Planschadeverhaalsovereenkomsten ex artikel 6.4a Wet ruimtelijke ordening: aandachtspunten bij de voorbereidingsfase en de contractfase bij overeenkomsten inzake planschadekostenverhaal (VNG, 8 december 2008) Hoe om te gaan met verzoeken van particulieren om planschadegevoelige ontheffingen of herzieningen van bestemmingsplannen? Welke aandachtspunten zijn er bij de voorbereidingsfase en de contractfase bij overeenkomsten inzake planschadekostenverhaal? Hieronder gaan wij op deze vragen in. Daarna volgen drie verschillende voorbeeldovereenkomsten waaruit gemeente en wederpartij kunnen kiezen. Andere varianten zijn uiteraard ook mogelijk, zoals opname van een paragraaf planschadeverhaal in een bredere overeenkomst over grondexploitatie. De drie voorbeeldovereenkomsten zijn gebaseerd op artikel 6.4a, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening. Voor de goede orde: - onder aanvraag wordt verstaan: een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade; - onder aanvrager wordt verstaan: degene die bij de gemeente een aanvraag indient om een tegemoetkoming in planschade; - onder planologische maatregel wordt verstaan: een besluit als bedoeld in artikel 6.4a, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening; - onder planschade wordt verstaan: schade als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening; - onder verzoek wordt verstaan: het verzoek om een planologische maatregel; - onder verzoeker wordt verstaan: degene die bij de gemeente een verzoek indient om een planologische maatregel. -1- De voorbereidingsfase 1. Bij verzoeken van private partijen om een planologische maatregel: verricht eerst planologisch vooronderzoek en kies dan per geval voor de verdere stappen Het ligt voor de hand dat gemeente en verzoeker pas concreet over het eventuele risico van planschade en het verhaal van de kosten daarvan komen te spreken, nadat de gemeente voldoende vooronderzoek heeft gedaan naar de planologische aanvaardbaarheid van de verzochte planologische maatregel. Een goede ruimtelijke ordening is essentieel. Deze wordt verkregen door het coördineren en afwegen van de verschillende belangen die bij het gebruik van de planologische maatregel begrepen grond en opstallen zijn betrokken. Als het vooronderzoek voldoende positieve indicaties oplevert voor een goede nieuwe ruimtelijke ordening, komen de vervolgstappen aan de orde. Vaak wordt in de praktijk eerst gekozen voor nader onderzoek met behulp van onder meer een risicoanalyse planschade. Op basis daarvan kunnen partijen zo nodig contractuele afspraken maken over het verhaal van de planschadek osten. Dan is de uitvoerbaarheid van de planologische maatregel althans op dit onderdeel bevestigd. Vervolgens kan de gemeente de formele procedure starten. 2. Over het algemeen is het verstandig dat tijdig een risicoanalyse planschade wordt verricht Het kan zijn dat de gemeente in principe bereid is medewerking te verlenen aan een verzoek om een planologische maatregel, maar tegelijkertijd inschat dat er bij inwilliging van het verzoek kans op planschade ontstaat en dus een kans op schadeclaims. Het ligt dan voor de hand dat een risicoanalyse planschade wordt verricht en een planschadeverhaalsovereenkomst wordt gesloten voorafgaand aan het vaststellen van de planologische maatregel. De risicoanalyse planschade kan in bepaalde situaties nog leiden tot een aanpassing van het planologisch ontwerp en geeft de partijen in ieder geval de nodige informatie. De risicoanalyse planschade kan de kans op vervelende verrassingen achteraf aanzienlijk verminderen. Onder omstandigheden kan een risicoanalyse planschade overigens overdadig of overbodig zijn: bijvoorbeeld als het gaat om een bescheiden achteruitbouw waarvoor een ontheffing ex artikel 3:23 Wet ruimtelijke ordening wordt verzocht, of als in verband met andere plannen reeds betrouwbaar en actueel vergelijkingsmateriaal beschikbaar is. De gemeente dient hierover een afgewogen besluit te nemen. 3. Het verdient overweging dat de verzoeker zelf opdracht geeft tot de risicoanalyse planschade Al naar gelang de omstandigheden kan de gemeente of de verzoeker opdracht geven tot het verrichten van een risicoanalyse planschade. Over het algemeen is het de verzoeker zelf die de opdrachtgever is voor het uitvoeren van een risicoanalyse planschade. -2- Een voorbeeld. Een projectontwikkelaar verzoekt de gemeente om een planologische maatregel in een planschadegevoelige omgeving. De gemeente ziet op het eerste gezicht geen planologische beletselen, maar vreest wel planschade. De gemeente kan berichten dat zij het verzoek om planologische maatregel onvoldoende onderbouwd acht en dit buiten behandeling laat totdat verzoeker de resultaten van een risicoanalyse planschade overlegt. Deze risicoanalyse planschade moet worden verricht door een deskundig en onafhankelijke adviseur en bepaalde vragen moeten worden beantwoord. De kosten van de risicoanalyse planschade zijn hierbij in principe voor rekening van de verzoeker als opdrachtgever voor het onderzoek. De gemeentelijke brief kan in grote lijnen als volgt zijn opgebouwd: – gezien het verzoek van verzoeker, respectievelijk de aankondiging daartoe, binnengekomen bij brief van <…>, om ten behoeve van een bouwplan een planologische maatregel te treffen; – overwegend dat op het eerste gezicht geen doorslaggevende planologische bezwaren bestaan tegen inwilliging van het verzoek; – gezien evenwel de kans dat uit de verzochte planologische maatregel planschade kan voortvloeien; – constaterend dat het verzoek niet vergezeld gaat van de resultaten van een risicoanalyse planschade; – overwegend dat het verzoek derhalve onvoldoende is toegelicht en onderbou wd; – nodigt verzoeker uit om alsnog een risicoanalyse planschade te houden, uit te voeren door een door de gemeente goed te keuren deskundige en onafhankelijke adviseur, bijvoorbeeld een bureau uit een bijgevoegde lijst, waarin onder meer onderzoek wordt gedaan naar <…> en een antwoord wordt gegeven op de volgende vragen <…>; – en nodigt de in te schakelen adviseur uit voor een startgesprek ten behoeve van het verstrekken van nadere informatie. Een dergelijke brief behelst niet zozeer een contractvoorstel, maar eerder een eenzijdig gemeentelijk verzoek tot completering van het ingediende verzoek. Als de verzoeker daaraan niet meewerkt, dan kan dat een (bijkomende) reden zijn voor de gemeente om de verzochte planologische medewerking te weigeren (zie Rechtbank Alkmaar 02-06-2008 inzake gemeente Den Helder, LJN: BD3511). Afhankelijk van de omstandigheden kan de gemeente ook de opdracht voor de risicoanalyse planschade geven. Een risicoanalyse planschade wordt dan gezien als een beleidsondersteunend document, waarmee de economische uitvoerbaarheid van het bouwplan wordt getoetst. In dat geval kan de gemeente met verzoeker overeenkomen dat deze de kosten van de risicoanalyse planschade draagt. 