KNO Slechthorendheid en hoortoestellen Slechthorendheid en hoortoestellen Uw KNO-arts heeft bij u een gehoorverlies vastgesteld. Hij of zij heeft u voorgesteld hiervoor een hoortoestel te gaan gebruiken. In deze folder vindt u algemene informatie over slechthorendheid en hoortoestellen. Vanzelfsprekend kan gehoorverlies op zeer jonge leeftijd van grote invloed zijn op de taal- en spraakontwikkeling en zodoende op de hele ontwikkeling van het kind. Klachten bij slechthorendheid Slechthorendheid is meer dan het niet meer hard genoeg horen van geluiden. Bij gehoorverliezen kunnen de geluiden ook vervormd worden gehoord, soms doffer en soms juist heel scherp. Vaak is het oor minder gevoelig voor zachte geluiden, maar extra gevoelig voor harde geluiden, waardoor deze sneller als pijnlijk ervaren worden. Hoortoestellen Net zoals mensen verschillend zijn, is ook gehoorverlies voor iedereen verschillend. Daarom zijn er vele verschillende hoortoestellen. De geluidsweergave Hoortoestellen dienen om geluid te versterken. Ze bestaan in principe uit een microfoon, die het geluid opvangt, een versterker en een telefoon (luidspreker) die het geluid weer doorgeeft. De verschillende hoortoestellen hebben allemaal hun eigen kenmerken: sommige versterken hoge tonen, andere versterken meer de lage tonen en weer andere versterken de middentonen. Er zijn geen hoortoestellen die alleen maar één of enkele toonhoogten versterken. Daarnaast verschillen hoortoestellen in de hoeveelheid versterking die ze kunnen leveren: sommige hoortoestellen versterken maar weinig en zijn daarom alleen geschikt Slechthorenden hebben vaak meer last van omgevingslawaai dan goedhorenden. Dit treedt al op bij beperkte gehoorverliezen. Dit draagt ertoe bij dat slechthorenden sneller onzeker kunnen worden en zich buitengesloten kunnen voelen. 1 Bij de audiciën voor mensen met een licht gehoorverlies. Andere hoortoestellen hebben een heel groot versterkend vermogen en zijn daarom geschikt voor mensen met een zeer groot gehoorverlies. De audiciën maakt een afdruk van uw oor en bestelt de hoortoestellen. U krijgt de hoortoestellen op proef mee om er een paar weken aan te wennen. Soort hoortoestel Het meest voorgeschreven hoortoestel is het achter-het-oor toestel of de oorhanger. Men draagt het hoortoestel achter het oor en het geluid wordt via een plastic slangetje en het zogenaamde oorstukje naar het oor geleid. Het in-het-oor toestel is een klein hoortoestel dat of in de oorschelp of zelfs alleen in de gehoorgang geplaatst wordt. Het kasttoestel wordt gebruikt bij een groot gehoorverlies en bestaat uit een kastje dat op de borst wordt gedragen. De geluiden worden via een snoertje naar het telefoontje geleid, dat bevestigd is aan het oorstukje. U doet er verstandig aan de hoortoestellen in zoveel mogelijk situaties uit te proberen zodat u de mogelijkheden en de beperkingen van de toestellen ervaart. Regelmatig brengt u een bezoek aan de audiciën om de hoortoestellen bij te stellen. Soms is het nodig andere hoortoestellen te proberen. Het kiezen van een juist hoortoestel Bij de akoepedist Controlebezoeken Als de hoortoestellen naar tevredenheid functioneren, brengt u een controlebezoek aan de akoepedist. Hierna kunt u de hoortoestellen aanschaffen. Samen met de KNO-arts hebt u besloten dat een hoortoestel voor u de beste mogelijkheid biedt om uw gehoorverlies te behandelen. Vervolgens brengt u een bezoek aan de akoepedist. Dat is iemand die gespecialiseerd is in het afnemen van gehoortesten. Samen met de akoepedist kiest u een hoortoestel uit waar u het beste mee kunt horen en die voor u een prettige klankkleur heeft. Meestal wordt voor beide oren een hoortoestel voorgeschreven. Na de proefaanpassing krijgt u een voorschrift mee voor de audiciën. Een audiciën is iemand die veel kennis heeft van hoortoestellen. Vergoeding De vergoeding is afhankelijk van het type hoortoestel dat u kiest en van uw verzekering. De audiciën kan u precies voorrekenen wat de uiteindelijke kosten kunnen zijn. 2 De ontwikkeling in hoortoestellen gaat snel. Nieuwe technologische mogelijkheden volgen elkaar in hoog tempo op. Toch moet u er rekening mee houden dat alle toestellen hun beperkingen hebben. Een toestel werkt nooit zo goed als een normaal horend oor. Vragen? Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen, aarzel dan niet deze te stellen aan uw kno-arts, akoepedist of audiciën. 3 St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E [email protected] www.antoniusziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00 KNO 088 - 320 21 00 Locaties en bezoekadressen Ziekenhuizen Poliklinieken St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn) St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern 4 Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl KNO 18/12-’02 Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis