Departement Lerarenopleiding Hertogstraat 178 – 3001 Heverlee Groepstaak Opvoedkunde Austisme Spectrum Stoornissen Annelies Van der Hoeven Elien Van den Bulck Sarah Geens Tessa Verberckmoes Charlotte Geunens Stéphanie Ramaekers Schooljaar 2009-2010 16 december 2009 1 Tessa Verberckmoes, Elien Van den Bulck, Annelies Van der Hoeven, Stéphanie Ramaekers, Charlotte Geunens en Sarah Geens Autisme spectrum stoornis (ASS) 1. Wat is ASS? Autismespectrumstoornis is een handicap die veroorzaakt wordt door een defect in de hersenen. Men noemt het ook ‘licht’autisme. Dit betekent dat de kenmerken hetzelfde zijn als bij autisme, maar dat ze zich niet zo hard uiten. Vandaar de naam "autismespectrum": de patiënt is niet 100 % autistisch, maar vertoont wel kenmerken uit het "autistisch spectrum". a. Kenmerken Autisme kan enkel vastgesteld worden aan de hand van een observatieonderzoek. Bij dit onderzoek wordt er vooral gekeken naar 3 kenmerken: 1) Een abnormale ontwikkeling van de verbale en non-verbale taal. Ze communiceren dus op een andere manier dan wij. 2) Deze andere communicatie leidt tot moeilijkheden in het opbouwen van relaties met andere mensen. 3) Een ongewone ontwikkeling van de verbeelding. Zo hebben de patiënten moeite met het onderscheiden van werkelijkheid en fantasie. Als ze bv. een detective film zien op tv, denken ze dat de moord echt is gepleegd. Deze 3 kenmerken zijn dus de basis van de diagnose die wordt gesteld maar er zijn natuurlijk ook nog enkele andere factoren die meespelen. Zoals de leeftijd, de begaafdheid, het karakter… Deze factoren spelen ook een grote rol in hoe iemand zich gedraagt. Omdat het juist zo moeilijk is om de juiste diagnose te stellen (er bestaan veel verwante autismespectrumstoornissen), wordt er beroep gedaan op een team van specialisten met onder andere een psycholoog, een kinderpsychiater, een logopedist,… Met een goede diagnose en begeleiding van dit team is het mogelijk voor de patiënt om toch nog een vrij normaal leven te leiden. b. Speciale gevallen van autisme Zoals hierboven vermeld zijn er dus enkele speciale gevallen. De twee meest voorkomende zijn: Stoornis van Asperger: De twee belangrijkste kenmerken hiervan zijn sociale beperkingen en een zeer repetitieve vorm van gedrag en activiteiten. PDD-NOS : Pervasieve Ontwikkelingsstoornis Niet Anderszins Omschreven Deze variant bestaat uit mensen die ook sociale beperkingen hebben, maar daarbovenop het ook moeilijk hebben om fantasie en werkelijkheid van elkaar te onderscheiden. Ze hebben ook vaak de neiging om zich te concentreren op de allerkleinste details. Tessa Verberckmoes, Elien Van den Bulck, Annelies Van der Hoeven, Stéphanie Ramaekers, Charlotte Geunens en Sarah Geens Deze variant bevat ook de atypische autisten. Dit zijn mensen waarbij autisme pas op een latere leeftijd voorkomt. c. Syndroom van Asperger Het Aspergersyndroom is een ontwikkelingsstoornis die erkend wordt tot het autisme spectrum. Het syndroom is vernoemd naar de Weense kinderarts dr. Hans Asperger. Bij mensen met het syndroom van Asperger is er , net als bij de andere autismespectrumstoornissen, sprake van een slechte motoriek1 en hebben ze moeite met het inschatten van sociale situaties. Wat Asperger onderscheidt van een klassieke autistische stoornis, is dat er geen vertraging is op taalgebied. Ze beschikken ook over een hoge of normale intelligentie en hebben de ‘ normale’ neiging om contact met anderen te maken. Het syndroom van Asperger wordt daarom vaak tot de mildere vormen van het autismespectrum gerekend. Deze mensen worden eerder als iemand die wereldvreemd, excentriek of eenzelvig is beschouwd. Mensen met dit syndroom hebben het moeilijk om ‘tussen de regels te lezen’ binnen een sociale context. We