4. Overweeg weigering van de planologische maatregel als een overeenkomst niet tot stand komt De planschadewetgeving voorziet niet in een stok achter de deur voor het geval een verzoeker niet -3- bereid is een verhaalsovereenkomst met de gemeente te sluiten. In dergelijke situaties zal de gemeente moeten beslissen of zij al dan niet overgaat tot de verzochte planologische maatregel. Een weigering om bovengenoemde reden om de verzochte planologische maatregel vast te stellen, is toegestaan (zie Afdeling Bestuursrechtspraak 18-04-2007 inzake gemeente Smallingerland, AB 2007, 193, waarin is bevestigd dat een weigering om een planschadeovereenkomst te sluiten afdoende reden is voor weigering van het vaststellen van een wijzigingsplan). De gemeente zal een planologische weigering uiteraard voldoende moeten motiveren. Zij zal moeten aangeven dat als gevolg van de verzochte planologische maatregel planschade is te verwachten, de verzoeker niet bereid is gebleken de kosten daarvan voor eigen rekening te nemen en de economische uitvoerbaarheid van de verzochte planologische maatregel dan ook niet of niet voldoende is verzekerd. Wij gaan daarbij wel uit van de redelijkheid van de gemeentelijke contracteisen en van een reële kans op planschade van enige omvang. De contractfase 1. De planschadeverhaalsovereenkomsten kunnen in een aparte overeenkomst worden opgenomen, dan wel als onderdeel van een bredere exploitatieovereenkomst De voorbeeldovereenkomsten zijn geformuleerd als aparte overeenkomsten tussen de gemeente en de verzoeker over het verhaal van planschadekosten. Deze voorbeeldovereenkomsten zijn voorbeelden van een planschadeverhaalsovereenkomst zoals beschreven in artikel 6.4a, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening en zijn primair bedoeld voor de situatie dat met een particuliere eigenaar alleen iets over het verhaal van planschadekosten geregeld hoeft te worden. Het is uiteraard ook mogelijk dat de betrokken partijen de afspraken over het verhaal van planschadekosten opnemen in een bredere overeenkomst, bijvoorbeeld in een overeenkomst over grondexploitatie zoals beschreven in artikel 6.24, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening. In deze overeenkomst mag een gemeente met een particuliere ontwikkelaar naast afspraken over een financiële bijdrage aan de grondexploitatie en aan ruimtelijke ontwikkelingen, ook afspraken maken over de verrekening van planschadekosten. De drie voorbeeldovereenkomsten kunnen in dit geval als een leidraad dienen voor de opname van een speciale paragraaf planschadeverhaal in de bredere exploitatieovereenkomst. Overigens biedt de Wet ruimtelijke ordening ook de mogelijkheid om planschadekosten publiekrechtelijk te verhalen via een exploitatieplan. De gemeente is verplicht een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop een bouwplan is voorgenomen (zoals vastgelegd in artikel 6.12, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening) en het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden niet anderszins verzekerd is, bijvoorbeeld door de planschadeverhaalsovereenkomst, of door een bredere overeenkomst over grondexploitatie (artikel 6.12, tweede lid, Wet ruimtelijke ordening). -4- De kosten van tegemoetkomingen in planschade behoren tot de verhaalbare kosten die onderdeel uitmaken van de exploitatieopzet die opgenomen is in het exploitatieplan, evenals de kosten voor het uitvoeren van de risicoanalyse planschade (op grondslag van artikel 6.13, eerste lid onder c, ten tweede, Wet ruimtelijke ordening, zoals verder uitgewerkt in artikel 6.2.4 Besluit ruimtelijke ordening). Aan de verlening van een bouwvergunning wordt vervolgens een voorschrift verbonden dat de aanvrager een exploitatiebijdrage aan de gemeente verschuldigd is, waarin het kostenverhaal van de grondexploitatie in algemene zin is verrekend waaronder dus ook het kostenverhaal met betrekking tot de planschade. Hierbij moet overigens worden aangetekend, dat bij het aangaan van een overeenkomst over grondexploitatie na de vaststelling van een exploitatieplan de inhoud van het betreffende exploitatieplan in acht moet worden genomen (artikel 6.24, tweede lid, Wet ruimtelijke ordening). Dit betekent dat deze overeenkomst geen bepalingen mag bevatten over onderwerpen die volgens de Wet ruimtelijke ordening wel onderdeel van het exploitatieplan hadden kunnen zijn, maar daar als onderwerp uiteindelijk niet in zijn opgenomen. De gemeente kan met betrekking tot het betreffende plan dus geen zelfstandige planschadeverhaalsovereenkomst meer sluiten en ook in een bredere overeenkomst over grondexploitatie mogen dus geen bepalingen over planschade meer worden opgenomen die niet reeds in het exploitatieplan waren opgenomen. 2. Houd rekening met langdurige procedures De planschadeverhaalsovereenkomst kan een lange looptijd hebben. Allereerst zal de planprocedure de nodige tijd vergen. Tussen de start en het onherroepelijke eind van de planologische procedure zal een periode liggen van een half jaar (geen beroep), tot respectievelijk één á anderhalf jaar (wel beroep). Vanaf het onherroepelijk worden van de planologische maatregel kunnen gedupeerden binnen vijf jaar een aanvraag tot tegemoetkoming in planschade indienen (artikel 6.1, vierde lid, Wet ruimtelijke ordening). De behandeling en beoordeling van de aanvraag kost in de regel één jaar (geen bezwaar en beroep) tot mogelijk ruim twee jaar (wel bezwaar en beroep). 