en vroegschoolse educatie 95075

advertisement
RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET
KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE
EDUCATIE
Kids2b Delfzijl
Plaats
LRKP nummer
Onderzoeksnummer
Datum onderzoek
Datum vaststelling
:
:
:
:
:
Delfzijl
445403792
290579
11 oktober 2016
16 december 2016
Pagina 2 van 16
INHOUDSOPGAVE
1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
BEVINDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3
CONCLUSIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
4
REACTIE VAN DE HOUDER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
BIJLAGE 1 OORDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Pagina 3 van 16
Pagina 4 van 16
1
INLEIDING
Op 11 oktober 2016 heeft de inspectie peuteropvang Kids2b onderzocht.
Het onderzoek is uitgevoerd vanwege het toezicht van de Inspectie van het
Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie
(vve). Peuteropvang Kids2b is opgenomen in een steekproef waarbij we
gegevens verzamelen over de kwaliteit van de voorschoolse educatie ten
behoeve van de jaarlijkse rapportage "De staat van het onderwijs".
Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en
vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij
overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de
vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze
indicatoren hebben betrekking op:
•
•
•
•
•
•
•
De
De
De
◦
◦
◦
De
De
De
De
voorwaarden voor vve
ouders
kwaliteit van de educatie
Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden
Het pedagogisch klimaat
Het educatief handelen
ontwikkeling, zorg en begeleiding
kwaliteitszorg
doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool
resultaten van vve
Onderzoeksopzet
Het onderzoek bestond uit een vve-locatiebezoek, waarbij:
•
documenten over planning, begeleiding en zorg zijn bestudeerd;
•
een groepsobservatie is uitgevoerd bij de Wadlopertjes;
•
gesprekken met de locatieleiding, ouders, pedagogisch medewerkers en
de intern begeleider en een vertegenwoordiging van de houder zijn
gevoerd.
Pagina 5 van 16
Toezichtkader
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het
Toezichtkader vve 2010 en de werkinstructie toezichtkader voor- en
vroegschoolse educatie, maart 2014. Dit document is te vinden op
www.onderwijsinspectie.nl.
Opbouw rapport
In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar
onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is
tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. In
hoofdstuk 4 wordt de houder van de kinderopvanglocatie uitgenodigd om kort te
reflecteren op de bevindingen van de inspectie en zo mogelijk aan te geven
welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden. Bijlage 1 van dit
rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de
bevindingen van de inspectie daarover.
Pagina 6 van 16
2
BEVINDINGEN
Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en
vroegschoolse educatie op de meeste aspecten op orde is, te weten de condities,
het ouderbeleid, het pedagogisch handelen en de doorgaande lijn.
Daarnaast zijn meerdere verbeterpunten geconstateerd op de volgende
aspecten: educatief handelen, ontwikkeling, begeleiding, zorg en kwaliteitszorg.
Totaalbeeld
Peuteropvang Kids2b is gevestigd in de Brede School Noord in Delfzijl. In het
gebouw zijn twee basisscholen gevestigd: o.b.s. Noorderbreedte en c.b.s. De
Meerpaal. De peuteropvang en scholen hebben regelmatig contact. Ook
verschillende maatschappelijke organisaties, onder meer het Centrum voor
Jeugd en Gezin, zijn in het gebouw aanwezig.
Na de harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzalen in januari 2016 is de
bezetting van de groepen gewijzigd. De pedagogisch medewerkers werken in
verschillende combinaties op de groepen en hebben minder tijd dan voorheen
om hun werk voor te bereiden en te evalueren.
Tijdens het inspectiebezoek waren 12 peuters aanwezig, waarvan 9
doelgroepkinderen. Relatief veel peuters hebben te maken met een ongunstige
thuissituatie: weinig aandacht voor de sociale ontwikkeling en voor de
taalontwikkeling; ouders met psychische en sociale problemen; werkloosheid.
Naar schatting tachtig procent van de ouders is werkloos.
Toelichting
Condities
De GGD heeft peuteropvang Kids2b Delfzijl bezocht in februari 2016. Uit het
rapport blijkt dat de peuteropvang aan alle condities voldoet. De
doelgroeppeuters bezoeken de peuteropvang vier dagdelen per week en de
meeste kinderen starten als ze twee jaar zijn. De pedagogisch medewerkers zijn
toereikend gekwalificeerd en volgen regelmatig scholingen en trainingen volgens
het jaarlijks opleidingsplan en naar aanleiding van functioneringsgesprekken en/
of observaties.
