overzichtsmodule 1

advertisement
OVERZICHTSMODULE 1:
KAROLINGISCHE ARCHITECTUUR EN HAAR ERFENIS
I. INLEIDING
 Middeleeuwen: Kerk voornaamste bouwheer : waarom?
(! Bouwheer = opdrachtgever  bouwmeester = architect)
 Romeinse Rijk: hele bouwscène: organisatie & bevoorrading
Bv. bouwwerken als pantheon: betonbouw (met “romeins beton”)
 4de/5de eeuw: vervaltijd  bouwscene en technische kennisvalt stil bij val van
Romeinse Rijk
 Na verval: overwinnaar: Constantijn (christen)
 christendom wordt officiële staasgodsdienst
 nieuwe opdrachtgever: Christendom: nood aan officiële gebouwen
= basis voor middeleeuwse bouwkunst/architectuur
II. BASISMODELLEN VAN DE CHRISTELIJKE ARCHITECTUUR
“Erfgoed van Rome”
BASILICA
 Begrip “Basilica”: vergaderzaal, bijeenkomstplaats (niet gewijd)
Inspiratie bij keizerlijke gerechtszalen/troonzalen
 overgenomen door Christendom; aanvankelijk geen heiligdom, blijft
bijeenkomsplaats
 Structuur: longitudinaal(rechthoekig) plan met:
 absis: ronde uitsnijding achteraan (voor de oudsten)
 Langsas: dwarsbeuk
 Middenbeuk (schip)
 2 zijbeuken (lager)
 Lichtbeuk
 Arcade (bogenrij tussen M en Z)
 Oosteinde halfronde apsis
 Vensterzone in zijmuren schip boven dak zijbeuken = LICHTBEUK
 Plafond (niet overwelfd)
 Narthex = ‘hal’: voor niet gedoopten (toen pas volwassen gedoopt)
 Eventueel voorhof: atrium
 Weinig overblijfselen:
۰
Enkelen uit Italië:
Santa Sabina (Rome 5de eeuw) en Sant'Appolinaire Nuovo(Ravenna: 6de eeuw)
۰
Saint-Pierre (Vienne): 1 van oudste basilica: oorpsr. Gewijd aan apostelen, vanaf 5de
eeuw begraven van bisschoppen
۰
Vroegchristelijke bouwwerken in Gallisch/Frankisch gebied: zeldzaam maar ooit
vele basilica, teruggevonden zelden origineel: vaak zwaar verbouwd:
‘gemoderniseerd’ tijdens barok
 Uithoeken Romeinse/Byzanthijnse Rijk bv. Noord-Spanje: reeds basilica met uitstulpingen:
° dwarsbeuk
Vb.: San Pedro de la Nave (Zomora), Santa Maria de Naranco (Oviedo): Aula van Ramiro:
soort troonzaal, later omgevormd tot kerk, bijzonder: gewelven
BAPTISTERIUM
Gebouw gericht op dopen
 Centraalbouw:
 Cirkel/8hoek: centrale ruimte
 2 symmetrieassen
 Nissen uitgespaard in muurdikte = SPAARNISSEN
 Koepel
 Rondgang: AMBULATORIUM (niet gebruikelijk voor centraalbouw)
 Centraal: doopbekken/bad ( dopen was volledige onderdompeling)
 Ambulatorium eerder gebruikelijk vr Mausolea bv Santa Constanza(Rome 4de eeuw):
 Oosprong/inspiratie baptisteria: grafarchitectuur:
1st dacht men afgeleid van soortgelijke ruimtes in thermen MAAR daar zijn de acthoekige
ruimtes meestal kleedkamers of stoomkamers: geen centraal waterbekken!
WEL OORSPRONG: GRAFARCHITECTUUR(keizerlijke mausolea): betekenisvol verband:
dopen (toen volledige onderdompeling) = symbolisch “sterven, begraven worden &
herrijzen”
Vb. San Giovanni in Laterno (Rome) (zwaar gerestaureerd)
 Christendom: moet zich waarmaken: prestigieuze modellen als voorbeeld  keizerlijke
architectuur als inspiratiebron
 8hoek in baptisteria: getallensymboliek: 8 symbool voor het oneindige,eeuwige
 Groep voorbeelden uit N-ITA en Z-FRA met gemeenschappelijke voorvader:
Baptisterium van de heilige Ambrosius (Milaan): 4de eeuw
Ambrosius: bisschop van Milaan
Gewijd aan Johannes de Doper
Reconstructie via geschriften Ambrosius: achthoekig gebouw met achthoekig doopbekken
Reconstructie door vergelijking met gelijktijdige gebouwen: gelijkaardig aan San Aquilino:
achthoekig grondplan, kloostergewelg/achthoekige koepel, afwisselend ronde en
rechthoekige spaarnissen, dwerggalerij aan buitenzijde
 “nakomelingen” van dit baptisterium: niet altijd zelfde grondplan, wel centrale achthoek:
Noord-Italië:
Ravenna: 5de eeuw
Ariaans en orthodox baptisterium
Centrale achthoek met 4 apsissen
Albenga: 6de eeuw
Centrale achthoek met afwisselend rechthoekige en halfronde apsissen
Zuid-Frankrijk:
Fréjus: 4de eeuw
achthoekige centrale ruimte ingeschreven in vierkant, afwisselend ronde en rechte apsissen
Saint-Victor (Marseille): 5de eeuw
achthoek ingesloten in vierkant met halfronde nussen en ambulatorium
HOE VERHOUDEN DEZE 2 BASISMODELLEN ZICH T.O.V. ELKAAR?
Komen naast elkaar voor: ≠de basilica samen, 1 baptisteria (meestal gewijd aan Johannes
de Doper)
Verklaring: meestal 2 basilica: Oude en Nieuwe testament (?), concreet:
Aantal Basilica: minstens 2:
 WINTERKERK = ECCLESIA MAIOR: groter, t.e.v. Maria
 ZOMERKERK = ECCLESIA MINOR: t.e.v. Apostel of Heilige, vaak Stefaan (catechisanten
nt toegelaten)
 wisseling bij Pasen
 Groep van gebouwen samen: ontstaan van KATHEDRAAL
 na +- 1000 jaar: versmelting van functies  leidt tot ontstaan van een “kerk” zoals wij ze
nu kennen
! Behalve in Italië: functies blijven daar langer gescheiden, bv. Pisa
Voorbeelden van gebouwgroepen met zomer- en winterkerk:
 Centula (Abbéville, Frankrijk): Saint Riquier: 8ste eeuw
 Saint-Étienne (Metz, Frankrijk): 7de eeuw
Albenga
Ruw metselwerk (gaat terug tot in 5de eeuw  niet sowieso middeleeuws)
Meerdere basilica, 1 absis
Doopbekken
San Benedictus (Centula)
Abdijkerk: meerdere gebouwen
Ronde kerk  Maria
Lithurgie van Pasen: mis duurt uren: verplaatsing onder afdak van 800m
Pisa
Campanile (nu rechter gezet)
Baptisterium: gescheiden + monumentale afmetingen
3de basistype:
MARTYRIUM
= 'martelarenkerk'
Vanaf 4de eeuw in Middellandse zeebekken
Functie: eren van overledenen (martelaren)
Soms stoffelijke resten, vaak voorwerpen
Werd gauw bijgevoegd bij basilica: combinatie ontstond al t.t.v. Constantijn (SintPieter(oude)!)