3. Ken uw wederpartij en stel zeker dat de wederpartij de planschadekosten daadwerkelijk zal vergoeden (vooruitbetaling, desnoods garantstelling) Het is noodzakelijk te weten met wie de gemeente overweegt een planschadeverhaalsovereenkomst te sluiten. Als het bijvoorbeeld een werk-BV betreft met een tijdelijke taakstelling en met beperkte middelen verdient zekerstelling extra aandacht. De gemeente zal voldoende zekerheid willen hebben over de nakoming door de contractpartij van haar verplichtingen. Vooruitbetaling van het geraamde planschadebedrag zal in principe zekerheid geven, voornamelijk als de verschuldigdheid van het hoofdbedrag voldoende vaststaat of kan -5- worden aangenomen. Een alternatieve zekerstelling is ook denkbaar, namelijk garantstelling door een bankinstelling of eventueel een aan de wederpartij gelieerde vennootschap. Stel dat de wederpartij een dergelijke garantstelling aanbiedt. De gemeente doet er dan goed aan na te gaan of de garantstelling voldoende solide is: deze moet onherroepelijk en onvoorwaardelijk zijn en een vold oende looptijd hebben (zie hierboven onder 2). Afgesproken kan dan bijvoorbeeld worden dat de wederpartij tot zekerheid van de nakoming van haar verplichting binnen <…> dagen na de dagtekening van de overeenkomst een onherroepelijke en onvoorwaardelijke bankgarantie, volgens een bijgevoegd concept, zal overleggen, ter grootte van <…>, door de gemeente in te roepen gedurende <...> jaar. 4. Neem in de planschadeverhaalsovereenkomst in ieder geval twee elementen op: voortgang planologische procedure en verhaal van planschade De overeenkomst tussen de gemeente en de verzoeker van een planologische maatregel kan op verschillende manieren worden vormgegeven en ingevuld. Er zijn diverse varianten. Alle voorbeeldovereenkomsten hebben twee gemeenschappelijke kenmerken: – van gemeentezijde wordt beloofd de verzochte planologische maatregel, al dan niet met wijzigingen, in procedure te brengen; – de wederpartij, verzoeker van de planologische maatregel, belooft eventuele planschade als gevolg van deze planologische maatregel geheel of gedeeltelijk aan de gemeente te vergoeden. Het is niet gebruikelijk dat de gemeente zich in de overeenkomst op voorhand jegens de wederpartij verbindt om te besluiten een procedure te starten tot het verkrijgen van de verzochte planologische maatregel. Veelal zal de inspraak nog volgen en die kan verrassingen opleveren. De gemeente kan niet verder gaan dan toezeggen dat de planologische maatregel in procedure gebracht wordt (een inspanningsverplichting). Als dit niet doorgaat, is de verplichting van de wederpartij om de planschadekosten daarvan te dragen vanzelf niet meer aan de orde. Een eventueel vooruitbetaald bedrag wordt gerestitueerd met vergoeding van wettelijke rente. 5. De wederpartij is belanghebbende bij de behandeling en de beoordeling van een aanvraag om tegemoetkoming in planschade Bij gemeentelijke verordening moeten regels worden gegevens over de aanwijzing van een adviseur en de wijze waarop deze tot een advies komt (op grondslag van artikel 6.1.3.3, eerste lid, Besluit ruimtelijke ordening). Met betrekking tot de wederpartij in een planschadeverhaalsovereenkomst ex artikel 6.4a, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening geldt in het bijzonder dat deze regels betrekking hebben op (1) de wijze waarop de wederpartij vooraf in de aanwijzing van de adviseur wordt gekend, dan wel deze na aanwijzing kunnen wraken en (2) de -6- wijze waarop de wederpartij worden gehoord en bij de opstelling van het advies worden betrokken (artikel 6.1.3.3, tweede lid respectievelijk onder d en onder e, Besluit ruimtelijke ordening). In onze model-procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade (VNG ledenbrief 08/127, d.d. 9 juli 2008) hebben we aan deze vereisten voldaan door de betrokkenheid van de wederpartij bij de aanwijzing van de adviseur of adviescommissie vast te leggen (artikel 5 van onze model-procedureverordening), door de wederpartij de gelegenheid te geven hun standpunt kenbaar te maken in de hoorzitting (artikel 6, derde lid, van onze modelprocedureverordening), en door de wederpartij de gelegenheid te geven te reageren op het conceptadvies (artikel 6, achtste lid, van onze model-procedureverordening). 6. Overweeg in principe volledig verhaal van de planschade Onder planschade wordt verstaan het bedrag van de aan aanvragers uit te keren tegemoetkomingen in planschade, exclusief de kosten van behandeling en advies. De wet laat partijen vrij om geheel of gedeeltelijk kostenverhaal af te spreken. In de voorbeelden wordt uitgegaan van ruim kostenverhaal: de gemeente wil in principe alle planschadekosten op de verzoeker van de planologische maatregel verhalen. Dit past in het beginsel dat de veroorzaker betaalt. Bij deze uitgangsstelling tekenen wij het echter volgende aan. Soms ligt het bij voorbaat in de rede dat de gemeente zich beperkt tot gedeeltelijk kostenverhaal. Hierbij wordt gedacht aan de situatie dat de gemeente in de planologische maatregel ook andere of ruimere voorzieningen treft dan de strikt verzochte. De gemeente maakt dan van de gelegenheid gebruik om ook een aantal eigen onderdelen in het plan te verwerken. Een voorbeeld: verzoeker verzoekt de gemeente om planologische medewerking aan een bouwplan voor een honderdtal woningen. Daardoor wordt een rotonde in de buurt (extra) noodzakelijk. De rotonde dient tevens andere wijken en wordt meegenomen in de planologische maatregel waarop het verzoek betrekking heeft, maar de rotonde kan ook weer aanleiding geven tot planschade. Deze schade hoeft redelijkerwijs niet voor rekening van de verzoeker te komen. 7. Een risicoanalyse planschade kan ertoe bijdragen dat formele planschadeprocedures worden voorkomen Een voorafgaande risicoanalyse planschade met een raming kan bevorderen dat de verzoeker van de planologische maatregel gedurende de planologische procedure of na het onherroepelijk worden van de planologische maatregel, zodanige afspraken maakt met gedupeerden dat planschade wordt voorkomen (bijvoorbeeld door een aanpassing aan het te bouwen object), dan wel gecompenseerd (door de tegemoetkoming in planschade anderszins te verzekeren). -7- Compensatie kan plaatsvinden door een bedrag uit te betalen of toe te zeggen, eventueel door middel van of in het kader van een grondtransactie. Bij elke compensatie in welke vorm dan ook is het noodzakelijk dat partijen schriftelijk uitdrukkelijk bevestigen dat het gaat om een compensatie van planschade. Een risicoanalyse planschade vooraf bevordert dat verzoeker en gedupeerde planschadekwesties onderhands bespreekt en afdoet, zodat de gedupeerde niet meer toekomt aan een formele aa nvraag om tegemoetkoming in planschade. Dit laat onverlet dat een gedupeerde het formele recht behoudt om zijn schadeclaim officieel in te dienen en te doen behandelen. De voorbeeldovereenkomsten voorzien niet in informele afdoening van schadeclaims. In deze voorbeeldovereenkomsten is dan ook géén aanbiedingsplicht of compensatieplicht opgenomen. 