 – Theatraal onderzoek Vanuit brede fysieke improvisaties gaan we op zoek naar de sfeer, de personages en de thematiek van de voorstelling. Hoe gaan de personages met elkaar om? Wat zijn theatrale beelden die het verhaal kunnen overbrengen? Pas in een tweede fase komt de tekst er weer bij. De actrices kennen deze nu van buiten en passen de improvisaties toe op de vast gelegde tekst. We zoeken eerst heel breed: een veelheid aan mogelijke vormen om daarna te kiezen welke vormen het best passen om het verhaal spannend te vertellen én om de boodschap juist over te brengen. In de loop van dit theatraal onderzoek komt ook voor het eerst de muzikant er bij. In een eerste fase gaat zij mee improviseren en klanken zoeken, die voorlopig nog niet vast liggen. 4 – Zetten Na een breed onderzoek worden er keuzes gemaakt. Theatrale vormen worden vast gelegd. De spanningsboog van het geheel ontstaat. De muziek wordt uitgepuzzeld en gemonteerd op de scènes. 5 – Doorlopen & afwerken Eens het stuk als geheel is uitgewerkt volgt er een belangrijke fase. Het vastgelegde materiaal (scènes en muziek) vaak in zijn geheel herhalen. Dit zorgt ervoor dat de 4 speelsters grotere bogen kunnen zoeken in de ontwikkeling van hun personages, de spanningsboog van het geheel wordt helder en scherp en de volgorde wordt organisch. In deze laatste fase wordt ook tijd gemaakt om decor en techniek op punt te stellen. In de klas U kan met de leerlingen dit maakproces bespreken. Stel eerst de vraag hoe de leerlingen denken dat een dergelijk theaterstuk tot stand komt. Laat hun vanuit hun intuïtie een werkproces van 6 weken indelen. Wat zouden ze in zo’n proces zelf belangrijk vinden? Waar denken ze dat de spelers en makers veel tijd voor nodig hebben? 5 2 - Vooraf in de klas Terrorisme in een breder perspectief Als we de berichtgeving vandaag als referentie nemen, lijkt alle terrorisme moslimterrorisme te zijn en alle terroristen moslims. Vaak bovendien gevolgd door de denkfout dat bijgevolg ook alle moslims terroristen zijn. In de voorbereiding van deze voorstelling gingen wij op zoek naar een breder kader. Zo blijkt dat terrorisme slechts voor een klein percentage uit religieus, laat staan moslimterrorisme te bestaan. Er bestaat een veelheid aan redenen waarom mensen op een bepaald moment kiezen om tot zo’n daad over te gaan. In onderstaande lesopzet proberen we het perspectief van de leerlingen te verbreden (terrorisme is een breder probleem dan alleen moslimterrorisme), ze te laten nadenken over de oorzaken die aan de basis liggen van extreem geweld én hen alternatieve handelingstrajecten te laten bedenken. Opdracht: Vraag de leerlingen om ter voorbereiding van deze nabespreking een daad van terrorisme of extreem geweld uit de recente geschiedenis op te zoeken. U kan hen hiervoor in groepjes van 3 of 4 opdelen of de opdracht individueel geven. Vraag hen om iets op te zoeken over de daad, over de voorgeschiedenis en over de motieven van de dader(s). U kan hen desgewenst ook zelf meegeven over wie ze iets opzoeken: - R.A.F. van Ulrike Meinhoff A.L.F. van Anja Hermans Andres Breivik Julie Belmas en de Squamish Five Columbine High School Shootings (Dylan Klebold & Eric Harris) Laat ze in de klas hun figuur voorstellen. Hebben ze een idee van de motieven van deze erg uiteenlopende daders? INFO: Ook de makers en spelers van TG Vagevuur hebben zich in deze en andere terroristen en daders van extreem geweld verdiept om te proberen inzicht te krijgen in hun motieven en in het traject dat tot zo’n radicalisering leidt. Laat de leerlingen daarna in kleine groepjes nadenken over soorten motieven die er kunnen bestaan voor terrorisme. Laat ze zelf een opdeling maken (bv politiek terrorisme, religieus terrorisme, extreem geweld omwille van gepest worden, …). 