Co-referaat bij de lezing van Meerten ter Borg over ‘De toekomst is aan de vrijzinnigen!’ Beste mensen, Op een winteravond in 1886 gingen stoere ouderlingen de deuren langs in het Friese Reitsum. ‘Bent u voor of tegen de rechtzinnigheid?’, vroegen ze. Maar de mensen reageerden nauwelijks. Daarom gingen ze de volgende avond weer op pad. En ze pasten hun vraag aan: ‘Bent u voor of tegen onze dominee?’ ‘We zijn voor onze dominee’, zeiden de mensen. ‘Dan bent u ook voor de Doleantie’, concludeerden de bezoekers. De indeling in rechtzinnig en vrijzinnig loopt het risico iets theoretisch te hebben. Het is maar de vraag of de tegenstelling het hart van mensen raakt. Ik denk zelf bij voorkeur vanuit twee kanten; de rechtzinnigheid heeft meer gevoel voor de exclusieve betekenis van Christus; de vrijzinnigheid blijft trouw aan het verstand van een mens. In de Raad van Kerken zijn beide stromingen aanwezig. Ik zou vanuit dat standpunt drie gesprekspunten willen noemen bij het boeiende verhaal van Meerten ter Borg. Eerste gesprekspunt: de definitie van vrijzinnigheid. Meerten kiest als definitie voor een mentaliteit. De keus levert veel op. Veel mensen zijn vrijzinnig. De Samaritanen zijn vrijzinnig tegenover de Judaeërs. De Sadduceeën zijn vrijzinnig tegenover de Farizeeën. Paulus is vrijzinnig tegenover Jakobus. Steeds weer is het ‘Gestalte en Geest’ (Noordmans). Bij Berkhof is de tegenstelling tussen vrijzinnig en orthodox zelfs onderdeel van het godsbeeld. Zo heet God: Heilige Liefde - heilig (orthodox), liefde (vrijzinnig); Weerloze Overmacht - weerloos (vrijzinnig), overmacht (orthodox); Veranderlijke Trouw - veranderlijk (vrijzinnig), trouw (orthodox). De vrijzinnigheid als denkrichting is op deze manier inderdaad onmisbaar. De kracht is de breedte van de definitie. Daar ligt ook mijn vraag. Het voelt als een truc. Zoals de humanisten zeiden toen de plaatsen van geestelijke verzorgers in het leger moesten worden verdeeld. ‘Iedereen is humanist tenzij het tegendeel blijkt’. Lopen we met zo’n brede definitie niet het risico, dat iedereen vrijzinnig is, maar dat sommigen het nog niet weten? Verreweg de meeste mensen houden zich niet bezig met geestelijke rek- en strekoefeningen; ze gaan voor seksualiteit, rode wijn en vrije tijd. Een tweede gesprekspunt. Wat levert het ons op als we denken in termen van vrijzinnigheid? Ik zie twee maatschappelijke kernthema’s op dit moment: islam en klimaat. Westerlingen moeten samenwerken met de islam. Dat is gezond eigenbelang. Ik deel niet Meertens claim dat de vrijzinnigheid hier exclusieve rechten heeft in een strijd tegen ‘cultuur-absolutisten’. Ik denk dat ook de midden-orthodoxie en de orthodoxie de noodzaak van cohesie inzien. Bij het thema klimaat is het van hetzelfde laken een pak. Juist de werkgroep Kerk en Milieu van de Raad van Kerken wordt gevoed door vrijzinnigen, orthodoxen en evangelicalen. Er is immers een gezamenlijke vijand: een verkeerde levensstijl. In dit soort gevallen werkt de indeling in vrijzinnig en rechtzinnig eerder blokkerend dan stimulerend. Ik zie ook wel thema’s waar de vrijzinnigheid als enige iets toevoegt. Ik denk dat het goed is als de vrijzinnigheid zich manifesteert in de islam. Wij horen hier in de media vooral orthodoxe islamieten. De schrijver Kader Abdolah is wat dat betreft een witte raaf. Hij heeft een seculiere vertaling van de Koran gemaakt. Een vrijzinnige versie. Dat is nuttig. Hij helpt westerlingen een genuanceerd beeld te krijgen. En hij helpt uiteindelijk om die heilloze tegenstelling te overbruggen tussen de zogenaamde orthodoxie van de islam en de zogenaamde vrijzinnigheid van het westen. Zo zijn er meer thema’s waar de vrijzinnigheid een unieke positie inneemt. Ik vermoed ten aanzien van het theologische gesprek van de godsdiensten en ten aanzien van de homofilie, ten aanzien van het Joods-Palestijnse vraagstuk. Dan kan het nuttig zijn je te profileren. Ik kom bij mijn derde gesprekspunt. Om de grote noden van deze tijd te benaderen is structuur nodig. Maar het mission statement van de vrijzinnigheid is dat men geen collectief mission statement wil hebben. Ik vind dat onverstandig. We hebben instituties nodig; politieke, religieuze, maatschappelijke. De economische machten zijn te groot om individueel aan te pakken. Wie doet iets aan de topsalarissen? Wie pakt de geldspeculanten aan? Wie houdt de supermarktketens in toom? Wie ontmaskert de macht? Als de macht niet collectief wordt aangepakt, zijn we aan de (af)goden overgeleverd. Als je de gemeenschap ontkent, lever je jezelf uit aan marketeers en spindoctors die jou wel in een groep zetten. Je wordt een speelbal van commercie en zinpsychologen. Erkennen dat je onderdeel bent van een gemeenschap is één ding. Daarna volgt de kunst om er in te sturen. Op de website www.raadvankerken.nl kunt u allerlei materiaal vinden voor de week van gebed om eenheid voor 2009. Het materiaal is ingebracht vanuit Korea. De Koreaanse theoloog Anselm Kyongsuk Min wijst er op dat een eventuele verzoening tussen Noord- en Zuid-Korea meer is dan het installeren van één regering. Hij maakt duidelijk dat een ieder ‘de tirannie van de identiteit’ moet loslaten. Hij bedoelt daarmee, dat je jezelf niet mag opleggen aan de ander. Ik zeg het hem na. De vrijzinnigheid is geroepen te verdampen waar de eenheid dat vraagt. En de vrijzinnigheid is geroepen te condenseren waar ze enige partijganger is van de gerechtigheid. KvdK