8. Maak een centrale keuze tussen de drie voorbeeldovereenkomsten of kies voor een alternatieve overeenkomst Ter toelichting op de gepresenteerde voorbeeldovereenkomsten het volgende. - Voorbeeldovereenkomst 1 heeft als kenmerk vooruitbetaling op basis van een risicoanalyse planschade vooraf en eindafrekening op basis van werkelijke kosten. Het uiteindelijk te betalen bedrag is in deze open-einde overeenkomst niet gemaximeerd. Het risico van een te optimistische risicoanalyse planschade vooraf is dan voor de verzoeker. De voorbeeldovereenkomst gaat uit van een voorschot ten bedrage van de totale in de risicoanalyse planschade geraamde planschadesom, berekend naar contante waarde. Uiteraard kunnen partijen ook overeenkomen dat het voorschotbedrag slechts een bepaald percentage uitmaakt van de planschadesom in de risicoanalyse planschade. - Voorbeeldovereenkomst 2 voorziet eveneens in een vooruitbetaling op basis van een risicoanalyse planschade vooraf, maar maximeert de eindafrekening tot een vooruitbetaald bedrag. De projectontwikkelaar kan dan niet meer voor extra kosten komen te staan en zijn boeken wat betreft planschadeverplichtingen sluiten, terwijl de gemeente voldoende financiële zekerheid heeft verkregen, zij het geen volledige want er kunnen zich nog tegenvallers voordoen. Als later bij de onherroepelijke beslissing op een aanvraag om tegemoetkoming in planschade een hoger schadebedrag dan geraamd wordt vastgesteld, dan is het hogere voor rekening van de gemeente. - Voorbeeldovereenkomst 3 is een open-einde overeenkomst met uitgestelde betaling. Hierbij is er geen zekerstelling door middel van vooruitbetaling. Uiteraard zijn ook andere varianten denkbaar. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de wederpartij niet voelt voor een overeenkomst met vooruitbetaling en in plaats daarvan een overeenkomst voorstelt -8- met een alternatieve zekerstelling door middel van een solide bankgarantie. 9. Voor een eventueel later verzoek om overname van de overeenkomst is toestemming van de gemeente nodig Is de planschadeverhaalsovereenkomst overdraagbaar? Deze vraag is relevant omdat volgens de wet alleen de verzoeker de planschaderekening op zich kan nemen. Ook behoeft de verzoeker t ot een planwijziging niet altijd dezelfde te zijn of te blijven als degene die zich verantwoordelijk stelt voor het betalen van de ontstane planschade. De regering heeft de vraag positief beantwoord (zie Tweede Kamerstuk 29490, nr. 7) met verwijzing naar artikel 6:159 Burgerlijk Wetboek, volgens welk artikel een partij bij een overeenkomst haar rechtsverhouding tot de wederpartij met medewerking van deze laatste kan overdragen aan een derde bij een tussen haar en de derde opgemaakte akte. Wij benadrukken dat ingevolge de wet voor overname van de overeenkomst toestemming van de wederpartij (lees hier: gemeente) nodig is. De gemeente moet alert zijn bij medewerking aan schuldvernieuwing en ervoor zorgen dat haar aanspraken uit hoofde van de overeenkomst niet oninbaar blijken te zijn. 10. Overgangsrecht planschadeverhaalsovereenkomsten ex artikel 49a Wet op de Ruimtelijke Ordening Artikel 9.1.19 Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening bepaalt, dat overeenkomsten als bedoeld in artikel 49a Wet op de Ruimtelijke Ordening worden gelijkgesteld met overeenkomsten als bedoeld in artikel 6.4a, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening. Het recht zoals dat gold vóór 1 juli 2008 blijft van toepassing op deze overeenkomsten. 11. Wettelijke grondslag voor planschadeverhaalsovereenkomsten behorend bij verzoek tot vrijstelling ex artikel 19, eerste en tweede lid, Wet op de Ruimtelijke Ordening na 1 juli 2008 Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 is een gat ontstaan voor planschadeverhaalsovereenkomsten, die op of na 1 juli 2008 zijn of worden gesloten op grondslag van een vrijstelling ex. artikel 19, eerste en tweede lid, Wet op de Ruimtelijke Ordening. Indien er sprake is van een verzoek tot vrijstelling op grondslag van artikel 19, eerste o f tweede lid, Wet op de Ruimtelijke Ordening (dit verzoek is dus ingediend vóór 1 juli 2008) en het college heeft of wil op of na 1 juli 2008 een planschadeverhaalsovereenkomst met de verzoeker gesloten, ontbreekt de wettelijk grondslag voor uw overeenkomst. Artikel 49a Wet op de Ruimtelijke Ordening bepaalde dat, voorzover schade het gevolg is van een verzoek om ten behoeve van de verwezenlijking van een bepaald project bepalingen in een -9- bestemmingsplan op te nemen of te wijzigen dan wel om voor het project een vrijstelling te verlenen, het college en de verzoeker een overeenkomst konden sluiten dat die schade geheel of gedeeltelijk voor rekening van de verzoeker komt. In de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening is weliswaar bepaald, dat een overeenkomst gesloten op grondslag van artikel 49a Wet op de Ruimtelijke Ordening gelijk wordt gesteld aan een overeenkomst op grondslag van artikel 6.4a Wet ruimtelijke ordening (artikel 9.1.1 9 Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening). Het overgangsrecht geeft de gemeente echter niet het recht om op of na 1 juli 2008 een overeenkomst te sluiten op grondslag van artikel 49a Wet op de Ruimtelijke Ordening. Een planschadeverhaalsovereenkomst op grondslag van artikel 6.4a Wet ruimtelijke ordening lijkt in dit geval ook geen mogelijkheid, omdat de vrijstelling op grondslag van artikel 19, eerste of tweede lid, Wet op de Ruimtelijke Ordening niet wordt genoemd als planologische maatregel op grondslag waarvan een gemeente een planschadeverhaalsovereenkomst kan sluiten. De wetgever onderkent het probleem en is voornemens om het probleem zo spoedig mogelijk te repareren met terugwerkende kracht tot 1 juli 2008. In het wetsvoorstel “Wijziging van