6 Hou een klasgesprek over deze analyses. Kunnen de leerlingen iets zeggen over wat er gemeenschappelijk is? Wat zou een mogelijke fundamentele oorzaak zijn, die aan de bron ligt van dit geweld? Geef de jongeren ten slotte per groepje één type van terrorisme of extreem geweld en laat ze een alternatief pad bedenken voor de daders in kwestie. Wat hadden ze kunnen doen om hun (al dan niet terechte) probleem op een andere manier aan te kaarten of op te lossen, zonder gebruik van geweld? U kan hen dit laten doen in de vorm van een brief gericht aan de terrorist in kwestie. 7 3 - Achteraf in de klas Nagesprek Waarschijnlijk laat de voorstelling CEL een reeks indrukken na en hopelijk zijn de leerlingen uitgedaagd om een eigen mening te vormen over radicalisering en gewelddadig extremisme. Het is belangrijk om kort na de voorstelling tijd en ruimte te maken om die indrukken in de klas te ventileren en bespreken. Het is belangrijk om de leerlingen daarbij in eerste instantie een eigen visie te laten ontwikkelen en formuleren, zowel over de thematiek als over de theatrale keuzes die het gezelschap heeft gemaakt. U kan bij de nabespreking onderstaand stappenplan volgen: 1 – Open reacties Geef de leerlingen eerst wat tijd om vrij te reageren. Richtvragen om het gesprek op gang te brengen: - Wat is je bij gebleven aan de voorstelling? Kon je enig begrip, wie weet zelfs sympathie opbrengen voor de personages? Voor welke van de twee personages? Op welk moment was dat? Waarom denk je dat de twee personages uit het stuk tot hun daad zijn overgegaan? Waar had het anders kunnen lopen? Hadden ze zichzelf kunnen stoppen? Hadden andere mensen hen kunnen stoppen? Zie je verbanden tussen het verhaal van de voorstelling en verhalen van terrorisme die in de media komen? Wat zijn gelijkenissen of verschillen? Heeft de voorstelling je opinie over terrorisme en daders van gewelddadig terrorisme veranderd of helemaal niet? Waarom heet de voorstelling ‘CEL’ ? Wat betekent dat voor hen over de inhoud en betekenis van de voorstelling? INFO: “CEL” Het concept van een ‘cel’ op vele niveaus in de voorstelling verweven: - Op de eerste – letterlijke - laag verwijst het naar de ‘terroristische cel’ die de twee personages oprichten; - Op tweede laag, verwijst het naar de plekken waar ze hun monologen voeren. Dit zou je kunnen interpreteren als een letterlijke politiecel, waar een ondervraging gebeurt, al zou dit even goed in hun hoofd kunnen gebeuren; - De ‘cel’ verwijst ook naar de chemische reactie die kan gebeuren als je twee elementen in een cel samen brengt. Twee persoonlijkheden die – pas als ze worden samen gebracht en afgezonderd van de rest – tot explosie kunnen komen; - Het idee van een ‘cel’ is ook letterlijk in beeld gebracht aan de hand van een aantal vierkanten, waar de actrices zich voortdurend toe moeten verhouden (blijf je er in / ga je er uit / sta je op de rand of in het midden / …?); 8 - Op een dieper – metaforisch – niveau verwijst de cel naar hoe de personages zich vast lopen en opsluiten in hun eigen gedachten. Ze aliëneren zich letterlijk van de wereld. 