Stond soms apart:
 Centraalbouw
 Rechthoekig: breed schip met 2 zijbeuken = 5-beukig schip
 Absis
Bv. : Sint-Pieter (Rome): trancept/dwarsbeuk dient als martyrium
Soms ook eerst martyrium, dan pas basilica: basilica op begraafplaatsen (basilicacoemeterium), sommigen uitgebreid met 'cryptae'(=overwelfde ruimte voor verering reliek)
Cryptae al gauw geïntegreerd in basilica, enkele zeldzame voorbeelden:
Saint-Germain (Auxerre): 5de eeuw
Gravin wil martelaar laten begraven  in martyrium: crypta voor heilige Germanus
 pelgrimstochten  ‘bedevaartsoord’  basilica toegevoegd
Abdijkerk Jouarre: 7de eeuw
Bestaande abdijkerk krijgt uitbreiding oostzijde: grafkapellen
 ontstaan van reliekenverering + mensen willen bij heiligen (“ad sanctos”)begraven
worden
= belangrijke bron van inkomsten voor Christendom (ook aflaten)
RESULTAAT:
 Basilica
 Baptisterium
 Martyrium

Vroege middeleeuwen: COMPOSIETGEBOUWEN
met meervoudige functie
Later dus versmelting van functies tot 1 geheel  ‘kerk’
Karolingische tijd = 8ste/9de eeuw: algemene heropbloei op politiek, economisch en literair
vlak: ook in beeldende kunst  grijpen terug naar antieke verleden: geldt dit ook voor
architectuur?
III. ONZE STREKEN: KAROLINGISCHE RENAISSANCE?
Kijken naar het Romeinse imperium: renovatio Romani Imperii
Abdijkerk van Fulda
Begin 8ste eeuw
Oorspronkelijke kerk midden 8ste eeuw vervangen door tweede, begin 9de: relieken voor
heilige Bonifatius
Kerk:
3beukig schip
Oostzijde: halfronde apsis
Westzijde: dwarsbeuk met ver uitspringende transeptarmen(opgedeeld door
zuilenschermen) en halfronde apsis: dienst als martyrium t.e.v. Bonifatius
Grote afmetingen + transept: verwijzing naar Sint-Pietersbasiliek Rome: enige
vroegchristelijke basilica met doorlopend transept & zuilenschermen
Ook zou altaar voor Boni op 'romeinse wijze' ingericht zijn scheidingslijn transept en
apsis: zelfde plaatsing als graf heilige Petrus S-P
Laatste analogie: Boni = “Apostel der Germanen”  Petrus = “Apostel der Romeinen”
Pfalz te Aken
Paleiscomplex Karel de Grote
Pfalzkapel (8ste eeuw) + voorhof via lange gang verboden met aula/troonzaal
Romeins?
Verband met Lateraan Rome: paleis van keizer Constantijn (4de eeuw): symbolische relatie:
Analoge schatten bewaard:
Bronzen beeld in hal: verwijzing naar bronzen beeld wolvin? (symbool antieke Rome)
 wolvin stond oorspronkelijk in paleis van de Lateranen (Rome, Constantijn): paleis ook
symbool grote Rome
Ruiterstandbeeld Constantijn in Rome (Cabbalus Constantinus): ook ruiterstandbeeld in
Aken (gehaald uit Ravenna)
 Analoge symbolen Palts  Lateraan: geen letterlijke verwijzingen, geen constructieve
overeenkomsten:
INDIRECTE VERWIJZINGEN NAAR ROME ten tijde van Constantijn (Christelijke keizer!) wél:
doodzwijgen van heidense monumenten uit Rome
Verdere uitwerking paltzkapel: zie verder
Lorsch abdij (Duitsland)
'Torhalle': poortgebouw aan ingang atrium verdwenen abdijkerk
Baksteen in ruitverband: ~Romeins metselwerk: opus reticulatum
Opbouw: vele antieke elementen: drie bogen op pijlers, gesch door halfzuilen met klassieke
kapitelen en basissen
bovenverdieping met gecanneleerde (=gegroefde)
pilasters
 Triomfboog: ook vaak aan ingang forum
Specifiek: triomfboog van Constantijn: symbool voor christelijke overwinning op
heidendom  triomfboog Lorsch symbool overwinning Karel de Grote op de
heidenen
BESLUIT KAROLINGISCHE RENAISSANCE:
= christelijke renaissance!