diverse wetten op de beleidsterreinen van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in verband met het herstellen van wetstechnische gebreken en leemten, alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard” (ingediend bij de Tweede Kamer op 24 oktober 2008, onder nummer 31 750), is een reparatie opgenomen met betrekking tot planschadeverhaalsovereenkomsten gesloten of te sluiten op of na 1 juli 2008 die strekken ter uitvoering van een vrijstelling ex artikel 19, eerste of tweede lid, Wet op de Ruimtelijke Ordening. Artikel III, onder B, van deze reparatiewet luidt: Artikel 9.1.10 [Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening] wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Een besluit tot vrijstelling, waartoe het verzoek is ingediend voor 1 juli 2008, wordt voor de toepassing van afdeling 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening gelijkgesteld met een besluit als bedoeld in artikel 3.10 van die wet. In deze bepaling staat dat, voor zover het de toepassing van afdeling 6.1 Wet ruimtelijke ordening (de afdeling Tegemoetkoming in planschade) betreft, een vrijstelling ex artikel 19, eerste lid en tweede lid, Wet op de Ruimtelijke Ordening waarvan het verzoek is ingediend vóór 1 juli 2008 gelijk zal worden gesteld met een projectbesluit ex artikel 3.10 Wet ruimtelijke ordening. Met deze reparatie wordt alsnog een wettelijk grondslag geboden voor een planschadeverhaalsovereenkomst gesloten of te sluiten op of na 1 juli 2008 behorend bij een - 10 - verzoek tot vrijstelling ex artikel 19, eerste en tweede lid, Wet op de Ruimtelijke Ordening. Deze grondslag ligt dus in artikel 6.4a Wet ruimtelijke ordening en heeft een terugwerkende kracht tot 1 juli 2008. Voor planschadeverhaalsovereenkomsten behorend bij een verzoek tot vrijstelling ex artikel 19, eerste en tweede lid, Wet op de Ruimtelijke Ordening die de gemeente in de komende periode nog gaat sluiten, is het verstandig om een opschortende voorwaarde op te nemen. Deze opschortende voorwaarde bepaalt dat de overeenkomst pas in werking zal treden op het moment dat het gat door wetgeving wordt gedicht. Belangrijk hierbij is wel dat indien uw gemeente reeds goedkeuring aan een vrijstelling heeft verleend of binnenkort gaat verlenen, het financieel risico van de planschadeclaims voorlopig bij de gemeente ligt, omdat er dus geen planschadeverhaalsovereenkomst met een wettelijke grondslag is. Mocht bovendien het gat uiteindelijk toch niet door wetgeving worden gedicht, dan zal de verplichting tot tegemoetkoming in planschade bij uw gemeente blijven liggen. - 11 - Bijlage 1a: Voorbeeld 1 van een planschadeverhaalsovereenkomst met vooruitbetaling en afrekening op basis van werkelijk toegekende tegemoetkomingen in planschade Overeenkomst De ondergetekenden, * De gemeente <…>, te dezen ingevolge het bepaalde in artikel 171 Gemeentewet vertegenwoordigd door haar burgemeester <...> (alternatief: of door <naam en functie>, daartoe ingevolge artikel 171 Gemeentewet gemachtigd door <…> in zijn/haar hoedanigheid van burgemeester), handelend ter uitvoering van een besluit van burgemeester en wethouders d.d. <...>, hierna te noemen de gemeente (Verdergaand alternatief ingeval de burgemeester de tekeningsbevoegdheid heeft overgelaten aan een ander en het college de bevoegdheid om overeenkomsten (over planschade) te sluiten heeft overgelaten aan dezelfde persoon) De gemeente <…>, te dezen vertegenwoordigd door <naam en functie>, daartoe ingevolge artikel 171 Gemeentewet aangewezen door de burgemeester van de gemeente <…>, handelend ter uitvoering van het besluit van het burgemeester en wethouders d.d. <…>, hierna te noemen de gemeente) * <aanhef en naam, adres, postcode, woonplaats>, hierna te noemen de verzoeker In aanmerking nemende: – dat de verzoeker bij de gemeente een verzoek heeft ingediend om een planologische maatregel te nemen ten aanzien van bestemmingsplan <….>, projectbesluit <…>, of beheersverordening <…>, ten behoeve van de verwezenlijking van een project; – dat de gemeente pas dan kan besluiten tot een planologische maatregel als daarbij sprake is v an een goede ruimtelijke ordening; – dat de gemeente uit eerste onderzoek niet is gebleken van doorslaggevende planologische beletselen om mee te werken aan het gemelde verzoek; – dat er evenwel uit de planologische maatregel zoals deze door de verzoeker is verzocht, planschade kan voortvloeien om welke reden er bij de gemeente gerede twijfel bestaat over de vereiste economische uitvoerbaarheid van deze planologische maatregel; – dat in verband hiermee door en voor rekening van de verzoeker een risicoanalyse planschade van de eventueel voor tegemoetkoming in aanmerking komende planschade is verricht door adviseur <…>, dat het rapport daarvan als bijlage bij deze overeenkomst is gehecht en dat de - 12 - uitkomsten van de risicoanalyse planschade partijen bevestigen in de verwachting dat uit de door de planologische maatregel zoals deze door de verzoeker is verzocht, planschade kan voortvloeien die voor tegemoetkoming in aanmerking komt; – dat de gemeente evenwel bereid is de planologische maatregel zoals deze door de verzoeker is verzocht, verder in procedure te brengen, onder voorwaarde dat de verzoeker zich ten behoeve van de economische uitvoerbaarheid van deze planologische maatregel bereid verklaart de daaruit voortvloeiende voor tegemoetkoming in aanmerking komende planschade volledig aan de gemeente te compenseren; – dat de gemeente een <Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade> heeft vastgesteld op grond waarvan een verzoeker betrokken wordt bij de behandeling en beoordeling van aanvragen om tegemoetkoming in planschade. Komen overeen als volgt: Artikel 1 In deze overeenkomst wordt onder de navolgende begrippen verstaan: a. planologische maatregel: een besluit als bedoeld in artikel 6.4a, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening; b. verzoek: het verzoek om een planologische maatregel; c. planschade: schade als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening; d. aanvraag: een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade. Artikel 2 De gemeente zal <binnen twee maanden> de planologische maatregel zoals deze door de verzoeker is verzocht en door de gemeente nader is en wordt vormgegeven