2 – Het proces van radicalisering Laat de leerlingen per 2 even nadenken rond de volgende vragen: - Waarom denk je dat de meisjes in de voorstelling tot een aanslag over gaan? Had het proces ergens gestopt kunnen worden? Had het anders kunnen lopen? Zo ja, waar in het verhaal? Denk je dat het proces van radicalisering zoals geschetst in de voorstelling overeenkomt met de werkelijkheid? Of geloof je niet dat het zo kan lopen? Wat zijn volgens jou stappen in zo’n proces van radicalisering? Laat een paar groepjes hierop hun antwoorden aan de klas formuleren. Andere groepjes kunnen aanvullen of tegenspreken. Geef ze ruimte om hier een eigen idee over te vormen. U kan dit aanvullen of contrasteren met het onderzoek over het pad naar radicalisering (zie inzet) Een pad naar radicalisering (Situationeel model ter verklaring van gewelddadig extremisme) De geradicaliseerde dierenactiviste Anja Hermans (zie inzet) heroriënteerde zich na haar gevangenschap en deed onderzoek naar het proces van radicalisering. Zij onderscheidt op basis van literatuuronderzoek en gevalsstudies een aantal belangrijk fasen (niet per se in die volgorde): Persoonlijkheid: Alles wortelt in de vraag ‘Wie ben ik?’ / ‘Wat doe ik op deze wereld?’. Een vraag die iedereen zich wel eens stelt, en iedereen weet dat ze moeilijk te beantwoorden is. Als die onzekerheid sterk aanwezig is, wordt iemand beïnvloedbaar voor een zwart-wit antwoord op de vraag vanuit een extremistische hoek. Opbreken van sociale bindingen: Op een bepaald moment worden door eigen keuze, door manipulatie door derden of door omstandigheden de banden met de sociale omgeving door geknipt. Er ontstaat een ‘subjectieve aliëntatie’. Rechtvaardiging of moraal: Er komt een nieuwe moraal (anarchie, religie, …) op de weg, die een ander pad opent en extreme daden denkbaar maakt en rechtvaardigt. Dankzij deze nieuwe moraal ontwikkelt het nieuwe levenspad zich tot een ‘heilige’ zaak, iets wat nut en betekenis geeft aan het leven. 9 Verdwijnen van de afdwingbaarheid van (straf)wetten: doordat iemand zich terugtrekt uit de sociale context worden strafwetten in zijn of haar gevoel niet meer afdwingbaarheid. De schrik van wet of politie verdwijnt. Het gezag wordt als onwettig ervaren: Het officiële gezag (overheid, politie, school, …) wordt als onrechtvaardig ervaren en daarom niet meer als iets waar naar geluisterd moet worden. Vaak wordt dit uitgelokt door een disproportioneel en agressieve daad van het gezag, bijvoorbeeld de politie (en dus is agressief politie-ingrijpen waarschijnlijk eerder contraproductief). Verdwijnen van morele filter: In één van de laatste fase verdwijnt de morele filter die we normaalgezien hebben voor ons handelen. Het zicht op alternatieve mogelijkheden vervaagt en er lijkt maar één keuze meer te zijn. Het proces kan zich pas ontwikkelen als een aantal voorwaarden aanwezig zijn: - Tijd: het gaat nooit over één nacht ijs; Omgang: er is omgang met personen die de ideeën aanwakkeren (bewust of onbewust); Faciliteiten: de mogelijkheid ontstaat om te beschikken over wapens en de planningsvaardigheden die nodig zijn om een aanslag te plegen; Gebrek aan controle of handhaving: de jongere die radicaliseert is buiten het bereik van sociale en politionele handhaving. 3 – Vragen en antwoorden Op basis van bovenstaande analyse kunnen de leerlingen een eigen opinie ontwikkelen over wat er volgens hen gedaan kan worden om radicalisering en terrorisme tegen te gaan. U kan dat doen in een aantal stappen: STAP 1 – receptie Laat de leerlingen vrij met elkaar overleggen. Wat zou volgens hen de oplossing kunnen zijn om radicalisering en gewelddadig terrorisme tegen te gaan? Laat ze op zoek gaan naar zowel tegenstemmen als gelijkgestemden. STAP 2 – partijen Laat de leerlingen zelf groepjes vormen (van 4 of 5 leerlingen) met een min of meer gelijkaardige visie. Zij vormen nu een ‘politieke partij’. Vraag hen om hun oplossing