Ouders
Kids2b heeft samen met de basisscholen in Brede School Noord een analyse van
de ouderpopulatie laten maken. Uit deze analyse komt naar voren dat de
peuteropvang zich extra moet inspannen om nog meer ouders te betrekken bij
de ontwikkeling van hun kinderen. Dit ondanks het feit dat de peuteropvang een
Pagina 7 van 16
gericht ouderbeleid voert: ze informeert ouders uitgebreid en op verschillende
manieren (schriftelijk, voorlichtingsbijeenkomst met diverse aantrekkelijke
werkvormen) over vve en organiseert een uitgebreide intake. Ouders worden
uitgenodigd om over hun kind en de opvoeding te vertellen en pedagogisch
medewerkers sluiten daarbij aan en geven ouders suggesties om thuis
ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen. Over elk thema krijgen ouders
persoonlijk een informatiebrief met suggesties voor spelletjes, boekjes en
liedjes mee naar huis. Drie keer in de peuterperiode (na de wenperiode, met
drie jaar en kort voor vertrek naar de basisschool) informeren de pedagogisch
medewerkers de ouders standaard over de ontwikkeling van hun kind.
Daarnaast is er bij de inloop en als de peuters opgehaald worden altijd
gelegenheid voor een gesprek tussen pedagogisch medewerkers en ouders. De
ouders waarmee de inspectie gesproken heeft, zijn tevreden over de opvang van
hun kind en ze vinden dat de ontwikkeling van hun kind, ook als dat nog maar
sinds kort op de groep komt, merkbaar gestimuleerd wordt.
Kwaliteit van de uitvoering van vve
Kids2b Delfzijl gebruikt een integraal vve-programma om de ontwikkeling van de
peuters breed te stimuleren. De pedagogisch medewerkers maken een jaar- en
weekplanning. Gezien de taalachterstanden van veel leerlingen kan het aanbod
voor de taalontwikkeling (C1.3) nog meer gerichte aandacht krijgen. In de
planning is weliswaar aangeduid welke activiteiten gepland zijn voor de jongste
en de oudste kinderen, maar in de praktijk komt dit te weinig uit de verf.
Daarnaast zijn er aanmerkelijke verschillen tussen kinderen binnen deze twee
leeftijdsgroepen waarmee nu te weinig rekening wordt gehouden (C1.4).
De pedagogisch medewerkers creëren een veilig en positief klimaat in de groep:
ze hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen en stimuleren de
zelfstandigheid, bijvoorbeeld door kinderen zelf hun jas te laten aantrekken. Het
stimuleren van sociale vaardigheden is een ontwikkelpunt (C2.3). De kinderen
spelen nu voornamelijk naast elkaar en de pedagogisch medewerkers zouden
meer aandacht kunnen besteden aan samen leren spelen en naar elkaar
luisteren. Overigens geeft het noemen van de namen van de kinderen en het
praten over de dagritmekaarten hiervoor wel een aanzet.
De inrichting van de ruimte kan aantrekkelijker, uitdagender en taaluitlokkender (C2.5). Er zijn nu wel verschillende hoeken en een herkenbare
themakast met themawoorden en een bijbehorend boek, maar in de huishoek
ontbreken bijbehorende echte, uitdagende materialen en verkleedspullen. Naast
enkele themawoorden zijn geen of weinig letters, cijfers of labels aanwezig.
De pedagogisch medewerkers hebben geen afspraken gemaakt over de
taakverdeling tussen beide leidsters en ook de taak van de vrijwilliger is niet
duidelijk (C3.1). In de praktijk betekent dit dat één van de pedagogisch
Pagina 8 van 16
medewerkers de leiding neemt bij het educatief handelen. Bij het vrij spelen
stimuleren beide leidsters de peuters om te spelen en volgen daarbij het spel
van de kinderen. Ontwikkelpunten zijn het stimuleren van de taalontwikkeling
(C3.2), de interactie tussen kinderen (C3.3) en het aanpakgedrag (C3.5). Over
het geheel genomen benoemen de pedagogisch medewerkers te weinig wat de
kinderen doen, geven weinig mondelinge uitleg over de aanpak van een taak of
activiteit. Ook kijken ze nauwelijks met de kinderen terug op wat ze gedaan en
geleerd hebben. Afstemmen op verschillen tussen peuters (C3.7) is ook een
aandachtspunt. Extra ondersteuning van kinderen in een kleinere groep of
individueel kan helpen om het ontwikkelingsniveau van de kinderen doelgericht
een stapje verder te brengen.