bedoelen hiermee dat deze mensen niet beseffen wat sociaal aanvaardbaar is tijdens een gesprek en wat niet. Ze hebben dus problemen met het begrijpen van de sociale regels. Ook het verstaan van non-verbale communicatie 2zorgt voor problemen. Hun vermogen om letterlijk en figuurlijk uiteen te houden en iemands lichaamstaal te lezen is beperkt. Als gevolg hiervan weten ze niet goed welke mimiek ze moeten aannemen om emoties te tonen. Door dit gebrek aan sociale vaardigheden hebben mensen met Asperger moeite met het aangaan en het onderhouden van sociale contacten. Dit leidt er ook toe dat mensen met het Asperger syndroom drukke sociale gebeurtenissen onaangenaam vinden. Voor hun is een activiteit belastend en inspannend omdat ze altijd op zoek gaan naar die verschillende emoties. Van daaruit kan zich dan logischerwijs stress, onzekerheid en angst ontwikkelen. Veel mensen met Asperger willen wel een sociaal leven en worden daartoe ook geholpen maar het blijft moeilijk. Vriendschap sluiten blijft echter een haast onmogelijke opgave voor deze mensen hoe graag ze dit ook willen. De vaardigheden die nodig zijn om een vriendschapsrelatie op te bouwen en te onderhouden zijn vaak echter te complex voor hen. Zonder aangeboren talent en intuïtie om de verschillende subtiele en informele regels van de omgang te begrijpen, is elke poging om vriendschap te sluiten een bijzonder bedreigende en verwarrende ervaring. Mensen met Asperger hebben geen vertraging op taalgebied en staan er om bekend dat ze formele of pedant taal hanteren wanneer ze praten. Mensen met Asperger kunnen al vroeg volwassen praten maar hebben het moeilijk met pragmatisch taalgebruik. Als gevolg hiervan praten mensen met Asperger vaker tegen dan met iemand. Mensen met dit syndroom gaan tijdens een gesprek ook vaak lange pauzes inlassen om na te denken en stappen zeer vaak over op bekende onderwerpen. 1 slechte motoriek: zowel kinderen als volwassenen met het syndroom van Asperger bewegen zich vaak traag en houterig. Ze hebben ook minder expressieve gelaatsuitdrukkingen en een wat monotonere stem. 2 Non-verbale communicatie: oogcontact, gelaatsuitdrukking, lichaamshoudingen en gebaren. Tessa Verberckmoes, Elien Van den Bulck, Annelies Van der Hoeven, Stéphanie Ramaekers, Charlotte Geunens en Sarah Geens Het overstappen op bekende onderwerpen is vaak gelinkt met hun intense interesses. Mensen met Asperger kunnen een intense interesse koesteren. Mensen met dit syndroom hebben diverse of vele zeer specifieke interessegebieden. Ze zijn echter steeds slechts op één tegelijk geconcentreerd. Deze interesses verschillen per persoon en kunnen doorheen de jaren veranderen en soms zelfs volledig verstoten worden. Een van de meest voorkomende is verzamelwoede zoals bijvoorbeeld postzegels of flessendoppen. Wat kenmerkend is voor het syndroom van Asperger is dat het niet zozeer gaat over de precieze interesse maar over de intensiteit. Deze interesse biedt de persoon een kunstmatig geordende wereld3, die hij zelf in de hand heeft en waar hij alles kan controleren. Het is een manier om te ontsnappen aan de onvoorspelbaarheid van de, voor hun onbegrijpbare buitenwereld. Mensen met Asperger hebben meestal geen verstandelijke handicap. Ze beschikken over een normale tot hoge intelligentie. Mensen met Asperger zijn goed in het verwerven van kennis en betekenis van woorden, feitelijke informatie, rekenen en abstracte analyse. Ze zijn een vat vol tegenstrijdigheden. Ze kunnen geniaal zijn op het vlak van wiskundige berekeningen maar kunnen zelf hun eigen veters niet knopen. Ze stellen vaak zeer hoge eisen aan zichzelf en hebben een opvallend goed geheugen.4 Het is dus mogelijk voor mensen met Asperger om les te volgen in een gewone school. Er moet zeker wel extra begeleiding zijn voor deze mensen of een aangepast programma, maar door hun normale intelligentie, hun vermogens op taalgebied en hun neiging om toch sociaal te zijn is het mogelijk ,om deze mensen in het normaal onderwijs te plaatsen. 