in maximaal vijf heldere en snedige stellingen te gieten. STAP 3 – debat De leerlingen krijgen nog even tijd om zich voor te bereiden. Daarna volgt een politiek debat. Elke groep vaardigt één spreker af. Ze moeten ervoor zorgen dat hij 10 voorbereid is om het programma voor te stellen, maar ook om vragen te beantwoorden! De anderen moeten ook voorbereid zijn om aan de andere partijen scherpe vragen te stellen. De afgevaardigden stellen zich vooraan op in de klas. U bent de moderator van het debat. Elke afgevaardigde krijgt eerst kort tijd om zijn programmapunten voor te stellen. U kan daar eventueel een maximale tijd op zetten. Daarna mogen mensen uit de zaal vragen stellen aan de afgevaardigden. De afgevaardigden mogen ook reageren op elkaar, zo lang ze de regels van het debat respecteren (elkaar niet onderbreken, het woord vragen, vragen en antwoorden bondig houden). 4 – Afronding Het is belangrijk dat de leerlingen naar aanleiding van de voorstelling vooral in discussie kunnen gaan met elkaar. Vragen zijn op dat moment misschien belangrijker dan antwoorden. Ter afronding is het wel goed om te kaderen dat de voorstelling uiteraard terrorisme niet goed wil praten. Toch hopen we dat de vraag verschuift van ‘oordelen’ en ‘veroordelen’ van ‘gevaarlijke gekken’ naar proberen begrijpen waarom (vaak daarvoor heel gewone) jonge mensen tot zoiets komen. Bij wijze van afronding kan u de vraag ook in hun schoot werpen. Wat kunnen zij zelf doen om radicalisering tegen te gaan? Wat kan je doen als een vriend of vriendin naar jouw gevoel op een verkeerd pad terecht komt? Theater over actuele thema’s Met de voorstelling CEL gaat TG Vagevuur één van de meest actuele thema’s van het moment niet uit de weg. Dat doen we omdat we er van overtuigd zijn dat kunst, bijvoorbeeld theater, bij uitstek kan dienen om de geest (en problemen) van onze tijd op een andere manier te belichten. Misschien heeft dit de leerlingen geïnspireerd om zelf iets uit de actualiteit om te zetten in een kunstwerk? VOOROPDRACHT: Vraag de leerlingen om een krant mee te brengen voor deze les en een roze én groene fluostift. STAP 1: Waarover? Laat de leerlingen in groepjes van 4 de kranten doorbladeren. Ze mogen vrij bladeren, maar duiden artikels die hen op één of andere manier aanspreken aan door ze in groen te omcirkelen en artikels die hen helemaal niet interesseren in het rood. Laat ze daarna per groep 1 onderwerp uitkiezen, waar ze samen op door willen werken. Bv bij CEL: Terrorisme. STAP 2: Waarom? 11 Vraag de leerlingen om per groepje een statement uit te werken over het gekozen onderwerp. Daag ze uit om daar ongegeneerd moralistisch in te zijn. Een duidelijke stelling is een goed begin voor een kunstwerk met een boodschap. Laat de groepjes hun onderwerp daarna aan de klas presenteren samen met hun statement. Bv bij CEL: Als maatschappij moeten we terroristen proberen begrijpen in plaats van ze enkel te veroordelen. STAP 3: Hoe? Elke leerling bedenkt voor zichzelf een vorm, waarin hij of zij dit statement zou willen vertalen. Schets eerst even de breedte van de mogelijkheden: van een lied, over een beeldhouwwerk, over een film, over een theaterstuk, over een gedicht, over een performance, naar … Alles is mogelijk. Vraag de leerlingen aan te sluiten bij een manier waarop ze denken dat ze zichzelf het best kunnen uitdrukken. Laat ze hun ideeën in hun eigen groepje voorstellen. Samen kiezen ze voor één idee (dat kan ook een combinatie zijn van twee of meer ideeën die in de groep zijn geopperd). Elk groepje stelt tot slot zijn opzet voor aan de rest van de klas. Vraag dat