Versterking CliëntenPositie Begrippenlijst in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Oktober 2007 Aanpasbaar bouwen Het zodanig ontwerpen en bouwen van woningen dat deze eenvoudig aan te passen zijn aan eventuele (in de toekomst optredende) functiebeperkingen van bewoners. Actief burgerschap Actief deelnemen van mensen aan de samenleving op sociaal, cultureel, economisch en politiek vlak. ADL Algemeen dagelijkse levensverrichtingen zoals eten, zich wassen, naar het toilet gaan en het voeren van een huishouden, waarbij mensen met een functiebeperking soms zijn aangewezen op hulp en hulpmiddelen. Alphahulp Huishoudelijke hulp. Het gaat alleen om huishoudelijk werk, zoals stofzuigen, afstoffen, ramen wassen, sanitair schoonmaken en dergelijke. Ambulante zorg Zorg die voornamelijk verleend wordt op afgesproken tijden waarbij de cliënten vanuit de eigen woon- en werkomgeving naar de hulpverlener toekomen, of waarbij de hulpverlener de cliënt in diens omgeving bezoekt. Ambulante verslavingszorg Hulpverlening zowel aan verslaafden als aan mensen in hun omgeving; deze hulp kan variëren van voorlichting tot woonbegeleiding. Auditieve beperking Gehoorproblemen. Awbz Algemene wet bijzondere ziektekosten; wettelijke verzekering voor zorg en begeleiding bij langdurige ziekte, handicap of ouderdom. Via de Awbz worden kosten vergoed die niet worden gedekt door de basisverzekering of aanvullende ziektekostenverzekering. Belangenbehartiging Het opkomen voor belangrijke dingen uit eigen ervaring. Belangenorganisaties Organisaties (van en) voor mensen met dezelfde belangen, zoals mensen met een bepaalde aandoening, die taken hebben als ondersteuning, voorlichting, beleidsbeïnvloeding, signalering, belangenbehartiging en vertegenwoordiging bij de overheid. Benchmark Methode om de prestaties van verschillende systemen, apparaten of organisaties met elkaar te kunnen vergelijken. Benchmarking is een manier voor organisaties om van elkaar te leren, verantwoording af te leggen en toezicht te vergemakkelijken. De uitkomst van een benchmark is een soort maatgetal dat iets over de prestatie zegt. Bestek Verantwoorde vertaling van het programma van eisen. Begrippenlijst – oktober 2007 2 Bewonersorganisaties Organisaties, bestaande uit bewoners, die de belangen behartigen in een bepaalde buurt, bepaalde wijk of bepaald flatgebouw. Buddyprojecten Initiatieven waarbij getrainde vrijwilligers emotionele ondersteuning en praktische diensten verlenen aan drugsgebruikers of mensen met ernstige ziekten als aids, kanker, me enzovoort. Burgers Mensen in relatie tot de overheid. Burgerinitiatief 1. Voorstellen van burgers die op de agenda van de gemeenteraad worden geplaatst en die voldoen aan vastgestelde procedurele en inhoudelijke eisen. 2. Concrete initiatieven ontstaan vanuit burgers zelf, gericht op het oplossen van maatschappelijke problemen of op het verbeteren van de kwaliteit van de samenleving. Burgerparticipatie Zie Sociale participatie. Burgerschap Betreft zowel het staatsburgerschap: rechten en plichten van het behoren tot een politieke of bestuurlijke eenheid als goed burgerschap: opvattingen over wat mensen horen te doen en te laten. Civil society Geheel van vrijwillige organisaties die geen onderdeel van de overheid uitmaken, zonder winstoogmerk opereren en niet op familie- of vriendenbanden berusten. Cliënten Mensen die gebruik maken van een vorm van hulpverlening. Cliëntondersteuning Informatie, advies en kortcyclische, individuele ondersteuning en begeleiding op alle mogelijke (levens)gebieden zoals wonen, werken, vrijetijdsbesteding, Awbz-zorg, met