2. Begeleiding a. Algemeen De manier waarop we omgaan met autisme moet aangepast zijn aan hun andere manier van informatie verwerken. Mensen met autisme hebben nood aan gepaste ondersteuning. Zo kunnen wij hun leef en leeromgeving op een overzichtelijke en hanteerbare manier ordenen, waardoor bedoelingen van mensen en gebeurtenissen meer betekenissen krijgen. Mits de nodige aanpassingen en deze extra ondersteuning kunnen mensen met autisme zich levenslang ontwikkelen en blijven nieuwe ervaringen uitdagend voor hen in plaats van beangstigend. Vele autisten kampen ook met psychische problemen en hier kan dan ook deskundige psychische begeleiding hen helpen. Deze begeleiding is aangepast aan het anders zijn en hun andere stijl van communiceren en denken. Er bestaan dan ook groepen die autisten begeleiden. Één van zo een groepen is PASS. Het is een zelfhulpgroep voor jongeren en volwassenen met Autisme in Vlaanderen. De afkorting staat voor 3 Deze specifieke interesses zijn berekenbaar en overzichtelijk in een wereld die onvoorspelbaar is, ze zijn er om orde te scheppen in de chaos van het leven. Ze zijn een vorm van controle en worden onderdeel van de dwangmatige routine. Deze interesse is ook een middel om tot rust te komen en te ontsnappen aan de stress van het dagelijks leven. 4 Veel mensen met Asperger hebben de neiging om de meest bizarre dingen te onthouden en deze feiten dan tijdens een gesprek naar voren te brengen. Tessa Verberckmoes, Elien Van den Bulck, Annelies Van der Hoeven, Stéphanie Ramaekers, Charlotte Geunens en Sarah Geens Personen met een Autisme Spectrum Stoornis. Ze organiseren meetings waarop mensen met autisme elkaar dan kunnen ontmoeten. Dit zorgt er ook voor dat ontmoetingen met andere mensen vlotter, gemakkelijker gaan verlopen. Mensen die zelf vermoeden dat ze autisme hebben die worden ook betrokken bij de activiteiten. Pass heeft kantoren in Leuven, Antwerpen, Gent, Hasselt,Brussel, Brugge, Waasland en Turnhout. Er wordt om de maand per afdeling 1 ontmoeting of activiteit gepland. Ze gaan dan eens naar de cinema, badmintonnen, .... Er is ook een jongerenafdeling JonASS die zich specifiek richt tot jongeren tussen 12 en 18 jaar. b. Onderwijs In het algemeen maar ook gericht op het onderwijs is er begeleiding nodig. Voor kinderen met autisme is de wereld om hen heen ondoorzichtig. De behandeling van kinderen met autisme is er op gericht om hen de wereld beter te doen begrijpen en hieraan betekenis te verlenen. Onderwijs is behandeling. Het onderwijs speelt dus een hele belangrijke rol in de begeleiding voor kinderen met autisme of een autisme spectrum stoornis. Hoewel deze mensen een ontwikkelingsstoornis hebben kunnen ze toch leren om te ontwikkelen. Als je deze mensen aan hun lot overlaat, dan zal er van deze ontwikkeling weinig of geen sprake zijn. Onderwijs moet aangepast worden aan hun manier van informatieverwerking. Zo speelt de inhoud van het leerplan een belangrijke rol. Vaardigheden die andere mensen spontaan of op speelse wijze ontwikkelen, kunnen kinderen met autisme vaak enkel op een schoolse manier verwerven. Naast de traditionele vakken en vaardigheden vinden nu ook communicatieve en sociale vaardigheden een plaats in het leerplan. Omdat mensen met autisme hun aangeleerde vaardigheden minder spontaan buiten de leeromgeving toepassen moet het onderwijs de levensvaardigheden ook buiten de schoolmuren aanleren. In het onderwijs moet daarom voldoende ruimte zijn voor het aanleren van functionele