Gouden leeuwaapjes – oranje boven! Leeuwaapjes danken hun naam aan het uiterlijk. Het zijn namelijk net mini-leeuwen. Toch hebben ze ook overeenkomsten met eekhoorns. In totaal zijn er vier soorten leeuwaapjes die veel op elkaar lijken. Maar bij al deze aapjes is de vacht net iets anders. Gouden leeuwaapjes komen voor in het regenwoud aan de kust van Brazilië, Mata Atlântica. Daar leven ze van vruchten, bloemen en zelfs kleine hagedissen. Ze leven in familiegroepjes, waarbij alle familieleden helpen met het opvoeden van de jongen. Gouden leeuwaapjes krijgen soms wel twee keer per jaar een tweeling. En dat zijn heel veel jongen om groot te brengen. Paspoortgegevens Gouden leeuwaapjes Verspreiding: Voedsel: Leeftijd: Gewicht: Draagtijd: Aantal jongen per keer: IUCN-status: Leontopithecus rosalia Brazilië vruchten, boomsap, nectar, dierlijk voedsel hooguit 14 jaar in het wild en zo’n 20 jaar in dierentuinen ruim 500g 4 maanden een à twee keer per jaar een geboorte; meestal van een tweeling bedreigd Hoe zie ik er uit? Prachtige “mini-leeuwen” Gouden leeuwaapjes kun je bijna niet vergelijken met andere apen. Geen enkele apensoort heeft zo’n mooie langharige, feloranje vacht. De haren in hun nek zijn het langst en daardoor lijken ze wel een beetje op de manen van een leeuw. Zo zijn deze aapjes ook aan hun naam gekomen. Klimmen als een eekhoorn Een leeuwaapje is ongeveer even groot als een eekhoorn. Ook hun nageltjes lijken wel op die van een eekhoorn. Ze zijn niet plat (zoals bij andere apen), maar haakvormig. Net als kleine klauwtjes. Leeuwaapjes zijn vrij klein en kunnen dikke takken niet goed vasthouden met hun duim en vingers. Dan komen de klauwtjes goed van pas. Zo klimmen ze veilig door de bomen. Zelfs langs dikke, gladde stammen is het geen probleem voor ze om te klimmen. Alle Zuid-Amerikaanse dwergaapjes hebben trouwens klauwnageltjes. Vandaar ook dat ze ‘klauw-aapjes’ worden genoemd. Goud, zwart of goud en zwart Er zijn vier soorten leeuwaapjes. Hoe alle leeuwaapjes eruit zien? Dat kun zelf vast wel bedenken als je hun naam hoort: gouden leeuwaapje, goudkop leeuwaapje, zwartkop leeuwaapje en zwarte leeuwaapje. Waar woon ik? Vlak bij Rio de Janeiro Het Amazonewoud is wel het bekendste woud van Brazilië. In dit reusachtige regenwoud leven tientallen apensoorten. Er is echter nog een ander stukje regenwoud in Brazilië, vlakbij grote steden als Rio de Janeiro en São Paulo, aan de oostkust van het land. Dit stukje heet het Atlantische kust-regenwoud, oftewel ‘Mata Atlântica’. Het Mata Atlântica is heel erg versnipperd. Door het woud zijn wegen, dorpen en weilanden gelegd. Veel stukken bos staan daardoor niet meer met elkaar in verbinding. Daardoor kunnen veel dieren, zoals de leeuwaapjes, elkaar niet meer bereiken. In de Mata Atlântica leven veel diersoorten die nergens anders ter wereld voorkomen. En om die dieren te beschermen wordt er tegenwoordig gelukkig veel aan natuurbescherming gedaan. Wat eet ik? Af en toe een hagedis Leeuwaapjes eten vooral vruchten. Ze likken ook nectar uit de bloemen en eten bloesems en boomsappen. Ook eten ze veel kleine diertjes die ze in de regenwoudbomen tegenkomen, zoals insecten, kikkers en hagedissen. Heel veel eten ze er niet, maar dierlijke eiwitten spelen wel een belangrijke rol om gezond te blijven. Mijn familie en ik Een tweeling: werk voor de hele familie Net als andere dwergaapjes leven leeuwaapjes samen met hun familie: vader, moeder en hun kinderen. Ook als de kinderen na twee jaar volwassen zijn, blijven ze nog even bij hun familie. Hun hulp is namelijk erg welkom bij het opvoeden van hun jongere broertjes en zusjes. Dwergaapjes krijgen nogal veel jongen. Het kan zelfs zo zijn dat ze twee keer per jaar een tweeling krijgen. En het is veel te veel werk voor de moeder om de kleintjes te dragen, melk te geven en ook weer zwanger te zijn. De taak van het dragen van de kleintjes kan dan best door familie worden overgenomen. Vanaf de tweede week na