als doel maatschappelijke participatie te bevorderen en de cliënt te ondersteunen bij het voeren van regie over het eigen leven; de ondersteuning is onafhankelijk, laagdrempelig en betrouwbaar en gaat uit van de vraag van de cliënt. Cliëntenparticipatie Inbreng van cliënten in onder meer jeugdzorg, GGZ, gehandicaptenzorg, Wmo en in de uitvoering van de Wwb. Meedenken en meebeslissen van cliënten over de inhoud, opzet, uitvoering en evaluatie van de zorg- en dienstverlening en het gemeentelijk beleid. Een vorm van belangenbehartiging ten behoeve van het collectief. Cliëntenperspectief (Kwaliteit van) hulp of dienstverlening, bekeken vanuit het gezichtspunt van de cliënt. Cliëntenraden Raden van bewoners of van gebruikers van een zorginstelling die bevoegdheden hebben om het beleid van de instelling en de samenstelling van het instellingsbestuur te beïnvloeden. Begrippenlijst – oktober 2007 3 Cliëntinitiatieven Projecten waarbij mensen met een handicap voor zichzelf een kleinschalige woonvorm opzetten en de gewenste begeleiding inkopen met een persoonsgebonden budget (PGB). Cliëntondersteuning Informatie, advies en korte individuele ondersteuning en begeleiding op alle mogelijke (levens)gebieden, zoals wonen, werken, vrijetijdsbesteding, Awbz-zorg met als doel maatschappelijke participatie te bevorderen en de cliënt te ondersteunen bij het voeren van de regie over het eigen leven; de ondersteuning is onafhankelijk, laagdrempelig en betrouwbaar en gaat uit van de vraag van de cliënt. Community care Gemeenschapszorg; het ondersteunen van mensen met psychische, verstandelijke en/of lichamelijke beperkingen bij hun deelname aan de samenleving door betere dienstverlening, zoals aangepaste woonbegeleiding, dagopvang, buurtconciërges, ….. Compensatie Tegemoetkoming, tegenwicht, vergoeding, wegnemen van probleem waar mogelijk. Compensatiebeginsel Plicht die gemeenten hebben in het kader van de Wmo om beperkingen in zelfredzaamheid weg te nemen of te compenseren en deelname aan het maatschappelijke verkeer mogelijk te maken, bijvoorbeeld door een adequate aanpassing en/of hulpmiddel of begeleiding. Concept Ontwerp, idee, nog niet klaar. Concessie In de zin van de Wet personenvervoer (Wp) is het het recht dat een overheid geeft aan een vervoerder om in een bepaald gebied daadwerkelijk openbaar vervoer te mogen verzorgen, met uitsluiting van andere vervoerders. Concessieverlener Overheid, als gemeente of provincie. Convenant Overeenkomst tussen samenwerkingspartners, bijvoorbeeld tussen platform en gemeente. Criteria Eisen. Daderhulpverlening Hulpverlening aan plegers van seksueel en huiselijk geweld ter behandeling en voorkoming van hun gedrag. Dagbehandeling Behandeling die overdag gedurende meerdere uren plaatsvindt, bijvoorbeeld in een verpleeghuis, GGZ-instelling of ziekenhuis; de patiënt of cliënt gaat ’s avonds weer naar huis. Dagbesteding Activiteiten die zowel residentieel als ambulant kunnen zijn en een recreatief of therapeutisch karakter hebben. Begrippenlijst – oktober 2007 4 Dagopvang Opvang, hulp, verzorging overdag voor ouderen, mensen met een handicap, thuislozen, enzovoort bij bijvoorbeeld dagcentra, verzorgingshuizen, dienstencentra. Definitie Beschrijving/ omschrijving. Een loket functie Centrale loketten waar wijkbewoners terecht kunnen voor informatie, advies, (Wvg- en Awbz) aanvragen, bemiddeling en verwijzing op het gebied van wonen, zorg en welzijn; samenwerkingsverbanden van bijvoorbeeld gemeenten, thuiszorgorganisaties, woningcorporaties en welzijnsinstellingen. Effectiviteit (van de zorgverlening) Het bereiken van het