overlevingsvaardigheden; sociale vaardigheden, zelfredzaamheid, vrijetijdsvaardigheden en communicatievaardigheden. Kortom, zoals eerder vermeld is leren pas mogelijk als het onderwijs aangepast is aan de andere manier van informatieverwerking van kinderen met autisme Autisme vinden we in elk onderwijstype terug. Afhankelijk van de noden en de behoeften van het kind en zijn gezin moet er worden gezocht naar de onderwijsvorm die het best voldoet aan deze noden. Overal waar kinderen met een autisme stoornis onderwijs volgen, zijn er aanpassingen binnen het onderwijs nodig. Veel hangt af van de sociale inzichten en vaardigheden van het kind en zijn behoefte aan aangepast onderwijs. In het gewoon onderwijs kan je een autistisch kind vinden met gemiddelde intelligentie. Als leraar is het erg handig als je weet hoe je hiermee moet omgaan indien er zo een leerling en je klas zit. De meeste kinderen met autisme en een verstandelijke beperking verblijven in het buitengewoon onderwijs. Verschillende scholen in het buitengewoon onderwijs investeren al jaren in vorming en aanpassing van de leeromstandigheden voor hun leerlingen met autisme. Zo bestaan er scholen waar leerlingen met een autisme spectrum stoornis samen komen in een autiklas of structuurklas. In deze klassen wordt gewerkt met structuur tijd en ruimte. Een voorbeeld van zo een autiklas kan je vinden Tessa Verberckmoes, Elien Van den Bulck, Annelies Van der Hoeven, Stéphanie Ramaekers, Charlotte Geunens en Sarah Geens in Tessenderlo daar heeft men nog niet zo heel lang geleden de structuurklas ‘De regenboog’ opgericht. Over het algemeen is er een duidelijke structuur in zo’n klas aanwezig. Elk kind krijgt een schema waarop zijn volledige dag staat beschreven, zo hoeft het kind niet bang te zijn om controle te verliezen, want hij of zij kan al op voorhand zien wat er gaat of moet gebeuren en de leerling kan zich hierop voorbereiden. Vaak vind je ook communicatiesystemen terug in de lokalen. Hier wordt alles stap per stap uitgelegd hoe je juist een conversatie moet voeren. Dit geeft de kinderen weer duidelijke richtlijnen en zo weten ze meteen waaraan ze zich moeten houden. Het doel van deze klassen is om de leerlingen te leren zo zelfstandig mogelijk in de maatschappij te functioneren. Elke school probeert natuurlijk dit op hun eigen manier te verwerven. De school kan een steun bieden en een goede manier zijn om kinderen met autisme te helpen, maar er zijn nog steeds onvoldoende scholen, zowel gewone als buitengewone, met een autismevriendelijk aanbod. Waardoor niet alle kinderen met autisme binnen een redelijke afstand van hun huis op gepast onderwijs kunnen rekenen. c. Hoe kan een leerkracht ermee omgaan? De beste school is die waar een kind de meeste ontwikkelingskansen krijgt. Een goede voorbereiding van zowel het kind met autisme als de leerkracht en andere kinderen is noodzakelijk om een kind met autisme een leerzame en fijne tijd te bezorgen in elke vorm van het onderwijs. Er zijn verschillende algemene tips die een leerkracht kunnen helpen om met autisme om te gaan: Duidelijke regels, eisen en verwachtingen hebben en deze steeds weer opnieuw kunnen afstemmen op de mogelijkheden van het kind. Neutraal zijn i.p.v. sterk invoelend Eenvoudig taalgebruik hebben en veel gestructureerd visualiseren. Dit omdat veel van deze kinderen sterker visueel dan auditief zijn ingesteld. Bv. Roosterwijzigingen ook schriftelijk meedelen i.p.v. enkel mondeling. De negatieve houding van de leerling niet persoonlijk opvatten. Geduldig zijn en niet gericht zijn op het behalen van een diret resultaat. Naar een goede samenwerking streven met de ouders en de begeleiders van de leerling. Een duidelijke en consequente houding hebben. Het kind goed