024 Otosclerose - St. Anna Ziekenhuis

advertisement
Otosclerose
Inleiding
Samen met uw KNO- arts heeft u besloten om vanwege uw gehoor en/of
oorklachten een onderzoek te laten verrichten naar eventuele otosclerose.
Deze folder geeft u informatie over wat de KNO-arts in het St. Anna
Ziekenhuis met u bespreekt, zodat u zich kunt voorbereiden op het
gesprek of na het gesprek alles nog eens rustig kunt nalezen.
Hoe werkt het oor
Voordat we ingaan op de aandoening otosclerose leggen we u voor alle
duidelijkheid eerst uit hoe het oor precies werkt. Het oor is onder te
verdelen in:
• Uitwendig oor dat bestaat uit de oorschelp.
• Het middenoor bevindt zich achter het trommelvlies. Hierin bevinden
zich de drie gehoorbeentjes. Via de buis van Eustachius is het
middenoor verbonden met de neus- en keelholte.
• Het binnenoor, dit is het eigenlijke gehoororgaan. Hier wordt het geluid
door zenuwen opgevangen en naar de hersenen geleid. Dit wordt het
slakkenhuis genoemd.
De trillingen in de lucht die we geluid noemen, komen via het oor en onze
uitwendige gehoorgang op het trommelvlies terecht. Het trommelvlies
vangt de trillingen op en voert deze via de gehoorbeentjes door naar het
slakkenhuis. De signalen die als gevolg van het geluid in het slakkenhuis
ontstaan, worden via de gehoorzenuw naar de hersenen getransporteerd.
Wanneer deze signalen ten slotte aan de buitenkant van de hersenen (de
hersenschors) zijn aangekomen, dan horen we het geluid.
Normaal is het middenoor achter het trommelvlies - waar de
gehoorbeentjes zich bevinden - gevuld met lucht. De druk in deze kleine
holte heeft dezelfde druk en samenstelling als de buitenlucht. Dit komt
doordat deze ruimte in verbinding staat met de buitenlucht via de buis van
2
Eustachius. De buis van Eustachius werkt, vooral op jonge leeftijd, vaak
niet goed. Als de buis niet goed werkt, kan ook sprake zijn van een
neusverkoudheid of een gewone griep. In alle gevallen betekent een
slecht werkende buis dat het middenoor 'op slot' is: de lucht kan er niet
meer in of uit. Dit is dan vooral te merken bij luchtdrukverschillen, zoals op
de autoweg in de bergen en in een vliegtuig.
Uitwendig oor
1
1 = Gehoorgang
2 = Trommelvlies
3 = Gehoorbeentjes
4 = Evenwichtsorgaan
middenoor
2 3
binnenoor
4
5 6 7
8
5 = Slakkenhuis
6 = Basaal membraam met haarcellen
7 = Buis van Eustachius
8 = Gehoorzenuw
3
Wat is otosclerose
Otosclerose is een erfelijke botziekte waarbij zich sponsachtig bot vormt in
het binnenoor. Deze botvorming op de grens tussen het middenoor en
binnenoor kan tot gehoorverlies leiden.
De gehoorbeentjes in het middenoor geven geluidstrillingen door van het
trommelvlies naar het binnenoor. Hierdoor kunt u horen. Om de
geluidstrillingen goed door te kunnen geven, moeten deze gehoorbeentjes
zich vrij kunnen bewegen. Bij otosclerose kan het laatste gehoorbeentje
(de stijgbeugel) door botgroei vast komen te zitten en zich niet meer vrij
bewegen. Hierdoor krijgt u last van gehoorverlies.
Gewoonlijk ontstaat otosclerose tussen de achttien en veertig jaar. De
aandoening komt tweemaal vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Het is
niet bekend waarom dat zo is. Bij vrouwen treedt de aandoening vaak
voor het eerst op tijdens de zwangerschap of verergert in die periode.
Otosclerose kan zich op verschillende manieren uiten.