gewenste resultaat, bijvoorbeeld van een bepaalde vorm van hulpverlening. Efficiëntie Doelmatigheid. Emotionele en educatieve steun Gespecialiseerde ondersteuning om mantelzorgers te helpen met het verwerken van emoties rond ziekte en zorg en met de hantering van zorgsituaties. Empowerment Iemand in staat stellen eigenmachtig te beslissen en te handelen; ook methodieken gericht op individuen, groepen of organisaties om zelfvertrouwen, zelfbewustzijn en positief zelfbeeld te vergroten. Ervaringsdeskundigheid Kennis door eigen ervaring in de praktijk. Evalueren Beoordelen, nabespreken, doorlichten, keuren, waarderen. Extramuralisering 1. Het streven om buiten de muren van een intramurale instelling (waar iemand opgenomen wordt) gelijkwaardige zorg te bieden, bijvoorbeeld in de eigen woning. 2. Verschuiving van intramurale (interne) zorg naar lichtere vormen van zorg, bijvoorbeeld ziekenhuiszorg in een verpleeghuis, verpleegzorg in een verzorgingshuis, verzorgingshuiszorg in een aanleunwoning. Footloose Zegt men van organisaties die geen binding meer met een bepaalde plek hebben (Shell, Microsoft, maar op Nederlands niveau grote corporaties en zorgaanbieders). Georganiseerde burgers Cliënten die lid zijn van cliëntenorganisaties die hun belangen vertegenwoordigen. Gebruikelijke zorg Mantelzorg wordt in beleid en bij de indicatiestelling voor Awbz-zorg ook onderscheiden van de zogenaamde ‘gebruikelijke zorg’. Dat is de zorg die mensen in de huishouding aan elkaar Begrippenlijst – oktober 2007 5 kunnen geven. Voor deze vormen van hulp (bijvoorbeeld koken en boodschappen doen) kunnen mensen geen aanspraak maken op Awbz-zorg (CIZ Protocol Gebruikelijke Zorg). Horizontale verantwoording Hierbij legt de overheid geen verantwoording af aan de hogere overheidslaag, maar aan de bevolking via bijvoorbeeld de Tweede Kamer, de gemeenteraad of rechtstreeks. Horizontaal: verantwoording naar de burgers in de eigen gemeente op basis van vergelijking met andere gemeenten in plaats van verticaal: verantwoording van de gemeente van het Rijk. Huishoudelijke verzorging Het ondersteunen bij of het overnemen van taken in de huishouding voor ouderen en mensen die door een aandoening of een beperking hier hulp bij nodig hebben, bijvoorbeeld opruimen, schoonmaken, verzorgen van planten en huisdieren en het klaarmaken van de maaltijd, een van de zeven Awbz-functies, is per 1 januari 2007 overgegaan van de Awbz naar de Wmo, behalve wanneer huishoudelijke verzorging wordt geleverd in combinatie met de functie Verblijf. Huiselijk geweld Langdurig psychisch, seksueel of lichamelijk geweld in huiselijke kring tegen voornamelijk vrouwen en kinderen door iemand uit de huiselijke kring van de slachtoffers. Hulpmiddel Elk product, elk instrument, elke uitrusting of elk technisch systeem dat mensen met een beperking gebruiken om die beperking te voorkomen of te verminderen. Inclusief beleid Overheidsbeleid gebaseerd op de visie dat alle mensen samen de maatschappij vormen inclusief mensen met een handicap; hierbij wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met deze groep zodat algemene voorzieningen ook voor hen geschikt en toegankelijk zijn. Indicatie Aanduiding, aanwijzing, teken. Indicatiestelling Vaststelling van de noodzakelijke (hoeveelheid) zorg en daarmee het recht van de zorgvragen op vergoeding van die zorg. Indicatoren Meetpunt dat een goede indicatie geeft over het succes of falen van een succesbepalende factor of van het functioneren van een proces. Zijn meetbare punten van een proces die een aanwijzing geven over het succes of falen bijvoorbeeld de