voorbereiden op veranderingen. Omdat elk kind met autisme zijn eigen persoonlijkheid heeft, uiten typische symptomen van autisme zich in een voor elk persoon op een verschillende manier. Als gevolg daarvan is er geen precies voorschrift voor benadering in klassensituaties die geldig is voor iedereen met autisme. Maar met extra informatie is het gemakkelijker om te weten hoe je op iets moet reageren, hiervoor enkele vormen: Kinderen met autisme zijn niet (voldoende) in staat de ingewikkelde regels van sociale interactie te begrijpenen. Hoe te handelen: Bescherm het kind tegen plagen en pesten; Tessa Verberckmoes, Elien Van den Bulck, Annelies Van der Hoeven, Stéphanie Ramaekers, Charlotte Geunens en Sarah Geens Het is goed om de sociale problemen die hij of zij heeft, aan de leeftijdsgenoten te beschrijven als een echte handicap. Benadruk de sterke kanten van het kind door situaties te scheppen waarin tijdens het leren samengewerkt moet worden, daardoor zal het kind eerder geaccepteerd worden. De meeste kinderen met autisme willen wel vrienden hebben, maar weten eenvoudig niet hoe ze contacten moeten leggen. Hun moet geleerd worden hoe ze op sociale signalen moeten reageren. Geef voorbeelden van wederkerige interactie en doe rollen- spelen. Het sociale oordeel van deze kinderen verbetert alleen wanneer ze de sociale regels geleerd hebben die andere kinderen intuïtief oppikken. Leg hen uit waarom een reactie niet goed was en welke wel goed geweest zou zijn. Oudere leerlingen met autisme kunnen voordeel hebben van een gewone leerling die hen steeds begeleidt (een buddy). De klasgenoot kan een oogje op z'n medeleerling houden en hij kan proberen hem mee te laten doen met allerlei activiteiten op school. Kinderen met autisme neigen ernaar zich af te zonderen; de leraar moet dus betrokkenheid met en van anderen aanmoedigen. Moedig actieve socialisatie aan en beperk de tijd die besteed wordt in het alleen bezig zijn met de eigen interesses. Kinderen met autisme worden helemaal in beslag genomen door zonderlinge bezigheden of zijn soms intens gefixeerd op vreemde bezigheden. Ze neigen ernaar "lezingen" te geven over hun speciale interesses zonder daarbij rekening te houden met gevoelens en belangstelling van anderen. Ze vragen steeds maar door over hun interesse. Ze hebben er moeite mee om van een idee af te stappen. Ze volgen hun eigen aandrang los van wat voor eisen aan hun gesteld worden. Soms weigeren ze iets te leren wat buiten hun speciale interessegebied ligt. Hoe te handelen: Sta het kind niet toe aanhoudend alleen maar te praten of vragen te stellen over hun geïsoleerde belangstelling. Beperk dit door een bepaalde tijd van de dag aan te wijzen waar het kind over deze onderwerpen kan praten. Deze kinderen reageren op complimenten. Deze kinderen moeten geprezen worden voor eenvoudig, voor iedereen normaal sociaal gedrag. Gedrag waar bij andere kinderen zonder meer van uit gegaan wordt. Sommige kinderen met autisme willen geen opdrachten doen die buiten hun interessegebied ligt. Er moeten duidelijke verwachtingen over het gewone schoolwerk genoemd worden. Het moet voor het kind erg duidelijk zijn dat hij niet de baas is en dat hij duidelijke schoolregels moet opvolgen. Kom het kind gelijktijdig halverwege tegemoet door hem gelegenheid te geven zijn eigen interesses na te streven. Voor erg weerspannige kinderen kan het nodig zijn in het begin de opdrachten op het kind toe te snijden en in verband te brengen met hun speciale interesses. Introduceer langzamerhand andere onderwerpen bij de opdrachten. Kinderen met autisme zijn door interne prikkels, snel afgeleid van hun werk. Ze neigen ernaar zich in hun eigen complexe wereld terug te trekken op een veel intensere manier dan het typische