Karolingische schriftelijke bronnen over Rome: Constantijn centraal, “blind” voor heidense
monumenten:
▪
Toenemende gerichtheid op Rome op lithurgische vlak in het christelijke europa
van de 8ste en 9de eeuw
Gallische Kerk keert zich naar Rome (Bonifatius: leider van die beweging),
Romeinse mis, verering van Romeinse martelaren
▪
Ideaal van de christelijke keizer: terugkeer naar het gouden tijdperk van Constantijn
symbolisch terugkeren:
Karel de Grote “Romeinse keizer” : zelfs titel Caesar “Renovatio Romani Imperii”:
hernieuwing Rom. Rijk v Constantijn = politieke ambities KdG en onderliggende
bedoeling karolingisch-renaissacistische architectuur
 verwijzingen naar Constantijn als ideale christelijke keizer: Karel = “nieuwe
Constantijn”
▪
Paus tegen keizer
Middeleeuwen: Pausen wilden ook leidende rol in politiek
Tweestrijd
“schenking van Constantijn”: vervalsing: ook wereldlijke macht aan pausen,
droegen die over door koningen te kronen
▪
1 kenmerk komt overeen met Italiaanse renaissance: overlevering Vitruvius
II. DE NIEUWE BASILICA: WESTWERKEN EN UITBREIDING OOSTZIJDE
WESTWERKEN
▪
Vroegchristelijke basilica: westzijde eenvoudige muur
Vanaf 6de-7de eeuw: gebruik van torens aan westzijde (>Syrische kerkelijke
architectuur)
Karolingische periode: groeien uit tot 'westwerken' = westbouw:
▪
Definitie: Bijna zelfstandig, monumentaal torencomplex met eigen lithurgische
functie
1st: keizerlijke context: abdijen waarvan abten leden keizerlijk hofarchitect
Voorbeelden: Pfalz, Centula, Saint-Denis, Auxerre, Lorsch, Fulda, Seligenstadt,...
▪
Torencomplex = “turris” of “castellum”: één, twee of meerdere torens
▪
Betekenisachtergrond:
Tribune in Westwerk: “Thronus Imperialis”: 'koninklijk heiligdom', 'keizerlijke kapel',
'troonzaal',...
 1st keizerlijke connotatie: voorbehouden voor keizer en gevolg, bv. Pfalz troon
Tribune vaak aan 'de Verlosser' of aartsengel Michael gewijd: vergelijking/verwijzing:
aartsengelen bewaken hemelpoort  keizer vecht voor Kerk
Lithurgische functie: benedenverdieping: overwelfde ruimten, 'cryptae': altaren met
relieken: martyriumfunctie!
Later: keizerlijke betekenis verwatert, westwerk toch directe & indirecte
afstammelingen (zie 2 laatste vbn)
Enkele voorbeelden:
Saint-Ricquier (Centula, Abbéville): 8ste eeuw
▪
▪
▪
Crypta benedenverdieping westwerk: bevatte graf van opdrachtgever zelf
Dwarsbeuk (naar schip toe): doopfont en altaar  kan dienen als parochiekerk
Bovenverdieping westwerk: tribune, geopend naar schip toe: gewijd aan de
Verlosser, oostelijk deel gewijd aan heilige Richarius
Abdijkerk Corvey (Höxter aan de Weser, Duitsland): +- 850
▪
▪
▪
▪
Inspiratie: gehaald bij (verdwenen) abdijkerk van Corbie
Rondom tribune in westwerk lopen galerijen in 2 verdiepingen
Benedenverdieping overwelfd  crypta
Bovenste galerij: groter venster op middenas  keizer kon ≠de plaatsen in tribune
innemen
Tournus, Cluny III, Saint-Benoît-sur-Loire,...
