revalidatie van het gehoor bij volwassenen (4) en stijgbeugel (5). Het eigenlijke gehoororgaan is het binnenoor (6), ook wel slakkenhuis genoemd. Daarachter zit de gehoorzenuw (niet genummerd). Gehoor en communicatie zijn van groot belang voor de mens. Wanneer er een beperking van gehoor, spraak of taal optreedt, heeft dat vaak grote gevolgen voor het functioneren thuis, in het sociale leven en binnen opleiding of werk. Het audiologisch centrum (AC) biedt zorg aan mensen met problemen op het gebied van het gehoor en de communicatie. Deze zorg bestaat uit: • Diagnostiek: het nauwkeurig uitzoeken van de aard en omvang van het probleem. • Revalidatie: het vinden van oplossingen voor dit probleem. • Begeleiding: het bieden van ondersteuning bij de problemen die ondanks revalidatie blijven bestaan. Omdat de problemen vaak complex zijn, bestaat het audiologisch centrum uit een multidisciplinair team met een audioloog, akoepedist, logopedist, klinisch linguïst, KNO-arts, maatschappelijk werker en een psycholoog. Daarnaast is er een nauwe samenwerking met andere specialisten van het VU medisch centrum. Geluid bestaat uit luchttrillingen. De trillingen worden opgevangen door de oorschelp en komen via de gehoorgang op het trommelvlies. Het trommelvlies en de gehoorbeentjes versterken het geluid en geleiden de trillingen naar het binnenoor. In het binnenoor wordt de trilling van het geluid door kleine haarcellen heel nauwkeurig omgezet in een zenuwsignaal. Deze haarcellen zijn erg kwetsbaar. Vanuit het binnenoor gaat het zenuwsignaal via de hersenzenuw en de hersenstam naar de hersenen en daar worden we ons bewust van het geluid. Er zijn verschillende functies van het gehoor te onderscheiden: waarnemen en herkennen van geluiden, spraakverstaan in stilte, spraakverstaan in lawaai en richtinghoren. Werking en functie van het gehoor Slechthorendheid Het oor bestaat uit een aantal delen, te beginnen met de uitwendige gehoorgang (1), het trommelvlies (2) en daarachter het middenoor. In het middenoor bevinden zich drie gehoorbeentjes: hamer (3), aambeeld Het functioneren van het gehoor kan op verschillende manieren verstoord worden. Problemen in het midden- of binnenoor komen het meest voor. Problemen in het middenoor Wanneer er een probleem is in het middenoor, kan het geluid niet goed naar het binnenoor geleid worden. Het gehoorverlies wordt dan een conductief verlies of geleidingsverlies genoemd. Dit betekent dat de geluiden zacht en gedempt klinken. Problemen in het middenoor zijn onder andere oorontsteking, vocht achter het trommelvlies, defecten in het trommelvlies of de gehoorbeentjesketen. Soms kan de KNO-arts het probleem verhelpen met medicijnen of een operatie. Het komt echter ook voor dat de problemen niet te verhelpen zijn. Problemen in het binnenoor Wanneer er een probleem is in het binnenoor, kan de geluidstrilling niet goed worden omgezet in een zenuwsignaal. Dit betekent dat de geluiden zachter klinken, maar ook minder nauwkeurig onderscheiden kunnen worden. Een gevolg hiervan is dat een binnenoorslechthorendheid moeilijker te compenseren kan zijn. Dergelijk gehoorverlies wordt perceptief verlies genoemd. Bekende vormen van binnenoorslechthorendheid zijn ouderdoms- en lawaaislechthorendheid. Problemen in het binnenoor zijn in het algemeen blijvend van aard. Revalidatie van het gehoor Wanneer de aard en omvang van het gehoorverlies bekend zijn en de KNO-arts dit niet (verder) kan verhelpen, helpt het audiologisch centrum u met het zoeken naar oplossingen. De meest bekende oplossing voor een gehoorprobleem is het hoortoestel. Tijdens de intake hoorrevalidatie worden uw problemen op het gebied van het gehoor en de communicatie besproken. Daarbij worden er doelen opgesteld voor de revalidatie, bijvoorbeeld ‘beter verstaan in een vergadering’ of ‘het horen van deur- en telefoonbel’. Er wordt bekeken welk hoortoestel het best past bij uw gehoor en de ‘hoor- en luistersituaties’ die voor u van belang zijn. De belangrijkste functie van het hoortoestel is het geluid zo goed mogelijk aan te bieden aan het slechthorende oor. De meeste hoortoestellen kunnen geluiden luider en daarmee beter hoorbaar maken, maar dat lost niet altijd alle problemen op. Voor sommige ‘hoor- en luistersituaties’ is meer nodig dan alleen maar het luider maken van geluiden. Vooral het spraakverstaan in een rumoerige omgeving blijft voor veel slechthorenden een probleem, ook met hoortoestellen. Er zijn wel hoortoestellen die proberen om het spraakverstaan in rumoer te verbeteren, bijvoorbeeld door gebruik te maken van speciale instellingen voor rumoerige omgevingen of door gebruik te maken van een richtinggevoelige microfoon. Tijdens de intake hoorrevalidatie wordt afhankelijk van uw gehoor en uw ‘hoor- en luistersituaties’ bepaald aan welke eisen de hoortoestellen moeten voldoen. In overleg met u adviseren wij één of twee hoortoestellen, een toestel in-het-oor of achter-het-oor. proefperiode Bij de intake hoorrevalidatie wordt een recept meegegeven voor de audicien (de hoortoestelwinkel). Bij de audicien wordt een afdruk gemaakt van de oren. Deze afdrukken zijn nodig om straks het hoortoestel van een goed passend oorstukje te voorzien (of een schaaltje bij een in-hetoor hoortoestel). Tijdens het tweede bezoek aan de audicien liggen de hoortoestellen en oorstukjes klaar. De hoortoestellen worden ingesteld op basis van het audiogram. De hoortoestellen worden nog niet aangeschaft. Het is de bedoeling tijdens de proefperiode zoveel mogelijk ervaring op te doen in situaties die voor u van belang zijn. Tijdens deze proefperiode kunt u bij de audicien terecht voor de verdere afstelling van de hoortoestellen, bijvoorbeeld als de toestellen te hard of te zacht staan ingesteld, of als geluiden te dof of te schel klinken. Ook geeft de audicien u uitleg over het gebruik van het hoortoestel, zoals bijvoorbeeld over het inzetten en schoonhouden hiervan. Het is ook mogelijk om tijdens de proefperiode andere hoortoestellen uit te proberen. Wellicht een toestel met meer of juist minder mogelijkheden of een toestel van een ander merk. Bij moeilijkheden met het hoortoestel of oorstukje kunt u bij uw audicien terecht. Mocht de audicien u niet of onvoldoende kunnen helpen, bespreek dan uw problemen op het audiologisch centrum. Kosten Bij aanschaf van een hoortoestel wordt een eigen bijdrage gevraagd. Deze bijdrage is afhankelijk van de vergoeding van uw zorgverzekering en de prijs van het hoortoestel. Het is verstandig om voor aanvang van de proefperiode bij de audicien te informeren naar de kosten en naar een eventuele verzekering tijdens de proefperiode. Controle hoorrevalidatie Nadat u een aantal weken ervaring heeft kunnen opdoen met het hoortoestel dient u een afspraak te maken voor een controlegesprek via de afsprakenbalie. In dit gesprek wordt nagegaan of de geprobeerde hoortoestellen voldoen- en in hoeverre de revalidatiedoelen zijn gehaald. Zonodig worden er aanvullende metingen verricht. Als de resultaten positief zijn, wordt de aanpassing goedgekeurd en wordt een machtiging afgegeven voor de vergoeding door uw zorgverzekeraar. Daarnaast wordt besproken of u aanvullende revalidatie of zorg nodig heeft. Als bij de controle blijkt dat de resultaten onvoldoende zijn, kan de proefperiode eventueel verlengd worden. De hoortoestellen worden dan bij de audicien of eventueel op het audiologisch centrum bijgesteld. Soms is een aanvullend onderzoek nodig. Het is ook mogelijk dat er een nieuwe proef wordt gestart met andere hoortoestellen. Eventueel wordt