in procedure brengen. Artikel 3 Deze overeenkomst laat de uitoefening van alle publiekrechtelijke bevoegdheden door de gemeente volledig onverlet. De gemeente behoudt haar bevoegdheid om bij nadere overweging, onder meer als gevolg van indiening van zienswijzen, wijzigingen aan te brengen in de planologische maatregel zoals deze door de verzoeker is verzocht, of alsnog te weigeren deze planologische maatregel te treffen. Artikel 4 De verzoeker verbindt zich om aan de gemeente het totale bedrag te compenseren van de planschade die onherroepelijk voor tegemoetkoming door de gemeente in aanmerking komt en die voortvloeit uit de planologische maatregel zoals deze naar aanleiding van het door de verzoeker ingediende verzoek door de gemeente wordt vastgesteld, respectievelijk verleend en in werking treedt. - 13 - Artikel 5 Deze overeenkomst wordt aangegaan onder de opschortende voorwaarde dat verzoeker <binnen twee weken> het totale in de risicoanalyse planschade genoemde bedrag van mogelijke planschade, berekend naar contante waarde, <ad € …> als vooruitbetaling aan de gemeente zal overmaken door storting op rekeningnummer <…> ten name van de gemeente <…> onder vermelding van <planschadekosten project …>. Artikel 6 De gemeente zal de verzoeker schriftelijk in kennis stellen van een aanvraag om tegemoetkoming in planschade die voortvloeit uit de planologische maatregel zoals deze naar aanleiding van het door de verzoeker ingediende verzoek door de gemeente wordt vastgesteld, respectievelijk verleend en in werking treedt. De gemeente zal de verzoeker bij de behandeling van de aanvraag betrekken op de wijze zoals voorgeschreven in de <Procedureverordening voor adviserin g tegemoetkoming in planschade>. Artikel 7 De gemeente zal zo spoedig mogelijk na iedere aparte en onherroepelijke toekenning van een tegemoetkoming in planschade die voortvloeit uit de planologische maatregel zoals deze naar aanleiding van het door de verzoeker ingediende verzoek door de gemeente wordt vastgesteld, respectievelijk verleend en in werking treedt, het bedrag van de toegekende tegemoetkoming schriftelijk aan de verzoeker meedelen. Artikel 8 Indien en zodra blijkt dat het vooruitbetaalde bedrag met inbegrip van de wettelijke rente daarop tekortschiet, zal de gemeente dit schriftelijk aan de verzoeker meedelen, met de vraag het ontbrekende bedrag <binnen twee weken> aan de gemeente over te maken door storting op rekeningnummer <…> ten name van de gemeente <…> onder vermelding van <planschadekosten project …>. De verzoeker verplicht zich aan een dergelijke vraag gevolg te geven. Artikel 9 Wanneer de verjaringstermijn als bedoeld in artikel 6.1, vierde lid, Wet ruimtelijke ordening ter zake van de planologische maatregel zoals deze naar aanleiding van het door de verzoeker ingediende verzoek door de gemeente wordt vastgesteld, respectievelijk verleend en in werking treedt, is verstreken en bovendien onherroepelijk is beschikt op eventueel te dezer zake ingediende aanvragen om tegemoetkoming in planschade, zal de gemeente een eventueel te veel vooruitbetaald bedrag binnen twee weken aan de verzoeker restitueren, met vergoeding van de wettelijke rente. Artikel 10 Deze overeenkomst vervalt zodra onherroepelijk vast komt te staan dat de planologische maatregel - 14 - zoals deze door de verzoeker is verzocht, niet wordt vastgesteld of wordt vernietigd, respectievelijk niet wordt verleend. Alsdan zal de gemeente het vooruitbetaalde bedrag binnen twee weken aan de verzoeker restitueren, met vergoeding van de wettelijke rente. Artikel 11 Het is de verzoeker zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente niet toegestaan rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst over te dragen aan derden. D e gemeente is bevoegd aan een mogelijk te geven toestemming nadere voorwaarden te verbinden. Artikel 12 Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing en geschillen tussen partijen zullen worden beslecht door de bevoegde rechter in het arrondissement waarbinnen het grondgebied van de gemeente is gelegen Aldus opgemaakt en getekend te <...> d.d. <…> De gemeente: Burgemeester <…> <Alternatief: ondertekening door iemand die door de burgemeester is gemachtigd tot tekening, of degene die én gemachtigd is om te tekenen én bevoegd is tot het aangaan van de overeenkomst.> De verzoeker: <Aanhef en naam> Etc. - 15 - Bijlage 1b: Voorbeeld 2 van een planschadeverhaalsovereenkomst met vooruitbetaling en afrekening op basis van werkelijk toegekende tegemoetkomingen in planschade met als maximum het vooruitbetaalde bedrag. Overeenkomst De ondergetekenden, * De gemeente <…>, te dezen ingevolge het bepaalde in artikel 171 Gemeentewet vertegenwoordigd door haar burgemeester <...> (alternatief: of door <naam en functie>, daartoe ingevolge artikel 171 Gemeentewet gemachtigd door <…> in zijn/haar hoedanigheid van burgemeester), handelend ter uitvoering van een besluit van burgemeester en wethouders d.d. <...>, hierna te noemen de gemeente (Verdergaand alternatief ingeval de burgemeester de tekeningsbevoegdheid heeft overgelaten aan een ander en het college de bevoegdheid om overeenkomsten (over planschade) te sluiten heeft overgelaten aan dezelfde persoon) De gemeente <…>, te dezen vertegenwoordigd door <naam en functie>, daartoe ingevolge artikel 171 Gemeentewet aangewezen door de burgemeester van de gemeente <…>, handelend ter uitvoering van het besluit van het burgemeester en wethouders d.d. <…>, hierna te noemen de gemeente) *<aanhef en naam, adres, postcode, woonplaats>, hierna te noemen de verzoeker In aanmerking nemende: – dat de verzoeker bij de gemeente een verzoek heeft ingediend om een planologische maatregel te nemen ten aanzien van bestemmingsplan <….