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
Het volgen van de brede ontwikkeling van de peuters (D1.1) is een
verbeterpunt. De pedagogisch medewerkers volgen de sociaal-emotionele
ontwikkeling van de leerlingen regelmatig en nemen vanaf het moment dat de
kinderen 3 jaar zijn taal- en rekentoetsen af. De motorische ontwikkeling wordt
echter niet systematisch gevolgd en ook de taal- en rekenontwikkeling krijgen in
het eerste jaar dat de kinderen de peuteropvang bezoeken te weinig
systematisch aandacht.
Veel kinderen ondervinden problemen met de sociale en/of cognitieve
ontwikkeling. De intern begeleider observeert regelmatig in de groep en zoekt
samen met de pedagogisch medewerker en met de ouders naar oorzaken. Dit
onderzoek leidt tot tips voor de leidster en in overleg wordt regelmatig
gesproken over de ontwikkeling van deze kinderen. Van planmatige begeleiding
en zorg ((D1.2 t/m1.4) is echter nog te weinig sprake omdat duidelijke doelen,
activiteiten en evaluaties ontbreken. Ook krijgt de taalontwikkeling te weinig
expliciete aandacht.
De externe zorg is op orde: de lijnen tussen peuteropvang, intern begeleider en
externe zorgverleners zijn kort en overleg en terugkoppeling vinden regelmatig
plaats.
Kwaliteitszorg
De leidinggevende van peuteropvang Kids2b is verantwoordelijk voor de
uitvoering van de kwaliteit van vve, hoewel dit niet formeel is belegd (E1). Ze
brengt de kwaliteit van de uitvoering van vve en van het pedagogisch klimaat
regelmatig in kaart aan de hand van gestandaardiseerde checklists. Het volgen
van de ontwikkeling van kinderen, effecten van vve, ouderbetrokkenheid en
resultaten maken nog geen deel uit van deze evaluaties (E2, E3). Naar
aanleiding van de bevindingen worden overleggen en scholingen gepland. Het
borgen (E5) van de bestaaande kwaliteit krijgt daarbij nog te weinig aandacht.
Pagina 9 van 16
Doorgaande lijn
Vrijwel alle kinderen stromen door naar een van de twee basisscholen in het
gebouw van Brede School Noord. Elke pedagogisch medewerker heeft een
aantal mentorkinderen waarvoor ze de warme overdracht naar de basisschool
regelt. Ook ouders worden daarbij betrokken. De peuteropvang werkt samen
met de scholen: over het pedagogisch klimaat, het educatief handelen en het
omgaan met ouders hebben ze regelmatig afstemmingsoverleg. Gezamenlijke
activiteiten zijn onder meer: onderbouwoverleg, digitaal overdrachtsformulier en
thema's en projecten voor de kinderen. Peuteropvang en school willen samen
een startklas opzetten om de doorgaande lijn verder te
versterken. Verbeterpunten zijn de afstemming van het aanbod (F4) en de
interne begeleiding (F7). Voor het aanbod is de doorgaande lijn verslechterd
omdat scholen en peuteropvang voorheen wel hetzelfde vve-programma
gebruikten, maar de scholen overgestapt zijn op een ander aanbod.
Pagina 10 van 16
3
CONCLUSIE
De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voorschoolse
educatie op peuteropvang Kids2b Delfzijl grotendeels op orde is. Uit het
onderzoek is gebleken dat de vve-locatie weinig tekortkomingen kent.
Pagina 11 van 16
4
REACTIE VAN DE HOUDER
Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van de
educatie op peuteropvang Kids2b Delfzijl. Daarnaast heeft de
inspectie peuteropvang Kids2b Delfzijl gevraagd te reflecteren op de uitkomsten
van het onderzoek en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen
hieraan verbonden worden.
Hieronder geeft de houder haar reactie:
De conceptrapportage is een goede, duidelijke weergave van de bevindingen
zoals die na afloop van het inspectiebezoek mondeling zijn teruggekoppeld. Ik
ben het eens met de bevindingen, waaronder de geconstateerde
verbeterpunten.
T.a.v. de punten die voor verbetering vatbaar, zullen in 2017 de volgende acties
worden uit gezet. Er worden in 2017 extra tijd en middelen ingezet op de
ondersteuning van pedagogisch medewerkers met als doel
•
de kwaliteit van de uitvoering van VVE,
•
de ontwikkeling, begeleiding en zorg,
•
kwaliteitszorg binnen voor- en vroegschool,
•
de doorgaande lijn
waar nodig te verbeteren.