dagdromen. Ze kunnen hun werkzaamheden vaak slecht organiseren. Ze hebben er moeite mee om in een groepssituatie te leren. Hoe te handelen: Tessa Verberckmoes, Elien Van den Bulck, Annelies Van der Hoeven, Stéphanie Ramaekers, Charlotte Geunens en Sarah Geens Er moet een structuur in de klas zijn. Opdrachten moeten in kleine stukken verdeeld worden. De leraar moet veelvuldig controleren, bespreken en zonodig bijsturen. Kinderen met ernstige concentratieproblemen, hebben er voordeel bij wanneer de werksessies precies afgebakend zijn in tijd. Dit helpt hen met hun eigen organisatie. Klassewerk dat binnen deze tijd niet af is moet afgemaakt worden in hun eigen tijd. Geef het kind een plaats vooraan in de klas en stel hem regelmatig vragen om hem te helpen bij de les te blijven en bespreek een niet-verbaal signaal met het kind (bv een vriendelijk tikje op de schouder) wanneer het kind niet oplet. De leraar moet het kind voortdurend actief aanmoedigen om ervoor te zorgen dat het kind zijn innerlijke gedachten/ fantasieën achter zich laat en weer gericht wordt op de echte wereld. Kinderen met autisme zijn lichamelijk onhandig en het kan hun mogelijkheden om te schrijven of tekenen aantasten. Hoe te handelen: Verwijs het kind naar aangepaste gymlessen als de problemen met de grove motoriek ernstig zijn. Dwing het kind niet om mee te doen met competitiesporten, want zijn of haar slechte motoriek roept alleen maar frustratie op en geplaag van de teamgenoten. Voor kinderen met autisme kan het noodzakelijk zijn een individueel schrijfprogramma te volgen dat leidt tot overtrekken en namaken op papier, gecombineerd met bewegingspatronen op het bord. Als het kind opdrachten krijgt die binnen een bepaalde tijd af moeten zijn, dan moet er rekening worden gehouden met het langzamere schrijven. Een examen laten maken in een aparte ruimte geeft niet alleen de ruimte voor meer tijd, maar zal ook de mogelijkheid geven om de toegevoegde structuur en de aanwijzingen van de leraar te krijgen die deze kinderen nodig hebben om zich op hun taak te blijven concentreren. Kinderen met autisme hebben meestal een gemiddeld tot bovengemiddelde intelligentie (speciaal als het op spreken aankomt) maar missen het denken op een hoger niveau en de vaardigheden om zaken te begrijpen. Ze neigen ernaar om alles letterlijk te nemen. Hun geheugen is mechanisch. Dat betekent dat het kind kan antwoorden alsof er een band wordt afgedraaid. De vaardigheden om problemen op te lossen zijn meestal slecht. Hoe te handelen: Zorg voor een zo individueel gericht schools programma dat er op gericht is om steeds successen te behalen. Het kind met autisme heeft een grote motivatie nodig om niet zijn of haar eigen impulsen te volgen. Biedt extra uitleg en probeer te vereenvoudigen als de lesstof abstract is. Sla munt uit het uitzonderlijke geheugen dat deze kinderen hebben. Kinderen met autisme zijn heel goed in het herkennen bij het lezen, maar hun taalbegrip is zwak. Neem niet aan dat ze begrijpen wat ze zo vloeiend lezen. Kinderen met autisme zijn intelligent genoeg om mee te komen in het normale onderwijs, maar ze hebben niet de emotionele vindingrijkheid om opgewassen te zijn tegen de eisen van de klas als Tessa Verberckmoes, Elien Van den Bulck, Annelies Van der Hoeven, Stéphanie Ramaekers, Charlotte Geunens en Sarah Geens groep.. Kinderen met autisme lijken zelden ontspannen te zijn en raken gemakkelijk van slag als dingen niet gaan volgens hun starre denkbeelden. Hoe te handelen: Voorkom uitbarstingen door uitermate consequent te zijn. Leer de kinderen hoe ze met spanningen kunnen omgaan, om uitbarstingen te voorkomen. Help het kind met het schrijven van een lijst van erg concrete stappen die gezet kunnen worden wanneer hij of