 belangrijke Benedictijner abdijkerken
Westzijde: hoge “voorkerk”: soms torens, nieuwe naam: 'Galilea'
Voorkerk: overwelfde vestibule, erboven vaak kapel met aparte wijding (“chapelles hautes
dédiées à Saint Michel)
Betekenis/doel voorkerk: plaats voor leken/vreemde bezoekerstijdens eredienst
Speyer, Mainz, Worms, Nijvel, Maastricht, Luik (Lage Landen)
 Romaanse keizerskathedralen uit het Rijngebied (10de tot 12de eeuw)
Westzijde: hoge torencomplexen: stammen rechtstreeks van Westwerk af: machtssymbolen
voor belangrijke kerken verbonden aan keizerlijke dynastie
UITBREIDING OOSTZIJDE: KOORPARTIJEN MET CRYPTAE
Concentratie van altaren in cryptae in het oostelijke gedeelte (koor): “processionele
lithurgie”
Ontwikkeling naar meerdere niveaus: koor met hoofdaltaar vanboven en overwelfd
benedenniveau: KROCHT
 1ste soort uitbreiding koor:
radiale schikking ( deze schikking gaat hele Romeinse periode mee)
 koor + kooromgang
+ straalkapellen (bv. Chartres 9de eeuw, Orléans, Sankt Michael 11de,
Clemont-Ferrand 11de, Tournus 11de, Paray-le-Monial 12de)
2de soort: Koor “en échelon” = stapelkoor: trapsgewijze opzet (Saint-Germaine: 9de eeuw)
3de soort: oostelijke Rotonda (bv. Sint-Pieter Leuven, Saint Bénigne Dijon: 11de eeuw)
 Modulaire maten koor + kooromgang + straalkapellen
o.a. Pelgrimskerken: bv route naar Santiago de Compostella
 Dubbele polariteit
STEUNWISSEL/STÜTZENWECHSEL bv. Sankt-Michael (Hildesheim)
Tribunes boven zijbeuken; byzanthijns motief: bv. Kapittelkerk Gernrode
 Bv. Doornik: niet volledig modulair, wel geen uitstulpingen
Ontwikkeling adhv voorbeelden:
Saint Ricquier Centula
Eenvoudige stap: niveauverschil schip en koor: halfronde apsis met hoofdaltaar hoger
2de stap:
Plan van Sankt Gallen:
Aanleg van een crypta met ambulatorium onder niveau van koor:
+1 verhoogde koor met apsis en hoofdaltaar
- 1 overwelfde gang omheen reliekenkamer, vanuit schip toegankelijk
(doet denken aan opzet Sint-Pieters: oostzijde op zelfde manier georganiseerd)
 Plan van Sankt Gallen: ideaalplan Karolingische abdij (9de eeuw): volledige abdij met
abdijkerk, claustrum, nutsgebouwen, voorzien van maten
Saint-Philibert-de-Grandieu (Déas: 9de eeuw), Saint-Germain (Auxerre: 9de eeuw)
Benedenniveau uitgebreid door zijruimten rond gang onder koor, hier bv. In trapsgewijze
opzet: “en échelon”
Saint-Germain: oude crypta(martyrium) al in 6de eeuw opgenomen in basilica, rondom
grafkamer kwam nu met kruisgewelven overwelfde gang met kapellen in trapsgewijze
opzet
Extra 9de eeuw: Rotonda/ronde kamer = mausoleum toegevoegd aan oostzijde
Kathedraal van Chartres (9de eeuw)
Halfcirkelvormig ambulatorium zonder kapellen onder apsis
Via openingen in de muur binnenkijken in crypta: crypta en ambulatorium visueel 1
Kathedraal van Clemont-Ferrand (10de eeuw)
Opzet Chartres uitgebreid met straalkapellen = kapellen straalsgewijs rond halfcirkelvormige
gang
 2 gelijkwaardige verdiepingen met +- zelfde grondplan:
-1: crypta, ambulatorium, vierkante straalkapellen
0: apsis met hoofdaltaar, zelfde ambulatorium en halfronde/hoefijzervormige straalkapellen
(precies boven die op -1)
 2x koor met kooromgang en straalkapellen: benedenverdieping = KROCHT
Opm: Oorspronkelijk, zoals in Clemont-Ferrand straalkapellen niet symmetrisch geplaatst,