kwaliteit, de veiligheid, de doelmatigheid en de toegankelijkheid van een proces. Men spreekt ook wel over Prestatieindicatoren. Individuele Voor 1 persoon, voor iemand alleen, op de persoon gericht. Informele zorg Zorg die onbetaald en niet beroepshalve wordt verricht: te onderscheiden in gebruikelijke zorg, mantelzorg, zelfhulp en vrijwillige zorg. Begrippenlijst – oktober 2007 6 Innovatie Vernieuwing, is het invoeren van nieuwe ideeën, goederen, diensten en processen. Innovatie kan plaatsvinden binnen organisaties maar ook binnen bredere verbanden. Het proces van innovatie draait om dingen om op een nieuwe en zo mogelijk ook betere manier aan te pakken. Integraal In zijn geheel, volledig. Integrale schulphulpverlening Schuldhulpverlening waarbij ook aandacht is voor preventie en psychosociale begeleiding. Integraal team Een team van mensen uit verschillende organisaties, dat verantwoordelijk is voor de dagelijkse woon-, zorg- en welzijnsdiensten in een beperkt geografisch gebied. Intrasectoraal Binnen de sector (tak, branche, gebied). Input Invoer, bijvoorbeeld geven van tips en meningen. Kangoeroewoningen (of mantelzorgwoningen) Dubbele woningen voor de hulpbehoevende en de mantelzorger. Klanttevredenheidsonderzoek Onderzoek naar daadwerkelijk tevredenheid van cliënten wanneer het gaat om bijvoorbeeld voorzieningen of dienstverlening. Kleinschalige woonvoorzieningen, Vorm van wonen. Waarbij mensen die in meer of mindere mate begeleiding en zorg nodig hebben zo zelfstandig mogelijk wonen in een huis in de wijk in plaats van in een instelling. Of ook wel in kleinschalig ingerichte groepswoningen binnen verpleeghuizen. De bewoners voeren in een kleine groep (maximaal acht mensen) een huishouding waarbij ieder een kamer heeft en er gemeenschappelijke ruimten zijn. Kwalitatieve, kwalitatief Onderzoek, op grond van verhalen van ervaringdeskundigen. Kwantitatieve, kwantitatief Onderzoek, op grond van tellingen en of cijfers. Kwetsbare burgers Burgers die risico lopen om een achterstand in de maatschappij op te lopen of in een sociaal isolement te raken, zoals chronische zieken, hulp- en zorgbehoevende ouderen, verslaafden, dak- en thuislozen enzovoort. Leefbaarheid Een goed en prettig ervaren leefklimaat in de wijk of buurt. Begrippenlijst – oktober 2007 7 Lokaal sociaal beleid Het goed voor elkaar krijgen van een lokale leefomgeving. Waarbij het geheel van organisaties, diensten, voorzieningen en sociale betrekkingen het mogelijk maakt om in sociale verbanden (buurten, groepen, netwerken en gezinnen) samen te leven en te participeren in de samenleving. Maatschappelijke betrokkenheid Betrokkenheid bij de samenleving; kan onder meer tot uitdrukking komen in actief burgerschap en bij bedrijven in activiteiten of investeringen in de (lokale) omgeving of ten gunste van specifieke doelgroepen of maatschappelijke doelen. Maatschappelijk middenveld Geheel van zowel professionele als vrijwillige organisaties die geen onderdeel van de overheid uitmaken, zonder winstoogmerk opereren en niet op familie- of vriendenbanden berusten. Maatschappelijke ondersteuning Vormen van ondersteuning en begeleiding waardoor de zelfredzaamheid en/of het sociaal functioneren van mensen wordt hersteld of bevorderd. Met de invoering van de Wmo, worden gemeenten verantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning. Maatschappelijke opvang Het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die door een of meer problemen, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Maatschappelijke participatie Deelname van (groepen) burgers aan de samenleving, zoals