de geboorte zitten dwergapenbaby’s dus al op de rug van hun vader, broers en zussen. Ze gaan dan alleen naar hun moeder als ze hongerig zijn of als het nacht wordt. Op een gegeven moment verlaten de oudste kinderen hun familie. Ze gaan dan op zoek naar een partner om zelf een familie te stichten, in hun eigen leefgebied. Als ze later zelf kinderen krijgen, dan weten ze in ieder geval precies hoe ze die groot moeten brengen. Help! Nog net op tijd Het regenwoud waar leeuwaapjes leven heeft erg te lijden onder groei van de grote steden. Dorpen en wegen worden gebouwd en akkers worden aangelegd. Het gaat al heel lang slecht met het Mata Atlântica. Zo’n 30 jaar geleden waren de leeuwaapjes zelfs bijna uitgestorven. Nog maar 200 gouden leeuwaapjes waren er over in het regenwoud. Gelukkig sloegen Braziliaanse natuurbeschermers nog net op tijd alarm. Er werden beschermde gebieden ingericht waar de aapjes veilig konden leven. Bovendien werd er veel onderzoek gedaan naar de voedingsgewoontes en het gedrag van leeuwaapjes. Er was namelijk nog maar erg weinig over deze aapjes bekend. Bergopwaarts met de leeuwaapjes De nieuwe kennis over het leven van leeuwaapjes kwam ook de aapjes in dierentuinen ten goede. In het begin ging het namelijk niet zo goed met het in leven houden van leeuwaapjes. Onder andere dankzij de nieuwe kennis kon veel worden verbeterd voor leeuwaapjes in dierentuinen. Het ging daardoor ook veel beter met fokken. Al snel leefden er in dierentuinen veel meer gouden leeuwaapjes dan in het wild. Oerwoud-training Het werd toen tijd voor de volgende stap: leeuwaapjes uit dierentuin terugzetten in het bos. Dat klinkt misschien heel makkelijk, maar dat is het niet. Het leven in een dierentuin is heel anders dan in het wild. Daarom moesten de leeuwaapjes als het ware een ‘oerwoud-survivaltraining’ ondergaan. Op het programma – dat maanden duurde – stond onder andere het zoeken naar voedsel, het openen van vruchten en zelfs het klimmen voor gevorderden. Want hoewel iedere aap kan klimmen, is er een groot verschil tussen een stevig plankje in een verblijf en de zwiepende dunne takjes hoog boven de grond in het regenwoud. Na de ‘training’ zijn ongeveer 150 gouden leeuwaapjes uit dierentuin in het Braziliaanse regenwoud vrijgelaten. En het gaat goed. Er leven nu geen 200, maar 1.000 gouden leeuwaapjes in het wild. Groene bruggen Maar er is nog een ander probleem voor de gouden leeuwaapjes en andere dieren: het bos waar ze leven is versnipperd. In de kleine stukjes bos leven vaak een paar families leeuwaapjes. Als de opgroeiende jongen hun familie willen verlaten om een eigen familie te stichten, dan hebben ze niet meer de mogelijkheid om weg te trekken. Na verloop van tijd zijn dus alle leeuwaapjes in één bos familie van elkaar. Zo ontstaat inteelt, dat slecht is voor de gezondheid van de aapjes. Ook bij dit probleem proberen dierentuinen te helpen. Alle Europese dierentuinen die lid zijn van de vereniging van Europese dierentuinen (EAZA) voerden in 2002 actie. Er werd geld ingezameld om bomen tussen de stukken bos te kunnen planten. Zo krijgen de aapjes als het ware ‘groene bruggen’ om van het ene gebied naar het andere te komen. En de dierentuinen blijven de natuurbeschermers in Mata Atlântica natuurlijk steunen! Wist je dat… …leeuwaapjes in het regenwoud ook een soort ‘eetcafé’s’ hebben? Bromelia’s (dat zijn planten die op de takken van bomen groeien) bieden de leeuwaapjes alles wat ze lusten. De planten vormen met hun bladeren een soort bekertje, met daarin een beetje regenwater. Dat is niet alleen aantrekkelijk voor dorstige leeuwaapjes, maar ook voor kikkers en insecten. En die vormen op hun beurt ook weer een lekkernij voor de leeuwaapjes! …leeuwaapjes vaak gevolgd worden door vogels? Ze zorgen er namelijk voor dat er grote zwermen insecten uit bromelia’s komen. Wil je weten in welke dierentuin je deze soort in het echt kunt zien? Gebruik dan de ‘Dierzoeker’ op www.nvddierentuinen.nl.