De jeeste van Walewein en het schaakbord bevat veel sprookjeselementen. Er zijn opvallende gelijkenissen met het sprookje De Gouden Vogel, bijvoorbeeld de driedelige queeste waaruit het verhaal is opgebouwd: 1. Walewein gaat op zoek naar het schaakbord; 2. Vervolgens naar het zwaard met de twee ringen; 3. Uiteindelijk naar de schone Ysabele in het verre Endi (Indië) Het sprookje De Gouden Vogel werd pas in 1812 opgeschreven door de gebroeders Grimm1 in hun Kinder- und Hausmärchen. De verhaalstof van dit sprookje was daarvoor al bekend in de orale traditie en werd af en toe gebruikt als inspiratiebron voor andere literatuur. De Gouden Vogel is net zoals de Roman van Walewein opgebouwd uit een driedelige queeste: 1. Het hoofdpersonage gaat op zoek naar de gouden vogel; 2. Vervolgens naar het gouden paard; 3. Uiteindelijk naar de prinses in het gouden kasteel. In beide verhalen wil de koning dat iemand iets gaat halen wat hij zelf graag wil hebben. Koning Arthur wil het kostbare schaakbord en de koning in het sprookje wil de gouden vogel die ’s nachts van zijn gouden appels eet. De dierhelper (de sprekende vos) uit de Roman van Walewein vinden we ook terug in De Gouden Vogel, maar die krijgt daar een veel uitgebreidere rol. De vos in het sprookje is gedurende het hele verhaal de helper van het hoofdpersonage, terwijl de vos Roges in de Roman van Walewein pas opduikt als Walewein op zoek gaat naar de schone Ysabele. De ruiltocht van Walewein lijkt gelijk te lopen met die van de jonge prins in De Gouden Vogel. Het enige verschil is dat de jonge prins uit het sprookje erin slaagt om zowel de prinses uit het gouden kasteel als het gouden paard als de gouden vogel mee naar huis te nemen. Walewein is braaf en ruilt bijna alles netjes in (Maar wat een geluk dat koning Amoraen net overleden is. Walewein hoeft de schone Ysabele dus niet te ruilen om het zwaard met de twee ringen te krijgen). 1 Jacob (1785-1863) was een Duitse taalkundige. Hij was hoogleraar in Göttingen en Berlijn. Hij deed baanbrekend werk in onder meer de lexicografie en de kennis van mythologie en sprookjes. Hij en zijn broer Wilhelm (1786-1859) verzamelden Duitse sagen, die zij publiceerden onder de titel Kinder- und Hausmärchen (1812-1822). In 1852 begonnen zij met het Deutsches Wörterbuch (postuum voltooid in 1961). Later ontstond de mythe, dat de gebroeders Grimm jarenlang door de Duitse landen waren getrokken om er de sprookjes te verzamelen. In feite werd dat gedaan door vrouwen uit hogere kringen, die de teksten aan de broers toestuurden.