later (11de eeuw) in Tournus, Saint-Philibert, Orléans en Saint-Aignan wel (5)
Opm 2: koor met kooromgang en straalkapellen lange toekomst, stapelkoor verdwijnt
BESLUIT:
▪
▪
▪
Uitbreiding oostzijde + complexe aanleg altaar: duidelijk teken toenemende belang
van reliekenverering, gang rond reliekenkamer maakt opvang vele pelgrims
makkelijker
Toevoeging van kapellen aan deze gang: lithurgische noodzaak: vanaf 8ste/9de
eeuw : ontstaan van gewoonte dagelijkse missen voor het herdenken van de
doden  nood aan meer altaren, aanvankelijk verspreid, vanaf 9de eeuw
geconcentreerd aan oostzijde
Begraven worden 'ad sanctos'(bij de heiligen) in de krocht groot voorrecht: bron
van inkomsten voor abdij/monniken, verklaart uitbreiding
Karolingische kloosterkerk: samenvoegsel geordende ruimtes:
Westwerk, (niet overwelfde) schip, transept met koor, sanctuarium met crypten
 alle functies komen samen in 1 monumentaal ruimtecomplex
Resultaat: tweepolige volumewerking: Westwerk en Oostzijde in evenwicht, schip als
verbindingsstuk (zie vnl. grote Duitse kerken bv. Sankt Michael – Hildesheim)
III. KAROLINGISCHE CENTRAALBOUW
DE PFALTZKAPEL EN HAAR NASLEEP
▪
Paleiscomplex in opdracht van Karel de Grote ( keizerlijke architectuur)
▪
3 belangrijke functies: troon keizer eredienst
plaats vr geestelijken van het hof(taak: onafgebroken bidden)
plaats voor reliekenschat keizer bv. Mantel sint-Maarten
Bewaard gebleven
▪
▪
Enkel centrale, monumentale as: lange galerij naar keizerlijke aula (200m lengte
totaal)
▪
Centraalbouw: 2 symmetrieassen (geëvolueerd)
Centrale octagonale ruimte met zestienkantige omgang (kruisgewelven)
Centrale ruimte overwelfd: kloostergewelf/koepel
+1: ambulatorium op verdieping = TRIBUNE (hellende tongewelven leunen aan op
koepel)
▪
Antieke zuilen: uit Ravenna: SYMBOLISCHE WAARDE (later door Napoleon
meegenomen naar Dôme des Invalides
▪
Koor: oorspronkelijk rechthoekig maar vervangen door groter gotisch koor
▪
Westzijde: Westwerk met nis en traptorens: tribune westwerk: troon KdG
Gewijd aan de Verlosser,KdG hier begraven,
latere koningen hier gekroond
▪
Had lang meest monumentale dak van westerse architectuur: tentdak
▪
Gewelven: betongewelven (=simpelste vorm): horizontaal maar oplopend naar
midden toe boven tribune
▪
Onbekende architect beschikte over grote kennis gewelven  bv. ijzeren kettingen
om spatkracht (duwt steunmuren uiteen) op te vangen
▪
Toezichthouder werf = Van Metz. Toen: opdrachtgever belangrijkst, nu architect
▪
SYMBOLIEK paltzcomplex:
Uitzonderlijk gebouw  triomf Karel de Grote
Zuilen uit Ravenna (verwijzing naar oudheid)
Paltzkapel wordt later 'gekopieerd': niet letterlijke immitatie & identieke afmetingen, wel
vorm(centraalbouw met achthoekig type) en functie (paleiskapel gewijd aan
Maria/Christus) gelijkaardig:
Paleiskapel van de graven van Vlaanderen (Brugge10de eeuw)
Algemene opzet en wijding stemmen overeen met Pfaltzkapel
Paleiskapel van prinsbisschop Notger (Luik: 10de/11de eeuw)
▪
▪
▪
Afmetingen, algemene opzet en functie gelijk
Ook Notger hier begraven (~KdG)
Kleine vorm ervan gebouwd bij zomerpaleis (nog zichtbaar in Sint-Lambertus
Mechelen)
Anderen wel qua vorm maar niet zelfde functie, toch betekenisvol verband:
