‘Psychosomatiek’: functionele klachten medisch on-(voldoende) verklaarde klachten (inleiding op hfdst 11-16) Frequente problematiek in hele gezondheidszorg! • Patiënten met onverklaarde lichamelijke klachten bezoeken 2,5 maal zo vaak de huisarts, 2 maal zo vaak een medisch specialist en worden 6 maal zo vaak opgenomen op een somatische afdeling van een algemeen ziekenhuis. • Prevalentie van MUS (= medically unexplained symptoms) op consultaties (‘outpatient’) (Nimnuan C et al, 2001; N=550): Terminologie Voorwaarden voor een goede terminologie: • Niet stigmatiserend • Acceptabel voor pt • Helpt pt om zich begrepen te voelen • Helpt therapeutische alliantie (vertrouwensrelatie) opbouwen • Aanzet tot gemeenschappelijke ziektetheorie • Motiveert voor verandering • Faciliteert veranderingen (‘ingangspoorten’) Terminologie: kakofonie • Psychosomatiek – psychosomatische klachten • DSM 4/5: Somatoforme stoornissen / somatisch symptoom stoornis • Somatisatie • Conversie • Medisch onverklaarde / onvoldoende verklaarde klachten / symptomen • Stressgebonden aandoeningen • Uitputtingssyndromen • Functionele klachten / stoornissen Functioneel syndroom: normale anatomie, abnormale werking, bv: • Chronisch Vermoeidheidssyndroom (CFS, CVS) • Fibromyalgie: pijnklachten • Irritable Bowel Syndrome (IBS): spastisch colon • Functionele Dyspepsie • Niet-cardiale thoracale pijn • Spanningshoofdpijn (en andere pijnsyndromen) • chronisch pelvis-pijnsyndroom • Hyperventilatie syndroom One or many functional somatic syndromes? SIMON WESSELY / PETER D.WHITE, 2004 Functionele klachten en syndromen Invloed van woordkeuze op therapeutische alliantie: ═ Destigmatiserend en klinisch bruikbaar ziektemodel ═ Aanvaardbaar voor patiënt, neutraal, geen afwijzing ═ Therapiegericht, hoopgevend ═ aanknopingspunt voor ziektetheorie die lichaam en geest integreert ═ Wetenschappelijk correcter en meer open term ═ Laat zichtbare multidisciplinariteit toe Pathofysiologie van functionele klachten BIO- PSYCHO- Brain - gut as, brain – heart as, sickness behaviour, ANS, stress physiology,… Aandacht en cognitie,… ═ Bias van de aandacht / amplificatie van symptomen / bias in de rapportering ═ Catastrofische interpretatie hypochondrie SOCIAAL MODEL Communicatieve functie ═ Soc. aanvaarding van symptomen / ziekte stigma ═ Culturele en sociale structuren en opvattingen over – Ziekte en ernst van de ziekte – Ziektegedrag en expressie van de ziekte – De focus van de arts Psychologische verklaringsmodellen Leertheoretische modellen • Ziektegedrag: conditionering, bekrachtiging • Perceptie: selectieve aandacht, aandachtsbias, somatosensorische amplificatie, hypervigilantie voor lichaamsgewaarwordingen • Interpretatie: geloofsystemen, attributionele stijl, catastroferende reacties, ziektefobie,… Psychologische verklaringsmodellen Ontwikkelingsmodellen • Vroege familiale ervaringen beïnvloeden cognitieve appraisal van lichamelijke symptomen: blootstelling aan chronische ziekte of ziektegedrag van ouders (Bass & Murphy 1995, Craig 1993) • Onveilige angstige hechting (Lackner 2004, Noyes 2003) • Mensen zijn kwetsbaarder om psychosom. AD te ontwikkelen Psychologische verklaringsmodellen Systeemtheoretische modellen • Communicatieve rol van lichamelijke klachten • Functie van klachten in een systemisch evenwicht • Bv rol in een gezin • Lichamelijke symptomen als belangrijke vorm van interpersoonlijke communicatie (Stuart & Noyes 1999) Psychologische verklaringsmodellen Hoge emotionele stress, hoge stress perceptie, hoge stressgevoeligheid kwetsbaarder Alexythymie Persoonlijkheid: neuroticisme, negatief affect VG van seksueel en fysiek misbruik Neiging om snel hulp te zoeken voor lichamelijke klachten (Drossman 1999, McBeth & Silman 2001) Psychologische verklaringsmodellen The signal-filtering model in somatoform disorders (from Rief & Broadbent 2007, adapted from Rief & Barsky 2005) Sociale verklaringsmodellen Lichamelijke klachten als cultureel bepaalde expressie van onbehagen, stress Lichamelijke klachten als respons op incentives van gezondheidszorg en sociale zekerheid (secundaire ziektewinst) Medische en sociale aandacht: secundaire ziektewinst Statuut van lichamelijke klachten en stigma op psychische! Ziekte-identiteit, ziekterol = ook een sociale identiteit Kirmayer's model of somatoform symptoms (from Rief & Barsky 2005, adapted from Kirmayer & Taillefer 1997). Biologische verklaringsmodellen Chronische maladaptieve stress • Pijngevoeligheid: pijnpoorttheorie • Brain-heart-brain, brain-gut as • Cortisol en stressfysiologie • ANS Sickness respons Hoe kunnen psychologische factoren een rol spelen bij fysieke symptomen ? Stimulus Psychisch / emotioneel geïnduceerde wijzigingen in de vagale functie of neuroendocriene functie ‘Viscerale of somatische respons’ Overgevoeligheid van neuronen in de dorsale hoorn Signaal transductie - Cerebrale activatie 5HT / NA / EO verstoring Aandacht, psychologisch geïnduceerde wijzigingen in de neurofysiologie / hersenfunctie Perceptie A S ‘Communicatie’ Als gevolg van een tekort aan dalende pijnremming Meana M. Can J Psychiatry. 1998;43:893-899. Ruoff GE. J Fam Pract. 1996;43(suppl):S25-S33. Rapporteringsbias, aandacht, interpretatie, anticipatie, amplificatie Complexiciteit van pijn • Sensorisch + affectief: perceptie + ervaring • Somatisch en visceraal • Biopsychosociaal bepaald – cultuur en contextafhankelijk • Specificiteitstheorie: de pijnrespons mechanische – behavioristische benadering: schade – pijnreceptoren – pijnbanen – hersenen –gedrag • Patroontheorie: summatie thv dorsale hoorn neuron • Pijnpoorttheorie: psychol. en cogn. factoren Efferente sensatie-modulerende banen Stahl SM. The psychopharmacology of the painful physical symptoms in depression. J Clin Psychiatry 2002: 63 (5) : 382-383 Een model voor hypersensitiviteit in functionele stoornissen Hypersensitiviteit ~ falen van dalende antinociceptieve banen Pijnonderzoek 1: LATERAAL PIJNSYSTEEM MEDIAAL PIJNSYSTEEM S I en S II ACC en insula Thalamus: VPL, VPM Thalamus: mediale nc. EO LC / PAG NA / 5HT Dorsal horn neuron Sensorieel-discriminatief Affectief-motivationeel Vogt et al, Neurobiology of cingulate cortex and limbic thalamus. 1993 Treede et al, Pain, 1999 Beperkingen van pijnpoorttheorie • Verklaart onvoldoende interindividuele variabiliteit • Blijft vooral fysiologisch model – slechts beperkte integratie van psychologische factoren • Nog te eng: betekenis van pijn, pijngedrag – pijnexpressie (“chronic pain as a way of being and living in the world”) Emoties en pijnmodlulatie • Emoties kunnen pijn beïnvloeden door • De processing van nociceptieve signalen te veranderen in de hersenen (~cerebrale structuren van emotie en pijncircuits overlappen sterk) • De dalende pijnmodulerende banen te beïnvloeden Emoties en pijnmodlulatie • 2 dimenses van emotie: valentie (aangenaam – onaangenaam) en aurousal (rustig – opgewonden) • • Valentie positief: appetitief systeem • Valentie negatief: aversief of defensief systeem Arousal: mate van activiteit in deze systemen, correlerend met fysiologische indices (huidweerstand, bloeddruk, hartritme…) Emoties en pijnmodlulatie • Bevindingen van dit experimenteel onderzoek: • Positieve emoties inhiberen pijn als voldoende arousal • Negatieve emoties inhiberen pijn als sterke arousal • Negatieve emoties faciliteren pijn als lage tot matige aroousal Sickness behaviour ‒ sickness behaviour / sickness syndrome / sickness response (ziektegedrag) ‒ Centrale rol van pro-inflammatoire cytokines (PIC) Sickness behaviour • Non-specific symptoms, directly caused by peripheral PIC passing the BBB + triggering local production of PIC in the brain (e.g. via n. vagus). • PIC (TNF-α, IL-1, IL-6,…) produced by local inflammation or stress • Administering PIC to a non-depressed patient induces depressive symptoms • Symptom cluster: physical + emotional: lethargy, fatigue, sleep disturbance, depression, irritability, anorexia, energy conservation, fever, anhedonia, cognitive impairment, hyperalgesia, decreased social interaction. Sickness behaviour en depressie Nat Rev Neurosci. 2008 Jan;9(1):46-56. From inflammation to sickness and depression: when the immune system subjugates the brain. Dantzer R, O'Connor JC, Freund GG, Johnson RW, Kelley KW. Van diagnose naar behandeling • De gemeenschappelijke ziektetheorie (of –hypothese, -model) als geïndividualiseerd verklaringsmodel • Diagnose: meer dan uitsluitingsdiagnose • Behandeling: reattributiemodel en gevolgenmodel Meer dan een uitsluitingdiagnose • Bv: onwillekeurige bewegingen – dyskinesieën • Bv: epilepsie, migraine,... • (Herhaalde) negatieve lichamelijke diagnostische exploratie is noodzakelijke voorwaarde, maar geen voldoende voorwaarde • Positieve aanwijzingen • Evenwicht tussen alert blijven voor onderliggende somatische oorzaken – medical shopping vermijden • Onderscheid: simulatie, zelf-geïnduceerde symptomen Reattributiemodel • Lichamelijke klacht is het uitgangspunt – 3 fasen 1. zich begrepen voelen: vanuit anamnese en KO naar een analyse volgens SCEGS-model (acroniem: somatische, cognitieve, emotionele, gedragsmatige en sociale dimensie). 2. verbreden van de agenda 3. link leggen tussen klacht en psychische factoren Reattributiemodel: fase 1: vb • hoofdpijn begonnen na zware griep (somatisch) • Gedachte dat hoofdpijn niet normaal is en dat rust goed is (cognitief) • angst een hersentumor te hebben, zorg om kinderen die achter zullen blijven (emotioneel) • dagelijks gebruik van pijnstillers, stoppen met activiteiten, werkstop (gedrag) • alleenstaande moeder met weinig sociale steun (sociaal) Reattributiemodel: fase 2 • Agenda verbreed, waarnemingen samenvatten, waarbij normale bevindingen in positieve bewoordingen worden weergegeven (spierspanning verklaart de hoofdpijnklachten, het hoofd is in orde). • Klacht expliciet als reëel benoemen • Uitleg gegeven: vicieuze cirkel: angst(toename) veroorzaakt spierspanning en hoofdpijn, wat leidt tot (meer) angst voor een hersentumor en meer aandacht voor de hoofdpijn, waardoor de angst verder toeneemt. Reattributiemodel: fase 3 • Nagaan of de patiënt nu zelf de link kan leggen tussen de klachten en zijn emoties of gedrag, en of uit de reacties van de patiënt op de interpretaties van de huisarts blijkt dat hij deze link bevestigt. Eventueel dagboek. • Heroriëntatie naar andere aanpak van de klachten dan een zuiver somatische Gevolgenmodel • Focus op ongunstige gevolgen van de klachten: vicieuze cirkels doorbreken: • Cognitieve gevolgen: meer aandacht, des te meer klachten zij ervaren. Doorbreken door afleiding. • Gedragsmatige gevolgen: stop werk en/of hobby’s – achteruitgang lichamelijke en mentale conditie - meer klachten. Of te snel terug willen naar oude niveau. • Lichamelijke gevolgen: pijn – spierspanning, hyperventilatie Behandeling: samenvatting • Geïndividualiseerd, multidisciplinair • Uitgaande van gemeenschappelijke ziektetheorie • Reattributiemodel en/of gevolgenmodel • Aandacht voor basale factoren: slaapherstel, reconditionering / lichaamsbeweging, relaxatietherapie, bioritme, dagstructuur en –invulling, stressoren wegnemen / verminderen, gezonde voeding,… • Beperkte plaats voor medicatie