CEL LESMAP

advertisement
TG Vagevuur speelt
CEL
LESMAP
Beste Leerkracht,
Binnenkort komt u met uw klas naar de voorstelling CEL van TG Vagevuur. CEL is
een pittige voorstelling die zich buigt over de zeer actuele, maar alles behalve
eenvoudige, thematiek van radicalisering en gewelddadig extremisme.
Het is in een theatervoorstelling niet mogelijk om alle aspecten van deze zeer
complexe thematiek op een genuanceerde manier aan te raken. We hebben er voor
gekozen om een specifiek aspect centraal te stellen: ‘(ver)oordelen’ versus
‘begrijpen’ versus ‘goed praten’ (zie verder bij thematieken) én de omkeerbaarheid
van het pad naar radicaal geweld – eens we het kunnen begrijpen. Daarom brengen
we de personages zo dicht mogelijk bij voor ons herkenbare figuren te brengen. In
deze voorstelling gaat het dan ook niet over moslimterrorisme, al zijn er uiteraard
verbanden te leggen met hetgeen we vandaag geconfronteerd worden.
De voorstelling kan een aanleiding zijn in de klas om een aantal gesprekskanalen te
openen rond dit thema en het is niet onbelangrijk om de leerlingen achteraf te laten
ventileren over wat ze in de voorstelling hebben meegemaakt. Een goede
omkadering is erg belangrijk om deze voorstelling maximaal zinvol te laten zijn voor
uw leerlingen. Daarom ontwikkelde TG Vagevuur deze lesmap met daarin een aantal
concrete aanzetten voor voor- en nawerking in de klas.
Tot in de voorstelling!
Koen
TG Vagevuur
INHOUDSTAFEL
1234
Over de voorstelling & het maken ervan
Vooraf in de klas
Achteraf in de klas
Media
1
1 - Over de voorstelling & het maken ervan
De Voorstelling
In de voorstelling CEL krijgt u het verhaal te zien van 2 meisjes die in een periode
van 3 jaar radicaliseren en uiteindelijk over gaan tot gewelddadig terrorisme. Het
verhaal volgt de stappen in zo’n radicaliseringproces en springt daarvoor van
tijdsgewricht naar tijdsgewricht. Dat gebeurt achterwaarts. We beginnen bij minuut 0
(de aanslag) en we eindigen drie jaar vooraf, het moment waarop de meisjes elkaar
voor het eerst ontmoeten. De actrices / personages (de twee liggen in deze
voorstelling dicht bij elkaar) maken zelf een soort reconstructie van hun traject in een
poging om hun eigen handelen te begrijpen. Ze maken op die manier een
ontwikkeling door van ‘het was onvermijdelijk’ naar ‘het was een keuze en we
hadden andere keuzes kunnen maken’.
De voorstelling wordt muzikaal ondersteund door drums, klanken en percussie. De
muziek vertelt mee de psychologische ontwikkeling en stuwt de dynamiek van de
vertelling.
Het Gezelschap
TG Vagevuur staat voor een theatraal onderzoek naar de afstand tussen hemel en
hel. Ergens tussen het goed en het kwaad. Ergens waar de brute waarheid in de lach
overvloeit.
Een plek die niet echt bestaat, slechts ontsproten aan de fantasie van de
mens, en toch de moeite om te onderzoeken. Dat is het vagevuur, daar maakt
TG Vagevuur theater.
Met een scherpe blik, een vormelijke theatertaal en sappige personages. Verhalen
gedrenkt in de modder van het Vlaamse achterland. In die schone vuile taal met zijn
schone vuile geschiedenis.
Van het schone, lichte dromen van verre landen tot de duistere krochten van
de menselijke geest zoekt TG Vagevuur naar de aard van onze ziel.
TG Vagevuur maakte en speelde eerder Vadermoord, Celibaat, De Ambassadeur,
De Naamlozen, …
Meer info op www.tgvagevuur.be
De Thematiek
Radicalisering is een zeer complexe problematiek. Over wat kan je het hebben in
een theaterstuk? Zeker niet over alles in één keer. De politieke context van
internationaal terrorisme hebben we voor deze voorstelling even links laten liggen.
Ook op het specifieke van religieus terrorisme (er bestaat naast moslimterrorisme
natuurlijk ook christelijk terrorisme en er zijn zelfs boeddhistische terroristen) gaan
we niet in.