besloten om niet tot aanschaf van de hoortoestellen over te gaan. Samenvatting revalidatietraject Intake hoorrevalidatie • Bespreken van het gehoor en de revalidatie. • Opstellen van revalidatiedoelen. • Recept mee voor de audicien. Proefperiode • Zo veel mogelijk ervaring opdoen met de hoortoestellen. • Indien nodig instellingen laten bijstellen of meerdere hoortoestellen uitproberen. • De audicien begeleidt u tijdens de proefperiode. Controle hoorrevalidatie • Bespreken van de revalidatiedoelen. • Door metingen bekijken of de hoortoestellen voldoen. • Bespreken of aanvullende zorg nodig is. Vervolg (na aanschaf van de hoortoestellen) • Zijn er problemen met het hoortoestel, dan gaat u in eerste instantie terug naar de audicien. Mocht de audicien deze problemen niet kunnen verhelpen, dan kunt u een afspraak maken op het audiologisch centrum. • U kunt ook een afspraak maken op het audiologisch centrum als u problemen heeft met communicatie bijvoorbeeld op school of tijdens het werk. • Mochten er zich in de toekomst oorproblemen voordoen, dan kunt u een afspraak maken bij de KNO-arts. Hulpmiddelen Naast de aanpassing van het hoortoestel zijn er verschillende andere technische oplossingen voor slechthorendheid. Er zijn onder andere hulpmiddelen voor versterking van het geluid van radio en televisie, ringleiding, wek- en waarschuwingssystemen, teksttelefoon, faxapparatuur en soloapparatuur (voor informatieoverdracht in lessituaties). U kunt het gebruik van aanvullende hulpmiddelen bespreken bij de aanpassing en controle van uw hoortoestel. Ook wordt gekeken of u in aanmerking komt voor een vergoeding van deze hulpmiddelen. Overige zorg/begeleiding Soms is de revalidatie met hoortoestellen en of hulpmiddelen niet voldoende. Naast het gehoor kunt u de communicatie ondersteunen door bijvoorbeeld spraakafzien (liplezen). Vanuit het audiologisch centrum kunnen verschillende vormen van begeleiding gestart worden zoals: • Een serie individuele lessen in spraakafzien bij een logopedist bij u in de buurt. • Een cursus spraakafzien die u thuis volgt met behulp van videobanden. • Een groepscursus spraakafzien met eventuele partners. • Een communicatiecursus voor werkende slechthorenden. Overige informatie • Een trainingsprogramma voor het aanleren van hoorstrategieën voor slechthorenden en hun (goedhorende) naasten met behulp van videobanden. Zie de folder van het audiologisch centrum van het VUmc: ‘thuiscursus. Horen en gehoord worden. Hoe kan het beter?’ • Ondersteuning door maatschappelijk werker of psycholoog. www.VUmc.nl/kno/audiologie www.hoortest.nl www.hoorwijzer.nl www.nvvs.nl, ook bereikbaar via telefoon (030) 261 7616 www.oorakel.nl, ook bereikbaar via telefoon (071) 523 4242 Vragen Indien u vragen heeft of wil overleggen met een medewerker van het audiologisch centrum, dan kunt u ook via de afsprakenbalie een belafspraak maken. Hierbij wordt een moment gezocht dat de medewerker u kan bellen, waarbij ook uw dossier beschikbaar is. Maken van een afspraak Een belafspraak of een controle afspraak maakt u via de afsprakenbalie. Zij zijn bereikbaar van 8.30 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 15.00 uur op telefoon (020) 444 1140. Het is mogelijk om via internet een afspraak te maken of te wijzigen via onze website www.VUmc.nl . Op de openingspagina loopt een gele streamer met een tekst over on-line afspraken maken. Als u die streamer aanklikt, komt u vanzelf in dit afsprakenprogramma. 205015 VU medisch centrum afdeling KNO, receptie S postbus 7057 1007 MB Amsterdam telefoon (020) 444 0969, bereikbaar van 9.00 tot 11.00 uur en van 13.00 tot 15.00 uur (niet voor afspraken!) teksttelefoon (020) 444 0987 fax (020) 444 0983 e-mail: [email protected] VU medisch centrum© 2e druk, augustus 2005 www.VUmc.nl