het hebben van werk, volgen van onderwijs, betrokken zijn bij leefbaarheid van de eigen omgeving. Mantelzorg Zorg die mensen vrijwillig en onbetaald verlenen aan mensen met fysieke, verstandelijke of psychische beperkingen in hun familie, huishouden of sociale netwerk. Het gaat om zorg die meer is dan in een persoonlijke relatie gebruikelijk is. Mantelzorgmakelaar Functionaris die regeltaken van mantelzorgers overneemt. Mantelzorgondersteuning Mantelzorgondersteuning is een verzamelterm voor voorzieningen en diensten die de draagkracht van mantelzorgers vergroten of de draaglast verlichten. Directe mantelzorgondersteuning is specifiek op mantelzorgers gericht, bijvoorbeeld respijtzorg. Indirecte mantelzorgondersteuning is de term voor voorzieningen die direct gericht zijn op de zorgvrager, maar ook een verlichting van taken van de mantelzorger betekenen. Voorbeelden zijn huishoudelijke hulp of een maaltijdvoorziening. Mantelzorgpanel Raadpleging van een vaste groep mantelzorgers om hun ondersteuningsbehoeften te peilen of hun mening te vragen over onderwerpen die hen aangaan. Begrippenlijst – oktober 2007 8 Meerzorg 1. Vorm van verpleeghuiszorg in verzorgingshuizen voor bewoners met psychische problemen. 2. Medische zorg en maatschappelijke opvang voor ernstig zieke dak- en thuislozen die in de reguliere zorg niet geholpen worden. Mobiliteitshulpmiddelen Middelen zoals een rollator, rolstoel, krukken en scootmobiel die mensen ondersteunen bij mobiel te zijn of te blijven. Module Onderdeel van een groter geheel. Monitoring Het doen van metingen om veranderingen in de omgeving of in de leefsituatie op te sporen. Niet-georganiseerde burgers Burgers die onbereikbaar zijn via de normaal, bij de gemeente bekende, inspraakcircuits maar wel betrokken moeten worden bij het Wmo-beleid. Deze cliënten zijn het best bereikbaar via hun sociale netwerk dat bestaat uit familie, vrienden en buren maar ook uit professionele zorgaanbieders. Ondersteuning (Beroepsmatig) bijstaan van mensen in verschillende situaties. Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) Alle activiteiten op het terrein van geestelijke volksgezondheid die niet op basis van een vrijwillige, individuele hulpvraag worden uitgevoerd; het basisaanbod van de OGGZ bestaat onder meer uit crisisopvang, bemoeizorg, preventie en psychosociale hulpverlening bij rampen. Ouderenadviseurs Onafhankelijke professionals (en vrijwilligers) verbonden aan een gemeente die het zelfstandig functioneren van ouderen bevorderen en streven naar vergroting van de zelfredzaamheid en het welbevinden van ouderen. Participatie Deelnemen aan de samenleving. Participatieladder Hulpmiddel voor gemeenten om de mate van invloed van cliënten op (de ontwikkeling van) het gemeentelijk beleid te bepalen. Participatieniveau De mate van invloed van cliënten op (de ontwikkeling van) het gemeentelijk beleid. Persoonsgebonden budget PGB; geldbedrag dat iemand kan aanvragen om zelf hulp, zorg en begeleiding vanuit de Awbz of voorzieningen vanuit de Wvg in te kopen; men kiest zelf de hulpverleners en begeleiders uit. Begrippenlijst – oktober 2007 9 Prestatieveld Gebieden waarop (overheids-)organisaties actie moeten ondernemen; waarbij de organisaties vrij zijn in de invulling. De Wmo kent bijvoorbeeld negen prestatievelden waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn, zoals bevordering van leefbaarheid en maatschappelijke participatie en het bieden van informatie en advies. Preventie Het voorkómen van ziekte. In het geval van mantelzorgers gaat het vooral om voorkómen van overbelasting. Proces