2
Belangrijk voor ons was hoe wij als maatschappij omgaan met terroristen. We krijgen
natuurlijk in eerste instantie de gruwel gepresenteerd via de media en de neiging om
dan in eerste instantie te oordelen en te veroordelen is begrijpelijk. Maar is dat de
meest zinvolle reactie? Ook de politieke klasse is er vaak als de eerste bij om
gevangenisstraffen en uitzettingen als antwoord aan te dienen. Maar zal dat de
volgende tegen houden die een aanslag bedenkt? Of moeten we proberen begrijpen
– zonder goed te keuren (!) – hoe iemand in zo’n proces verstrikt geraakt en hoe we
dus op voorhand kunnen ingrijpen?
Dat vertaalt zich in een aantal centrale keuzes in de voorstelling:
-
Meisjes van bij ons. Het is geen toeval dat dit verhaal vertrekt vanuit 2
meisjes van bij ons. In de eerste plaats wil de voorstelling daarmee het
statement maken dat terrorisme even goed bij ons ontstaat. We willen
daarmee een tegengewicht geven voor de stereotypering ‘man’ en ‘moslim’.
Verderop in deze lesmap ook enkele voorbeelden van ‘homegrown’
vrouwelijke terroristen.
-
Achterwaartse vertelvorm. De voorstelling wordt achterwaarts verteld: we
beginnen bij de aanslag en draaien de klok dan terug tot waar het allemaal
begon. Op die manier willen we de focus gaandeweg verschuiven van
‘oordelen’ en ‘veroordelen’ naar ‘inzicht krijgen’ en ‘proberen begrijpen’
(zonder daarom goed te keuren). Dit vanuit de overtuiging dat pas als we
proberen begrijpen waarom iemand tot zo’n daad komt, we andere jongeren in
de gevarenzone op andere ideeën kunnen brengen. De achterwaartse
vertelling creëert openingen voor hoop: het had anders kunnen lopen!
-
Gevaarlijke gekken? Onderzoek toont aan dat de meeste terroristen niet
kunnen weg gezet worden als gevaarlijke gekken (ondanks het feit dat wat ze
gedaan hebben natuurlijk nooit goed te keuren valt). Het is menselijk om
mensen die een vreselijke daad stellen als monsters te willen zien. In de
psychologie spreekt men van ‘belief in a just world’. Als mens wil je geloven
dat de wereld rechtvaardig is. Om dat geloof te beschermen moet je mensen
die slechte daden stellen als monsters beschouwen. Toch is het niet zo. In
een groot deel van de gevallen gaat het om gewone mensen die een
verkeerde afslag nemen en dan de weg kwijt geraken. Aan de goede kant: dat
betekent ook dat je het kan tegen gaan, dat je de tekens kan proberen
onderkennen en iemand kan proberen tegen houden. Een gevaarlijke gek
steek je weg in een instelling, een gewone mens die verloren loopt in zijn
gedachten kan geholpen worden!
-
Radicalisering is een proces. We tonen in de voorstelling een verzonnen,
maar op onderzoek en gevalsstudies gebaseerd proces van radicalisering.
Door het te beschouwen als een proces, dat meestal jaren duurt, kunnen we
ons als mens en maatschappij afvragen waar en wanneer wij anders kunnen
handelen om radicalisering te vermijden of terug te draaien. Verder in deze
lesmap meer over hoe dit proces verloopt.
3
Maakproces
Om de voorstelling CEL te maken heeft het gezelschap een aantal belangrijke
stappen doorlopen:
1 – Studiewerk
Bij een voorstelling die vertrekt vanuit een thematiek en vanuit de actualiteit begint
alles met een onderzoek van het achtergrondmateriaal. De groep ging op zoek naar
boeken van en over terrorisme, naar verhalen, naar wetenschappelijke studies, naar
videomateriaal zoals interviews en documentaires, enzovoort. Dit
achtergrondmateriaal vormt het skelet voor de tekst én wordt tijdens het werkproces
regelmatig terug op tafel gelegd om de spelers te voeden en het stuk inhoudelijk de
goede richting uit te sturen.