ze zich inbeelden dat ze voor een subsidiecommissie verschijnen. Ze moeten de rest van de klas overtuigen dat dit kunstwerk gemaakt moet worden, omdat het inhoudelijk zo belangrijk is én omdat de vorm mooi / scherp / bijzonder / … zal zijn. Bv bij CEL: Een theaterstuk met twee actrices en één vrouwelijke muzikante op de drum. Theatrale oefeningen U kan de omzetting van actualiteit naar theater ook toepassen in de klas via een aantal theatrale oefeningen: o Op voorhand. Vraag aan de leerlingen om een krantenartikel te zoeken dat hen om één of andere manier raakt. Iets wat hen blij maakt, boos of angstig. o De journalist. De leerlingen spelen ‘journalist’. Dit doen ze per 2. Eén iemand is de journalist, de andere de ‘activist’. De journalist stelt vragen over het artikel dat de andere heeft mee gebracht. Na enkele minuten wissel je van rol. o De predikers. De leerlingen lopen rond door het lokaal. Als ze iemand tegen komen, begint één van de twee met ‘moet je nu eens weten ...’ Hij vertelt over de inhoud van het artikel. Daarna is het aan de andere. Telkens je bij de volgende persoon komt moet je overtuiging een beetje groter zijn geworden. Je bent net iets kwader, blijer of hebt net iets meer schrik. Bij de volgende partner weer een trapje meer, enzovoort. Tot als je denkt dat het niet groter kan ... en dan nog een trapje bij. o Speakers corner. Op vier hoeken van de ruimte zet je een bakje of stoel, waar iemand op kan staan. Vier leerlingen beginnen. Ze gaan op het bankje staan en beginnen hun standpunt (op basis van het artikel) 12 te verdedigen. De andere leerlingen zijn wandelaars op de markt. Zij mogen circuleren en luisteren naar de verschillende sprekers. Na de opdracht kan je even napraten. Waarom luister je naar iemand? Omdat hij je aankijkt bijvoorbeeld. Omdat hij zijn standpunt met overtuiging brengt. Omdat hij handgebaren gebruikt. o Als de klas er aan toe is kan je ook enkele leerlingen hun redevoering alleen voor de klas laten brengen. Achteraf kan je nog de vraag stellen of er nog andere mogelijkheden zijn om een inhoud of thematiek naar theater te vertalen. MEDIA Debat over het omgaan met jonge moordenaars met een gespecialiseerde advocaat (Engels – 31 min) https://www.youtube.com/watch?v=R70TMYZPVsM&index=12&list=PLWe7qI3fRAd1 TVhpoekNznLua8YyGL-5Q Interview met Anja Hermans (Animal Liberation Front) (Nederlands – 12 min) https://www.dropbox.com/s/9i5a5u1kl1gjoo4/ANJA_HERMANS_20150602_155524. mpeg?dl=0 Een checklist voor luchthavenpersoneel om vermoedelijke terroristen te onderscheppen: http://www.telegraph.co.uk/travel/travelnews/11503843/How-to-spot-a-terroristaccording-to-US-airport-security.html IN DE KLAS U kan deze checklist in de klas overlopen met de leerlingen. Wat valt hen op aan de criteria die genoemd worden? Komt dit overeen met het beeld dat ze hebben van een terrorist kort voordat hij een aanslag pleegt? De criteria wijzen vooral op grote stress, angst en onzekerheid. Dat is misschien normaal als je op het punt staat om zo iets vreselijks te doen en zelf daarbij ook te sterven, maar het bewijst ook dat terroristen meestal geen gevaarlijke psychopaten zijn, maar gewone mensen die een heel foute keuze hebben gemaakt. Opiniestuk over de wortels van radicalisering http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/opinieblog/opinie/1.2531889 COLOFON CEL is een voorstelling van TG Vagevuur. Deze lesmap werd samengesteld door Koen Boesman (artistiek leider van TG Vagevuur). Hebt u vragen of aanvullingen bij deze lesmap, aarzel dan niet om ons te contacteren! [email protected] - www.tgvagevuur.be 13