Procedure, ontwikkeling, verloop. Tevredenheid over de wijze waarop de aanvraag bij een organisatie of de gemeente verloopt. Het gaat bijvoorbeeld over informatie, wachttijden, toegankelijkheid, formulering van de vraag, bejegening. Programma van Eisen (PvE) Minimale eisen waaraan een PvE in elk geval moet voldoen. De overheid (consessieverlener) moet hierover advies vragen aan consumentenorganisaties. Relevant Belangrijk, ter zake. Respijtzorg Het tijdelijk overnemen van de totale zorg ter ontlasting van de mantelzorg door beroepskrachten of vrijwilligers in de vorm van thuisopvang, dagopvang, kortdurende opname enzovoort. Resultaat Gevolg, uitkomst, uitslag, opbrengst. Sociale activering Vorm van intensieve individuele begeleiding (georganiseerd door gemeenten, zorginstellingen of welzijnsorganisaties) waardoor mensen op vrijwillige basis nieuwe activiteiten gaan ondernemen en hun isolement doorbreken. Kan ook een opstap zijn naar betaald werk Sociale alarmering en alarmopvolging Hulpverlening door mantelzorgers aan mensen die door inschakelen van een alarmeringssysteem in de woning aangegeven hebben in nood te verkeren. Sociale cohesie Onderlinge binding en verbondenheid van een sociaal systeem. Sociale participatie 1. Deelname van (groepen) burgers aan de samenleving, zoals het hebben van werk, volgen van onderwijs en betrokken zijn bij leefbaarheid van de eigen omgeving. 2. Meedenken en meebeslissen van de burger over de inhoud, opzet, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid. Sociale samenhang Onderlinge binding en verbondenheid van een sociaal systeem. Begrippenlijst – oktober 2007 10 Steunpunt GGZ Ondersteunings- en contactpunten voor mensen met een (ex-)psychiatrisch probleem die onder meer emotionele ondersteuning bieden, informatie en advies geven en belangen behartigen. Sociale werkvoorziening Mogelijkheid om te werken in loondienst onder aangepaste omstandigheden in sociale werkvoorzieningbedrijven. Voor mensen die (nog) geen gewone baan kunnen krijgen door een lichamelijke, verstandelijke of psychische handicap; ook mogelijkheid om begeleid te werken bij een gewone werkgever. Somatische zorg Lichamelijk zorg. Steunpunt Mantelzorg Ondersteunings- en contactpunten voor mantelzorgers die onder meer emotionele ondersteuning en deskundigheidsbevordering bieden, informatie en advies geven en belangen behartigen; vaak ondergebracht bij organisaties voor vrijwillige thuishulp. Systeemverantwoordelijkheid Indirecte verantwoordelijkheid van het Rijk voor de resultaten van wetgeving die door een andere overheid wordt uitgevoerd. Taakcombineerders Mensen die betaalde arbeid en zorgtaken combineren. Telemedicine Het verlenen van zorg op afstand door gebruikmaking van informatie- en communicatietechnologie (ICT). Veiligheid van de zorgverlening Veiligheid die rekening houdt met de risico’s die cliënten lopen door gebruik te maken van voorzieningen en diensten die in het kader van de zorg geboden worden. Verbetertrajecten Projecten die gericht zijn op het structureel verbeteren van de competenties en processen van een organisatie. Vermaatschappelijking Verschuiving binnen de zorg. Waarbij gestreefd wordt om mensen met beperkingen (van lichamelijke, verstandelijke of psychische aard), chronisch zieken en kwetsbare ouderen een eigen zinvolle plek in de samenleving te laten innemen. En hen daarbij waar nodig te ondersteunen. Begrippen die hierbij een rol spelen zijn ondermeer extramuralisering, community care, empowerment en vraagsturing. Verordening Vastgesteld voorschrift, geheel van bepalingen, vaststelling regels. Vraagsturing Het vergroten