2 – Tekst schrijven & aanscherpen
Op basis van het achtergrondmateriaal en de eigen verbeelding werd een eerste
versie van de tekst geschreven. Daarbij gaan we niet over één nacht ijs. Personages
moeten bedacht worden, een verhaallijn moet uitgetekend worden, een structuur van
het geheel, … En dat alles moet vervolgens in mooie woorden gegoten worden. De
eerste tekst wordt veel, langdurig en gedetailleerd gelezen met de spelersploeg.
Door de teksten in de mond te nemen, ontdekken we wat er te veel is, wat er
ontbreekt, wat de spanningsboog van het geheel is en of deze tekst verwoordt wat
we over de thematiek te zeggen hebben.
3 – Theatraal onderzoek
Vanuit brede fysieke improvisaties gaan we op zoek naar de sfeer, de personages en
de thematiek van de voorstelling. Hoe gaan de personages met elkaar om? Wat zijn
theatrale beelden die het verhaal kunnen overbrengen? Pas in een tweede fase komt
de tekst er weer bij. De actrices kennen deze nu van buiten en passen de
improvisaties toe op de vast gelegde tekst. We zoeken eerst heel breed: een
veelheid aan mogelijke vormen om daarna te kiezen welke vormen het best passen
om het verhaal spannend te vertellen én om de boodschap juist over te brengen.
In de loop van dit theatraal onderzoek komt ook voor het eerst de muzikant er bij. In
een eerste fase gaat zij mee improviseren en klanken zoeken, die voorlopig nog niet
vast liggen.
4 – Zetten
Na een breed onderzoek worden er keuzes gemaakt. Theatrale vormen worden vast
gelegd. De spanningsboog van het geheel ontstaat. De muziek wordt uitgepuzzeld
en gemonteerd op de scènes.
5 – Doorlopen & afwerken
Eens het stuk als geheel is uitgewerkt volgt er een belangrijke fase. Het vastgelegde
materiaal (scènes en muziek) vaak in zijn geheel herhalen. Dit zorgt ervoor dat de
4
speelsters grotere bogen kunnen zoeken in de ontwikkeling van hun personages, de
spanningsboog van het geheel wordt helder en scherp en de volgorde wordt
organisch. In deze laatste fase wordt ook tijd gemaakt om decor en techniek op punt
te stellen.
In de klas
U kan met de leerlingen dit maakproces bespreken. Stel eerst de vraag hoe
de leerlingen denken dat een dergelijk theaterstuk tot stand komt. Laat hun
vanuit hun intuïtie een werkproces van 6 weken indelen. Wat zouden ze in
zo’n proces zelf belangrijk vinden? Waar denken ze dat de spelers en makers
veel tijd voor nodig hebben?
5
2 - Vooraf in de klas
Terrorisme in een breder perspectief
Als we de berichtgeving vandaag als referentie nemen, lijkt alle terrorisme
moslimterrorisme te zijn en alle terroristen moslims. Vaak bovendien gevolgd door de
denkfout dat bijgevolg ook alle moslims terroristen zijn. In de voorbereiding van deze
voorstelling gingen wij op zoek naar een breder kader. Zo blijkt dat terrorisme slechts
voor een klein percentage uit religieus, laat staan moslimterrorisme te bestaan. Er
bestaat een veelheid aan redenen waarom mensen op een bepaald moment kiezen
om tot zo’n daad over te gaan.
In onderstaande lesopzet proberen we het perspectief van de leerlingen te verbreden
(terrorisme is een breder probleem dan alleen moslimterrorisme), ze te laten
nadenken over de oorzaken die aan de basis liggen van extreem geweld én hen
alternatieve handelingstrajecten te laten bedenken.
Opdracht: Vraag de leerlingen om ter voorbereiding van deze nabespreking een
daad van terrorisme of extreem geweld uit de recente geschiedenis op te zoeken. U
kan hen hiervoor in groepjes van 3 of 4 opdelen of de opdracht individueel geven.
Vraag hen om iets op te zoeken over de daad, over de voorgeschiedenis en over de
motieven van de dader(s).
U kan hen desgewenst ook zelf meegeven over wie ze iets opzoeken:
-
R.A.F. van Ulrike Meinhoff
A.L.F. van Anja Hermans
Andres Breivik
Julie Belmas en de Squamish Five
Columbine High School Shootings (Dylan Klebold & Eric Harris)
Laat ze in de klas hun figuur voorstellen. Hebben ze een idee van de motieven van
deze erg uiteenlopende daders?