Er is een plan opgesteld, waarbij een extern deskundige de teams van de
peuteropvang in de gemeente Delfzijl gaat scholen. Intern wordt coaching
aangeboden, die aansluit op de thema’s van de scholing.
Het doel van deze scholing is de uitvoeringskwaliteit en de effectiviteit van VVE
te verbeteren.
Centraal in deze training staan:
•
Het systematisch volgen van de ontwikkeling van elk kind
•
Een doelgericht activiteiten aanbod waarbij we gebruik gaan maken van
de kerndoelen voor taal rekenen en sociaal-emotionele ontwikkeling;.
•
Doelgericht werken aan:wat zijn de streefdoelen aan het einde van groep
2 en aan welke doelen moeten we werken in de peuterperiode
Onderwerpen die aan de orde komen zijn:
•
Kijken naar de kinderen, uit de toets en observatiegegevens van de
kinderen informatie halen en deze informatie vertalen naar de
Pagina 12 van 16
•
•
ontwikkelingsbehoefte van het kind waardoor er zo goed mogelijk
aangesloten kan worden op de behoeften van het kind.
Gericht activiteitenaanbod voor kleine groepjes kinderen.
Het inbouwen van evaluatiemomenten. Met als centrale vraag: Hebben de
kinderen voldoende geprofiteerd van het activiteitenaanbod?
Wat betreft de samenwerking met de scholen in de Brede School Noord is de
Startklas met de daarbij horende gezamenlijke intervisiebijeenkomsten voor
onderbouwleerkrachten en pedagogisch medewerkers een goed begin. De lijnen
met school in het kader van informatie-overdracht / doorgaande lijn wanneer
een kind vier jaar wordt zijn al heel kort. Het opzetten van een structureel
overleg tussen ib’ers van voor- en vroegschool is een logische vervolgstap.
Pagina 13 van 16
BIJLAGE 1 OORDELEN
In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit
onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.
De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan
in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.
Legenda:
1.
Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze
kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.
2.
Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk. Deze kwalificatie geeft
aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3.
Voldoende.
4.
Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan
dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere vooren/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
Condities
1
2
3
A0.1
Er is een recent GGD-rapport beschikbaar
•
A2
De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool)
•
A3
Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting")
•
4
Voldoende vve-tijd
A4.1
De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een
vve-programma op de voorschool
•
Kwaliteit pedagogisch medewerkers
A5.2
Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd
(opleiding)
•
A5.3
Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands
•
A5.4
Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold
•
A5.5
Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan
•
Ouders
1
2
3
B1
Gericht vve-ouderbeleid
•
B2
Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd
•
B3
Intake
•
B4
Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te
doen
•
B5
Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool
•
B6
Informeren over de ontwikkeling van hun kind
•
4
Pagina 14 van 16
Kwaliteit van de uitvoering van vve
1
2
3
4
Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
C1.1
Een integraal vve-programma
•
C1.2
Werken met een doelgerichte planning
•
C1.3
Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is
voldoende dekkend en geconcretiseerd
•
C1.4
Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt
gedifferentieerd
•
Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat
C2.1
Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is respectvol
•
C2.2
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en
hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen
•
C2.3
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de
sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de
kinderen
C2.4
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de
zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de
autonomie van het kind
C2.5
De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en
spel- en taal-uitlokkend
•
•
•
Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
C3.1
Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
•
C3.2
Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor
de taalontwikkeling uitgevoerd
•
C3.3
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de
interactie met en tussen kinderen
•
C3.4
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve
betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en
werken
C3.5
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de
ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen
C3.6
Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten
met de kinderen is responsief
C3.7
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de
activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de
individuele kinderen
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
•
•
•
•
1
2
3
4
Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
Pagina 15 van 16
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
1
2
D1.1
Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen
•
D1.2
De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine
(tutor)groep en het individuele kind
•
D1.3
De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg
•
D1.4
Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding
en zorg
•
3
4
Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen
D2.1
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een
overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voorresp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die
zorg
•
D2.2
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat
kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de
voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren
•
D2.3
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de
ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
•
Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool
1
2
4
•
E1
Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool
E2
De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve
regelmatig
•
E3
De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve
•
E4
De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vveverbetermaatregelen
E5
De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vveeducatie
Doorgaande lijn
3
•
•
1
2
3
F1
Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool
•
F2
Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten
doorstromen naar een vroegschool
•
F3
De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht
•
F4
Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar
afgestemd
F5
Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de
voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd
•
F6
De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de
vroegschool is op elkaar afgestemd
•
F7
De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en
vroegschool op elkaar afgestemd
4
•
•
Pagina 16 van 16
Download