Gehoor en Spraak Centrum (GSC) Inhoud Wat is het Gehoor en Spraak Centrum (GSC)? 3 Afspraak maken en afzeggen 3 Hoe werkt het gehoor? 4 Onderzoek 6 - Toonaudiometrie 7 - Spraakaudiometrie 7 - Onderzoek aan het middenoor 8 - Hersenstamaudiometrie 8 - Oto-akoestische emissies 8 De uitslag 2 9 Behandeling 9 - Een hoortoestel 9 - De audicien 10 - Proefperiode 10 Controlebezoek 10 Oorsuizen 10 Speciale hulp 11 - Maatschappelijk werk 11 - Psycholoog 11 Indienen van een klacht 11 Inzien van uw medisch dossier 11 Tot slot 12 U hebt een verwijzing gekregen naar het Gehoor en Spraak Centrum (GSC) van het Erasmus MC. Waarschijnlijk is u al het één en ander uitgelegd. In deze folder staat alle informatie nog een keer op een rij. Mocht u na het lezen van de folder nog vragen hebben, dan kunt u altijd contact opnemen met de medewerkers van het GSC. Wat is het Gehoor en Spraak Centrum? Het GSC maakt deel uit van de afdeling Keel-, Neus-, en Oorheelkunde (KNO) van het Erasmus MC. In het centrum werkt een team van deskundigen: KNO-artsen, audiologen, logopedisten , maatschappelijk werkers, psychologen en technici. Een GSC heeft twee belangrijke taken: 1. Het testen van het gehoor (gehooronderzoek/diagnostiek) 2. Behandeling van gehoorproblemen, de zogenaamde hoorrevalidatie. Afspraak maken en afzeggen Een afspraak voor het GSC maakt u zelf bij de balie van de KNO-polikliniek of u krijgt een schriftelijke oproep. De tijd is zorgvuldig gekozen omdat een test vaak uit meerdere onderdelen bestaat. Een nieuwe afspraak voor alle onderdelen op één dag (een zogenaamde combinatie-afspraak) is op korte termijn vrijwel nooit mogelijk. Wanneer u niet op het afgesproken tijdstip kunt komen, moet u geruime tijd wachten op een nieuwe afspraak. Wij verzoeken u daarom als u verhinderd bent, zo snel mogelijk contact op te nemen met de receptie van de polikliniek KNO. Het telefoonnummer is: (010) 704 01 20. TIP: Wilt u zo snel mogelijk geholpen worden op het GSC dan is dat vaak mogelijk door de testen op verschillende dagen te laten plannen. Combinatie-afspraken (waarbij meerdere onderzoeken en/of afspraken op één dag worden gepland) nemen veel tijd in beslag en zijn daardoor op korte termijn moeilijk in te plannen. Bent u bereid om op meerdere dagen te komen dan zijn de afspraken vaak wel op korte termijn te plannen. 3 Hoe werkt het gehoor? Elk geluid is een trilling. Als bijvoorbeeld de telefoon rinkelt, ontstaan er trillingen die de lucht in beweging brengen. Het oor ontvangt deze geluidstrillingen en zet deze om in signalen die de hersenen kunnen verwerken: u hoort de telefoon gaan. Het oor, of beter gezegd het gehoororgaan, bestaat uit drie delen: het buitenoor, het middenoor en het binnenoor. Het gehoororgaan Het buitenoor De oorschelp en de gehoorgang vormen het buitenoor. Hier komen de geluidstrillingen binnen. Het buitenoor Het middenoor Het buitenoor en het middenoor worden gescheiden door het trommelvlies; dit maakt hele kleine bewegingen door geluidstrillingen. Aan het trommelvlies zit een keten van drie kleine botjes, de gehoorbeentjes. Ze dragen de naam van voorwerpen waar ze op lijken: hamer, aambeeld en stijgbeugel. Geluidstrillingen brengen via het trommelvlies deze gehoorbeentjes in trilling. Het laatste botje, de stijgbeugel, zit vast aan een vlies. Dit vlies wordt het ovale venster genoemd. Dit is de overgang naar het binnenoor. 4 Het middenoor Het binnenoor Wanneer de stijgbeugel trilt, gaat ook het ovale venster trillen. Aan de andere kant van het venster bevindt zich een kanaal, gevuld met vloeistof. Als het ovale venster trilt, gaat deze vloeistof ook trillen. Alle bewegingen van vloeistof worden opgevangen door microscopisch kleine haarcellen in het binnenoor. Het binnenoor wordt ook vaak het slakkenhuis of cochlea genoemd. Het binnenoor Gehoorzenuw en hersenstam De haarcellen in het slakkenhuis geven als ze in trilling worden gebracht een elektrisch signaal aan de gehoorzenuw af. De gehoorzenuw loopt door de hersenstam en geeft uiteindelijk de informatie vanuit het oor door aan de hersenen. 