INFO: Ook de makers en spelers van TG Vagevuur hebben zich in deze en
andere terroristen en daders van extreem geweld verdiept om te proberen
inzicht te krijgen in hun motieven en in het traject dat tot zo’n radicalisering
leidt.
Laat de leerlingen daarna in kleine groepjes nadenken over soorten motieven die er
kunnen bestaan voor terrorisme. Laat ze zelf een opdeling maken (bv politiek
terrorisme, religieus terrorisme, extreem geweld omwille van gepest worden, …).
6
Hou een klasgesprek over deze analyses.
Kunnen de leerlingen iets zeggen over wat er gemeenschappelijk is? Wat zou een
mogelijke fundamentele oorzaak zijn, die aan de bron ligt van dit geweld?
Geef de jongeren ten slotte per groepje één type van terrorisme of extreem geweld
en laat ze een alternatief pad bedenken voor de daders in kwestie. Wat hadden ze
kunnen doen om hun (al dan niet terechte) probleem op een andere manier aan te
kaarten of op te lossen, zonder gebruik van geweld?
U kan hen dit laten doen in de vorm van een brief gericht aan de terrorist in kwestie.
7
3 - Achteraf in de klas
Nagesprek
Waarschijnlijk laat de voorstelling CEL een reeks indrukken na en hopelijk zijn de
leerlingen uitgedaagd om een eigen mening te vormen over radicalisering en
gewelddadig extremisme. Het is belangrijk om kort na de voorstelling tijd en ruimte te
maken om die indrukken in de klas te ventileren en bespreken. Het is belangrijk om
de leerlingen daarbij in eerste instantie een eigen visie te laten ontwikkelen en
formuleren, zowel over de thematiek als over de theatrale keuzes die het gezelschap
heeft gemaakt.
U kan bij de nabespreking onderstaand stappenplan volgen:
1 – Open reacties
Geef de leerlingen eerst wat tijd om vrij te reageren. Richtvragen om het gesprek op
gang te brengen:
-
Wat is je bij gebleven aan de voorstelling?
Kon je enig begrip, wie weet zelfs sympathie opbrengen voor de personages?
Voor welke van de twee personages? Op welk moment was dat?
Waarom denk je dat de twee personages uit het stuk tot hun daad zijn
overgegaan? Waar had het anders kunnen lopen? Hadden ze zichzelf kunnen
stoppen? Hadden andere mensen hen kunnen stoppen?
Zie je verbanden tussen het verhaal van de voorstelling en verhalen van
terrorisme die in de media komen? Wat zijn gelijkenissen of verschillen?
Heeft de voorstelling je opinie over terrorisme en daders van gewelddadig
terrorisme veranderd of helemaal niet?
Waarom heet de voorstelling ‘CEL’ ? Wat betekent dat voor hen over de
inhoud en betekenis van de voorstelling?
INFO: “CEL”
Het concept van een ‘cel’ op vele niveaus in de voorstelling verweven:
- Op de eerste – letterlijke - laag verwijst het naar de ‘terroristische
cel’ die de twee personages oprichten;
- Op tweede laag, verwijst het naar de plekken waar ze hun
monologen voeren. Dit zou je kunnen interpreteren als een
letterlijke politiecel, waar een ondervraging gebeurt, al zou dit even
goed in hun hoofd kunnen gebeuren;
- De ‘cel’ verwijst ook naar de chemische reactie die kan gebeuren
als je twee elementen in een cel samen brengt. Twee
persoonlijkheden die – pas als ze worden samen gebracht en
afgezonderd van de rest – tot explosie kunnen komen;
- Het idee van een ‘cel’ is ook letterlijk in beeld gebracht aan de hand
van een aantal vierkanten, waar de actrices zich voortdurend toe
moeten verhouden (blijf je er in / ga je er uit / sta je op de rand of in
het midden / …?);
8
-
Op een dieper – metaforisch – niveau verwijst de cel naar hoe de
personages zich vast lopen en opsluiten in hun eigen gedachten.
Ze aliëneren zich letterlijk van de wereld.
2 – Het proces van radicalisering
Laat de leerlingen per 2 even nadenken rond de volgende vragen:
-
Waarom denk je dat de meisjes in de voorstelling tot een aanslag over gaan?
