Otosclerose Inleiding Samen met uw KNO- arts heeft u besloten om vanwege uw gehoor en/of oorklachten een onderzoek te laten verrichten naar eventuele otosclerose. Deze folder geeft u informatie over wat de KNO-arts in het St. Anna Ziekenhuis met u bespreekt, zodat u zich kunt voorbereiden op het gesprek of na het gesprek alles nog eens rustig kunt nalezen. Hoe werkt het oor Voordat we ingaan op de aandoening otosclerose leggen we u voor alle duidelijkheid eerst uit hoe het oor precies werkt. Het oor is onder te verdelen in: • Uitwendig oor dat bestaat uit de oorschelp. • Het middenoor bevindt zich achter het trommelvlies. Hierin bevinden zich de drie gehoorbeentjes. Via de buis van Eustachius is het middenoor verbonden met de neus- en keelholte. • Het binnenoor, dit is het eigenlijke gehoororgaan. Hier wordt het geluid door zenuwen opgevangen en naar de hersenen geleid. Dit wordt het slakkenhuis genoemd. De trillingen in de lucht die we geluid noemen, komen via het oor en onze uitwendige gehoorgang op het trommelvlies terecht. Het trommelvlies vangt de trillingen op en voert deze via de gehoorbeentjes door naar het slakkenhuis. De signalen die als gevolg van het geluid in het slakkenhuis ontstaan, worden via de gehoorzenuw naar de hersenen getransporteerd. Wanneer deze signalen ten slotte aan de buitenkant van de hersenen (de hersenschors) zijn aangekomen, dan horen we het geluid. Normaal is het middenoor achter het trommelvlies - waar de gehoorbeentjes zich bevinden - gevuld met lucht. De druk in deze kleine holte heeft dezelfde druk en samenstelling als de buitenlucht. Dit komt doordat deze ruimte in verbinding staat met de buitenlucht via de buis van 2 Eustachius. De buis van Eustachius werkt, vooral op jonge leeftijd, vaak niet goed. Als de buis niet goed werkt, kan ook sprake zijn van een neusverkoudheid of een gewone griep. In alle gevallen betekent een slecht werkende buis dat het middenoor 'op slot' is: de lucht kan er niet meer in of uit. Dit is dan vooral te merken bij luchtdrukverschillen, zoals op de autoweg in de bergen en in een vliegtuig. Uitwendig oor 1 1 = Gehoorgang 2 = Trommelvlies 3 = Gehoorbeentjes 4 = Evenwichtsorgaan middenoor 2 3 binnenoor 4 5 6 7 8 5 = Slakkenhuis 6 = Basaal membraam met haarcellen 7 = Buis van Eustachius 8 = Gehoorzenuw 3 Wat is otosclerose Otosclerose is een erfelijke botziekte waarbij zich sponsachtig bot vormt in het binnenoor. Deze botvorming op de grens tussen het middenoor en binnenoor kan tot gehoorverlies leiden. De gehoorbeentjes in het middenoor geven geluidstrillingen door van het trommelvlies naar het binnenoor. Hierdoor kunt u horen. Om de geluidstrillingen goed door te kunnen geven, moeten deze gehoorbeentjes zich vrij kunnen bewegen. Bij otosclerose kan het laatste gehoorbeentje (de stijgbeugel) door botgroei vast komen te zitten en zich niet meer vrij bewegen. Hierdoor krijgt u last van gehoorverlies. Gewoonlijk ontstaat otosclerose tussen de achttien en veertig jaar. De aandoening komt tweemaal vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Het is niet bekend waarom dat zo is. Bij vrouwen treedt de aandoening vaak voor het eerst op tijdens de zwangerschap of verergert in die periode. Otosclerose kan zich op verschillende manieren uiten. 1. In de meeste gevallen van otosclerose groeit slechts een klein beetje bot op het laatste gehoorbeentje (de stijgbeugel) of op andere plaatsen in het middenoor. Dit levert voor het gehoor geen problemen op. 2. Wanneer de stijgbeugel door de botgroei helemaal vast komt te zitten ontstaat pas slechthorendheid en oorsuizen. Dit komt slechts bij één op de tien mensen voor. Het gehoor neemt meestal in beide oren af, maar komt soms aan één oor voor. Helemaal doof wordt u niet omdat geluid door nog een vierde bot naar het binnenoor komt: het rotsbeen. Dit bot is onderdeel van de schedel. Als het geluid niet meer via de gehoorbeentjes wordt doorgegeven kunt u wel het geluid via het rotsbeen horen. Dit geluid klinkt echter wel een stuk zachter. Alleen een KNO-arts kan de diagnose stellen en in overleg met u bespreken welke behandeling voor u de voorkeur verdient. 4 Behandeling van otosclerose Er zijn twee behandelingen mogelijk bij otosclerose: een gehoorapparaat of een operatie. Gehoorapparaat bij otosclerose Bij slechthorendheid door otosclerose kan een hoortoestel helpen het gehoor te verbeteren. Met een hoortoestel worden alle geluidstrillingen behoorlijk versterkt. Dit harde geluid laat de drie gehoorbeentjes flink bewegen. Door de otosclerose kunnen de drie botjes juist niet meer zo vrij bewegen en worden deze harde trillingen weer iets gedempt. Het resultaat is dat u voldoende geluid doorkrijgt om goed te kunnen horen. Soms helpt een hoortoestel niet of niet goed genoeg en kan een operatie nodig zijn. En let op: een hoortoestel houdt de botgroei niet tegen. Operatie Op advies van de KNO-arts kan de otosclerose operatief behandeld worden. Deze operatie vindt plaats onder algehele verdoving. Bij een operatie kan de vastgegroeide vervangen worden door een kunststijgbeugel. Soms is het nodig een kunststof onderdeeltje aan de vastgegroeide stijgbeugel te maken. De drie gehoorbeentjes kunnen dan weer vrij bewegen. De operatie gebeurt met een microscoop zodat alle kleine delen van het oor goed te zien zijn. Bij ongeveer 90% van de mensen wordt het gehoor door deze operatie bijna of helemaal normaal. Als u echter ook veel last hebt van oorsuizen zal dit meestal niet verbeteren door de operatie. Zoals alle operaties is ook deze operatie niet helemaal zonder risico. In ongeveer 5% van de gevallen is het gehoor na de operatie juist slechter. Daarnaast kunt u last krijgen van een aantal vervelende gevolgen van de operatie. Voorbeelden zijn: verstoring van de smaak en last van oorsuizen. Dit is meestal van tijdelijke aard. Soms ontstaat duizeligheid, die meestal na dagen of enkele weken verdwenen is. 5 Heeft u nog vragen? Deze folder is niet bedoeld als vervanging van de mondelinge informatie, maar als aanvulling hierop. Hierdoor is het mogelijk om thuis alles nog eens rustig na te lezen. Heeft u nog vragen, neem dan contact op met de Polikliniek KNO, looproute 15, telefoon: 040-286 4852. U kunt ons ook e-mailen op [email protected] voor de volgende zaken: • het maken of verzetten van een afspraak; • korte vragen en mededelingen; • aanvragen voor herhalingsrecepten. Vermeldt bij uw e-mail altijd uw naam en geboortedatum en mailadres. 6 Notities Heeft u na het lezen van deze folder vragen? We raden u aan ze hier op te schrijven. Zo weet u zeker dat u ze niet vergeet. ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— 7