5 Onderzoek Het oor is een ingewikkeld orgaan. Als u niet goed meer hoort, is het niet altijd eenvoudig de oorzaak hiervan precies te achterhalen. Het gehoor moet worden onderzocht. Met behulp van speciale apparatuur wordt nagegaan wat er precies met het gehoor aan de hand is. Er kan zo worden vastgesteld welke geluiden u wel en welke u niet meer kan horen. Dit is het diagnostisch onderzoek waarbij de plaats en de grootte van de gehoorschade vast te stellen. Verder wordt met het gehooronderzoek nagegaan wat de gehoorproblemen voor u in de praktijk betekenen. Het maakt verschil of u bijvoorbeeld alleen hoge tonen niet meer hoort of dat u last hebt van oorsuizen. De meeste gehoortesten vinden in een stille kamer plaats, zodat u tijdens het onderzoek niet wordt afgeleid door omgevingsgeluid. Bij sommige onderzoeken moet u aangeven óf u iets hoort. Bij andere moet u zeggen wát u hoort. Het is belangrijk dat u zich concentreert op het geluid en de aanwijzingen opvolgt van degene die de test afneemt. Bij deze testen bepalen we de grens tussen wat u nog net wél en net níet meer kan horen. Zo’n onderzoek kan 15 minuten tot 2 uur duren. U kunt als u de afspraak maakt, altijd bij de balie een schatting vragen van hoe lang de testen in totaal zullen duren. Verschillende onderzoeken Op de volgende bladzijden staat een aantal onderzoeken genoemd. Het betekent niet dat u alle onderzoeken die genoemd worden zult krijgen. Een aantal onderzoeken wordt in deze folder niet besproken omdat ze relatief weinig worden afgesproken. Vindt er bij u toch zo’n onderzoek plaats, dan wordt vooraf aan u uitgelegd wat er gaat gebeuren. 6 Toonaudiometrie In de meeste gevallen is het eerste onderzoek dat u krijgt een toonaudiogram. Dit onderzoek is bedoeld om vast te stellen hoe gevoelig uw oor is voor geluid. Wij meten het zachtste geluid dat u nog net kunt horen bij verschillende toonhoogten. Het testgeluid wordt aangeboden via een hoofdtelefoon of via een blokje dat achter de oorschelp geplaatst wordt. U krijgt een toon aangeboden. U moet uw vinger opsteken als u een toon hoort. Vooral als de toon erg zacht klink, is het moeilijk uit te maken of u iets hoort of niet. Het is belangrijk dat u ook de tonen aangeeft die zo zacht zijn dat u niet eens zeker weet of er wel echt een toon was. Spraakaudiometrie Bij dit onderzoek stellen we vast hóe goed u kunt horen. Er wordt een serie woorden gezegd. Na ieder woord moet u zeggen wat u hebt gehoord. In het begin zijn de woorden zo luid dat u waarschijnlijk de meeste goed kunt nazeggen. Hierna worden de woorden steeds zachter en zal het verstaan u meer moeite kosten. Verstaat u niet het hele woord dan is het belangrijk dat u precies nazegt wat u nog wél kunt verstaan al is dit alleen maar een stukje van het woord of zelfs maar een letter. 7 Onderzoek aan het middenoor (tympanometrie) Met dit onderzoek kan bekeken worden of het middenoor het geluid goed doorgeeft aan het binnenoor. Hiervoor wordt een dopje stevig in het oor gedaan. Het kan zijn dat u een lage toon hoort. Tijdens de meting voelt u de druk in uw oor veranderen. Dit doet geen pijn, al kan het wel een beetje onaangenaam aanvoelen. U hoeft alleen maar even stil te zitten en te ontspannen. De test zelf duurt een tiental seconden. In die tijd mag u niet slikken of praten. Ook moet u rustig ademen. Herserstam-audiometrie (brainstemaudiometrie) Met dit onderzoek stellen we vast of het geluid dat in uw binnenoor aankomt, ook goed wordt omgezet in zenuwactiviteit en of deze signalen goed aankomen in uw hersenen. Op vier plaatsen op uw hoofd worden plakkers aangebracht: één boven op het hoofd, één op het voorhoofd en één achter elk oor. Vervolgens vragen we u op een bed te gaan liggen. U krijgt een hoofdtelefoon op en hoort mogelijk een ratelend geluid. U hoeft er niet naar te luisteren. Het is belangrijk dat u zo rustig en ontspannen mogelijk ligt. U mag gerust in slaap vallen. Het onderzoek duurt 20 tot 60 minuten en gaat sneller naarmate u meer ontspannen bent. Oto akoestische emissies (OAE) Met dit onderzoek wordt vastgesteld of uw binnenoor goed functioneert. U krijgt een zacht dopje stevig in uw oor en u hoort mogelijk een ratelend geluid. Het enige dat u hoeft te doen is stilzitten of liggen. Het onderzoek duurt ongeveer 5 minuten. 8 De uitslagen Als de KNO-arts van het Erasmus MC u naar het GSC heeft verwezen, krijgt u de uitslag van de gehooronderzoeken bij uw volgende bezoek aan de KNO-arts, audioloog of logopediste. De medewerker die de onderzoeken bij u uitvoert heeft immers niet het volledige overzicht over uw gegevens. Behandeling Nadat uw oor nauwkeurig is onderzocht, kan de KNO-arts u verwijzen naar het GSC voor hoorrevalidatie. De hoorrevalidatie kan inhouden: het voorschijven van hoortoestellen of andere hulpmiddelen, het geven van adviezen en voorlichting over het omgaan met slechthorendheid of oorsuizen. Als u dat wenst, geven we ook informatie aan de mensen uit uw omgeving, bijvoorbeeld aan uw partner, uw huisgenoten of uw collega’s. Een hoortoestel Als u voor het eerst een hoortoestel krijgt, bespreken we met u welk soort toestel voor u geschikt is en wat u ervan kunt verwachten. Ook gaan we met u na wat het dragen van een hoortoestel voor u kan betekenen. Het kan belangrijk zijn iemand uit uw omgeving mee te vragen voor dit gesprek, bijvoorbeeld uw partner, een huisgenoot of een vriend(in). Slechter horen heeft niet alleen voor uzelf gevolgen maar ook voor de mensen met wie u te maken hebt. Met hen kunt u de informatie ook achteraf nog eens bespreken. 9 Er zijn veel soorten en typen hoortoestellen. Aan de hand van de onderzoeksgegevens van uw gehoor gaan we samen met u na welke hoortoestellen voor u geschikt zijn. Soms laat de medewerker u een hoortoestel horen. Aan het eind van het gesprek krijgt u een recept en een kopie van uw gehoortest. Hiermee kunt u naar de audicien. Het beste is om een audicien bij u in de buurt te kiezen. De audicien Ook de audicien zal u waarschijnlijk nog veel uitleggen over hoortoestellen. Hierna wordt er mogelijk voor een oorstukje een afdruk van uw oor gemaakt. Na ongeveer een week is het oorstukje klaar en kunt u het toestel met het speciaal voor u gemaakte stukje ophalen. De audicien zal u uitleggen hoe het hoortoestel werkt en hoe u het moet schoonmaken. Hierna mag u het hoortoestel mee naar huis nemen om te gaan proberen. Het is belangrijk om alle vragen die u hebt, te stellen aan de audicien, zodat u zo goed mogelijk gebruik kunt maken van de hoortoestellen in uw proefperiode. Proefperiode In de proefperiode draagt u het hoortoestel een aantal weken om te beoordelen hoe het bevalt. Het is erg belangrijk dat u het toestel elke dag zo veel mogelijk draagt. In het begin zult u erg moeten wennen. U hoort meer geluiden en geluiden klinken vaak anders dan u gewend was. U moet als het ware opnieuw leren luisteren. U kunt proberen steeds voor u zelf uit te maken welke geluiden u hoort en of u andere mensen goed kunt verstaan. Controlebezoek Bij het controlebezoek bespreken wij met u hoe uw ervaringen in de proefperiode zijn geweest. Dit gebeurt aan de hand van een vragenlijst. Als het toestel niet goed voldoet, wordt het anders ingesteld of u krijgt het advies een ander toestel te proberen. Er gaat dan opnieuw een proefperiode in. Uiteindelijk wordt u definitief een hoortoestel voorgeschreven, tenzij de conclusie luidt dat u beter geen hoortoestel kunt aanschaffen Oorsuizen Oorsuizen komt veel voor. Er zijn mensen die er nauwelijks last van hebben, terwijl anderen er zo onder lijden dat hun dagelijks leven ernstig wordt verstoord. Als u last hebt van oorsuizen, kunt u dit melden aan uw behandelend KNO-arts of aan het GSC. Het is in elk geval van belang te leren omgaan met de klacht. De psycholoog van het GSC kan u hierin adviseren. U kunt doorverwezen worden voor groepseducatie of individuele begeleiding. 