Had het proces ergens gestopt kunnen worden? Had het anders kunnen
lopen? Zo ja, waar in het verhaal?
Denk je dat het proces van radicalisering zoals geschetst in de voorstelling
overeenkomt met de werkelijkheid? Of geloof je niet dat het zo kan lopen?
Wat zijn volgens jou stappen in zo’n proces van radicalisering?
Laat een paar groepjes hierop hun antwoorden aan de klas formuleren. Andere
groepjes kunnen aanvullen of tegenspreken. Geef ze ruimte om hier een eigen idee
over te vormen. U kan dit aanvullen of contrasteren met het onderzoek over het pad
naar radicalisering (zie inzet)
Een pad naar radicalisering
(Situationeel model ter verklaring van gewelddadig extremisme)
De geradicaliseerde dierenactiviste Anja Hermans (zie inzet) heroriënteerde
zich na haar gevangenschap en deed onderzoek naar het proces van
radicalisering. Zij onderscheidt op basis van literatuuronderzoek en
gevalsstudies een aantal belangrijk fasen (niet per se in die volgorde):
Persoonlijkheid: Alles wortelt in de vraag ‘Wie ben ik?’ / ‘Wat doe ik op deze
wereld?’. Een vraag die iedereen zich wel eens stelt, en iedereen weet dat ze
moeilijk te beantwoorden is. Als die onzekerheid sterk aanwezig is, wordt
iemand beïnvloedbaar voor een zwart-wit antwoord op de vraag vanuit een
extremistische hoek.
Opbreken van sociale bindingen: Op een bepaald moment worden door
eigen keuze, door manipulatie door derden of door omstandigheden de
banden met de sociale omgeving door geknipt. Er ontstaat een ‘subjectieve
aliëntatie’.
Rechtvaardiging of moraal: Er komt een nieuwe moraal (anarchie, religie,
…) op de weg, die een ander pad opent en extreme daden denkbaar maakt en
rechtvaardigt. Dankzij deze nieuwe moraal ontwikkelt het nieuwe levenspad
zich tot een ‘heilige’ zaak, iets wat nut en betekenis geeft aan het leven.
9
Verdwijnen van de afdwingbaarheid van (straf)wetten: doordat iemand
zich terugtrekt uit de sociale context worden strafwetten in zijn of haar gevoel
niet meer afdwingbaarheid. De schrik van wet of politie verdwijnt.
Het gezag wordt als onwettig ervaren: Het officiële gezag (overheid, politie,
school, …) wordt als onrechtvaardig ervaren en daarom niet meer als iets
waar naar geluisterd moet worden. Vaak wordt dit uitgelokt door een
disproportioneel en agressieve daad van het gezag, bijvoorbeeld de politie (en
dus is agressief politie-ingrijpen waarschijnlijk eerder contraproductief).
Verdwijnen van morele filter: In één van de laatste fase verdwijnt de morele
filter die we normaalgezien hebben voor ons handelen. Het zicht op
alternatieve mogelijkheden vervaagt en er lijkt maar één keuze meer te zijn.
Het proces kan zich pas ontwikkelen als een aantal voorwaarden aanwezig
zijn:
-
Tijd: het gaat nooit over één nacht ijs;
Omgang: er is omgang met personen die de ideeën aanwakkeren
(bewust of onbewust);
Faciliteiten: de mogelijkheid ontstaat om te beschikken over wapens
en de planningsvaardigheden die nodig zijn om een aanslag te plegen;
Gebrek aan controle of handhaving: de jongere die radicaliseert is
buiten het bereik van sociale en politionele handhaving.
3 – Vragen en antwoorden
Op basis van bovenstaande analyse kunnen de leerlingen een eigen opinie
ontwikkelen over wat er volgens hen gedaan kan worden om radicalisering en
terrorisme tegen te gaan. U kan dat doen in een aantal stappen:
STAP 1 – receptie
Laat de leerlingen vrij met elkaar overleggen. Wat zou volgens hen de oplossing
kunnen zijn om radicalisering en gewelddadig terrorisme tegen te gaan? Laat ze op
zoek gaan naar zowel tegenstemmen als gelijkgestemden.