>, projectbesluit <…>, of beheersverordening <…>, ten behoeve van de verwezenlijking van een project; – dat de gemeente pas dan kan besluiten tot een planologische maatregel als daarbij sprake is van een goede ruimtelijke ordening; – dat de gemeente uit eerste onderzoek niet is gebleken van doorslaggevende plan ologische beletselen om mee te werken aan het gemelde verzoek; – dat er evenwel uit de planologische maatregel zoals deze door de verzoeker is verzocht, planschade kan voortvloeien om welke reden er bij de gemeente gerede twijfel bestaat over de vereiste economische uitvoerbaarheid van deze planologische maatregel; – dat in verband hiermee door en voor rekening van de verzoeker een risicoanalyse planschade van de eventueel voor tegemoetkoming in aanmerking komende planschade is verricht door adviseur <…>, dat het rapport daarvan als bijlage bij deze overeenkomst is gehecht en dat de - 16 - uitkomsten van de risicoanalyse planschade partijen bevestigen in de verwachting dat uit de planologische maatregel zoals deze door de verzoeker is verzocht, planschade kan voortvloeien die voor tegemoetkoming in aanmerking komt; – dat de gemeente evenwel bereid is de door de planologische maatregel zoals deze door de verzoeker is verzocht, verder in procedure te brengen, onder voorwaarde dat de verzoeker zich ten behoeve van de economische uitvoerbaarheid van deze planologische maatregel bereid verklaart de daaruit voortvloeiende voor tegemoetkoming in aanmerking komende planschade tot een bepaald maximum aan de gemeente te compenseren; – dat de gemeente een <Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade> heeft vastgesteld op grond waarvan de verzoeker betrokken wordt bij de behandeling en beoordeling van aanvragen om tegemoetkoming in planschade. Komen overeen als volgt: Artikel 1 In deze overeenkomst wordt onder de navolgende begrippen verstaan: a. planologische maatregel: een besluit als bedoeld in artikel 6.4a, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening; b. verzoek: het verzoek om een planologische maatregel; c. planschade: schade als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening; d. aanvraag: een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade. Artikel 2 De gemeente zal <binnen twee maanden> de planologische maatregel zoals deze door de verzoeker is verzocht en door de gemeente nader is en wordt vormgegeven in procedure brengen. Artikel 3 Deze overeenkomst laat de uitoefening van alle publiekrechtelijke bevoegdheden door de gemeente volledig onverlet. De gemeente behoudt haar bevoegdheid om bij nadere overweging, onder meer als gevolg van indiening van zienswijzen, wijzigingen aan te brengen in de planologische maatregel zoals deze door de verzoeker is verzocht, of alsnog te weigeren deze planologische maatregel te treffen. Artikel 4 De verzoeker verbindt zich om aan de gemeente het totale bedrag, met als maximum het bedrag van de vooruitbetaling als bedoeld in artikel 5, te compenseren van de planschade die onherroepelijk voor tegemoetkoming door de gemeente in aanmerking komt en die voortvloeit uit de planologische maatregel zoals deze naar aanleiding van het door de verzoeker ingediende verzoek door de gemeente wordt vastgesteld, respectievelijk verleend en in werking treedt. - 17 - Artikel 5 Deze overeenkomst wordt aangegaan onder de opschortende voorwaarde dat verzoeker <binnen twee weken> het totale in de risicoanalyse planschade genoemde bedrag van mogelijke planschade, berekend naar contante waarde, <ad € …> als vooruitbetaling aan de gemeente zal overmaken door storting op rekeningnummer <…> ten name van de gemeente <…> onder vermelding van <planschadekosten project …>. Artikel 6 De gemeente zal de verzoeker schriftelijk in kennis stellen van een aanvraag om tegemoetkoming in planschade die voortvloeit uit de planologische maatregel zoals deze naar aanleiding van het door de verzoeker ingediende verzoek door de gemeente wordt vastgesteld, respectievelijk verleend en in werking treedt. De gemeente zal de verzoeker bij de behandeling van de aanvraag betrekken op de wijze zoals voorgeschreven in de <Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade>. Artikel 7 De gemeente zal zo spoedig mogelijk na iedere aparte en onherroepelijke toekenning van een tegemoetkoming in planschade die voortvloeit uit de planologische maatregel zoals deze naar aanleiding van het door de verzoeker ingediende verzoek door de gemeente wordt vastgesteld, respectievelijk verleend en in werking treedt, de toegekende tegemoetkoming schriftelijk aan de verzoeker meedelen. Artikel 8 Wanneer de verjaringstermijn als bedoeld in artikel 6.1, vierde lid, Wet ruimtelijke ordening ter zake van de planologische maatregel zoals deze naar aanleiding van het door de verzoeker ingediende verzoek door de gemeente wordt vastgesteld, respectievelijk verleend en in werking treedt, is verstreken en bovendien onherroepelijk is beschikt op eventueel te dezer zake ingediende aanvragen om tegemoetkoming in planschade, zal de gemeente een eventueel te veel vooruitbetaald bedrag binnen twee weken aan de verzoeker restitueren, met vergoeding van de wettelijke rente. Artikel 9 Deze overeenkomst vervalt zodra onherroepelijk vast komt te staan dat de planologische maatregel zoals de door de verzoeker is verzocht, niet wordt vastgesteld of wordt vernietigd, respectievelijk niet wordt verleend. Alsdan zal de gemeente het vooruitbetaalde bedrag binnen twee weken aan de verzoeker restitueren, met vergoeding van de wettelijke rente. Artikel 10 Het is de verzoeker zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente niet toegestaan rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst over te dragen aan derden. De gemeente is bevoegd aan een mogelijk te geven toestemming nadere voorwaarden te ve rbinden. - 18 - Artikel 11 Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing en geschillen tussen partijen zullen worden beslecht door de bevoegde rechter in het arrondissement waarbinnen het grondgebied van de gemeente is gelegen. Aldus opgemaakt en getekend te <…> d.d. <…> De gemeente: Burgemeester <…> <Alternatief: ondertekening door iemand die door de burgemeester is gemachtigd tot tekening, of degene die én gemachtigd is om te tekenen én bevoegd is tot het aangaan van de overeenkomst.> De verzoeker: <Aanhef en naam> Etc. - 19 - Bijlage 1c: Voorbeeld 3 van een planschadeverhaalsovereenkomst zonder vooruitbetaling en met eindafrekening op basis van werkelijk toegekende tegemoetkomingen in planschade Overeenkomst De ondergetekenden, * De gemeente <…>, te dezen ingevolge het bepaalde in artikel 171 Gemeentewet vertegenwoordigd door haar burgemeester <...> (alternatief: of door <naam en functie>, daartoe ingevolge artikel 171 Gemeentewet gemachtigd door <…> in zijn/haar hoedanigheid van burgemeester), handelend ter uitvoering van een besluit van burgemeester en wethouders d.d. <...