10 Speciale hulp Maatschappelijk werk De maatschappelijk werkende van het GSC heeft vooral een begeleidende taak. Als u problemen ervaart op uw opleiding of werk, kan contact met de maatschappelijk werkende zinvol zijn. Het maatschappelijk werk van de GSC is elke dag tussen 09.00 en 10.00 uur telefonisch bereikbaar voor vragen of afspraken op telefoonnummer (010) 703 51 63. Psycholoog Wanneer u er behoefte aan hebt, of wanneer het u wordt geadviseerd, is het mogelijk om over de gevolgen van uw slechthorendheid met de psycholoog te praten. In één of meer gesprekken gaat deze, samen met u en eventueel uw partner of huisgenoot, op zoek naar manieren waarop u anders met uw slechthorendheid kunt leren omgaan. Uw behandelend KNO-arts of het GSC kan u naar de psycholoog doorverwijzen. Indienen van een klacht Wanneer u niet tevreden bent over de zorgverlening of de dienstverlening in ons ziekenhuis, dan kunt u hierover een klacht indienen. Probeer altijd eerst het probleem op te lossen met de betrokkenen op de afdeling of met de leidinggevende. Wellicht is er sprake van een misverstand en is uw klacht snel opgelost. Als overleg niet tot een bevredigend resultaat leidt of u ziet er te veel tegen op om rechtstreeks de behandelend arts of unithoofd te benaderen, kunt u uw klacht mondeling melden bij het Informatiecentrum. Deze kan dan desgewenst de klachtenfunctionaris inschakelen om de klacht tot een oplossing te brengen. Deze functionaris is er speciaal om u te begeleiden en te adviseren. Als het bovenstaande niet tot een voor u bevredigende oplossing heeft geleid of als u zich direct tot de klachtencommissie wilt wenden, kunt u uw klacht schriftelijk indienen. De klachtencommissie stelt dan een onderzoek in. U kunt uw klacht zelf op papier zetten. Maar u kunt hierbij ook hulp krijgen via het Informatiecentrum. Bij het Informatiecentrum is een brochure verkrijgbaar waar de klachtenprocedure nader wordt toegelicht. In deze brochure is een klachtenformulier gevoegd. Meer informatie kunt u vinden in de folder ”Rechten en plichten van de patiënt”. Deze folder is in het ziekenhuis te verkrijgen of kijkt u op www.erasmusmc.nl Inzien van uw medisch dossier In het medisch dossier is alle informatie vastgelegd die betrekking heeft op uw behandeling. U kunt uw dossier, op verzoek en in overleg met uw behandelend arts, inzien. Het is ook mogelijk kopieën te ontvangen van de gegevens uit uw dossier. Het ziekenhuis vraagt hiervoor een vergoeding. Wanneer u een kopie wilt van het dossier of inzage wilt in het dossier, kunt u hiervoor een formulier opvragen bij de afdeling Medische Informatieverwerking, telefoon (010) 703 58 27 of bij het Informatiecentrum, telefoon (010) 703 54 74. 11 Tot slot In het kort heeft u kennisgemaakt met het GSC en de medewerkers. Deze folder geeft geen volledige informatie, maar dient ter ondersteuning van de informatie, gegeven door uw arts. of neemt u contact met ons op. Het telefoonnummer van het GSC is 010 704 01 20. Een goed inzicht in uw aandoening en de juiste behandeling ervan kan het u makkelijker maken er mee te leren omgaan. www.erasmusmc.nl 5374061 © Erasmus MC - Patiëntencommunicatie –04/14 Wij helpen u graag. Aan de inhoud van deze folder kunnen geen rechten worden ontleend Mocht u nog vragen hebben, stelt u deze dan gerust aan de medewerkers van het GSC