STAP 2 – partijen
Laat de leerlingen zelf groepjes vormen (van 4 of 5 leerlingen) met een min of meer
gelijkaardige visie. Zij vormen nu een ‘politieke partij’. Vraag hen om hun oplossing in
maximaal vijf heldere en snedige stellingen te gieten.
STAP 3 – debat
De leerlingen krijgen nog even tijd om zich voor te bereiden. Daarna volgt een
politiek debat. Elke groep vaardigt één spreker af. Ze moeten ervoor zorgen dat hij
10
voorbereid is om het programma voor te stellen, maar ook om vragen te
beantwoorden! De anderen moeten ook voorbereid zijn om aan de andere partijen
scherpe vragen te stellen.
De afgevaardigden stellen zich vooraan op in de klas. U bent de moderator van het
debat.
Elke afgevaardigde krijgt eerst kort tijd om zijn programmapunten voor te stellen. U
kan daar eventueel een maximale tijd op zetten. Daarna mogen mensen uit de zaal
vragen stellen aan de afgevaardigden. De afgevaardigden mogen ook reageren op
elkaar, zo lang ze de regels van het debat respecteren (elkaar niet onderbreken, het
woord vragen, vragen en antwoorden bondig houden).
4 – Afronding
Het is belangrijk dat de leerlingen naar aanleiding van de voorstelling vooral in
discussie kunnen gaan met elkaar. Vragen zijn op dat moment misschien
belangrijker dan antwoorden.
Ter afronding is het wel goed om te kaderen dat de voorstelling uiteraard terrorisme
niet goed wil praten. Toch hopen we dat de vraag verschuift van ‘oordelen’ en
‘veroordelen’ van ‘gevaarlijke gekken’ naar proberen begrijpen waarom (vaak
daarvoor heel gewone) jonge mensen tot zoiets komen.
Bij wijze van afronding kan u de vraag ook in hun schoot werpen. Wat kunnen zij zelf
doen om radicalisering tegen te gaan? Wat kan je doen als een vriend of vriendin
naar jouw gevoel op een verkeerd pad terecht komt?
Theater over actuele thema’s
Met de voorstelling CEL gaat TG Vagevuur één van de meest actuele thema’s van
het moment niet uit de weg. Dat doen we omdat we er van overtuigd zijn dat kunst,
bijvoorbeeld theater, bij uitstek kan dienen om de geest (en problemen) van onze tijd
op een andere manier te belichten. Misschien heeft dit de leerlingen geïnspireerd om
zelf iets uit de actualiteit om te zetten in een kunstwerk?
VOOROPDRACHT: Vraag de leerlingen om een krant mee te brengen voor deze les
en een roze én groene fluostift.
STAP 1: Waarover?
Laat de leerlingen in groepjes van 4 de kranten doorbladeren. Ze mogen vrij
bladeren, maar duiden artikels die hen op één of andere manier aanspreken aan
door ze in groen te omcirkelen en artikels die hen helemaal niet interesseren in het
rood. Laat ze daarna per groep 1 onderwerp uitkiezen, waar ze samen op door willen
werken.
Bv bij CEL: Terrorisme.
STAP 2: Waarom?
11
Vraag de leerlingen om per groepje een statement uit te werken over het gekozen
onderwerp. Daag ze uit om daar ongegeneerd moralistisch in te zijn. Een duidelijke
stelling is een goed begin voor een kunstwerk met een boodschap. Laat de groepjes
hun onderwerp daarna aan de klas presenteren samen met hun statement.
Bv bij CEL: Als maatschappij moeten we terroristen proberen begrijpen in
plaats van ze enkel te veroordelen.
STAP 3: Hoe?
Elke leerling bedenkt voor zichzelf een vorm, waarin hij of zij dit statement zou willen
vertalen. Schets eerst even de breedte van de mogelijkheden: van een lied, over een
beeldhouwwerk, over een film, over een theaterstuk, over een gedicht, over een
performance, naar … Alles is mogelijk. Vraag de leerlingen aan te sluiten bij een
manier waarop ze denken dat ze zichzelf het best kunnen uitdrukken.
Laat ze hun ideeën in hun eigen groepje voorstellen. Samen kiezen ze voor één idee
(dat kan ook een combinatie zijn van twee of meer ideeën die in de groep zijn
geopperd).