zij van streek raakt (bv, 1-Adem drie keer diep; 2-Tel de vingers van je rechterhand langzaam drie keer; 3-Vraag of je even naar je mentor mag, enz). Neem een reeks handelingen op in de lijst die het kind plezierig vindt. Schrijf deze stappen op een kaart die het kind in z'n zak bij zich heeft. Emotie in de stem van de leraar moet vermeden worden. Kinderen met autisme kunnen gevoelens van anderen niet goed waarnemen. Maar zo zijn ze zich ook niet goed bewust van hun eigen gevoelens. Vaak verbergen ze hun depressie en ontkennen de symptomen. Accepteer niet de beoordeling van het kind zelf in deze situaties. Het is van groot belang dat jongeren met autisme een aangewezen leraar hebben met wie ze tenminste een keer per dag alles door kunnen nemen. Deze kinderen hebben een leeromgeving nodig waarin ze zichzelf als bekwaam en productief zien. Leraren kunnen een belangrijke rol spelen om kinderen met autisme te helpen een plekje in de wereld om hen heen te vinden. Omdat kinderen met autisme vaak niet in staat zijn om hun angsten en zorgen uit te drukken, moeten volwassenen die voor hen belangrijk zijn, het de moeite waard maken om hun veilige innerlijke fantasieleven te verlaten voor de onzekerheden van de wereld om hen heen. Professionele hulpverleners die met deze jongeren werken moeten de externe structuur, organisatie en stabiliteit aanbieden die zij missen. Het gebruik van creatieve leer- strategieën bij personen met autisme is cruciaal, niet alleen om schoolse successen aan te bieden, maar ook om hen te helpen zich minder anders te voelen dan andere mensen en minder overmand te worden door de gewone eisen van alle dag. Tessa Verberckmoes, Elien Van den Bulck, Annelies Van der Hoeven, Stéphanie Ramaekers, Charlotte Geunens en Sarah Geens Bronnen Boeken: Robert S. Feldman, ontwikkelingspsychologie 4de editie,2009, Pearson Education Benelux, p 392- 406 Het aspergersyndroom. Praktische oplossingen bij sensorische integratieproblemen / Brenda Myles e.a. (Uitgeverij Pica) (ISBN 978-90-77671-04-7) Een vreemde wereld: over autisme, het syndroom van Asperger en PDD-NOS. Voor ouders, partners, hulpverleners, en de mensen zelf / Martine F. Delfos (Uitgeverij SWP, 4e druk 2003) (ISBN 90-6665-533-X) Mafkezen en het aspergersyndroom / Luke Jackson (Nieuwezijds) (ISBN 90-5712-168-9) Mozart & the Whale [Video] / 91 minuten (2004) Een aspergerrelatie / Gisela & Christopher Slater-Walker (Uitgeverij Nieuwezijds) (ISBN 90 5712 189 1) Geef me de 5. Een praktisch houvast bij de opvoeding en begeleiding van kinderen met autisme. / Colette de Bruin (ISBN 90-75129-64-5) Meisjes en vrouwen met Asperger / Tony Attwood, Temple Grandin e.a. (Pica, 2007) (ISBN 90-77671-22-6) Brein bedriegt: als autisme niet op autisme lijkt / Peter Vermeulen (EPO & Vlaamse Dienst Autisme, 1999) (ISBN 90-6445-127-3) Het syndroom van Asperger: een gids voor ouders en hulpverleners / Tony Attwood (Swets & Zeitlinger BV, 2e druk 2001) (ISBN 90-265-1672-X) De spiegel van mijn ziel (engelse werktitel: songs of a gorilla nation) / Dawn Prince-Hughes Websites: http://users.telenet.be/kiddies/autisme.htm http://www.triangel-vzw.be/behandel_autisme.htm http://www.autsider.net/spectrum/ http://users.skynet.be/website.autiplanet/Autiplanet/waar_moet_je_als_leerkracht_op_l.htm http://members.home.nl/perea/asperger.htm http://www.gezondheidsplein.nl/aandoeningen/1265/Asperger-syndroom.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Syndroom_van_Asperger: http://www.autismevlaanderen.be/info/autisme/aandoen/gep_ondersteuning.asp http://users.skynet.be/website.autiplanet/Autiplanet/onderwijs.htm http://www.fontys.nl/sph/gast/bestanden/autisme/AUTB4/autb4.htm#Onderwijs http://www.hbvl.be/limburg/tessenderlo/autiklas-in-de-regenboog.aspx