van de mogelijkheden om bij de financiering en organisatie van de gezondheidszorg de wensen van zorgvrager tot hun recht te laten komen. Begrippenlijst – oktober 2007 11 Vrijwillige inzet Maatschappelijke inzet van mensen op vrijwillige basis, zoals het uivoeren van vrijwilligerswerk, informele zorg en burgerinitiatieven. Vrijwilligersbeleid Beleid van organisaties van vrijwilligers. Vrijwilligersorganisaties Organisaties die (vrijwel) uitsluitend werken met vrijwilligers. Vrijwilligerswerk Werk waarvoor iemand zelf kiest, dat niet wordt betaald, dat plaatsvindt in georganiseerd verband en dat ten goede komt aan (groepen in) de samenleving. Vrijwilligerswerkbeleid Gemeentelijk beleid ten aanzien van vrijwilligers en hun organisaties. Vrouwenopvang Het tijdelijk bieden van onderdak en begeleiding aan vrouwen die, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten in verband met problemen met relationele aard of geweld. Welzijn versterkt Innovatie- en verbeterprogramma voor de welzijnssector. Wmo-loket Centraal loket waar (wijk)bewonerws terecht kunnen voor informatie, advies, aanvragen, bemiddeling en verwijzing op de prestatievelden van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Woonkeur Een kwaliteitskeurmerk van nieuwbouwwoningen. Een nieuwbouwwoning met woonkeur is levensloopbestendig. Woonservicezone Wijken met een buitengewoon voorzieningenniveau op het gebied van wonen, welzijn en zorg voor iedereen. Zelfmanagement Zelfmanagement richt zich vooral op het behoud van onafhankelijkheid van ouderen en mensen met een beperking. Men moet het gevoel hebben dat zij hun leven zelf kunnen inrichten zoals zij dat zouden willen. Zelfredzaamheid Vermogen om dagelijkse algemene levensverrichtingen zelfstandig te kunnen doen, bijvoorbeeld wassen, aankleden en koken, en vermogen om sociaal te kunnen functioneren in de dagelijkse leefsituaties, zoals thuis, bij winkelen, vrijetijdsbesteding, in relatie met vrienden, collega’s enzovoorts. Zelfzorg Alle handelingen die een mens bewust verricht ten behoeve van zijn eigen gezondheid; betreft zowel preventieve handelingen als handelingen met bijvoorbeeld zelfmedicatie. Begrippenlijst – oktober 2007 12 Zorgmijders Mensen met een psychosociale of psychiatrische stoornis die niet of nauwelijks te motiveren zijn voor behandeling. Zorgverzekeringswet Regelt een verplichte basisverzekering voor kortdurende, op genezing gerichte zorg voor iedereen die rechtmatig in Nederland woont of die hier loonbelasting betaalt; vervangt de Ziekenfondswet (Zfw), de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen (Wtz) en de Wet medefinanciering oververtegenwoordiging oudere ziekenfondsverzekerden (Mooz); inwerkingtreding 1 januari 2006. Zorg voor Beter Het programma Zorg voor Beter stimuleert de thuiszorg, ouderenzorg, gehandicaptenzorg en de langdurende GGZ om nog meer kwaliteit te leveren. Door te leren en te profiteren van bestaande ervaringen en kennis. Door het creëren van meer samenhang en een betere aansluiting op andere zorgsectoren. En door het slimmer en beter organiseren van het werk. Begrippenlijst – oktober 2007 13 Dit is een uitgave van: Programma VCP is een initiatief van de Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad Nederland (CG-Raad) en de ouderverenigingen van mensen met verstandelijke beperkingen. Programma VCP Postbus 1038 3500 BA Utrecht T 030 2916678 E [email protected] W www.programmavcp.nl © 2007 Programma Versterking CliëntenPositie, Utrecht. Deze uitgave mag alleen integraal worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt. Begrippenlijst – oktober 2007 14