>, hierna te noemen de gemeente (Verdergaand alternatief ingeval de burgemeester de tekeningsbevoegdheid heeft overgelaten aan een ander en het college de bevoegdheid om overeenkomsten (over planschade) te sluiten heeft overgelaten aan dezelfde persoon) De gemeente <…>, te dezen vertegenwoordigd door <naam en functie>, daartoe ingevolge artikel 171 Gemeentewet aangewezen door de burgemeester van de gemeente <…>, handelend ter uitvoering van het besluit van het burgemeester en wethouders d.d. <…>, hierna te noemen de gemeente) *<aanhef en naam, adres, postcode, woonplaats>, hierna te noemen de verzoeker In aanmerking nemende: – dat de verzoeker bij de gemeente een verzoek heeft ingediend om een planologische maatregel te nemen ten aanzien van bestemmingsplan <….>, projectbesluit <…>, of beheersverordening <…>, ten behoeve van de verwezenlijking van een project; – dat de gemeente pas dan kan besluiten tot een planologische maatregel als daarbij sprake is van een goede ruimtelijke ordening; – dat de gemeente uit eerste onderzoek niet is gebleken van doorslaggevende planologische beletselen om mee te werken aan het gemelde verzoek; – dat er evenwel uit de planologische maatregel zoals deze door de verzoeker wordt verzocht, planschade kan voortvloeien om welke reden er bij de gemeente gerede twijfel bestaat over de vereiste economische uitvoerbaarheid van deze planologische maatregel; – dat in verband hiermee door en voor rekening van de verzoeker een risicoanalyse planschade van de eventueel voor tegemoetkoming in aanmerking komende planschade is verricht door adviseur <…>, dat het rapport daarvan als bijlage bij deze overeenkomst is gehecht en dat de - 20 - uitkomsten van de risicoanalyse planschade partijen bevestigen in de verwachting dat uit de planologische maatregel planschade zoals deze door de verzoeker wordt verzocht kan voortvloeien die voor tegemoetkoming in aanmerking komt; – dat de gemeente bereid is de planologische maatregel zoals deze door de verzoeker is verzocht, verder in procedure te brengen, onder voorwaarde dat de verzoeker zich ten behoeve van de economische uitvoerbaarheid van deze planologische maatregel bereid verklaart de daaruit voortvloeiende voor tegemoetkoming in aanmerking komende planschade volledig aan de gemeente te compenseren; – dat de gemeente een <Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade> heeft vastgesteld op grond waarvan de verzoeker betrokken wordt bij de behandeling en beoordeling van aanvragen om tegemoetkoming in planschade. Komen overeen als volgt: Artikel 1 In deze overeenkomst wordt onder de navolgende begrippen verstaan: a. planologische maatregel: een besluit als bedoeld in artikel 6.4a, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening; b. verzoek: het verzoek om een planologische maatregel; c. planschade: schade als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening; d. aanvraag: een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade. Artikel 2 De gemeente zal <binnen twee maanden> de planologische maatregel zoals deze door de verzoeker is verzocht en door de gemeente nader is en wordt vormgegeven in procedure brengen. Artikel 3 Deze overeenkomst laat de uitoefening van alle publiekrechtelijke bevoegdheden door de gemeente volledig onverlet. De gemeente behoudt haar bevoegdheid om bij nadere overweging, onder meer als gevolg van indiening van zienswijzen, wijzigingen aan te brengen in de planologische maatregel zoals de door de verzoeker is verzocht, of alsnog te weigeren deze planologische maatregel te treffen. Artikel 4 De verzoeker verbindt zich om aan de gemeente het totale bedrag te compenseren van de planschade die onherroepelijk voor tegemoetkoming door de gemeente in aanmerking komt en die voortvloeit uit de planologische maatregel zoals deze naar aanleiding van het door de verzoeker ingediende verzoek door de gemeente wordt vastgesteld, respectievelijk verleend en in werking treedt. - 21 - Artikel 5 De gemeente zal de verzoeker schriftelijk in kennis stellen van een aanvraag om tegemoetkoming in planschade die voortvloeit uit de planologische maatregel zoals deze naar aanleiding van het door de verzoeker ingediende verzoek door de gemeente wordt vastgesteld, respectievelijk verleend en in werking treedt. De gemeente zal de verzoeker bij de behandeling van de aanvraag betrekken op de wijze zoals voorgeschreven in de <Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade>. Artikel 6 De gemeente zal zo spoedig mogelijk na iedere aparte en onherroepelijke toekenning van een tegemoetkoming in planschade die voortvloeit uit de planologische maatregel zoals deze naar aanleiding van het door de verzoeker ingediende verzoek door de gemeente wordt vastgesteld, respectievelijk verleend en in werking treedt, het bedrag van de toegekende tegemoetkoming schriftelijk aan de verzoeker meedelen. Artikel 7 Ter uitvoering van het in artikel 4 bepaalde verplicht de verzoeker zich het desbetreffend bedrag na iedere mededeling aan de gemeente over te maken <binnen twee weken> na de verzending van de mededeling door storting op rekeningnummer <…> ten name van de gemeente <…> onder vermelding van <planschadekosten project …>. Artikel 8 Deze overeenkomst vervalt zodra onherroepelijk vast komt te staan dat de planologische maatregel zoals de door de verzoeker is verzocht, niet wordt vastgesteld of wordt vernietigd, respectievelijk niet wordt verleend. Artikel 9 Het is de verzoeker zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente niet toegestaan rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst over te dragen aan derden. De gemeente is bevoegd aan een mogelijk te geven toestemming nadere voorwaarden te verbinden. Artikel 10 Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing en geschillen tussen partijen zullen worden beslecht door de bevoegde rechter in het arrondissement waarbinnen het grondgebied van de gemeente is gelegen. Aldus opgemaakt en getekend te <...> d.d. <…> De gemeente: Burgemeester <…> <Alternatief: ondertekening door iemand die door de burgemeester is gemachtigd tot tekening, of - 22 - degene die én gemachtigd is om te tekenen én bevoegd is tot het aangaan van de overeenkomst.> De verzoeker: <Aanhef en naam> Etc. - 23 -