1. In de meeste gevallen van otosclerose groeit slechts een klein beetje
bot op het laatste gehoorbeentje (de stijgbeugel) of op andere plaatsen
in het middenoor. Dit levert voor het gehoor geen problemen op.
2. Wanneer de stijgbeugel door de botgroei helemaal vast komt te zitten
ontstaat pas slechthorendheid en oorsuizen. Dit komt slechts bij één op
de tien mensen voor. Het gehoor neemt meestal in beide oren af, maar
komt soms aan één oor voor. Helemaal doof wordt u niet omdat geluid
door nog een vierde bot naar het binnenoor komt: het rotsbeen. Dit bot
is onderdeel van de schedel. Als het geluid niet meer via de
gehoorbeentjes wordt doorgegeven kunt u wel het geluid via het
rotsbeen horen. Dit geluid klinkt echter wel een stuk zachter.
Alleen een KNO-arts kan de diagnose stellen en in overleg met u
bespreken welke behandeling voor u de voorkeur verdient.
4
Behandeling van otosclerose
Er zijn twee behandelingen mogelijk bij otosclerose: een gehoorapparaat
of een operatie.
Gehoorapparaat bij otosclerose
Bij slechthorendheid door otosclerose kan een hoortoestel helpen het
gehoor te verbeteren. Met een hoortoestel worden alle geluidstrillingen
behoorlijk versterkt. Dit harde geluid laat de drie gehoorbeentjes flink
bewegen. Door de otosclerose kunnen de drie botjes juist niet meer zo vrij
bewegen en worden deze harde trillingen weer iets gedempt. Het resultaat
is dat u voldoende geluid doorkrijgt om goed te kunnen horen. Soms helpt
een hoortoestel niet of niet goed genoeg en kan een operatie nodig zijn.
En let op: een hoortoestel houdt de botgroei niet tegen.
Operatie
Op advies van de KNO-arts kan de otosclerose operatief behandeld
worden. Deze operatie vindt plaats onder algehele verdoving.
Bij een operatie kan de vastgegroeide vervangen worden door een
kunststijgbeugel. Soms is het nodig een kunststof onderdeeltje aan de
vastgegroeide stijgbeugel te maken. De drie gehoorbeentjes kunnen dan
weer vrij bewegen. De operatie gebeurt met een microscoop zodat alle
kleine delen van het oor goed te zien zijn.
Bij ongeveer 90% van de mensen wordt het gehoor door deze operatie
bijna of helemaal normaal. Als u echter ook veel last hebt van oorsuizen
zal dit meestal niet verbeteren door de operatie.
Zoals alle operaties is ook deze operatie niet helemaal zonder risico. In
ongeveer 5% van de gevallen is het gehoor na de operatie juist slechter.
Daarnaast kunt u last krijgen van een aantal vervelende gevolgen van de
operatie. Voorbeelden zijn: verstoring van de smaak en last van
oorsuizen. Dit is meestal van tijdelijke aard. Soms ontstaat duizeligheid,
die meestal na dagen of enkele weken verdwenen is.
5
Heeft u nog vragen?
Deze folder is niet bedoeld als vervanging van de mondelinge informatie,
maar als aanvulling hierop. Hierdoor is het mogelijk om thuis alles nog
eens rustig na te lezen.
Heeft u nog vragen, neem dan contact op met de
Polikliniek KNO, looproute 15, telefoon: 040-286 4852.
U kunt ons ook e-mailen op [email protected] voor de
volgende zaken:
• het maken of verzetten van een afspraak;
• korte vragen en mededelingen;
• aanvragen voor herhalingsrecepten.
Vermeldt bij uw e-mail altijd uw naam en geboortedatum en
mailadres.
6
Notities
Heeft u na het lezen van deze folder vragen? We raden u aan ze hier op
te schrijven. Zo weet u zeker dat u ze niet vergeet.
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
—————————————————————————————————
7
Download