Kloosterkerk Ottmarsheim (11de eeuw)
▪
▪
Uiterlijk zeer gelijkend maar geen paleiskapel
Kerk voor vrouwenklooster  ook wijding aan Maria: naar Middeleeuwse normen
schept dit zeer nauwe band met Aken
Abdijkerk Essen (11de eeuw)
▪
▪
▪
Onderste deel van Westwerk uitgewerkt zoals in Aken (incl. zuilenschermen)
Opdrachtgever: kleindochter keizer Otto II
3/8 gangen aan andere kant
Schriftelijke bronnen: doorheen heel middeleeuwen vele gebouwen 'naar het voorbeeld
van de kapel te Aken' maar er niet echt op lijken:
Kapel Germigny-les-Prés (9de eeuw)
▪
▪
▪

Opdrachtgever bisschop Orléans: band met kerk, oosters type
Vergeleken met Aken, echter verschillend grondplan: vierkant opgedeeld door 4
pijlers  Grieks kruis met apsis aan N, W en Z zijde, O: 3 apsissen naast elkaar als
koor
Komt wel overeen: functie en wijding aan Maria: centraalbouw + rotonde
betekenisovereenkomst bleek al genoeg om over 'kipie' te spreken
Groot aantal kopieën Pfaltzkapel: duidt op politieke prestige KdG & roem van zijn
verwezenlijkingen
 Pfaltzkapel werd als ideaal prototype van paleiskapel beschouwd, zoals KdG ook als dé
ideale christelijke keizer werd aanzien
Middeleeuwen: inspiratie halen bij prestigieuze voorbeelden, “originaliteit” ongekend
 respectvol navolgen van beroemd voorbeeld (hierbij overdracht van betekenis nog
belangrijker dan vormelijke elementen)
DE KOPIEËN VAN HET HEILIG GRAF
Waarom centraalbouw? Werd beweerd: willen immiteren van rotonda van het Heilig Graf
(Anastasis) in Jeruzalem
Anastasis: centraalbouw opgericht boven H.Graf in 4de eeuw:
centrale ruimte met ambulatorium waarboven tribune/galerij + 2de uitwendig
ambulatorium
Restauratie 7de eeuw: toevoegen van 3 apsissen
Afbakening centrale ruimte4x2 pijlers op hoofdassen + 4x3 op diagonaal
Kruisvaarders: 12de eeuw: verbouwing tot driehoekig gebouw
Karolingische 'kopieën':
Sankt Michael (Fulda: 9de eeuw)
Centrale ruimte met ambulatorium, acht zuilen
Oorspronkelijke bovenbouw onbekend
'Romaanse kopie':
Saint-Sépulcre (Neuvy: 11de eeuw)
▪
▪
▪
Centrale ruimte met ambulatorium
11 pijlers (8 + 3)
overwelfd
Santo Stefano (Bologna: 11de/12de eeuw)
▪
▪
▪
Kerkgroep: gehele afspiegeling van Jeruzalem: 'Heilige stad'
Naast Santo Stefano zelf (gewijd aan H.Graf) ook kerk gewijd a Petrus en Paulus,
een heilige Kruiskerk, een 'atrium van Pilatus'...
Santo Stefano: 12hoekig, 12 pijlers, ambulatorium en tribune: kopie H.Graf
Tempelierskerken
▪
▪
▪
Groep apart: tempeliersorde: doel: pelgrims op wegen van Palestina beschermen
Tempelierskerken: altijd centraalbouw, gewijd aan H.Kruis, Christus of H.Graf
Voorbeelden in Laon (12de eeuw), Segovia 5spanje, 13de eeuw), Tomar (Portugal,
12de eeuw),...
Besluit:
▪
▪
▪
▪
'Kopieën' Heilig Graf altijd zelfde type: centraalbouw met ambulatorium maar
zelden letterlijke immitaties.
Herhaling van enkele karakteristieke elementen bv aantal steunelementen, maten,...
Net zoals bij Pfaltzkapel: vooral betekenisovereenkomst belangrijkst: wijding, replica
site graf,...
Origineel in Jeruzalem vaak enkel bekend uit pelgrimsbeschrijvingen, soms
schriftelijke beschrijvingen, bv. Abt Adamnus: “De locis sanctis”: Anastasis ronde
vorm, 3 muren, 3 altaren, 12 zuilen,... maten vrij uitvoerig weergegeven
Download