Elk groepje stelt tot slot zijn opzet voor aan de rest van de klas. Vraag dat ze zich
inbeelden dat ze voor een subsidiecommissie verschijnen. Ze moeten de rest van de
klas overtuigen dat dit kunstwerk gemaakt moet worden, omdat het inhoudelijk zo
belangrijk is én omdat de vorm mooi / scherp / bijzonder / … zal zijn.
Bv bij CEL: Een theaterstuk met twee actrices en één vrouwelijke muzikante
op de drum.
Theatrale oefeningen
U kan de omzetting van actualiteit naar theater ook toepassen in de klas via een
aantal theatrale oefeningen:
o Op voorhand. Vraag aan de leerlingen om een krantenartikel te zoeken
dat hen om één of andere manier raakt. Iets wat hen blij maakt, boos of
angstig.
o De journalist. De leerlingen spelen ‘journalist’. Dit doen ze per 2. Eén
iemand is de journalist, de andere de ‘activist’. De journalist stelt vragen
over het artikel dat de andere heeft mee gebracht. Na enkele minuten
wissel je van rol.
o De predikers. De leerlingen lopen rond door het lokaal. Als ze iemand
tegen komen, begint één van de twee met ‘moet je nu eens weten ...’
Hij vertelt over de inhoud van het artikel. Daarna is het aan de andere.
Telkens je bij de volgende persoon komt moet je overtuiging een beetje
groter zijn geworden. Je bent net iets kwader, blijer of hebt net iets
meer schrik. Bij de volgende partner weer een trapje meer, enzovoort.
Tot als je denkt dat het niet groter kan ... en dan nog een trapje bij.
o Speakers corner. Op vier hoeken van de ruimte zet je een bakje of
stoel, waar iemand op kan staan. Vier leerlingen beginnen. Ze gaan op
het bankje staan en beginnen hun standpunt (op basis van het artikel)
12
te verdedigen. De andere leerlingen zijn wandelaars op de markt. Zij
mogen circuleren en luisteren naar de verschillende sprekers. Na de
opdracht kan je even napraten. Waarom luister je naar iemand? Omdat
hij je aankijkt bijvoorbeeld. Omdat hij zijn standpunt met overtuiging
brengt. Omdat hij handgebaren gebruikt.
o Als de klas er aan toe is kan je ook enkele leerlingen hun redevoering
alleen voor de klas laten brengen.
Achteraf kan je nog de vraag stellen of er nog andere mogelijkheden zijn om een
inhoud of thematiek naar theater te vertalen.
MEDIA
Debat over het omgaan met jonge moordenaars met een gespecialiseerde advocaat
(Engels – 31 min) https://www.youtube.com/watch?v=R70TMYZPVsM&index=12&list=PLWe7qI3fRAd1
TVhpoekNznLua8YyGL-5Q
Interview met Anja Hermans (Animal Liberation Front) (Nederlands – 12 min) https://www.dropbox.com/s/9i5a5u1kl1gjoo4/ANJA_HERMANS_20150602_155524.
mpeg?dl=0
Een checklist voor luchthavenpersoneel om vermoedelijke terroristen te
onderscheppen:
http://www.telegraph.co.uk/travel/travelnews/11503843/How-to-spot-a-terroristaccording-to-US-airport-security.html
IN DE KLAS
U kan deze checklist in de klas overlopen met de leerlingen. Wat valt hen op
aan de criteria die genoemd worden? Komt dit overeen met het beeld dat ze
hebben van een terrorist kort voordat hij een aanslag pleegt?
De criteria wijzen vooral op grote stress, angst en onzekerheid. Dat is
misschien normaal als je op het punt staat om zo iets vreselijks te doen en zelf
daarbij ook te sterven, maar het bewijst ook dat terroristen meestal geen
gevaarlijke psychopaten zijn, maar gewone mensen die een heel foute keuze
hebben gemaakt.
Opiniestuk over de wortels van radicalisering
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/opinieblog/opinie/1.2531889
COLOFON
CEL is een voorstelling van TG Vagevuur. Deze lesmap werd samengesteld door
Koen Boesman (artistiek leider van TG Vagevuur).
Hebt u vragen of aanvullingen bij deze lesmap, aarzel dan niet om ons te
contacteren!
[email protected] - www.tgvagevuur.be
13
Download